DE BELGISCHE STILSTAND
In 2013 vierde de PS 25 jaar regeringsdeelname. Een kwarteeuw van stilstand waarin België, anders dan zijn buurlanden, amper grondige sociaaleconomische hervormingen kende. Iedereen hervormt, behalve België, merkt de Gouverneur van de Nationale Bank op. Met alle gevolgen van dien. De belastingdruk, de loonlasten en de overheidsuitgaven behoren tot de hoogste in de wereld en nemen nog altijd toe. Daarbovenop is er de enorme staatsschuld. De koopkracht van alle mensen en het concurrentievermogen van onze bedrijven staan onder druk. De werkloosheid stijgt, net zoals het aantal faillissementen en de schuldgraad. Het vertrouwen van onze ondernemers in de overheid en het federaal economisch beleid neemt nog steeds af. Intussen dient de gigantische uitdaging van de vergrijzing zich alsmaar dreigender aan.
Het antwoord van de federale regering? Nog meer overheidsuitgaven en nog meer belastingen. Fundamentele hervormingen? Die komen er niet. De federale regering slaagt er niet in overeenstemming te bereiken, want ze is het product van het Belgische dualisme. België is in feite een tweestromenland en bestaat uit twee democratieën. De kloof tussen Vlaanderen en Wallonië wordt alsmaar groter. Vlamingen en Franstaligen hebben hun eigen waardenschaal, kijken anders tegen samenlevingsproblemen aan en schuiven verschillende beleidskeuzes naar voor.
Deze verschillen staan een daadkrachtig en efficiënt bestuur in de weg. De federale regering duwt noodzakelijke grondige hervormingen voor zich uit. En wanneer ze dan al eens een beslissing neemt, komt ze niet verder dan een halfslachtig akkoord, enkel datgene dat aan de politieke onderhandelingstafel haalbaar is: le faisable, zoals Di Rupo het verwoordde. Meer zit er niet in.
België is een land in stilstand dat internationaal achteruitboert. En in die achteruitgang sleurt het 6,5 miljoen Vlamingen, hun welvaart en hun welzijn mee.
(Uittreksel uit: Verandering voor Vooruitgang, Congresteksten N-VA)
|