Index hervormen is een sociale maatregel
Het verlagen van de btw op elektriciteit is de zoveelste pleister op het houten been van de automatische loonindexering. Beter is de lonen te indexeren aan de 2 procentinflatiedoelstelling van de ECB. Je behoudt het voordeel van koopkrachtbehoud en sociale vrede, zonder het nadeel van competitiviteitsverlies en banenvernietiging.
Het is duidelijk dat er een probleem is met de competitiviteit van de Belgische economie. Dat is gedeeltelijk te wijten aan de stijging van de lonen. Die zijn in ons land de jongste jaren sterker toegenomen dan we ons eigenlijk kunnen veroorloven.
We hebben dus de voorbije vijf jaar een loonkostenhandicap opgebouwd. Je kunt een technische discussie voeren over hoe groot die handicap nu precies is, maar je kan niet ontkennen dat hij er is. De vraag is wat eraan kan worden gedaan.
Het fundamentele probleem vormen de tweederonde-effecten van onze huidige automatische indexering van de lonen. Daardoor stijgen onze lonen en prijzen meer dan die van onze buurlanden op momenten waarop het redelijk slecht gaat. Een aantal collega's stelt als oplossing een indexsprong voor. Dat zou werken, maar net als de verlaging van de btw komt dat neer op het compenseren van de nadelen van een slecht systeem, de automatische indexering van de lonen aan de inflatie. Terwijl het uiteraard beter is om het systeem zelf te verbeteren.
Het systeem kan worden verbeterd door de lonen niet te indexeren aan de echte inflatie, maar aan de inflatiedoelstelling van de ECB, en die bedraagt 2 procent. Dat is geen losse flodder. Gert Peersman en ikzelf hebben dat al eerder voorgesteld in opinies en in ons boek 'De Perfecte Storm', en het werd al door de Nationale Bank doorgerekend.
Dat systeem behoudt de koopkracht op lange termijn net zo goed als het huidige systeem, want de inflatie ligt op lange termijn heel erg dicht bij die 2 procent. Maar in periodes van relatief hoge inflatie zouden de reële lonen iets dalen en in periodes van lage inflatie zouden ze iets stijgen. Daardoor behoud je het voordeel van koopkrachtbehoud en sociale vrede, zonder het nadeel van competitiviteitsverlies en banenvernietiging.
Ik reken u even voor wat dat concreet zou hebben betekend in de huidige omgeving. Als ons systeem had bestaan vanaf eind 2007, dan zouden de gemiddelde nominale loonkosten per eenheid product in België niet met 17,7 procent maar slechts met 12,6 procent gestegen zijn tegen eind 2013. Bijgevolg zou de volledige loonhandicap die we sinds eind 2007 hebben opgebouwd tegenover onze handelspartners er gewoon niet zijn. We zouden nu tienduizenden banen meer hebben en we zouden nu geen moeilijke politieke onderhandelingen moeten voeren over wat uiteindelijk niet meer is dan een pleister op het houten been van de automatische loonindexering.
Net als de Europese begrotingsnormen is het ongewijzigd behouden of volledig afschaffen van de index een fetisj geworden die de heldere analyse vertroebelt. Daar moeten we van af. De automatische indexering is niet de beste garantie voor koopkrachtbehoud. Wij zijn het enige land in de eurozone dat de index nog hanteert, en onze reële lonen stijgen op lange termijn niet meer of minder dan in vergelijkbare landen. Maar de lonen stijgen wel op het verkeerde moment, waardoor er in moeilijke tijden structureel oudere werknemers uit het arbeidsproces gestampt worden die later onmogelijk nog de weg terug vinden. De index hervormen is daarom een sociale maatregel.
Koen Schoors, Professor economie aan de Universiteit Gent, in De Tijd
"Wij zijn het enige land in de eurozone dat de index nog hanteert, en onze reële lonen stijgen op lange termijn niet meer of minder dan in vergelijkbare landen."
-Koen Schoors-
|
|