Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
Dit verhaal van menslievendheid van Gerard De Vries vind ik ook een kanjer. Iemand blij maken hoeft echt niet veel te kosten, alleen een beetje moeite....
Ik heb veel gereisd en veel dingen gedaan om een stuk van de wereld te kunnen zien. In Amerika ben ik bijna twee jaar lang truckchauffeur geweest. En uit die tijd komt dit verhaal.
Ik stond met m'n truck even buiten een klein plaatsje in het zuiden, en nam m'n papieren door voor wat betreft de lading en m'n bestemming.
M'n mobilofoon stond zoals altijd aan op kanaal 19 en plotseling hoorde ik op de lijn de stem van een kleine jongen.
Hij zei "He, is er iemand die luistert? He truckchauffeurs, praat eens tegen Teddybeer". Ik drukte m'n knop in en zei "je hebt er eentje, Teddybeer", en de stem van de jongen kwam weer in de lucht.
"Ik wil je niet van je werk houden en je eigenlijk niet storen, want mam heeft gezegd dat ik je niet mocht oproepen en van die mobilofoon af moest blijven.
Ja sorry hoor, ik voel me een beetje eenzaam en het helpt als je 'ns met iemand praten kan, want dat is een van de weinige dingen die ik kan doen. Ik kan niet lopen."
Ik nam de microfoon en zei dat 'ie net zo lang mocht praten als 'ie wilde. "Dit is eigenlijk de mobilofoon van m'n vader, maar hij is nu van mam en mij.
M'n pa heeft een ongeluk gehad en die is d'r niet meer. Mam werkt voor ons beiden, en ik ben niet zo'n beste hulp voor haar.
Ik kan niet goed uit de weg. Ze zegt vaak: 'geen zorgen, we redden het wel', maar soms hoor ik haar 's avonds laat in bed huilen.
Jullie hebben 't druk maar d'r is maar een ding dat ik graag zou willen, omdat m'n vader me wel eens meenam op een rit. Maar dat kan nu niet meer."
Niet één chauffeur kwam op 't radiokanaal zolang die jongen met me in gesprek was. Ik kreeg medelijden met 'm, want ik dacht aan m'n eigen knul thuis.
"M'n pa zei indertijd: 'eens zal deze truck voor jou zijn, Teddy', maar ik zou toch nooit in een achttienwieler kunnen rijden.
Gelukkig zorgt deze oude zendontvanger nog voor een beetje verbinding met al m'n vrienden in de trucks. He, mam komt zo thuis, dus ik moet sluiten, maar toeter eens als je langsrijdt, dan weet ik dat jij 't bent, en dan kom ik wel weer eens op de lijn."
"Zeg Teddybeer, waar woon je precies?", vroeg ik hem. Hij noemde z'n adres. Gelukkig had ik geen bederfelijke vracht. Ik keerde m'n truck en reed naar z'n huis. Toen ik de hoek omkwam en de straat inreed wist ik niet wat ik zag.
Een stuk of twaalf enorme trucks stonden in colonne geparkeerd. Alle chaffeurs in de omtrek hadden de oproep van Teddybeer gehoord en bezorgden hem nu een waar feest.
Ze tilden hem van de ene truck in de andere en overal mocht 'ie even achter 't stuur in de cabine. Als laatste zat 'ie in mijn truck en daarna zette ik 'm in z'n stoel terug.
Als ik ooit geluk heb gezien, geluk zoals ik nooit in m'n leven weer zal zien, dan was 't dit keer 't geluk in 't gezicht van die knul.
Ik ging met de pet rond om z'n moeder ook nog iets te kunnen geven, en alle jongens namen afscheid van Teddybeer, voordat z'n moeder thuis zou komen.
Toen ik weer achter 't stuur zat, stonden er tranen in m'n ogen, want ik had gezien hoe je heel eenvoudig iemand blij kunt maken.
Toen kwam er nog een verrassing, een vrouwenstem op de lijn met "bedankt van Teddy's moeder, we wensen jullie alle goeds en zullen bidden voor een veilige rit.
Jullie hebben een droom van m'n jongen werkelijkheid gemaakt. Ik ga maar van de lijn, anders ga ik zelf nog huilen. God bless you and goodbye."
Ook deze levenswijsheid werd verteld door Gerard De Vries, een mooi verhaal, je staat er niet bij stil, maar als je er even over nadenkt besef je pas, ja, dat is waar.
Het spel kaarten.
Het was in de Tweede Wereldoorlog. Een groep soldaten kwam terug van patrouille en arriveerde in een klein dorp. De volgende morgen, zondag, ging een aantal van hen onder leiding van een sergeant, naar de kerk. Nadat de geestelijke een gebed had gelezen, begon hij te preken. De jongens die een kerkboek hadden ,haalden het te voorschijn. Maar één van hen had alleen maar een spel kaarten bij zich dat hij voor zich uitspreidde. De sergeant zag wat hij deed en zei dat hij de kaarten weg moest doen. Na afloop van de dienst werd de soldaat gestraft en bij de officier militaire politie gebracht. "Waarom heeft U hem hier gebracht, sergeant?", vroeg de officier. "Hij zat te kaarten in de Kerk", was het antwoord. "Wat heb je daarop te zeggen, knaap?" zei de luitenant. "Heel veel," was het antwoord van de bewuste soldaat. "Dat zullen we hopen, want als je geen deugdelijke reden hebt, dan zal ik je strenger straffen dan wie ook." De soldaat zei: "Luitenant, ik ben zes dagen op patrouille geweest. Ik had geen Bijbel of kerkboek, maar ik hoop U te kunnen overtuigen van de oprechtheid van mijn bedoelingen." Nadat hij dat had gezegd begon hij met zijn verhaal:
"Kijk, Luitenant, als ik naar de aas van het spel kijk, dan weet ik dat er maar 1 God is, en de twee vertelt me dat de bijbel in twee delen verdeeld is, het oude en het nieuwe testament. ALs ik de drie zie, dan denk ik aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De vier herinnert me aan de vier evangelisten die het woordpredikten, Matheus, Marcus, Lucas en Johannes. De vijf doet me denken aan de vijf wijze maagden die hun lamp brandend hielden en gespaard bleven. Vijf van de tien waren dwaas en werden verstoten, de overige vijf bleven gespaard. Zes, dat zijn de zes dagen waarin God de hemel en de aarde heeft gemaakt. Zeven, herinnert me aan de zevende dag, de rustdag. De acht doet me denken aan de acht mensen die gered werden toen de aarde vernietigd werd. Het waren Noach, zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen. Bij de negen denk ik aan de melaatsen die onze Redder reinigde van de zonden, en negen van de tien bedankten Hem zelfs niet. Bij de tien denk ik aan de tien geboden die Mozes op de stenen tafelen ontving.Zie ik de Koning, dan weet ik dat er slechts 1 grote Koning is. De vrouw herinnert me aan moeder Maria, koningin van de hemel. De boer van het spel is de duivel. Als ik de tekens op de kaarten tel dan kom ik tot 365, de dagen van het jaar. Er zijn 52 kaarten, de weken van het jaar. Vier kleuren zijn er, vier weken op een maand. Er zijn twaalf kaarten met een afbeelding, dat wil dus zeggen, twaalf maanden in een jaar.Ook zijn er dertien troeven in een spel, dertien weken in een kwartaal.Ziet U, luitenant, mijn speelkaarten betekenen voor mij een bijbel, een almanak en een kerkboek tegelijk."
Beste mensen, dit was een waar verhaal. Ik weet het zeker, want die soldaat, dat was ik.
Deze tekst heb ik niet zelf geschreven maar vond ik terug in liedjesteksten uit de oude doos, het is eigenlijk een mooi levensverhaal verteld door Gerard De Vries, en ik denk dat velen onder ons dit stukje tekst misschien zelf ook wel tegengekomen zijn in hun leven.
Vanmiddag was mijn vrouw in de keuken bezig met het eten Toen ons zoontje plotseling binnen kwam Met een papiertje in zijn hand Hij liep naar haar toe en gaf het haar Terwijl ze haar handen afdroogde aan haar schort Las ze wat er op stond:
Schuur opruimen, vijf gulden, De hele week mijn bed opgemaakt, een gulden, Boodschappen doen, vijtig cent Op mijn broertje gepast terwijl jij boodschappen deed, vijfentwintig cent, De vuilnisbak buiten zetten, een gulden, Voor het halen van een goed rapport; vijf gulden, En ook de tuin nog geharkt, twee gulden, Totaal tegoed: veertien gulden vijfenzeventig. Nou dat was het.
En terwijl hij vol verwachting naar zijn moeder opkeek, Zag ik hoe de herinneringen door haar heen flitsten. Ze pakte een pen, draaide het papiertje om en schreef:
Ik heb je bij me gedragen tot aan je geboorte, gratis, Aan je bedje gezeten en voor je gebeden, gratis, Alle dagen en weken voor je gezorgd en naar je omgekeken, gratis, Tel het allemaal op, je moeder doet alles gratis en voor niets, Iedere avond de zorgen voor de dag van morgen, gratis, Je medicijnen gehaald en je schoolgeld betaald, gratis, Ik heb je kleren versteld en vaak om de dokter gebeld, gratis, Tel het allemaal op, je moeder doet alles gratis en voor niets.
Toen hij dat had gelezen, stonden zijn ogen vol grote tranen, En heel zacht zei hij: mammie, ik hou van je , heus waar, Hij nam de pen uit haar hand en schreef met grote letters: ALLES IS BETAALD.
Om 6 u ben ik opgestaan, ik maakte me klaar en pakte voor de laatste maal mijn rugzak in.
Na het ontbijt vertrokken we met ons drieën naar de bushalte, er werd weinig gezegd.
Om 6u 55 stopte de bus die mij naar La Coruna zou brengen. Ik legde mijn rugzak in de koffer en nam afscheid van Guy en Fons.
Ik stapte in en de bus zette zich in beweging, ik zwaaide nog even naar mijn twee vrienden die ik moest achterlaten.
Er ging vanalles door mijn hoofd, in het halfdonker zag ik nog verschillende vuurhaarden gedurende de rit naar La Coruna, die twee uur duurde.
Ik was fier op mezelf omdat ik het had gehaald, maar ik was intens verdrietig omdat de laatste vier dagen naar Finesterre, een anticlimax waren, door de bosbranden.
Waarom verwoesten mensen zo een schone natuur???
Om 9u15 ben ik in La Coruna aangekomen, ik stapte het busstation binnen en daar moest ik wachten tot 13u eer ik kon vertrekken naar België.
Om 12 u ging ik al naar buiten om te vragen waar ik juist moest zijn.
Aan halte nummer 2 moest ik opstappen, maar om 12u30 was er nog niets te zien. Ik nog maar eens gevraagd, bleek dat ik aan de overkant moest zijn.
Ik was het wachten moe en ging eens over het muurtje kijken,wat daar zoal te zien was. Stond daar toch ook een bus met nummer 2 en dat was mijn bus naar België.
Ik haalde vlug mijn rugzak en maakte dat ik op de bus zat, ze zat goed vol.
Wat een geluk dat ik nog even over dat muurtje ging kijken of de bus was zonder mij vertrokken.
De bus bracht ons naar een grote verzamelplaats met eetgelegenheid in Palencia.
Daar moesten we overstappen op bus nr. 13. Zou dat een ongeluksnummer zijn?
Het instappen verliep echt chaotisch en met een uur vertraging konden we pas vertrekken.
De bus bracht ons via Burgos en Irun naar Frankrijk, richting Bordeaux en dan verder richting Parijs.
We hadden regelmatig een stoppauze, iedereen lag te slapen maar ik kan dat niet. Van Parijs reden we naar Lille, met ongeveer twee uur vertraging.
Daar werden we eindelijk verlost van een hele hoop lawaaimakers en werd het weer terug rustig in de bus. We reden verder naar Antwerpen, waar we omstreeks 16.00 u de volgende dag dus, zijn aangekomen.
Ik pakte vlug mijn rugzak uit de koffer en liep naar het station om de trein van 16.36 u te halen naar Hasselt.
Ik belde naar Diana om mij te komen ophalen rond 17u45.
Ik was terug in België, na drie maanden stappen, het voelde raar. FIN DE CAMINO
We krijgen een eenvoudig ontbijt om 7u30 en daarna ... start...
Na een paar honderd meter zien we op het pad papier en linnen aangestoken, maar gelukkig gedoofd. Ik verwittig wat verder een bewoner. Overal links en rechts van ons verbrandde bossen, nog smeulend,overal rook.
Voor ons een berg in brand, helikopters, blusvliegtuigen vliegen aan en af.
In een dorp mogen we van de bewoners niet de berg over, we volgen de grote baan, links en rechts ook de bossen weg. De camping is ontruimd. Auto's keren terug, brandweerwagens, de blusvliegtuigen zijn vlakbij.
We komen uiteindelijk aan de baai van Fisterra, er is nu geen gevaar meer, het strand is breed en kilometers lang. De aanblik is aangrijpend, het einddoel voor ons... voor Ludo,... maandenlang te voet onderweg is het allemaal te veel...
Hij schreit, stilletjes op een bank. Het einde van zijn tocht, de verwoesting van de natuur, het is hem te machtig.
Op blote voeten lopen we over het strand op zoek naar enkele "Jacobsschelpen".
Ludo vindt enkele halfweg.
We gaan naar pension Lopez in het centrum. De prachtige kamer nr. 43 is echter bezet. We nemen een kamer met 3 bedden en met zicht op de baai, maar helaas, geen terras.
We betalen 30 euro, zo zijn we toch nog tevreden.
Met rugzak vertrekken we naar de Cabo- de vuurtoren-.. de laatste 3.5 km. We zingen "aan het noordzeestrand" en "hutje op de hei"... hoor ik daar niet een tikkeltje heimwee?
Vlak voor de vuurtoren de "mojon" of mijlpaal met aanduiding: "KILOMETER NUL"
FISTERRA FIN DO CAMINO
FIN DE LA TERRA !!!
Bij de terugkeer schudden Ludo en Guy elkaar de hand, zonder woorden, maar wel veelbetekenend, alles erin!!
Onze zoektocht naar eten verloopt niet zo vlot, het is al wat laat en men wil geen menu meer serveren.
Uiteindelijk, waarschijnlijk weer met de hulp van Jacobus, vinden we een restaurantje aan de haven.
Met een vissoep en een visschotel met 5 soorten vis zwemmend in enkele flessen wijn , sluiten we passend af.
We gaan langs de Albergue en krijgen ons "FISTERRA-Dokument".
We slenteren nog wat rond, kopen een souveniertje en sluiten af met een tapa en een kommetje Ribeiro wijn...
Ik val achterover op mijnen tram en val binnen de 15 sekonden in slaap.
Blijkbaar heb ik daarna verschillende eucalyptusbomen afgezaagd en alzo mijne goeie vriend Ludo wakker gehouden... Ocharme...
We staan op om 6 u. Om 6u55 stopt de bus voor Ludo naar La Coruna...Naar Huis... Hasta la Vista!!
Guy en ik bestellen een koffie in de bar rechtover, het is nog donker... we staren wat voor ons uit. Een uur later is onze bus naar Santiago, het pad naar het strand is verkoold... gisteren was het nog groen....
Omstreeks 7 u worden de duiven gelost. Ik stap al wat vlotter mee met Ludo-TGV!!!
We passeren OLVEROA na 5 km, na 10 km , Hospital, de laatste koffiestop voor de zee 15 km verder.
Het landschap zeer mooi, bergop, de hoogvlakte, prachtig weer, niet te warm, nevelig, helaas niet door echte nevel.
We zien in de verte verschillende brandhaarden en rook.
We eten een boke met choco aan de "Ermita de Nosa Senora das Neves".Er is een eindeloze stilte, alleen de wind.
Plotseling begint de afdaling, heel in de verte in de rook zien we "FINISTERRE", links van ons een berg in brand, vlammen huizenhoog.
De afdaling naar zee is zeer steil en komen aan in CEE;
We drinken een verfrissing en "go again".
Omstreeks 14 u komen we aan de nieuwe refugio van Corcubion.
We kunnen pas binnen om 16 u, dus, "Quivrain, wachten"!!!
De Hospitalero is wat vroeger en we kunnen binnen om 15u30.
De Hospitalero, een man van weinig woorden, kijkt even op wanneer Ludo hem zijn Credencial of geloofsbrief overhandigt...in zijn blik zie je veel respect, bewondering... hij schrijft Ludo in en staat recht en begeleidt hem naar de slaapzaal. Ludo mag kiezen...wij niet...voor ons blijft hij zitten!!
De Hospitalero verdwijnt later, de rook is dikker, hij zit buiten urenlang, met een GSM in de hand, komt luisteren naar het radionieuws. We horen sirenes, ontploffingen, lawaai...
Er ligt een gitaar in de eetzaal en 's avonds net voor het avondmaal, we krijgen hier eten, begint iemand te zingen en te spelen en nog goed ook... ik speel mee met mijn mondharmonika.. een uniek "pelgrimmoment".
Sommigen zingen mee of zitten gewoon te luisteren.
De "Toeristen-pelgrims" rommelen tot 23u30 met het licht aan...
Om 6u50 al op weg. We pikken onderweg Guy op en "vamos".
Het is nog schemerdonker. Na een kwartier aan de rand van het dorp is er tumult. We kunnen niet verder, het pad staat in brand.
We keren terug naar het kleine dorp. Alles is nog dicht behalve in één huis is al iemand in de keuken aan het rommelen.
Ik steek mijn hoofd naar binnen.
We krijgen aanwijzingen om langs de grote baan verder te stappen, na een uur zullen we het pad terug kruisen.
Ik loop nu constant achteraan, gelukkig, na een uur, komen we weer een bar tegen voor een koffiestop... Oef!!!
We stappen over een hoogvlakte, weidse landschappen, windmolens.
Na ongeveer 25 km bereiken we het hoogste punt, ca. 500 m en begint de lange afdaling met schitterend uitzicht ophet meer.
Onderweg zien we een pelgrim met een 2meter lange en centimeters dikke pelgrimsstok... De conclusie dat de lengte van de stok waarschijnlijk in verhouding staat met zijn mannelijk lid... d.w.z. hoe groter de stok, hoe kleiner..., doet onze fantasie op hol slaan en brengt ons veel plezier en weer nieuwe moed.
Een drietal km voor het einde nemen we de afslag en aanduiding "APICOTA". We komen toe omstreeks 15 u.
Ludo en Guy nemen de dubbele kamer, zoals vaak in het verleden.
Ik neem de enkele kamer voor 25 euro. Tot grote verbazing heb ik een kamer met een eiland-grote badkamer, een marmeren hoekbad met jet-stream... en een pak handdoeken... Ik kraai het uit van plezier.
De anderen komen toegesneld... één voor één nemen we een bad en Ludo begint zowaar te zingen...
Wat is pelgrimeren toch ellendig???!!!
Daarna een menu met alles er op en er aan, 2 flessen wijn en koffie, 18 euro voor ...3 personen!!!!!
miserie...miserie....
Na de siësta wat aankopen gedaan en een 'bocadillo' gekocht voor morgenvroeg.
Het heeft gisteren wel enige pintjes geduurd eer Ludo van de verrassing en het weerzien bekomen was, ook de kennismaking met Guy, zijn Franse stapgenoot, was heel positief.
We spreken af om 8u in bar La Campana bij Josefina, nog snel een koffie en dan, hupsakee, met z'n drieën op weg naar "het einde van de wereld", Fisterra of Finisterre.
Na 50 meter passeren we de zijkant van de kathedraal, de deur is reeds open, als een magneet worden we naar binnen gezogen.
We groeten één voor één Jacobus bij de hoofdingang, "het eeuwenoude pelgrimsritueel": de hand op de pilaar, uitgesleten door de vingers van miljoenen pelgrims die ons zijn voorgegaan. Ik buig en leg het voorhoofd op het stenen hoofd voor mij, het voelt kil aan, maar vanbinnen krijg ik het warm ... intense seconden...
Daarna nog even gaan zitten, het is stil, het is nog vroeg en vrijwel niemand... even wegdwalen...
Heel zeker spookt bij Ludo in die enkele minuten heel de tocht door zijn geest... aangekomen, te voet nog wel, tevreden en toch spijt...
het is voorbij. Voorbij het "onderweg" zijn, de frisse morgen, de opkomende zon, de leeuweriken, de bergen, de loodzware hitte tegen de middag, de vermoeidheid, het zoeken naar slapen en eten, voorbij de plezierige en zéér moeilijke dagen.
Liefst wil hij zo snel mogelijk naar huis, naar familie en vrienden...
maar eerst nog het sluitstuk, de tocht naar de zee, het uiterst westelijke punt... nog 100 km
Cabo Finisterre....
We verlaten de kathedraal, ik loop voorop, (nu nog),ik ken de weg, er zijn vrijwel geen aanduidingen, dit om misverstanden te vermijden.
Na ca. 500 m komen we op een pleintje aan de rand van de stad, hier zien we de eerste "mojon": Fisterra km ...
We dalen, steken een riviertje over en volgen een mooie holle weg, wat verder verbaasd, stukken verbrand bos, het begin van een nachtmerrie.
Verderop een buitenwijk, het bos weg tot tegen de huizen, de ramen gescheurd. Kilometers door de bossen met nog smeulende resten.
De brand is tot staan gebracht met bruut geweld, bulldozers hebben brandgangen gemaakt.
Onze benen worden zwart van het stof.
Na een achttal km een eerste halte, een pic-nic bank, een boke met choco!
(voor mij kaas).
5 km verder, gelukkig voor mij, een koffiestop...de gids loopt al een tijdje niet meer vooraan... ikke kan niet goed mee, met Ludo "den TGV".
Ludo en Guy hebben duidelijk meer kilometers in de knieën de laatste maanden en lopen zeer gemakkelijk.
We trekken weer onze rugzak op onzen bult en stappen na enkele minuten langs een klein middeleeuws bruggetje, zoals het hoort, neemt de reporter een foto van Ludo op het bruggetje... mooiiii... allee de brug he...
Vanaf nu volgt een zeer steile en lange klim van ca. 2 km naar Carballo.
Een uur verder komen we langs het hoogtepunt van onze dagtocht:"Ponte Maciera", een zeer lange middeleeuwse brug uit 1471 met watervallen. We steken onze voeten in het heerlijk koele water en ontmoeten er Marie, een niet onaardige jonge française(da is niks voor pelgrims!!)
We komen in Negreira omstreeks 14 u.
De nieuwe mooie Albergue is volzet, de pelgrims liggenal tot buiten op de matrassen...
We laten ons registreren, Guy blijft daar.
Wij keren terug naar het dorp en nemen een kamer in "La Mesquita".
35 euro voor een dubbele kamer... Oef het is weer gelukt. We eten een menu, voorgerecht, hoofdschotel, nagerecht, fles wijn, voor 8 euro per persoon!!!
en nu siësta!!!
Wegens het vele volk en de beperkte mogelijkheden en geen eetgelegenheid, reserveer ik een kamer in een hotelletje voor morgen.
Nog wat aankopen, een hapje, een drankje en dan do-do...
Wil je graag weten hoe het Na Santiago met Ludo is verdergegaan, moet je alleen maar naar het volgende bericht toe gaan, daar gaan we verder met deel twee, geschreven door een reporter, die ging de laatste 4 dagen met hem mee.
Ik had een redelijk goede nacht, maar om zes uur was ik toch weeral paraat,
Ik liep eerst even tot bij mijn maatje om te zien hoe ver hij al staat.
Die was ook al ingepakt en bijna vertrekkensklaar,
we besloten om in het park te ontbijten en vertrokken rond 7 u met al onze bazaar.
In de Albergue was er geen ruimte genoeg om fatsoenlijk te kunnen eten,
en met dat getetter van al die Spanjaarden, ik moet er niet van weten.
We vertrokken voor een zware en lange etappe van 32 kilometer,
via de Acebo-pas zouden we in Galicië aankomen op een hoogte van 1040 meter.
Onze weg voor vandaag gaat weer niet over rozen,
ze hebben er weer serieuze smalle paadjes en veldwegen uitgekozen.
We passeren het dorpje Ceveixeiro, een paar huizen en een kerk, maar het is niet te geloven,
er is hier wel een winkel en twee bars, dat gaat ons petje te boven.
We zetten onze weg verder en komen aan het mooie kapelletje van San Lazaro aan.
Hier zou vroeger een leprozenhospitaal hebben gestaan.
We vervolgen onze weg via een steile veldweg ,die leidt ons door een dennenbos, we hadden wind op kop,
dat viel niet mee, want we moesten ook nogal stevig bergop.
Wat later komen we op de Alto de Acebo aan en het is hier flink aan het waaien,
boven op de top zien we ook een paar windmolens staan, die zullen hier welgoed draaien!!!
Boven op de berg bevindt zich ook de provinciegrens van Galicië en Asturias,
Ik had nooit gedacht dat het verschil van de ene provincie met de andere zo enorm groot was.
Vanaf nu tonen de stralen van de "concha" of Sint Jacobsschelp ons de juiste staprichting aan,
en voordien moesten we steeds op het middelpunt van de samenkomende stralen afgaan.
Via veldwegeltjes en graspaden links en rechts, komen we in Fonsagrada aan.
Hier hebben we maar ineens onze voedselvoorraad weer opgedaan.
De plaatsnaam Fonsagrada betekent eigenlijk "gewijde bron",
en is er gekomen door de overlevering van Sint Jacob, die door ziekte niet meer verder kon.
Hij werd er door een arme weduwe medisch verzorgd,
en als dank heeft Sint Jacob voor haar en haar kinderen voor drank en eten gezorgd.
Hij zorgde ervoor dat er melk in plaats van water kwam uit de bron,
zodat ieder van haar kinderen goed opgroeien kon.
We zetten onze tocht weer verder en komen rond twee uur in Padron aan,
we konden direct in de Albergue binnen gaan.
Het was lang geleden dat we zo een mooi verzorgde kamers hebben gehad,
we gingen vlug onder de douche en hingen onze natte was te drogen boven het bad.
Daarna begon ik in mijn dagboek te schrijven en heb ik nog eens naar de Swa gebeld,want het was vandaag onze clubwandeling in Gerhagen en op de achtergrond hoorde ik andere clubleden roepen: Dag Ludoke, doe het nog goed!!!!
als je dat hoort moet je wel eens even slikken, want dat werkt op je gemoed.
Als je weet dat er zoveel mensen je steunen en achter je staan,
dan weet je zeker dat je ,alleen voor hen al, tot het einde door zal gaan.
Ik heb ook nog met mijn zoon getelefoneerd,
want die was aan zijn wijsheidstanden geopereerd.
Dat was blijkbaar ook allemaal goed verlopen,
en blijft hij van al te veel pijn gespaard, laat het ons hopen.
Om half acht was het weer tijd voor ons dagelijks diner,
spagetti met tomatensaus en zalm, echt waar, ik lach er niet mee.
Ik heb het opgegeten en er maar weer het beste van gemaakt,
maar een smoske van de club zou me veel beter hebben gesmaakt!!
Na de afwas trok ik naar mijn kamer,
en niet veel later kreeg ik daar een klop van de hamer.
Ik besloot om maar vlug onder zeil te gaan,
maar het duurde nog even voor ik sliep, want er kwamen nog een paar luidruchtige pelgrims aan.