CHEERY, De geschiedenis van Brouwerij Lamot in Mechelen.
.
De geschiedenis van Brouwerij Lamot.
..
Zicht op de Lamot-site 2010
Gedurende de 1ste helft van de 14de eeuw (1320) schommelde het aantal brouwerijen te Mechelen constant rond de 30. Het betrof zonder uitzondering kleine artisanale bedrijfjes met 2 à 3 arbeiders, waar volgens overgeleverde tradities gewerkt werd. Mechelen had immers een lange traditie van bierbrouwen.
Langs de Dijle en haar vlieten waren brouwers gevestigd. Die ligging is gemakkelijk te verklaren men maakte gebruik van het water van deze waterlopen in het productieproces. Bovendien werden de grondstoffen langs het water aangevoerd.
Deze ambachtelijke brouwerijen waren samen goed voor een jaarlijkse productie van 60.000 hl. Ze werkten bijna uitsluitend voor de lokale markt. Enkele bekende namen: Den Roozenhoed op de Haverwerf, Den Leeuw en De Kroon in de Steenstraat, St. Joris in de Guldenstraat, de Karpel in de Lange Schipstraat, alle aan de Dijleoevers.
.. Dijle te Mechelen
In de 20e eeuw heeft een nieuwe schaalvergroting er voor gezorgd dat vele destijds moderne brouwerijen op hun beurt de deur moesten sluiten. Er zijn er al enkele vernoemd. Andere bekende namen die verdwenen zijn: Brouwerij-Mouterij C. Jacobs met de Brasserie Winketpoort, Brouwerij Feremans aan de Tevurensteenweg, Brouwerij Windelincx, later Brasserie St. Jean aan de Brusselsensteenweg en Versailles aan de Battelsensteenweg, opgericht door de Onafhankelijke Herbergierbond De Cocq, het oude Hamerken in de Hanswijkstraat naast de kerk, werd in 1924 gesloten. In 1924 verdween La Vigne van brouwer Verheyden aan de Vijfhoek van de kaart.
..
Lamot 's gekende bierglas.
Anno 1858: de gebroeders Richard en Charles Lamot stichten hun brouwerij in de gebouwen van De Kroon in de Steenstraat, welke daar gevestigd was sinds 1627. 1882/1883. Verslag: Ruiling van de gronden met de Heer Lamot om de tenietdoening van het Waterstraatje in de Drapstraat. Dit straatje scheidde zijn eigendommen, opslagplaats van biertonnen en -flessen, van de Vismarkt.
29 december 1907: brouwer K. Lamot laat bij testament volgend legaat aan het personeel: Aan de 1 e klerk met 33 jaar dienst 10.000. fr Aan de 2eklerk: 1.000fr. Aan de meestergast: 15.000 fr. Aan de 4 gasten: met 25 jaar dienst: 500 fr. en een nieuw kostuum Aan de overige gasten: 100 fr. en een nieuw kostuum Aan de koetsier en de 2 meiden: 1.000 fr.
22 oktober 1911: de brouwerij de Zwaan wordt grotendeels verwoest door uitslaande brand. De gebouwen waren eigendom van de familie Lamot-Roestenberg, ook de magazijnen van granen en hop in het Zwaanstraatje gingen in vlammen op. Locatie: huidig resterende gebouw aan de Dijle. Brouwer Lamot verwerft in de directe omgeving zowat alle huizen aan de Steen-, de Zwaan-, de Stoof- en de St. Annastraat. Geleidelijk werd de ganse buurt van de kaart geveegd. Ook de Brasserie de la Couronne, welke herinnerde aan de voormalige gelijknamige brouwerij, werd geïntegreerd in de gebouwen. Midden in de Steenstraat in nr.11 stond de woning van de grootouders van de componist Ludwig van Beethoven. Overgrootvader Michel (1684-1749) baatte er een bakkerij uit en een handel in kant en schilderijen. In 174I verliet hij de stad met achterlating van een immense schuld van 10.000 gulden en gaat inwonen bij zijn zonen Lodewijk en Corneel te Bonn. Lodewijk, die geboren was te Mechelen in 1712, werd de grootvader van de grote componist.
Anno 1922: de gebouwen worden gemoderniseerd en een nieuwe brouwzaal geïnstalleerd. Pilsor Lamot en Export Lamot waren zeer gewaardeerd in de bierminnende wereld. Minder goed beviel het Bocq-bier.
.. Prachtig deze foto , de st Rombouts toren.
Anno 1931: het statige herenhuis in de Guldenstraat dat in 1791 gebouwd werd voor rekening van Willem Van Segvelt, een gefortuneerde koopman, wordt opgekocht door de brouwerij om er kantoren in onder te brengen. De in classicistische stijl opgetrokken voorgevel van het oud-huis De Ram verloor hierbij zijn versieringen op het gelijkvloers door de bouw van 2 toegangspoorten: 1 voor de bierkarren, de andere voor de burelen.
1940-1944: De Duitse bezetting verhindert niet dat er verder gebrouwen wordt. De moffen hadden ook dorst, bezorgden de nodige grondstoffen en de zaak ging rustig verder. De eigen klanten werden bevoorraad met clandestien gebrouwen bier onder codenaam SOOIKE. De met S gemarkeerde vaten kon men onderscheiden van het officieel te leveren bier aan de Duitsers.
Het bier werd uitgevoerd met de legendarische bierkarren en paarden. De stallen bevonden zich tot plusminus 1955 aan het uiteinde van de Zoutwerf, aan t Pleintje nr. 1 in de gebouwen Diependael. Daar had ook de onderhoudsploeg, met mecaniciens, elektriciens, houtbewerkers en schilders, haar vaste stek. Door de band stonden er een 22-tal paarden op stal, die verzorgd werden door de conciërge en beslagen werden in de eigen smidse. Bierkarren en paarden werden halfweg de 50-tiger jaren vervangen door vrachtwagens. Het bier werd niet alleen per kar of camion vervoerd, verschillende depots werden een tijdlang ook bevoorraad per schip. 1 Schip was eigendom, het andere werd gehuurd.
September 1944: de bevrijding, feestvreugde alom ook in de brouwerij. Amerikanen en Canadezen kwamen aanzetten met allerhande tonnen van diverse merken, welke ze op hun zegetocht gecollectioneerd hadden om ze te laten vullen bij Lamot. Met 20 à 30 trucks boden ze zich aan. Ze leverden ook het nodige graan, gerst en hop, onontbeerlijk om bier te brouwen.
Anno 1945: Julien Lamot en onderdirecteur VereIst vertrekken voor 3 maand naar de States. Ze kwamen niet met lege handen terug, maar voorzien van de nodige know-how zodat Lamot als 1ste op de markt kwam met gepasteuriseerd bier. . Brouwzaal Lamot
Broer Willy Lamot, brouwer te Boom, specialiseerde zich in de zwaardere bieren zoals Burton, Pale ale, Stout , Faro en Christmas. Het was de brouwerij te Mechelen die als verdeler optrad om zijn eigen cafés te bevoorraden.
Anno 1946: het pand De Pekton met zijn houten voorgevel, dat in 1943 geklasseerd werd om zijn historische en archeologische waarde, wordt volledig afgebroken en verplaatst naar de overzijde van het straatje om meer ruimte te maken voor de verbouwingen van Lamot. Het werd reeds in 1914 volledig vernield tijdens de beschietingen, maar na de oorlog steen voor steen en balk na balk heropgebouwd. ..
Bierbak Lamot
Anno 1950: het heropgebouwde pand De Pekton, op de hoek van de van Beethovenstraat en het Zwaanstraatje, wordt ingericht als restaurant. In de kelderruimte met zijn historische gewelven en steunpilaren bevond zich de Beethovenkelder, een feest- en fuifzaal waar de Cultuur- en Ontspanningsclub Margriet zijn vaste stek had. Het personeel had er eveneens zijn kantine. Taverne-restaurant De Jordaan, op de hoek van de Guldenstraat en de Van Beethovenstraat, omzeggens rug-aan-rug met De Pekton gelegen, sloot rond 1998 noodgedwongen zijn deuren.
Anno 1960: de Maibock wordt boven de doopvont gehouden en de frisdrank Colibri verovert de markt. Bezoekers aan de brouwerij konden dit heerlijke biertje, concurrent van o.a. het Duitse Dortmunter, degusteren in de panoramische bar vanwaar je een prachtig overzicht had op de binnenstad. De succesvolle limonade werd ontwikkeld uit vroegere experimenten met Cedro en Fructor. Tot 1960 verlieten regelmatig een 20-tal vrachtenwagenladingen bier bestemd voor Belgisch Kongo de haven van Antwerpen. Het waren kratten met 48 speciaal verpakte liter flessen gerstenat voor de koloniale burgers en militairen. Lamot leverde ook aan het C.M.C van het Belgische bezettingsleger in Duitsland, maar de strenge Duitse wetgeving verbood de invoer voor de Duitse markt.
Anno 1961: Lamot koopt de afgebrande gebouwen van de Bloemmolens Nielsen N.V. aan de Zoutwerf om er de bedrijfswagens te parkeren. Sedert de sluiting van het bierbedrijf bleef deze site er verlaten bijstaan. Een autoparking werd aangelegd tot de bouwpromotor, Woonidee bouwplannen op tafel legde. Archeologische opzoekingen werden een jaar lang uitgevoerd. Men vond er slechts fundamenten van het industriële complex De bouwplannen verdwenen in de lade.
Anno 1970: de brouwerij wordt overgenomen door het Engelse Bass. Lamot beleefde in die periode een complete verjongingskuur. De bottelarij, overgebracht naar de Eggestraat, in de gewezen fabriekshallen Leyland Triumph, werd aangepast aan de nieuwste technieken. Ook de burelen vonden er een onderkomen. Het was er de Engelsen blijkbaar om te doen de Belgische markt te veroveren met Bass-Ale en Bass-Stout.
Toen de afzet stagneerde verkochten ze rond 1990 hun aandeel en dat van Lamot aan Pied-Boeuf uit Jupille. De concurrentie met het Leuvense Stella Artois deed de brouwerij echter de das om. Toen Jupiler en Stella een alliantie aangingen ontstond de naam Interbrew. Gevolg: Lamot was van de kaart geveegd.
Christiaan, de zoon van Julien Lamot verliet de zaak om een imobiliënkantoor te starten. Zoals ze zelf ooit een aantal brouwerijen opgeslorpt en gesloten had, zo verging het ook Lamot. De zaak, eens een begrip in Mechelen en omstreken, liep leeg eind augustus 1995. Gedurende de topjaren werkten er een 700-tal mensen waaronder, kaderpersoneel, bedienden, vertegenwoordigers, magazijniers, onderhoudslui, bieruitvoerders, brouwersgasten, aftrekkers, kuipers, enz. Bij de diverse overnamen verlieten een aantal van hen de brouwerij, ging voortijdig op pensioen of werd afgedankt.
..
Ander zicht op de Lamot- site.
In juli 2001, werd de Lamot-site met de grond gelijk gemaakt na jarenlange leegstand, op 3 gedeelten na. Op de vrijgekomen ruimte verrees een nieuw gebouwencomplex als een feniks uit haar as, met een hotel, een winkelcentrum, een ondergrondse parking, 33 appartementen en 7 stadswoningen. Het taverne-restaurant De Jordaan en de Beethovenkelder blijven slechts in de herinnering bestaan. In het gerenoveerde brouwgebouw uit 1922 werd een Erfgoedmuseum, een congrescentrum en de brasserie Grand Café Lamot ondergebracht. Daarnaast zal ook de taverne De Pekton heropgetrokken worden. De Pekton zal dus na jarenlange leegstand in alle eer en glorie met een nieuwe functie bedeeld worden. De herberg kende een turbulente voorgeschiedenis. Na jarenlange polemiek, niet alleen over de bestemming van het complex, maar ook over het al dan niet afbreken en verplaatsen van de taverne. Bij de bespreking over de wederaanleg van het openbare domein heeft de visie van de commandant van de brandweer het gehaald. De van Beethovenstraat, de vroegere Steenstraat, werd breder gemaakt omwille van de brandveiligheid.
..
Het glasraam vroeger.
.
Het glasraam nu . Eigenlijk een draaiende klok. . In het geklasseerde gebouw De Ram aan de Guldenstraat werden moderne kantoorruimtes, de stijlvolle brasserie Puro en een penthouse gerealiseerd. In het voormalige laboratoriumgebouw op de hoek van de Adegemstraat en het Zwaanstraatje werden lofts ondergebracht. De legendarische naam LAMOT bleef bewaard in reuzengrote letters op de verlichte glasramen.
Informatie: C. Verbeeck, Eddy Cooremans waarvoor dank. Bibliografie: Industrieel Erfgoed Mechelen, V. V .I.A. Mechelen de Memoires van een Stad, Frans Vermoortel Mechelen Kroniek van een stad, Frans Vermoortel Mechelse Kronieken, Frans Berlemont