Daags voordien een glas wijn gedronken. Drink rode wijn, kom laat ons vrolijk zijn! (Bram Vermeulen) Een onschuldig glas, geen volle fles. Wijn aan de vooravond van een lange fietstocht (180 km) Geen goed idee. Een rondje Cadzand met de Grensarbeiders. (tot op heden nog geen betere naam gevonden voor mijn fietskameraden die langs 'De Schreve' wonen)
Nog voor de rit echt van start gaat moet ik al tussen de struiken duiken. Darmflora en fauna volledig verstoord. Gelukkig hangt er een dikke, plakkerige mist over het Polderland waardoor ik ongezien mijn manoeuvre kan uitvoeren. Na een kleine tien jaar fietsen ben ik daar zeer bedreven in geworden. Specialist in mestzaken.
Wim gelooft mij niet als ik zeg dat de kans niet denkbeeldig is dat het Monster van Lochness uit de nevelen opduikt. Grapje van de Belg. Veel tijd om te grappen en te grollen is er trouwens niet. Met z'n achten rijden we op één lijn om energie te sparen. Praatjes vullen geen gaatjes. Fietsen en verder geen gezeur of gezeik. We hebben nog een lange weg voor de boeg. Een gemiddelde snelheid van dertig per uur is aangewezen.
's Morgens ben ik zonder enige vorm van fietsverlichting thuis vertrokken. Geen hand voor m'n ogen, zag ik. Onveilig en strafbaar. Foei. Als ik zinnens ben nog enige tijd op deze aardkloot door te brengen moet ik daar de komende dagen werk van maken. Zien en gezien worden!
Naarmate de kilometers zich opstapelen, raakt mijn blaas voller. Probeer het nog even uit te zingen, maar bij het zien van zoveel kreken moet ik toch om een plaspauze vragen. Mijn bede wordt stante pede verhoord. Mannen met prostaatzorgen hebben aan een half woord genoeg.
De minieme hoeveelheid alcohol van de avond voordien blijft me parten spelen, want vijf minuten na de eerste lozing loopt die van mij terug vol. Probeer aan iets anders te denken, maar uiteindelijk moet ik inbinden. Binnenkort rij ik met een pamper rond. Geen nood, zegt Wim. Hij drukt het plastisch uit. Als je moet kakken, moet je kakken!
Bij de koffie, de boterkoeken en de chocolademelk in de bakkerij, raken de tongen losser, magen voller. De sleutel van het kleinste kamertje gaat vlot van hand tot hand. De Portugese 'pasteis de nata', waarop ik mij verheugd had, zit vandaag niet in het assortiment. Het kan niet alle dagen kermis zijn.
Op de terugweg hou ik het droog en guiting. Dankbaar en blij om zoveel positieve mentale en fysieke energie. Als de rookpluim van de Doelse kerncentrale zichtbaar wordt is ook de kerktoren van Nieuw Namen niet meer veraf. Het zijn stuk voor stuk mannen van ijzer waar ik mee op pad was.
Daags nadien komt kameraad Werner mij halen om wat los te rijden. Hij heeft in Spanje met zijn scheenbeen een paaltje geramd waardoor hij drie ellenlange weken enkel naar zijn fiets mocht kijken. Niet bestijgen. Hij werd er hoorndol van. Er staat zoveel wind dat ontspanning algauw plaats maakt voor inspanning. Losrijden in de Polders is geen sinecure.
We rijden recht door een woeste zeewind, van Zuiddorpe (eerste koffiepauze) naar Hulst (tweede koffiepauze). In 'Het Bonte Hert' doen we ons te goed aan een 'Petit Four'. Een hemels gebakje, klein maar fijn.
Hercules, onze eenjarige kater, is weeral op zwier en mijn vrouw komt pas vanavond thuis. Stel je voor dat ze voor altijd wegblijft. Geen prettige gedachte, maar op onze leeftijd en de wereld waarin we leven moet je met elk scenario rekening houden. Zie mij hier alleen zitten?! Ik nip eens van een glaasje Italiaanse grappa op haar verjaardag en mijn rit naar de Muur. Mark komt me halen voor een korte trip en een babbel. Dat is goed. De rest van mijn drinkbus met koude thee drink ik bij de sandwiches die ik onderweg gekocht heb. Organisatie of anders komt er geen brood op de plank. Eten op je eentje is ook een aparte beleving. Mijn maaltijden verzorgen, doe ik wel. Netjes de tafel dekken, niet rechtstaand eten aan het aanrecht. Beleg op een schotel en niet rechtstreeks uit de plasticverpakking en nadien afruimen, afwassen en dan pas koffie met een koekje, of twee. In het Nieuwsblad lees ik een artikel over een man die ternauwernood aan de dood ontsnapte bij de aanslagen op de luchthaven van Zaventem. Ondanks de blijvende schade maakt Sebastien Bellin, de Belgische basketbalspeler met Braziliaanse roots, een schijnbaar onmogelijke droom waar. Hij doet mee aan de moeder aller triatlons: de loodzware Ironman op Hawaï. Een sterk staaltje van doorzettingsvermogen. Die enkele dagen alleen kom ik wel door. De zielenpoot uithangen was nooit aan mij besteed.
Na een relatief lange fietstocht als die van gisteren, 180 km lang, brandt mijn kaarsje daags nadien iets minder fel. De ochtend komt later en trager op gang. Het ontbijt brengt muesli, yoghurt, peperkoek, een sneetje wit brood en de krant. Een uur later lopen vier benen op de Koningsdijk. Met enige moeite kan ik die van mijn vrouw bijbenen. We spotten Tom Stremersch in zijn snelle vlucht. Daags nadien staat volledig in het teken van de recuperatie en de eiwitten. Groot is de 'grinta' (goesting) om vandaag met de fiets te rijden, niet. De korte wandeling is de aanzet voor een dag zonder hoogtemeters, polderwind of kopwerk. Mijn rode Kuota-fiets vertoont weinig sporen van onze winderige tocht langs de 'schreve' (grens). Even het stof afblazen. Zo is hij klaar voor de rit van aanstaande zaterdag. Muur, Bosberg, Congo-berg en zo. Nog een keer de kasseien van de Kapelmuur bedwingen en dan zijn we klaar met het lange-ritten-seizoen. Mijn vrouw heeft haar valies gemaakt. Niet omdat ik teveel uithuizig ben, maar omdat ze, voor een paar dagen, naar de overkant van het Kanaal trekt. Londen is de bestemming. De ijskast heeft ze volgepropt met lekkernijen die ik tijdens haar korte afwezigheid kan oppeuzelen. Er ligt een lijstje klaar met daarop geschreven wanneer ik wat moet eten! Zo lief! Hercules, onze kater, blijft ook thuis. Hij leeft vooral 's nachts. Overdag ligt hij hoofdzakelijk in de zetel. Geen idee wat hij doet in het donker. Vandaag haal ik mijn stalen ros nog eens van de zolder. Er moet een nieuwe ketting op. Een klusje voor Jo, mijn mecanicien. Vanavond ga ik mijn drie vrouwen uitzwaaien. De nacht en de ochtend nadien zullen een beetje anders zijn.
Onderweg… ‘Iedereen Flandrien’, staat te lezen op zijn koerstruitje. Dat is zo! Zolang je maar fietst en blijft bewegen! Maakt niet uit hoe ver, lang of kort, snel, traag, gezwind of met horten en stoten. De beleving is voor iedereen anders. Zelfs aan de toog na de rit. In de buurt van Philippine snuiven we de geur op van verse mosselen maar de ochtend is nog te jong om de lekkernij te proeven. Uit zijn achterzak steekt een banaan de kop op. Hij ziet er een beetje aftands uit. Net op het moment dat ik, voor de gein, wil zeggen dat zijn banaan dringend aan consumptie toe is, neemt hij een kortere weg. Als sextet scheuren we door de stadspoort van Aardenburg en maken indruk op de omstaanders die in grote getale zijn opgedaagd om ons toe te juichen. Grapje. Er is geen kat op straat. De wind blaast venijnig maar we rijden op één lijn. File Indien. Vijf minuten op kop. Zo kort is de kwelling. Sluis. Geen pannenkoeken in Cadzand deze keer. We stomen door naar Breskens. Bij bakkerij Willemsen voelen de Zeeuwen zich kind aan huis. Onze motoren rijden op chocomelk en koffie. Rozijnenbolletjes, koffiekoeken en pasteis de nata, een Portugese lekkernij. Wie naar het toilet wil krijgt de sleutel. De terugweg is een lang lint langsheen de dijk, wind in de zeilen. Terneuzen. Bar Goed. Griete. Het raderwerk stokt nooit en ieder van ons heeft zo z’n eigen reden om thuis te willen zijn. Paal. Het vet is van de soep. Nog een kopbeurt in het zicht van de meet. ‘We eten biefstuk friet’, zegt mijn vrouw. Het klinkt als de Pauselijke zegen ‘Urbi et Orbi’ met Pasen Mannen op hun koersfiets; het blijft iets aparts. dc
Als volleerd Polderruiter fiets ik, nu herfst- en winter-tonen de omgeving kleuren, vaker als ‘solitair’ de Polders door.
Voor het eerst neem ik daarbij ook muziek met me mee. Wat een fantastische combinatie! Spelenderwijs krijgen de kilometers een muzikale ondertoon. Fietsen en zingen! Het gebakkelei achter mij, verstomt.
Muziek hoort bij mijn leven als pesto bij de pasta.
Gisteren was onze oudste jarig. Achtendertig lentes. Wat vliegt de tijd.
Op de foto prijkt ze met de jongste. Het zijn vier handen op één buik. Het is waar het leven werkelijk om draait. Ze zijn onze extra dimensie. Ze stimuleren mekaar en slaan zich overal samen doorheen.
Vandaag is het zondag! Het lijkt wel de Pastorale van Ramses en Liesbeth.
‘s Morgens smeer ik boter op een stukje peperkoek en ‘s avonds poets ik mijn tanden voor het slapengaan. In de tijdspanne daar tussen gebeurt er heel wat en toch weer niet zoveel.
De meeste dingen die ik overdag doe gebeuren volgens een steeds terugkerend ritueel en zijn gelinkt aan het fietsen. Rituelen maken mij rustig en geven mijn dagdagelijkse bezigheden een zekere structuur. Als ik ‘s morgens ga fietsen maak ik de avond voordien mijn drinkbussen klaar. Ik denk na over wat ik eet en drink.
Het is die aaneenschakeling van kleine dingen die mij in balans houden. ‘My bike: The Key to Balance’. Na een rit denk ik al na over de volgende. Naar waar? Met wie? Wat zal ik aantrekken? Met welke fiets ga ik rijden? Welk weer wordt het? Het zijn geen wereldschokkende gebeurtenissen of grote existentiële vragen, maar het zijn de dingen die mij in beweging houden.
Iemand zei dat het leven net als fietsen is. Om je evenwicht te bewaren moet je blijven trappen.
Mijn lieve moeder zaliger was fan van Walter Godefroot. Vraag me niet waarom. Niet van Merckx. Die won teveel, als Brusselaar was hij getrouwd in de taal van Molière en zijn familie had in de Tweede Wereldoorlog omgang met de Duitse bezetters gehad. Ook Fred De Bruyne kreeg daar mee af te rekenen in het begin van zijn carrière. Alsof hij daar iets mee te maken had!
Gisteren, op de gezegende zondag dat wielerminnend Vlaanderen Remco aan de borst mocht drukken, kwamen onze buren terug van vakantie. Als fervente fietsers waren ze drie en een halve week gaan mountainbiken in Frankrijk en Spanje. Top!
Toen ik, in al mijn enthousiasme, vroeg of ze de zegetocht van Remco hadden gevolgd kwam hun antwoord als een koude douche over mijn hoofd. Neen. Ze hadden niets gezien en bovendien waren ze geen supporters van de ket uit Schepdaal. Een blaaskaak, vonden ze. Laporte, de Fransman, hadden ze liever zien winnen.
Ik wist niet meteen wat te zeggen. Slikte mijn woorden in want ik wou de burenrust niet verstoren.
Kijk; voor mij mag iedereen zijn gedacht hebben en supporteren voor wie hij wil, maar als je geen abstractie kunt maken van iemand's persoonlijkheid als je naar een sportwedstrijd kijkt en hem puur op het sportieve beoordelen ben je een triestig persoon. In de voorbije weken en maanden hebben we kunnen zien en horen hoe Evenepoel niet enkel als atleet gegroeid is, maar ook als persoon evolueert naar een volwassene met meer maturiteit.
Ben dan maar stilzwijgend naar binnen gekomen.
Een mens leeft op het ritme van de seizoenen. Wind en regen maken abrupt een einde aan de zomer. Zonnige dagen worden schaarser. Wou dat ik in Italië was om daar te genieten van de laatste zonnestralen. In Massa Maritima waar we ooit waren.
Vanmorgen mijn fiets winterklaar gemaakt. Nieuwe mesjes snijden goed, nieuwe kettingen fietsen beter.
Speciaal voor mijn buurman, hoop ik dat de 'blaaskaak' van Schepdaal volgend seizoen en de jaren nadien nog heel veel koersen wint!
Vanmorgen om tien voor zes opgestaan om naar het WK wielrennen op de buis te kijken. Hercules, onze kater, kijkt met me mee, maar na een uur houdt hij het voor bekeken. De commentaarstemmen van José en Renaat werken op zijn sluitspieren en hij moet dringend.
Nog honderd kilometer te gaan! VDP is er al niet meer bij. Zijn potje is overgekookt. Je zou voor minder uit je Hollandse krammen schieten.
Het is al Remco wat de klok slaat. Hij dolt met de tegenstand, zet Wout in de tang, wrijft eens door zijn haar en wordt wereldkampioen. De nieuwe Jempi is opgestaan. Alle superlatieven zijn ondertussen opgebruikt.
Hij had zijn beste zondagse benen uit de kast gehaald. Remco. Mao how zeg!
Laat het dan maar eens over mijn benen hebben. Ongeschoren en nog een beetje stram van gisteren nog wel. Ze hebben afspraak met Mark aan ‘t Kalf.
Onderweg spot ik de Van Peteghem Boys en de Klavermannen.
Mark en ik hebben wel wat bij te praten. Heftig belgerinkel verbreekt onze conversatie. Een wielertoerist die het werelduurrecord wil breken kom je niet elke dag tegen. Hij blaast in onze nek.
Mijn vrouw had getipt op Wout omdat hij een beter kapsel heeft en een echte familieman is, zegt ze.
De Brabançonne knalt door de living. Pajottenland op het hoogste schavotje. Wolfke glundert. Mijn vrouw vindt zijn bril veel te groot. Precies een visbokaal, zegt ze.
Mijn benen waren nooit zo goed, maar daar heeft mijn vrouw geen boodschap aan.
In de Polders, aan weerszijden van de 'Schreve' vervagen grenzen. Wolken zien er geen brood in, drijven waar ze door de wind naartoe gedreven worden. Vogels hebben er lak aan en spotten met de netjes geschilderde afbakeningspalen. Niets is van mij, alles van ons en onze nakomelingen. Als er dan tenminste nog iets overschiet.
'Verandering van spijs, doet eten', zei mijn eigen moeder altijd. Ze had overschot van gelijk. Routine, voorspelbaarheid en gebrek aan fantasie zijn nefast voor elk huwelijk en dodelijk voor de goeie goesting.
In die optiek neem ik vandaag deel aan een grensoverschrijdend uitwisselingsprogramma tussen Zeeuwen en Vlamingen. Een integratieproject voor een zonet naar Zeeuws-Vlaanderen uitgeweken West-Vlaming.
Het dialect van pakweg Koewacht verschilt enigzins van hoe ze in St. Jansteen ouwehoeren, maar voor het overige zijn we allemaal grensgevallen met een hoekje af. Een trekker heet in Vlaanderen tractor. Maakt niet uit; het zijn beide vervaarlijke tuigen waar je liever niet onder gaat liggen.
Met z'n dertienen rijden we Jos'rit naar Cadzand. Een tocht die tot stand kwam, mede dankzij de coronacrisis. We flirten met de grenzen, drinken koffie in Cadzand met of zonder appelgebak, wisselen kwinkslagen met ernstige overpeinzingen en maken grapjes. Soms origineel, andere wat meer belegen.
Dertien in een dozijn klinkt een beetje goedkoop maar dat was het zeker niet. Een meer dan waarde-volle beleving op een blinkende nazomerdag.
Aan de aankomst drink ik een koffie 'Splendente' sterkte 7 na 'una giornata splendida' Vandaag wou ik nieuwe fietsvrienden ontmoeten. De perfecte move!
In mijn fietsboekje staat te lezen dat je na het fietsen de eiwitten in je lichaam moet aanvullen! Eieren, vis, mager vlees, noten, zuivelproducten en rijst.
Mijn lieve vrouw heeft, op mijn vraag, omelet met garnalen en Spaanse aardappelen (tortilla) klaargemaakt. Het enige wat ik moet doen is mijn benen onder tafel steken en zeggen dat het lekker is. Op dinsdag komt er altijd wat meer spanning op mijn beenspieren. Kleine scheurtjes die dan weer opgelapt moeten worden tegen de volgende rit. Zo niet raak je al snel helemaal in de lappenmand.
Gilbert, onze ouderdomsdeken, weet daar alles van. Op hem zit er nog steeds maar een klein percentage slijtage. Hij lijkt wel een Mercedes oldtimer met een pas gerenoveerde motor.
'Je was beter schrijver geworden, dan coureur', zegt hij. Met koersen valt niets te verdienen, voegt hij er gekscherend aan toe. Dat weet ik zo nog niet. Een gratis sandwich is snel verdiend!
Op mijn terugweg kom ik Ghislain tegen. Dat gebeurt wel vaker. We groeten elkaar altijd. Voor mij is hij de man die met z'n armen trapt. De benen waarmee hij vroeger zoveel successen oogstte zijn letterlijk en figuurlijk afgesneden, maar dat belet hem niet om zoveel als het kan op pad te gaan. Daarbij schuwt hij de Polderwind niet.
Zo zijn er nog wel sporters die, ondanks brute pech of fysieke mankementen, blijven doen wat ze al die jaren graag gedaan hebben. Sporten. In beweging blijven.
In onze fietsgroep zijn er nog wel meer mensen die hun vervaldatum bereikt of overschreden hebben. Met hun respectievelijke kwaaltjes kan je een grote wachtzaal van een dokterskabinet vullen!
Voor mij zijn zij, stuk voor stuk, de echte kampioenen van de fiets!
De meeste dagen verglijden geruisloos in de tijd. Monotoon. Opwinding heeft plaats gemaakt voor bezorgdheid. Ergernis is er wel nog. Al gaat het meestal om pietluttige zaken. Het maakt niet echt meer uit wie de koers wint, al blijven we duimen voor onze favorieten. De lucht boven de Koningsdijk voorspelt weinig goeds en dreigt met onweerswolken. Meer naar het Westen kleurt de einder lichter. De belangrijkste beweegreden van een wielertoerist is droog blijven vandaag. Op eigen houtje en met buikgevoel lukt dat. De kinderen vullen de kamer met warmte en gekibbel. Er is taart. Zo blijft zondag bijzonder.
'La Morsa' is de naam van een bistro in Schepdaal. De deelgemeente van Dilbeek gelegen in het Pajottenland, aan de rand van Brussel is sinds kort en na de Vuelta (de Ronde van Spanje) het epicentrum van de wielerwereld. Bedevaartsoord in de maak voor fietsers en Remco-fanaten. De naam 'Morsa' heeft twee betekenissen. In het Spaans betekent het 'walrus'. De muurschilderij op het kleine terras kan ik hoegenaamd niet linken aan de stijl van het café, rechttegenover de dorpskerk waar schijnbaar nog maar weinig volk over de vloer komt. Dat zie je aan de hoeveel duiven-uitwerpselen voor het portaal.
Ook de patron lijkt in niets op een vervaarlijk ogende walrus. Eerder op een mootje kabeljauw in botersaus klaargemaakt. Hij serveert fijne spaghetti en dubbele croques voor de prijs van één. Daar worden wielertoeristen blij van!
In de taal van Puccini betekent 'morsa' ondeugd. Daar kan ik mij wel een en ander bij voorstellen. Alcohol is het oorkussen van de Duivel, zei de pastoor vroeger vanop zijn preekstoel en toen was Duvel nog niet eens uitgevonden. Enkele meegereisde fietsvrienden bestellen bier zonder schroom, met schuim zoals het hoort. Niet slim als je de Putberg nog moet bedwingen.
Vandaag heerst stilte aan de Koningsdijk. Mijn vrouw is niet thuis, dus ga ik noodgedwongen zelf naar de bakker. Altijd een belevenis! Aan de doe-het-zelf-brood-snij-machine ontmoet ik Thea, onze buurvrouw en vang met een half oor een flard van het gesprek op tussen haar en een vrouw van rijpere makelij.
'We zitten op de laatste tram', zegt ze. 'Gelukkig is het een boemeltreintje', lacht Thea. Ik hou van mensen die de naderende dood met gevoel voor humor en een kwinkslag te lijf gaan.
Mijn eigen aftakeling indachtig koop ik een bus Isostar poeder. Met water toegevoegd prepareer je een drinkmix van koolhydraten van electrolyten die bijdraagt tot de instandhouding van langdurige uithoudingsprestaties en die de opname van water vergroot. Zo lees ik op de verpakking. Geen idee wat electrolyten zijn, maar het klinkt goed. In elk geval; het is een gecontroleerde formule met anti-doping garantie.
We zitten allemaal op dezelfde tram. Met of zonder Isostar.
Na de regenvlagen is de rust aan de Koningsdijk weergekeerd. Zuurstofdampen stijgen op uit de velden rondom. Stilte die enkel verstoord wordt door zeven galopperende paarden op een rij. Het herkenbare geluid van hoeven in het zand. Ze rennen zonder regels. Ongegeneerd. Speels. Het is geen wedstrijd. Een lust voor het oog. Seven horses in the sky is enkel nog een herinnering aan mijn vervlogen jeugd. Toen trappelde ik vol ongeduld aan de grote poort. Vandaag loop ik aan schuifeltempo richting eindbestemming. Net als de Koningsdijk; een rechte lijn.
Beste bezoeker van mijn zopas aangemaakte blog ONDERWEG:
WELKOM
Vandaag, woensdag, 14 september. Na een schijnbaar onafgebroken periode van zomerse, zonnige dagen valt regen met bakken uit de lucht. Mijn fiets blijft dus noodgedwongen aan de haak, maar de loopschoenen staan al klaar en deze namiddag wordt gekoerst op de Citadel van Namen. Ook Hercule, onze kater, is niet zinnens om vandaag veel hoogtemeters te maken. Hij ligt languit en liefst op plaatsen waar het niet mag. Op bed, op tafel, in de zetel. Fout! Het spuitbusje gevuld met water heb ik steeds bij de hand en het is een bijdehands beest, dus hij snapt het meteen.
Voor morgen zijn de weersvoorspellingen iets gunstiger en maken we plannen om, in navolging van de Remco-mania naar Schepdaal te fietsen.