Het aftellen is begnnen. Geen drie weken meer en we kunnen het grauw en grijs Belgisch weer achter ons laten en terug thuiskomen op La Palma. Daar schijnt immers regelmatig een lentezonnetje waar we ons goed mee kunnen verzoenen. De mensen zijn er vriendelijk, de natuur lieflijk en het klimaat genietend. Wat moeten we nog meer hebben!
In afwachting wens ik aan al mijn lezers een warm en deugddoend kerstfeest en een nieuw jaar dat tevens een nieuw begin mag zijn vol met goede voornemens, zonder zorgen en verdriet maar vol van diep menselijke waarden.
Inderdaad, het is bijna zover! Wim en ik hebben het jaar na jaar moeilijker om de donkere, korte en koude dagen door te komen. Al verschillende jaren zijn we naar verre bestemmingen gevlucht, tot zelfs bij onze tegenvoeters. Tegenwoordig, het is nu voor de derde maal, zoeken we het korter bij huis.
La Palma, het derde kleinste eiland van de Canarische Eilanden is onze winterbestemming. Wanneer je een zonneklopper bent, moet je er niet naartoe. Maar wanneer je van een uitbundige natuur houdt is het beslist een overweging waard. Het kleine driehoekige eiland met een oppervlakte van 706 km² en slechts 85000 inwoners ligt in het noordwesten van de eilandengroep. Door zijn ligging, het meest westelijke van de Canarische Eilanden, is La Palma het meest door regen 'begunstigd'! Alhoewel wij daar nog niet veel van ondervonden hebben. Jaarlijks hebben we twee tot drie dagen dat we nat worden maar voor de rest genieten we van een deugddoend winterzonnetje. Met een dagelijkse temperatuur van rond de twintig graden genieten we in de winter van een echte licht- en zonnekuur!
Wat trekt ons aan dat eiland zo aan? Wel, wij zijn natuurliefhebbers en hier komen we echt aan onze trekken. La Palma is een door de natuur bevoorrecht eiland met een overvloed aan water, zo noodzakelijk voor de bananencultuur. Unieke bossen met de prachtige Canarische dennen en een profiel van diepe kloven en steile bergruggen maken dit eiland voor ons tot een waar paradijs. Eigenlijk is het eiland te verdelen in twee delen; het noorden gekenmerkt door zijn diepe kloven en dichte bossen en dan het zuiden dat erg vulkanisch en droog is. In het westen staan er tijdens de twee eerste maanden van het jaar honderden amandelbomen te bloeien. De duizenden roze bloemen kleuren de flanken van licht- naar donkerroze, een lust voor het oog.
La Punta, waar wij verblijven, is gekenmerkt door de bananencultuur. Jaarlijks exporteert men meer dan 140 miljoen kilo bananen. De bergflanken zien er groen van de plantages en de bananen hangen er in loodzware trossen aan de struiken. Neem daarbij de honderden sinaasappelbomen waar de rijpe vruchten kleurrijk op plukkers wachten, de avocadofincas en de wijnterrassen en we weten dadelijk waarvan de Palmeros leven. Reeds nu kijken we er naar uit om weer nieuwe wandelingen uit te stippelen op de twee GR's die het eiland doorkruisen. Ik zal pogen om wekelijks een verhaal door te sturen zodat de liefhebbers met ons kunnen meereizen en meewandelen over die talloze geitenpaadjes. Wordt vervolgd!
Inderdaad, het is zowat een jaar geleden dat ik een laatste aflevering uit de pen zoog van een reis door Lycië. Nadien volgden er nog enkele spectaculaire avonturen en beleefden we wondermooie momenten maar het kwam er niet meer van om de blog te vervolledigen. De vulpen was zowaar leeg!
Vermits we nu kort bij een nieuw jaar zijn, neem ik goede voornemens en zal er terug mijn werk van maken om onze reisbelevenissen met jullie te delen. Kijk dan maar regelmatig eens op dit blogadres; wie weet heeft de sint er geen nieuw artikel aan toegevoegd Tot een volgende keer