Zoals beloofd krijgen jullie nu een verslag van een kort tussendoortje. Onze jongste dochter had een huisje gehuurd te Tsjechië en de twee HAO'S (lees: hyperactieve oudjes) mochten mee. Duizend kilometer moesten we overbruggen met een schat van een hond tussen ons in. Dat dier heeft een ganse weg rustig geslapen terwijl onze chauffeur kilometers aan het vreten was. Gelukkig zijn de weergoden ons gunstig en krijgen we een stralend weertje voorgeschoteld voor onze reisdag en daar bovenop zijn het super gemakkelijke wegen om te rijden. Dat maakt dat we, in een tijd die we niet durfden voorop stellen, ter plekke zijn. Vanmorgen om drie uur uit de veren want het wordt een lange dag. Alles verloopt zo vlot dat we reeds om zestien uur in Oost Bohemen zijn. Wie zou dat verwacht hebben!
Met de route in de hand zoeken we de eigenaar van ons huisje op en dat is geen sinecure! De banen worden wegen, de wegen worden weggetjes en wanneer we uiteindelijk een steile afdaling achter de rug hebben, staan we aan huisje nr 30. Ons beste Duits bovengehaald om de sleutel te vragen maar dat is niet nodig. Een flinke Nederlander wacht ons op en we krijgen de nodige richtlijnen, jawel, in onze moedertaal. Het huisje vinden is niet evident: ik zal even voorrijden want alleen vinden jullie dat niet, zo spreekt de heer. Als eerste euvel moet de chauffeur de auto gedraaid krijgen in dat 'steegje'. Eens dat achter de rug begint het ritje naar ons onderkomen. Wij die dachten dat we voor de baan het slechtste van het slechtste gekregen hebben wanneer we naar de eigenaar rijden, trekken de ogen wijd open. Waar die man met ons naartoe rijdt is ongelooflijk! Eerst geeft hij ons enkele rij-instructies en achteraf gezien isdat wel nodig. Sommigen geraken de berg op, zo zegt hij, en wanneer dat niet lukt laat je de auto maar wat lager staan. De spanning in de auto stijgt ten top en is niet ongegrond. Van een smal steegje kunnen we al niet meer spreken. Het pad wordt steeds smaller en vooral slechter. De ondergrond is een echte modderpoel waar we twee rijsporen moeten in vinden. Hoe dicher bij het huisje, hoe slechter het pad. Drie pogingen zijn er nodig om boven te geaken en net wanneer onze chauffeur denkt het op te geven, lukt het hem plots. Grietje en ik durven terug te praten en we zijn met z'n allen blij zonder kleerscheuren onze bestemming bereikt te hebben.
Wanneer we ons huisje zien is alle angst vergeten. Temidden van een schitterende natuur waar de herten wild in het rond lopen staat een geel geverfd huisje; een luxe in vergelijking met de woningen(wanneer we die zo kunnen bestempelen) die we langs gereden zijn. Alles netjes in orde en na een uitgebreide uitleg mogen we beginnen uitladen. Vermits het nog vroeg is en mooi weer beperken we dat uitladen tot het hoogst noodzakelijke. We trekken de wandelschoenen aan en vertrekken dadelijk op verkenning . Onze mond valt open bij het zien van de omgeving, dit is een echte prentkaart en wanneer het weer wat zal meezitten, zullen we voorzeker een mooie week tegemoet gaan.
Na een echte week van: waar zal het vandaag te doen zijn, waar hangen de wolken en blijft het wel droog, hebben we onze vijf gasten een goede vlucht toegewenst en zijn we teruggekeerd met ons laatste bezoek van deze vakantie. En nu maar duimen voor een beter weerbeeld.
De verkenningswandeling brengt al zon en we hebben er moed op. Zondag staat de eerste dagtocht op het programma en we trekken naar het hoogste punt van het eiland. Het blijft wat natte vingerwerk om de juiste keuze te maken maar het is ons toch weer gelukt. Hoe hoger we rijden op de baan met honderden bochten, hoe klaarder het weer wordt. Een panorama van roze bergen door de talloze bloeiende amandelbomen, honderden lidcactussen, een verscheidenheid aan beplanting die niet te beschrijven is, trekt aan onze ogen voorbij. Alweer is het genieten met volle teugen. Boven aangekomen worden we tegengehouden en mogen we niet verder rijden. De sneeuw, die enkele dagen geleden gevallen is, ligt nog te dik op de baan en we kunnen niet tot op de top. Wandelen is de boodschap en ik ben er niet rouwig om. De natuur heeft alweer een mooi wit bruidskleed aan en fotos schieten we aan de lopende band. Waar het vorige week zo koud was dat we moesten als marsmannetjes rondlopen, is het nu zo warm dat we op 2426 meter hoogte kunnen lunchen in zomerkledij. Wat een verschil!
Het is zondag en de Palmeros zijn blijkbaar gek geworden van het sneeuwlandschap. Massaal zijn ze naar boven gereden en de pret kan niet op. Overal sneeuwmannen in de gekste vormen, glijden op matten van autos, sneeuwballengevecht waar wij in delen. Het hoort er allemaal bij. We hebben een fijne dag gehad en hopen op lekker weer voor de volgende dagen.
Joepie! Nog steeds mooi weer en de kant van de Teneguia is nog nieuw voor James en Monique. Wij met hen naar het maanlandschap. Daar openbaart zich een wonderbare wereld en de top van de vulkaan, die nog in 1971 uitgebarsten is, staat voor onze twee mannen op het programma. Het is een knap, het heeft iets, kijk die kleuren en voldaan keren ze terug. De sangria op het Balcon de Taburiente rondt deze mooie wandeldag af.
Ook de Poris de Lomada Grande was een succes. Onze gasten wilden een rustdag en Wim en ik zijn er alleen op uitgetrokken. Woorden schieten alweer tekort. Eerst kregen we een prelude in roze met alle toonhoogten. Nadien gevolgd door een symfonie in wit, geel, blauw, rood en groen. De bergen waren wit van de brem met daartussen blauwe pas ontloken bloemen. De groene cactussen met rode overrijpe vruchten wisselden elkaar af en overal drukdoende bijtjes die zoemend de nodige honing aan het verzamelen waren. De tsjilpende vogels kondigen de lente aan. Op het keerpunt staan we voor een turkooisblauwe oceaan die wild zijn golven tegen de rotsen beukt. Een onvergetelijk schouwspel.
De volgende dag alweer een schitterende dag met veel zon en geen wolken. Waar het vorige week bevriezen was op de vulkanenroute kunnen we nu in T-shirt naar boven; geen snijdende wind, geen regen maar een azuurblauwe lucht die mooi afsteekt tegen het grijze van de lava, de frisgroene Canarische den en de lage plantjes die trachten op grote hoogte te overleven. Moesten we dat alles op een prentkaart zien zouden we denken dat Photoshop gewerkt heeft maar nee hoor, het zijn realistische kleuren die we in ons Belgenlandje niet kennen. We kijken en genieten en hopen dat de volgende dagen ons evenveel zon brengen.
Een autorit naar het noorden vult de voorlaatste dag van James en Monique. Alweer een totaal ander landschap, andere begroeiing, een turkooizen oceaan die wild tegen de uitstekende rotsen beukt en dat kunnen we aan de levende lijve ondervinden wanneer we de berg afdalen richting Poris de Santo Domingo. De pret kan niet op. El Tablado, een dorpje op het eind van de wereld, waar de dokter eens per maand langs komt was de volgende stopplaats.(zie foto) Niet te geloven dat zoiets nog bestaat in de eenentwintigste eeuw.Het was wel even de billen samen nijpen wanneer we de weg er naartoe moesten nemen. Scherpe bochten en felle hellingen op een beangstigend smal pad hebben ons daar naartoe gevoerd, bang afwachtend dat we toch maar geen tegenligger zouden ontmoeten.
Barlovento springt dadelijk in het oog met zijn fel gekleurde huizen. Bij ons zouden ze ons gek verklaren indien we de gevels met zulke kleuren tooien maar hier hoort het bij het landschap. Eens dat dorp voorbij rijden we richting San Andres waar we na een kort bezoek en een terrasje huiswaarts keren. Maar daar verschijnen de wolken. Zolang we oostwaarts rijden, hebben we de autolichten aan maar eens door de beroemde tunnel worden onze ogen verblind door het zonlicht. Zal het lukken dat ook de laatste dag van onze invités onder een stralende zon kan eindigen!
En inderdaad, de laatste dag brengt ons zon maar Monique haar gezondheid laat het wat afweten. We gaan ons programma aanpassen. De Caldera is indrukwekkend en moet gezien zijn. We rijden die richting om er een idee van te hebben. Nadien wandelen we rustig doorheen de bananenplantages naar Puerto de Tazacorte om van de laatste zonne-uren te genieten. En zo eindigt in schoonheid een fantastische week.
Ook voor ons loopt de vakantie op zijn laatste beentjes. Na vier weken kwakkelweer hebben we een prachtige week gehad, heel wat warmer dan in ons koude Belgenlandje. We gaan een week uitbollen en dan vaarwel zeggen aan het Isla Bonita y limpia in de hoop volgend jaar te kunnen terugkeren. Dan mogen we weer de schoonheid van dit wel heel speciale eiland onder ogen zien en onze voeten en benen de hellingen laten beproeven. Hier eindigt onze blog over La Palma. Over enkele maanden zullen jullie weer wat anders te lezen krijgen.
Met een stralend zonnetje verwelkomen we groep 2 van onze bezoekers op La Palma. We zijn blij onze dorpsgenoten terug te zien en hopen op een fijne week. Maar . Hoe verder de dag vordert, hoe meer de bewolking dreigt. Het zonnetje verstopt zich langzaam maar zeker en tegen het einde van de dag zitten we onder een dik wolkendek. Koud is het niet, we installeren ons even op het terras en in de late namiddag staat er een dorpswandeling op het programma. Nadine is nieuw in het groepje en het was misschien interessant om haar de paden van dit uitermate steile eiland te leren kennen zodat ook zij kan voelen hoe haar benen reageren op die hellingen. Geen probleem, al dadelijk zien we dat het een goede stapper is. En nu maar hopen op goed weer!! Maar, wanneer we de reactie zien van de eigenares van casa Mimi hebben we een flauw vermoeden dat er ons de eerste dagen niet veel goeds te wachten staat.
En ons vermoeden wordt werkelijkheid. De zondag ontwaken we onder een dik wolkendek en de regen valt met bakken uit de lucht. Wat doen we vandaag? Na een voormiddag koffieklets wagen we het er toch maar op om de afdaling naar Tazacorte te doen. Wonder boven wonder blijft het droog en zo krijgt ons bezoek toch een eerste kennismaking met het wondermooie eiland.
De volgende dagen blijft het weer nog steeds grillige vormen aannemen; er waait een stevige wind, de zon is ver te zoeken en wij van onze kant moeten ook zoeken maar dan wel naar een aangepaste uitstap. Onze weerprofeet Wim beslist om naar de hoogste top te gaan in de hoop dat we daar boven de wolken zitten. Lang was dat twijfelachtig tot we plots in een feeërieke wereld terecht komen. Onder invloed van het veel gevallen water, de lage temperaturen en de felle wind zijn alle takjes van elke plant, de afspanningen, de richtingaanwijzers en noem maar op bedekt met een dikke ijslaag. Schitterend, dat willen we op foto vastleggen. Maar oh wee, wanneer we de auto verlaten. De koude snijdt en de wind blaast ons om de oren. Het is net of we zijn op de mount Everest. Alle kledij die we bij hebben trekken we aan en als marsmannetjes verkleed vertrekken we voor een korte kennismaking van de Roque de los Muchachos. Snel een groepsfoto en terug de auto in op zoek naar warmere oorden. Na het nemen van honderden bochten komen we te San Andres aan, het mooiste dorpje van het eiland. Daar even op temperatuur komen. Enkelen genieten van een grote Duitse pint en anderen houden het braaf bij een Zumo de Naranja. Tegen valavond zijn we terug thuis en het was voor de twee chauffeurs best een zeer zware dag. De gemaakte bochten zijn niet te tellen en vegen we met het cijfer 100 niet uit maar ons bezoek was in de wolken (letterlijk en figuurlijk)van hetgeen ze te zien kregen.
De dag nadien nog steeds kwakkelweer, wat doen we? Wim beslist om richting zuiden te trekken. En inderdaad de Teneguia en zoutwinning waren de wandeling meer dan waard. Het zonnetje brak door en we aanschouwen voor de zoveelste keer het maanlandschap. Volgens Siepko zou het hoogseizoen zijn en het klopt, we komen wat meer mensen tegen dan de vorige weken maar van overbevolking zeker geen sprake. En dat maakt het eiland juist zo aangenaam; geen grote volkstoeloop, schitterende natuur, zuivere lucht en vooral die rust. Een rust die je op geen enkel andere vakantieplek kan vinden. En daar gaan we voor.
De volgende dag alweer zoeken naar een geschikte plek op het eiland om een aangename en vooral warme wandeling te maken. Maar de voorspellingen van onze weerprofeet, die de vorige dagen nagels met koppen sloeg, waren deze keer letterlijk de mist in gegaan. De volledige vulkanenroute stond op het programma maar dat was duidelijk de verkeerde keuze. De koude snijdt om de oren, de lucht trekt dicht en naar het landschap is het raden. Tot aan de Hoya negro is ons groepje geraakt maar verder is het niet meer te doen. De diepte is niet meer te vinden, de wangen staan stijf van de kou en terugkeren is de boodschap en maar hopen op wat warmer weer om morgen een wandeling te doen. De nieuwelinge in het groepje heeft echt geen geluk maar tilt er blijkbaar niet te zwaar aan. We moeten toch weten wat vertellen wanneer we terug in ons Belgenlandje zijn.
En de traditie van de week zet zich verder. Alweer grijze lucht met een duidelijke dreiging van regen. Echt geen weer om de hoogte in te trekken en maar goed ook. Het was nog maar amper middag en daar trekt een storm over het eiland met de naam van eeuwige lente. Ook hier kan het blijkbaar minder fraai zijn.
Jammer voor ons bezoek want we hadden zulke mooie wandelingen in petto. Morgen is het de laatste dag en de voorspellingen blijven ongunstig. Wim en ik hebben ons opgelegd dat ze volgend jaar een tweede kans moeten krijgen. En nu net hoor ik Nadine zeggen: er zijn erger dingen in het leven dan slecht weer. Van optimisme gesproken!!!
Het lege-nest-syndroom. Dat heb ik ooit al gekend wanneer de kinderen de deur uit waren en voorwaar, ik heb het opnieuw. Onze eerste groep bezoekers is vertrokken, ze waren met vier en plots zijn we terug alleen. Geen gezellige babbels meer, geen gezamenlijk aperitief, geen gezamenlijke wandelingen, de een al wat zwaarder dan de andere, geen . En ga zo maar voort. En ik niet alleen maak dat mee. Ook het weer kent dat fenomeen. Vanaf het vertrek van Els en Luc, Chantal en Myriam heeft het weer hier vier dagen lang zijn duivels ontbonden. Dagelijks zware bewolking, wind en uiterst lage temperaturen. Eindelijk, de vijfde dag, ontwaken we met een mooie blauwe lucht en een temperatuur die draaglijker is.
Dadelijk zijn we startklaar en trekken naar Fuencaliente om naar de zoutwinning te wandelen. Ik weet het, we hebben het al vaak gedaan, maar het maanlandschap waar we doorwandelen blijft me boeien. De ganse weg maken we kennis met vulkanen en de resten van hun uitbarsting. We lopen op lavabrokken en lavagruis en tegen het einde van de dag is de kleding qua kleur zelf een brok lava. Verder wil ik deze week niet te fel van stapel lopen want de volgende twee weken hebben we terug bezoek. Dat houdt in dat we in topvorm moeten zijn om samen met hen het eiland te ontdekken.
Wij hoopten de volgende dag terug op een stralend zonnetje maar hebben ons wat misrekend. Bij het opkomen van de zon krijgen we een blauwe hemel te zien en is het 9°. We hebben er moed op en trekken op voor de laatste wandeling van de week. Op 55 minuten klimmen we 500 meter. Het was even afzien maar moedig als we zijn halen we de top. Wel wat ontgoocheld komen we boven aan. In plaats van adembenemende vergezichten krijgen we een dik wolkenpak te zien en buiten die witte kleur is er niets te ontwaren. Boven het ganse eiland hangt er tevens een nevellaag en waait er een felle wind. Onze beslissing om verder te wandelen heeft niet lang geduurd. De wind blies harder om harder rond de oren en het zicht was wit, wit en nogmaals wit. Tegen de avond is het beginnen regenen. Zaterdag komen de nieuwe gasten toe en we hopen uit ganser harte dat ze een week krijgen met aangenaam wandelweer.