De Meeuw,
Een groepje meeuwen circelen boven ons hoofd. We lopen door de z.g Meeuweduinen een uitgestrekt natuurgbied in de Kop van Schouwen
Er vliegen verschillende meeuwesoorten.Mantelmeeuwen, stormmeeuw, de kokmeeuw Een van de grotere soorten is de zilvermeeuw. Ongeveer 56 cm lang en verder te herkennen aan zijn gele snavel met rode stip aan de onderkant. Op de rug zie je grijze vleugels met een zwarte vlek aan het uiteinde. De huid om de ogen lijkt op een gele ring, terwijl de felle ogen ook geel zijn. In verhouding tot het lijf zijn de ogen vrij klein.
De poten zijn vleeskleurig, soms geel en tussen de drie tenen zitten zwemvliezen, maar aan de achterkant van hun poten zit nog een duimpje, zonder zwemvlies. Dit houd hen in evenwicht. De drie tenen hebben twee gewrichtjes en kleine nageltjes.
De zilvermeeuw kan wel 36 tot 40 jaar oud worden. In die tijd kan de populatie zich dus aardig uitbreiden.
De kuikens hebben een donkerbruine donsvacht die ze verliezen voor het vierde levensjaar. Ze hebben zwart-grijze pootjes en snavel die langzaam zullen verkleuren naar de kleur die een volwassen zilvermeeuw heeft.
Zilvermeeuwen eten van alles. Hun natuurlijke voedsel varieert van vis en dode dieren, tot eetbaar vuilnis op die plaatsen waar ze dichtbij mensen wonen. Breng een in de zomermaanden een bezoek aan b.v neeltje Jans. Laat uw bordje met frites dan echter niet even onbeheerd achter, de meeuwen weten het in korte tijd geheel leeg te stelen. Overigens wel een leuk gezicht voor de overige mensen op het terras.
Vis vangen doen ze ook op een leuke manier: ze vliegen een beetje op en neer boven zee, maar als ze een vis zien, duiken ze als een raket naar beneden. Je zou verwachten dat het hele lichaam van de meeuw onder water zou gaan. Niets is minder waar: meestal zijn het alleen de poten die de vis vlug wegrissen. Als de meeuw helemaal zou ondergaan zou hij knap chagrijnig zijn, want dat vinden ze veel te koud. De kleur van de zilvermeeuw helpt hem ook bij het vissen. Door zijn witte buik steekt hij niet af tegen de lucht en reageren de vissen trager dan bijvoorbeeld met een bruine vogel. Jonge zilvermeeuwen, die bruin zijn, vissen dan ook het liefst (als ze kunnen) langs de kust.
Zilvermeeuwen lusten en pakken ook vaak mosselen of andere weekdieren. Mosselen kunnen ze niet met hun snavel of poten open krijgen, dus pakt de Zilvermeeuw de mossel op, vliegt ermee weg en laat de mossel vallen. "Goh, wat slim, dat werkt zeker heel goed", zul je denken. Dan heb je het mis. De zilvermeeuw kan niet onderscheiden op welke bodem hij de mossel gooit. Hij kan de mossel wel vier of vijf keer op een zandbank gooien. Alleen als er toevallig een steentje ligt, of een rotsachtig stuk grond, heeft de zilvermeeuw een keer geluk en te eten!
Ook weer tijdens een wandeling over Neeltje Jans kun je de restante van de stuk gevallen schelpen op de asfaltweg en het dijktalut zien liggen.
Ook gaat er bij de Zilvermeeuw weleens een lekker eitje van een andere vogelsoort in.
Ook de vuilnisbelt is een geliefd voerrangeringsgebied voor de meeuwen. Vroeger lag de vuilnisbelt van Schouwen-Duiveland waar nu een gedeelte van het plan Tureluur ligt. De vuilnisbelt is echter afgedekt, maar aan de kust van de Oosterschelde is nog genoeg voedsel te vinden.
Een naddel is dat de meeuw ook wel eens verstrikt raakt in touw of stukken net. Die op de glooiing zijn komen aandrijven.
Verschillende gebieden waar de zilvermeeuw broed zijn tot tot beschermd natuurgebied verklaard.Zoals de meeuweduinen tussen Westenschouwen en de vuurtoren. Het is dus verboden in de broedtijd het gebied binnen te gaan en men zorgt ervoor datde natuur bewaard blijft voor de zilvermeeuw en andere vogels en dieren.Hebt u op zee wel eens een vissersboot zien varen met zo,n hele zwerm meeuwen er achter aan. Schitterend gezicht. De zilvermeeuwen vliegen achter de vissers boten aan en vangen de afval vissen van de boot. Hierdoor zijn de zilvermeeuwen sterk in aantal toegenomen. Mede door het feit dat de zilvermeeuw geen natuurlijke vijanden heeft. Wel worden de eideren belaagd door de mens. (hierover later) en zowel de eieren als ook de jinge vogels door de vos, roofvogels als de havik en sperwer en de kraaien.
De zilvermeeuw houdt van het strand maar ook van de duinen, en in het binnenland van een lekker plekkie bij een meertje waar ze dan ook het hele jaar door te zien zijn. De afgelopen 20 jaar zijn ze zeer in aantal toegenomen. Dit komt door de toegenomen hoeveelheid aan afval van de mens en de strengere controle van het behoud van hun natuurgebied.
Na het vierde jaar zijn ze volwassen en zoeken een partner. Het mannetje maakt met een paringsdans het vrouwtje het hof. Dan sluiten ze bij wijze van spreken een eeuwig huwelijk tot de dood hen scheidt.
Het nest is het liefst op de grond, maar kan zich ook bevinden op de rotsen, op huizen, schoorstenen, torens, enz. Als het op de grond genesteld is dan is het het meestal aan de kust of bij een groot meer of in de duinen. Het nest kan soms een uit de bodem gekrabde kuil zijn met wat planten erin, maar ook een flink bouwsel van stroo, wier, dorre stengels en dergelijke, van binnen gevoerd met fijnere plantendelen en soms wel veren. Het komt voor dat voor het bouwen van het eigenlijke nest in het begin een paar speelnesten gemaakt worden waarvan er later een uitgekozen wordt als "het echte nest". Hierin legt het vrouwtje 1 t/m 4 forse eieren. Zijn het er meer dan 4 dan zitten er meerdere wijfjes op een nest. De kleur van de eieren varieert erg, van allerlei tinten groen tot diverse soorten bruin. Op de eieren zitten meestal vlekken, vegen, stipjes, maar ze kunnen ook egaal zijn. De moeder legt om de 2 tot 3 dagen een ei, totdat ze al haar eieren gelegd heeft. Als alle eieren gelegd zijn, wordt ze regelmatig afgelost door het mannetje.
De eieren komen na elkaar uit met dezelfde tussenpozen als ma de eieren heeft gelegd. Ze beginnen al snel wat rond te lopen op het territorium van pa en ma en worden door de ouders gevoerd met babyhapjes.
De jongen reageren in iedergeval op de rode vlek van de ouders, ze pikken ernaar en krijgen te eten. In het begin braken de ouders het eten nog op en houden kleine stukjes in de punt van hun snavel. Later laten ze stukjes eten vallen en dan pikken de kleintjes er zelf stukjes af. Na 6 weken beginnen ze met vliegen. Ze hebben dan nog steeds een bruine donsvacht, die ze pas na 4 jaar verliezen. Tot dan kunnen ze niet goed vis vangen omdat ze dan te veel opvallen voor de vissen en daarom worden ze ook uiteindelijk wit. Als de jongen aan het eind van de zomer niet meer door hun ouders gevoerd en verzorgd worden moeten ze op eigen benen kunnen staan zodat de ouders het jaar daarop weer kuikens kan krijgen. Het duurt 4 jaar voordat ze volwassen zijn. Elk jaar krijgen ze een nieuw bruin gestippeld kleed. Naarmate de jaren verstrijken word hun vacht lichter en minder gestippelt.
Ze hebben een aparte plaats in de kolonie. 1e, 2e en 3e jaars Zilvermeeuwen vormen een soort vrijgezellen klupje aan de rand van de kolonie. De mannetjes en wijfjes kunnen elkaar dan al leren kennen zodat als het puntje bij het paaltje komt ze geen moeite meer hoeven te doen om hun partner te kiezen.
Als ze dan eindelijk 4 jaar dus volwassen zijn zien ze er precies zo uit als de oudere zilverweeuw. Hun kuikenvacht ligt dan helemaal versprijd over hun leefomgeving. Ze paren dan voor het eerst met de dan al lang gekozen partners die tot de dood hen schijdt bijelkaar blijven.
Meeuwen leven in kolonies, waar paartjes zilvermeeuwen hun territorium goed verdedigen tegen alle soorten gevaren: vossen, roofvogels en mensen In de kolonie van de zilvermeeuw is het ontzettend belangrijk om je eigen stukje territorium te verdedigen. Dit is de taak van de mannetjes. Zodra een andere meeuw zich te dichtbij het territorium van dat bepaalde mannetje waagt, loopt de "huisbaas" van dat stukje grond op hem af. Hij is boos en dat kan je zien aan zijn lange nek en omlaagwijzende snavel. Hij gaat pal voor de brutale indringer staan en schreeuw erop los. KIU-U-UIAU-KJAU-KJAU (=wil je wel eens oprotten in het meeuws!) Als zijn scheldpartij geen succes heeft grijpt hij met zijn snavel een polletje gras beet en begint daar woest aan te trekken alsof hij wil zeggen, dat doe ik straks ook met jou!
Maar als ook dat geen indruk maakt op de indringer dan is het snel knokken belazen. De verdediger komt als een houten klaas met stijve poten op de ander af, grijp hem met zijn snavel en schud hem flink door elkaar en deelt met zijn vleugels rake klappen uit! De brutale indringer kiest al gauw het hazepad.
Zelfs de mens, Het wil nog wel eens voorkomen dat ook de mens de kolonie betreed om de eirenen van de zilvermeeuw te gaan rapen. (stropen) De blauw,grijs,bruine eieren zijn zo groot als anderhalf kippenei en hebben een donkerdere dooier.Voor de liefhebber erg smaakvol. Maar lopend door de colonie moet de stroper er niet van staan te kijken dat ook hij wordt aangevallen, Rakelings scheert de meeuw over zijn hoofd en daarbij pikbewegingen maken en hard krijssen. Een angstige ervaring. En wat dacht u van een goed gemikte meeuwenpreel zoals we hier zeggen. Die bregt echt geen geluk. Dan is pas te voelen dat er naast de mossetjes en de vis ook schelpen worden gegeten.
Stukje nostalgie,
Soms, en het is net zo iets als met het jagen komen er teveel meeuwen. Dan krijgt een groep mensen een vergunning om de eiren van de zilvermeeuw te gaan rapen. (Kol-eiers). Zaak is dan ok nestjes van maximaal 3 eiren leeg te halen. Zijn er meer dan zijn ze vaak al bebroed en niet meer eetbaar. Thuis worden de eiren nog geschouwd. De eiren gaan in een teil met water en die eieren die gaan drijven zijn vuil(bebroed)
Toen ik nog een klein meisje was kregen de vuurtorenwachters zo,n vergunnig en ging ik vaak met mijn vader en colleg,s mee de duinen in. Koleiers zoeken. Thuis werden ze voor consumptie gekookt 10 min lang en met een beetje peper en zout gegeten. Ook waren er mensen die er een omlet van maakten. De eieren werden ook wel verkocht. O.a aan de bakker.
De bebroede eieren gingen naar een boer en werden nog gebruikt als varkensvoer.
Tegenwoordig hoor ik er niet meer van dat er officieel nog eieren geraapt mogen worden. Stropers zullen er in de Westhoek van Schouwen wel altijd blijven, maar pas op de boswachter of de meeuwen zelf.
De meeuweduinen zijn tijdens het broedseizoen gesloten. Buiten dit seizoen mag men over de gebaande paden lopen. Van de vuurtoren naar het dennenbos Westenschouwen.of in tegengestelde richting, e.v terug over het strand. Een flinke wandeling.
10-03-2011 om 00:00
geschreven door duinkonijn
|