Wandelen De echte wandelaars onder u zijn zeker al eens op de kop van Schouwen geweest. Dit zal zeker ook niet de laatste keer zijn. Vanwege zijn prachtige natuur is de Kop van Schouwen een populair gebied voor wandelaars. Er is een keur aan wandelpaden en wandelroutes.
Boswachterij Westerschouwen. 5 gemarkeerde wandelroutes, in lengte variërend van 3 tot 8 kilometer. rode route: 3 kilometer (foxdalwandeling) witte route: 7 kilometer (hoekeputje-tocht, en vaak gebruikt door de fanatieke jogger) gele route: 8 kilometer (Schuilhuttocht) blauwe route: 7 kilometer (Theunesses Hil-tocht) groene route: 7 kilometer (meeuwenduinwandeling) zoek je weg wandeling van 3 kilometer.
Vroongronden. Tussen Haamstede en Renesse treft u de Vroongronden. In het Gradabos is een zoek je weg wandeling van 3 kilometer.
Schelphoek. In de Schelphoek aan de zuidkant van Schouwen-Duiveland ontstond tijdens de watersnoodramp van 1953 het grootste gat in de dijk. In de loop van de maanden verdween ca. 500 meter dijk. Geulen werden uitgeschuurd tot bijna 40 meter diepte. De Schelphoek is nu een gevarieerd natuurgebied met een gemarkeerde wandeling van 4 kilometer rond de kreek.
Een strandwandeling.
Ook in de wintermaanden is er van alles te beleven op het strand. Kijk eens naar het vloedmerk. De grens tot waar het hoogwater heeft gestaan. In deze strook is vanalles te vinden.
Allereerst zijn er de schelpen. een omhulsel, een bescherming van de weekdieren die er in gewoond hebben. Gewoonlijk is er veel gruis maar daar tussen zijn soms heel bijzondere schelpen te vinden. Ik denk daarbij aan een klein wenteltrapje. Een schitterende schelp met al zijn verschillende facatten. Maar ze zijn zeldzaam op het vuurtorenstrand.
De schelpen laten zich in 2 groepen onderscheiden: 1e de slakachtigen 2e de tweekleppigen.
De slakachtigen, de behuizing is meestal rond en de mond half gesloten Zij leven hoofdzakelijk op rotsachtige bodem, waar zij hun voedsel (alg) van de harde ondergrond schrapen. De meeste slakachtigen zijn dan ook algeneters. De Wulk en de Tepelhoorn zijn rovers. zij belagen het weekdier met een speciaal daarvoor ontwikkeld boororgaan. Daarmee boren zij een gaatje in de dikwijls tweekleppige schelp bv een nonnetje en via het gaatje verorberen zij het weekdier. Vleeseters dus.
De lege schelpen van de slakachtigen worden nogal eens gebruikt door andere dieren. De Heremietkreeft b.v Dit dier heeft voor zijn weke achterlijf een bescherming nodig en zoekt daarvoor een alikruik, tepelhoorn of wulk op al naar gelang zijn groote. Door de groei wordt echter zijn huis steeds te klein en moet hij op zoek naar een ander onderkomen. Vind u een Wulk, een van nature ruwe schelp met een glad stuk dan is deze schelp bewoont geweest door z,n heremietkreeft. Duidelijk is aan de schelp te zien dat hij over de bodem geschuurd is door het meeslepen van de kreeft.
De tweekleppigen. daarvan vinden we vaak maar 1 helft terug.Let ook eens op de boorgaatjes van bv de Wulk. U weet nu hoe dat komt. De tweekleppigen houden zich meestal op of net onder de zandbodem op en met een syphon filteren zij voedseldeeltjes uit het water. Bij eb of wanneer er ander gevaar is kunnen ze zich razendsnel ingraven zodat wij ze zelden in levende lijve te zien krijgen als strandwandelaar.
De Mesheften zien we tegenwoordig steeds vaker op de stranden voor de Zeeuwse kust. Vroeger en ook nu nog zijn er altijd veel te vinden geweest in Cadzand. Zeeuws-Vlaanderen. Het vuurtorenstrand is meer de plek van de nonnetjes, de venusschelp, zaagje, de tere platschelp, de boormossel, en soms een muiltje.
met dank aan Ardri Karman, Colijnsplaat. voor aanvulling op de tekst.
10-01-2018 om 00:00
geschreven door duinkonijn
|