Kerstverhaalxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wandelend langs de straten van het dorp.
In gedachten verzonken, denkend over de voorbije dagen,
het hoofd wat naar de grond gericht, bijna niet bewust wat rondom gebeurde.
Plots aan een blinde muur, wit geschilderd, een zwarte opspringende vlek.
Een kereltje trachtte zich op de muur te hijsen, zijn versleten schoenen schreven zwarte lijnen op de muur, eens aan de bovenrand grepen zijn handen naar de appelen op de achterstaande boom,
een drietal verdwenen in de uitgerafelde zakken.
Achter de muur weerklonk hondengeblaf en het vloeken van de eigenaar van het pand.
De scheldtirade was indrukwekkend, ze klonk als van iemand die zwaar benadeeld was.
Hij zou de politie bellen en de jongen doen opsluiten.
Het jongentje sprong schielijk van de muur en wilde wegrennen.
Hij draaide zich op zijn zwakke beentjes en liep mij bijna omver.
Dit stopte zijn vlucht en reeds was de eigenaar van het pand bij hem,
greep hem bij de kraag, trok vlug zijn hand terug toen hij het vuile jasje raakte.
Hij vloekte nog eens stevig en het jongentje kromp in elkaar van danige schrik en verborg zich achter mij.
De eigenaar brieste dat hij de appelen terug moest geven.
Het jongentje ging reeds in zijn zak om de appelen te geven.
Dit werd mij een beetje te veel, ik vroeg de man wat die appelen moesten kosten.
Dit had hij niet verwacht en knorde iets van altijd dat stelen en het waren toch zijn appelen.
De vastberadenheid in mijn stem deed hem aarzelen, hij zwaaide nog met zijn vinger naar het jongetje maar droop dan toch af.
Ik wilde het jongetje erop wijzen dat stelen niet de goede methode is maar hij was verdwenen.
Peinzend ging ik dan maar verder deed mijn inkopen en trok huiswaarts.
De kalkoen werd uitgepakt samen met nog enkele andere aankopen.
Waar zijn de appelen? vroeg mijn echtgenote.
Die heb ik vergeten en zij had zo graag kalkoen met gestoofde appelen gegeten, ze zuchtte en ging dan maar aan de gang zonder
De kalkoen was heerlijk, maar met appeltjes zou het nog beter geweest zijn, zo beweerde mijn echtgenote
Net toen we ons voor de tweede keer wilden opscheppen rinkelde de bel aan de voordeur.
Zo laat nog bezoek, dat was wat ongewoon.
Aan de deur was niemand alleen een doos waaruit een warme geur opsteeg.
Bij het openen van de doos zagen we een heerlijk appelgerecht en ook een briefje.
Hierop had het jongetje geschreven, bedankt voor uw hulp deze namiddag.
Ik ben dan later nog wat appelen gaan plukken en moeder heeft dit voor u gemaakt
Wij wisten anders niet hoe de kerst door te komen
Niemand wil ons helpen alleen jij gaf ons wat blijheid.
|