DE WIND De wind die zich om je hoofd komt nestelen de wind die je haren verward de wind die je sensuele lippen droogt de wind die je hals en schouders beroerd de wind die tussen de gleuf van je borsten schuift de wind die je buik en heupen omspant de wind die je benen bestrijkt de wind die door je tenen glijd die wind wil ik gans mijn leven zijn die wind wil ik blijven spelen die wind wil ik aanwakkeren die wind wil ik eeuwig sturen die wind wil ik langs je lichaam waaien Het zal mij helpen te ontdekken waar jij van houd hoe ik kan rekken het samenzijn met jou te leven als een zucht vol liefde die wind wil ik zijn die wind wil ik eeuwig waaien ela
Als alles zwartgeblakerd voor me ligt achter om kijken heeft geen zin alle kleuren zijn verdwenen zelfs de gedachten zijn nu zwart wit zoekend naar wat dit kan doorbreken neem ik zevenmijlsstappen ik hunker naar die oude sprookjes waarin alles toch nog goed komt waar het goede altijd boven staat waar het kwaad de verhalen maakt de goede fee net op tijd sterren tikt wie helpt wie kleurt mijn gedachten dit is xerk voor mijn goede ik kleuren strooien, ieder mee laten genieten ik neem snel mijn penseel ela
Het oudje liep gebogen alsof ze droevig was speurend naar een kruimeltje door zwart bedekt bijna vermomd in donkerte
De lichtflits was totaal even was het oudje opgemerkt omgeven door licht en scherven niets wees nog op haar bestaan opgegaan in het decor honden vonden nu wel kruimeltjes niemand was verbaast of treurig gewoonte was hier ingetreden ela
Graag een eenzaam plekje voor mij alleen geen bank of zetel, enkel een simpele steen diep in het bos waar zelfs de zon niet stoort waar je met bomen kan praten, niemand je hoort waar de struiken zelfs niet fluisteren waar je jezelf kan beluisteren gedachten zich vermengen met slierten mist wereld problemen oplossen zonder list het knagen van de kleine muis muziek is, geen geborrel of geruis waar alles wat je denkt eindicht in geluk waar pijn in ritme is uitgedrukt waar eenzaamheid bevolking wordt niemand om lelijkheid mort zo'n plek wil ik vinden zo'n plek mag mij in stilte verslinden eenzaam zittend oip en steen ela
Op de vleugels van een kleurige vink wordt je stem gedragen en het klinkt mijn liefde voor jou is suskewiet ik strooi ze uit over dit gebied
Op de vleugels van een vlugge duif rdt je stem gedragen als op een fuif mijn liefde voor jou komt steeds terug zelfs over het water zonder brug
Op de vleugels van een tere uil wordtje stem gedragen als een bloementuil ze steekt de liefde in pastel, eeuwig mooi zodat ik alle muizenissen buiten gooi
Op de vleugels van een witte meeuw wordt je stem gedragen door de eeuw die liefde klouw ik tot mij in zinnelijke fase ze brengt mij telkens in extase
Op de vleugels van een fiere ooievaar wordt je stem gedragen naar ons hart onder gevaar geborgenheid van liefde maakt het fijn voor jou bouwik een gouden schrijn ela
De aarde brengt ons leven de aarde brengt ons dood soms is het mooi daar te vertoeven soms brengt ze ons verschrikking ontneemt de mens zijn dagelijks brood
Een kerf in de ondergrond een siddering van oerkracht vallend puin, kolkend water slijk verdoofd, puin verplettert
een kreet van ontreddering is er nu geen later? het eden is grof en rauw kinderen wenen klagend ouderen apathisch de wereld kijkt geschrokken toe
Vele handen willen helpen weinigen zijn in staat nog lang zal dit ons heugen maar het is het einde niet, we moeten voort. ela
Tranen uit het oude oog zout en bitter zwalpend tussen ongeloof en diep verdriet het ingevallen gezicht doorkerft de lippen trillend de lach is zwaar verwoest niemand meer om te omarmen geen warmte meer ijzig adervocht de zondvloed is de dader de aarde lacht hen uit elke stap is nu te zwaar het lichaam dreigt te barsten een zondvloed van treurnis de laatste tranen droggeweend overmand door radeloze moeheid. En.............? ela
In gedachten verzonken, denkend over de voorbije dagen,
het hoofd wat naar de grond gericht, bijna niet bewust wat rondom gebeurde.
Plots aan een blinde muur, wit geschilderd, een zwarte opspringende vlek.
Een kereltje trachtte zich op de muur te hijsen, zijn versleten schoenen schreven zwarte lijnen op de muur, eens aan de bovenrand grepen zijn handen naar de appelen op de achterstaande boom,
een drietal verdwenen in de uitgerafelde zakken.
Achter de muur weerklonk hondengeblaf en het vloeken van de eigenaar van het pand.
De scheldtirade was indrukwekkend, ze klonk als van iemand die zwaar benadeeld was.
Hij zou de politie bellen en de jongen doen opsluiten.
Het jongentje sprong schielijk van de muur en wilde wegrennen.
Hij draaide zich op zijn zwakke beentjes en liep mij bijna omver.
Dit stopte zijn vlucht en reeds was de eigenaar van het pand bij hem,
greep hem bij de kraag, trok vlug zijn hand terug toen hij het vuile jasje raakte.
Hij vloekte nog eens stevig en het jongentje kromp in elkaar van danige schrik en verborg zich achter mij.
De eigenaar brieste dat hij de appelen terug moest geven.
Het jongentje ging reeds in zijn zak om de appelen te geven.
Dit werd mij een beetje te veel, ik vroeg de man wat die appelen moesten kosten.
Dit had hij niet verwacht en knorde iets van altijd dat stelen en het waren toch zijn appelen.
De vastberadenheid in mijn stem deed hem aarzelen, hij zwaaide nog met zijn vinger naar het jongetje maar droop dan toch af.
Ik wilde het jongetje erop wijzen dat stelen niet de goede methode is maar hij was verdwenen.
Peinzend ging ik dan maar verder deed mijn inkopen en trok huiswaarts.
De kalkoen werd uitgepakt samen met nog enkele andere aankopen.
Waar zijn de appelen? vroeg mijn echtgenote.
Die heb ik vergeten en zij had zo graag kalkoen met gestoofde appelen gegeten, ze zuchtte en ging dan maar aan de gang zonder
De kalkoen was heerlijk, maar met appeltjes zou het nog beter geweest zijn, zo beweerde mijn echtgenote
Net toen we ons voor de tweede keer wilden opscheppen rinkelde de bel aan de voordeur.
Zo laat nog bezoek, dat was wat ongewoon.
Aan de deur was niemand alleen een doos waaruit een warme geur opsteeg.
Bij het openen van de doos zagen we een heerlijk appelgerecht en ook een briefje.
Hierop had het jongetje geschreven, bedankt voor uw hulp deze namiddag.
Ik ben dan later nog wat appelen gaan plukken en moeder heeft dit voor u gemaakt
Wij wisten anders niet hoe de kerst door te komen
Niemand wil ons helpen alleen jij gaf ons wat blijheid.