Zeehonden hoopxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Al enkele nachten is het stil
hier en daar verwerkt men nog de bittere pil
Soms nog klinkt een reutelend geschreeuw
een moeder die nog roept naar een meeuw
die vraagt, waar is mijn kind, kan jij het zien?
Ze verwacht geen antwoord, al een dag of tien
s Morgens in de schrale zon, trillende lijven alom
Het pletsend dansen, het zogend gebrom
Het geeft aan, en is leven overal
De moeders en de kinderen vormen één bal
Ze weten nog wat gebeurde
het akelig geschreeuw, dat leven verbeurde
men ziet nog flarden tussen de gezinnen
de aaseters werken de laatste resten naar binnen
Zij weten niet van deze slachting
Eten is hun enige betrachting
Want ook zij hebben kroost te voeren
daarom ook blijven ze toeren
rond dit slachtveld van de zeehond
ze weten niet, dat de mens met hen smeedde, een verbond
Elke nacht er stilte blijft
elke nacht de ochtend bereikt
zonder treurnis en geroep
elke nieuwe dag vreugde vol begroet
De kinderen worden groot en sterk
Ze huppelen mee, de moeders gaan aan `t werk
ze vangen vis, en leren hen overleven
enkel voor wat nodig is vandaag
alleen voor de eigen maag
Geen doodslag voor de fun
geen dwaze marteling door dik en dun
En later als de kleintjes klaar zijn om het leven door te geven
later laat men misschien hun kinderen leven
Later zal men misschien hebben ingezien
dat al wat leeft een kans moet krijgen, of wel tien
Kan het niet, wat minder bont
Vertel het voort, vertel het rond
ela
|