Levensloop met verhalen en vertellingen vanaf 1960
14-06-2007
De Mooiste Dag
- 16 mei 1959 -
Het is zover!
De hele nacht heb ik liggen
woelen in bed maar vanavond,... slaap ik bij haar,... en laat ik met
plezier ons dubbelbed aan mijn broer die voortaan alléén zal moeten
slapen.
Ik kijk op de wekker en zie dat het half vier is. Met een vlugge
beweging spring ik uit bed en ga me aankleden. Daarna rijd ik met de
auto van pa naar de vroege markt in Brussel om te halen wat
Marie-van-de-consièrge - de kokkin - mij op een papiertje heeft
geschreven.
Prinsessenboontjes, wortelen, erwten, tomaten, sla, etc. etc.
Ik moet zo vlug mogelijk alle koopwaar naar huis brengen want ze wil
dadelijk al beginnen met koken. Daarna moet ik me wassen en
scheren want om acht uur verwacht de pastoor ons in de kerk om te
biechten zodat we 'vrij van zonden' in onze trouwmis de communie kunnen
ontvangen.
Tweeënveertig genodigden zullen aan het feestmaal deelnemen,
hoofdzakelijk familie van Tineke. Van mijn moeders kant komen haar drie
zusters met hun man, maar van mijn vaders familie komt er niemand.
Nochtans zijn we de twee broers en drie zussen van pa persoonlijk bij
hen thuis gaan uitnodigen, maar ze vinden ons zeker niet belangrijk
genoeg om naar het trouwfeest te komen.
'Ach, als ze niet komen kost het je minder.' Zeg ik luchtig tegen mijn
schoonvader, maar ik weet dat hij het zich aantrekt en die weigering
opvat als een affront.
Vier jaar nadat we mekaar voor het eerst hebben gekust gaan we
uiteindelijk trouwen.
Mijn meisje is pas twintig en ik amper twee jaar ouder, maar het
wachten heeft lang genoeg geduurd en we willen eindelijk, ... kindjes
gaan maken.
Het feest zal doorgaan in het huis van haar oudste broer Bert. Hij is
de enige van de familie wiens woning groot genoeg is om alle genodigden
te kunnen ontvangen. Bovendien is het een nieuw huis en de familie uit
de Vlaanderen zal hun oogjes nogal opentrekken.
Richard is in zijn nopjes. Zijn enige dochter gaat trouwen met een
kerel die hem wel aanstaat en waarmee hij goed kan opschieten.
Aanvankelijk zal het jonge paar, net als zijn twee zonen eerder, bij
hem komen inwonen en zodoende kunnen ze de huishuur uitsparen.
De dag voordien is hij al naar het gemeentehuis geweest om te gaan tekenen voor zijn minderjarige dochter.
De ziekte van Parkinson belet hem om op de dag zelf, terwijl iedereen toekijkt, het trouwregister te ondertekenen.
Het is een drukke dag en ik ren van hier naar ginder, maar om 9u30 sta
ik met mijn bruidsboeket in de hand aan de voordeur van mijn
toekomstige schoonouders.
Met een brede glimlach komt Tineke opendoen. Ze is gekleed in haar
zelfgemaakt wit kleedje en mijn bruidje ziet er stralend uit.
Haar blauwe ogen schitteren zoals ik ze nog nooit heb weten schitteren
en als ik haar een zoen wil geven trekt ze zich verschrikt terug.
'Pas toch op Roger, mijn lippen zijn pas geverfd!'
Maar het is al te laat, een rode streep ontsiert de kol van mijn wit hemd.
'Zie nu eens. Gij toch altijd met uw wild gedrag.' Zegt ze met een
gespeelde boze blik, maar dadelijk herpakt ze zich en roept haar moeder
die me komt helpen om opnieuw toonbaar te worden.
Het euvel is vlug verholpen en in de allerbeste stemming stappen we in
de gehuurde autocar en rijden naar het gemeentehuis voor het burgerlijk
huwelijk. De burgemeester heeft zich laten vervangen door de eerste
schepen en deze is blijkbaar gehaast om terug naar zijn paarden en
koeien op de boerderij te gaan want de plechtigheid is zeer kort.
Hierdoor komen we veel te vroeg aan in de kerk en moeten nog wat
wachten.
Het wordt een prachtige huwelijksmis en de kerk is mooi versierd met
veel bloemen, kaarsen en witte linten. Het lijkt wel een sprookje.
Alles verloopt perfect en met een brede glimlach en een ring aan de
vinger stappen we fier door de poort naar buiten waar enkele kinderen
de weg afspannen met een dikke koord.
Hierop ben ik echter voorbereid en grijp in mijn vestzak naar een
handvol éénfrankstukken en gooi ze kwistig over de hoofden van de
bengels die uit elkaar stuiven om ze op te gaan rapen. De weg is nu
vrij en we rijden naar Jezus-Eik waar mijn vader nog absoluut een kriek
wil betalen voordat we naar het feest afzakken.
Bij het binnenkomen stijgen de dampen al uit de keuken en ruiken we de
verse tomatensoep met balletjes. Het is wel krap zitten aan de
geïmproviseerde tafels maar uiteindelijk vindt iedereen zijn plaats. Er
wordt gegeten en gedronken en vooral heel veel gelachen en plezier
gemaakt tot laat in de nacht...
De traditie wil dat het bruidspaar moet blijven tot de laatste
feestgangers vertrokken zijn en enkele nonkels blijven expres 'plakken'
om ons een beetje te pesten.
Pas rond vier uur kunnen mijn kersvers bruidje en ik naar huis
wandelen. De nacht is mooi en onderweg maken we plannen voor de
toekomst. We zijn echter doodmoe en wanneer we uiteindelijk in
ons bedje belanden besluiten we om met de uitvoering van die plannen
maar te wachten tot de volgende ochtend