Levensloop met verhalen en vertellingen vanaf 1960
19-06-2007
Opnieuw naar school
- 1962 - 1965 -
Nee, ik heb mijn belofte niet
gehouden. Stiekem experimenteer ik verder maar pas wel op met
ontplofbare gassen, zoals watersof.
Door het lezen van een advertentie
voor briefwisseling onderwijs kom ik op de gedachte om een cursus
elektrotechniek te volgen bij International School uit Antwerpen. Voor
niet al te veel geld krijg ik elke week een pak lessen en huiswerk dat
ik moet terugsturen voor verbetering.
De leerstof is zeer interessant en ik behaal goede punten.
Ondertussen ben ik opnieuw het
slachtoffer geworden van de winterstop in de bouw. De grote building
bij place Madou is klaar en Van Elewyck dankt de laatst bijgekomen
loodgieters gewoon af.
Ik had dit echter tijdig zien
aankomen en mijn kandidatuur gesteld als loodgieter-fontenier in onze
gemeente, Wezembeek-Oppem. Zonder tussentijds te moeten stempelen dit
keer, kan ik daar dadelijk aan de slag.
Aanvankelijk ben ik niet van plan
om deze stiel lang uit te oefenen want zodra ik mijn diploma zal
hebben zoek ik wel ander werk, zeker weten!
Als ik in het bezit ben van dit
belangrijk document zie ik een aanplakbrief met een oproept om in te
schrijven voor deelname aan de vergelijkende examens voor
elektricien-automaticien bij de Regie van Telegraaf en Telefoon.
Omdat ik toch niet absoluut zeker
ben dat mijn diploma wel voldoet aan de voorschriften ga ik aankloppen
bij een goede kennis, mijnheer Theo Stoefs, die ingenieur is bij de R.T.T.
Wat nieuws van jou hier te zien? vraagt hij.
Ik wil deelnemen aan die examens,
zeg ik en toon mijn diploma van de briefwisseling school. Even bekijkt
hij het papier en schudt met zijn hoofd terwijl zijn mondhoeken omhoog
krullen.
Maar Roger, jongen toch lacht
hij, dit is niet geldig. Ze vragen een diploma van technicus A2 of B2.
Dit papier bewijst alleen dat je een cursus per brief gevolgd hebt,
meer niet.
Maar ik heb 92 procent behaald, probeer ik nog.
Dat kan allemaal wel zijn,
vervolgt hij, maar als je hogerop wil geraken, volg dan liever
avondonderwijs in een erkende school zoals Don Bosco of Kardinaal
Mercier.
Teleurgesteld druip ik af.
s Anderdaags ga ik naar Brussel en laat ik me inschrijven voor de avondcursussen aan het T.I. Kardinaal Mercier te Schaarbeek.
September 1962
Terug op de schoolbanken na twaalf
jaar afwezigheid geeft een eigenaardig gevoel. De eerste avond zitten
we met een twintigtal jongens in het klaslokaal bijeen, de meeste onder
hen zijn heel wat jonger dan ik.
De directeur, een aalmoezenier van de arbeid, heet ons welkom in het voorbereidend jaar van het technisch onderwijs.
Bij het woord voorbereidend spits
ik mijn oren en zeg dat ik verwachtte dat we dadelijk in het eerste
jaar zouden aanvangen, maar dat eerste jaar is echter alleen toegelaten
voor leerlingen met een humaniora diploma, en dat heb ik duidelijk
niet. Dus blijf ik rustig zitten en hou verder mijn mond.
Wim De Gruyter is onze leraar voor
technisch tekenen. Hij gaat vooraan in de klas staan, steekt een
potlood in de lucht en zegt plechtig: Dit is een potlood!
Een klein kind kan zien dat hij een
potlood vasthoudt. Gaat dat hier zo beginnen? Ik besluit om nog wat
geduld te hebben en af te wachten.
De Gruyter begint in het lang en
het breed uit te leggen welke de juiste manier is om een punt aan je
potlood te slijpen. Na een uur les zijn we nog niet verder dan de
verschillende soorten hardheid bij potloden...
In de pauze na het tweede lesuur ga ik even bij hem.
Mijnheer, zeg ik aarzelend, ik
heb al één jaar cursus per briefwisseling achter de rug en denk dat ik
wel rijp ben voor het eerste jaar.
Hij kijkt me onderzoekend aan en
vraagt welke vakken ik zoal gezien heb.
Ik overdrijf lichtjes en zeg dat
technisch tekenen en wiskunde geen probleem voor me zijn. Blijkbaar is
hij in een goede bui en doet me een voorstel.
Misschien ben je wel een
beetje te oud om tussen deze snotneuzen te blijven zitten, en daarom,
als de directeur het goed vindt, wil ik je in B2 elektronica laten
beginnen. Maar er is één voorwaarde.
En die is? Zeg ik gretig.
Dat je met Kerstmis minstens 75% haalt op je examens, zo niet kom je terug naar deze klas. Akkoord?
Akkoord! - We trekken dadelijk naar de directeur die aanvankelijk wat tegenstribbelt maar uiteindelijk zijn zegen geeft.
Een dag later zit ik op de eerste
rij in de klas van het eerste jaar elektronica.
Wim De Gruyter is titularis van dit jaar en we kunnen heel goed met mekaar
opschieten. Hij is een fijne leraar die me steeds helpt en aanmoedigt.
Omdat ik na Kerstmis absoluut niet terug wil naar de voorbereidende
klas haal ik uiteindelijk negentig procent. De leerstof is zó
interessant dat de drie jaren voorbij vliegen en ik bijna nooit afwezig
ben.
Regen en koude kunnen mij niet
tegenhouden. Met mijn Vespa scooter trotseer ik zelfs ijzel en sneeuw
om toch maar niets te moeten missen van de les.
Na drie jaar blijven er nog slechts
vier leerlingen over van de zestien die in het eerste jaar begonnen
zijn. Wij zijn zo fier als een gieter wanneer we uiteindelijk ons
diploma in ontvangst mogen nemen uit de handen van minister Paul
Vandenboeynants.
Het diploma maakt zeer veel indruk
op mijn schoonvader die me altijd fel gesteund en aangemoedigd heeft.
Bij mijn ouders daarentegen moet ik op niet veel waardering rekenen.
Als ze vernemen dat ik nu technicus in de elektronica ben, hoor ik hen
zeggen: Een man van bijna dertig die al
twee kinderen heeft en het derde op komst, zou beter s avonds wat gaan
bijverdienen om zijn gezin te onderhouden in de plaats van zijn broek
te gaan verslijten op de schoolbanken.
Haast je wat, zegt mijn vrouwtje, Om 10 uur begint de mis en ze worden al om kwart vóór in de kerk verwacht.
Greta, de dochter van Bert - mijn
kersverse schoonbroer - doet vandaag haar Plechtige Communie en ik heb
beloofd om zijn gezin naar de kerk te brengen met de voiture van mijn
vader.
Ik heb mijn paasbeste kleren aan, mijn trouwkostuum, een nieuw wit hemd met bijpassende das en nieuwe schoenen.
Vinnig stap ik naar het huis van mijn ouders om de Borgward op te gaan halen.
Pa was niet erg happig om mij zijn nieuwe auto uit te lenen maar stemde uiteindelijk toch toe.
Een beetje buiten adem kom ik de
hoek om en zie dat de auto al uit de garage is gereden en klaar staat
om te vertrekken. Mijn vader veegt nog even met een vod over het chroom
van het koetswerk en overhandigt me dan plechtig de autosleutels.
Al goed dat het voor je
schoonfamilie is, mompelde hij, en wanneer ik instap drukt hij me
nogmaals op het hart; Wees maar voorzichtig hé, en maak geen brokken
...
Nee pa, ik zal wel oppassen.
Oef, eindelijk weg. Nu niet
overhaasten, zeg ik tegen mezelf, het is amper negen uur en alles bij
mekaar is het slechts twee kilometer rijden.
Bert heeft me zien aankomen en spoort zijn vrouw, zoon en dochter aan tot spoed.
Ik parkeer de auto met twee wielen op het voetpad, leg de motor stil en zeg met een plechtig gebaar naar de blinkende auto;
A votre service monsieur!
Bert lacht dankbaar.
De communicant mag vooraan plaats
nemen, achteraan zullen ze wel met zijn drieën zitten. Gaby houdt het
kleed van haar dochter omhoog zodat het niet teveel over de grond
sleept en helpt haar bij het instappen.
Bert en Jos zitten al achteraan in de auto. Vlug slaat Gaby het autoportier met een klap dicht.
Pas op ma! Mijn kleed zit er
tussen! - Te laat. Als haar moeder de deur weer haastig openrukt ziet
Greta een zwarte streep dwars over de onderkant van haar wit kleed. Ze
kan wel huilen van woede en spijt.
Zie nu eens wat je gedaan hebt! Zo kan ik toch de kerk niet binnenkomen?
Wacht, ik haal vlug wat water en
zeep ... Nerveus trippelt Gaby op haar hoge hakken naar de voordeur
maar keert zich bruusk om.
De sleutel, kirt ze.
Bert zoekt koortsachtig zijn zakken af en vindt hem uiteindelijk.
Hier, haast je!
Een minuut later is ze bezig met het behandelen van de catastrofe.
Maar, je maakt die vlek alleen
maar groter! Zegt Bert die zich nu ook met de zaak gaat bemoeien.
Laat dat nu, seffens komen we nog te laat!
Voilà, ge ziet het bijna niet meer. Gaby loopt vlug naar binnen om doek en zeep weer op te bergen.
Haast je mama, roept haar zoon en maakt het portier al open.
Hier! Je sleutels. Gaby werpt de sleutels naar Bert, propt zich op de achterbank en trekt voorzichtig de deur dicht.
Ze is niet goed gesloten... Probeer ik uit te leggen.
Een luide knal. Bang!
Nu wel!
Voorzichtig rijd ik van het voetpad en als we vijftig meter verder zijn, slaat Gaby een hand voor haar mond.
God! Mijn sjakosch! Die heb ik op de keukentafel laten staan.
Nog voor de auto helemaal stilstaat is ze er al uit, doet twee stappen en,.. De sleutel!
Bert tast in zijn vestzak; Hier! Maak voort!
Trippel, trippel. Op haar stelten huppelt ze naar de voordeur en glipt naar binnen.
Waar blijft ze nu? Bert kijkt geïrriteerd op zijn horloge en door de achterruit.
Trippel, trippel. Daar is ze terug; met handtas. De auto in. - Bang!
Rijden maar!
We hebben alle tijd, zeg ik geruststellend. Het is nog maar twintig na negen.
Als we de hoek omdraaien horen we een scherp sissend gefluit.
Plots helt de Borgward een beetje over naar links.
Wat was dat? Vraagt Bert ongerust.
Ik stop, ga kijken en voel het koude zweet in mijn nek. Platte band!
Zeg dat het niet waar is! kermt mijn schoonbroer.
Allemaal uitstappen! Sorry.
We zullen moeten lopen. Nu komen
we zeker te laat. Bert bekijkt me met een boze blik en de familie
marcheert haastig in de richting van het dorp.
Hier sta ik nu. Een ogenblik aan de
grond genageld, maar dan schiet ik in actie, haal de krik en het
reservewiel uit de koffer en in geen tijd is het wiel vervangen.
De band is wel niet helemaal goed opgeblazen, maar dat kan wachten.
Zowat driehonderd meter vóór de kerk haal ik hen in.
Instappen! Zeg ik triomfantelijk en in geen tijd zitten ze weer allemaal in de auto.
Nog nahijgend maar tevreden en met
een stralende glimlach stappen ze twee minuten later uit de Borgward.
Iedereen heeft zag met welke dikke voiture ze naar de kerk werden gebracht.; Opdracht volbracht!
Diezelfde namiddag op het feest wordt er hartelijk gelachen met onze pech.
Het heeft me wel wat moeite gekost om mijn handen opnieuw proper te krijgen.
En mijn trouwkostuum? Dat heeft Tineke naar de droogkuis gebracht zeker?
Ik durf er niet aan denken dat er misschien elk jaar opnieuw een
periode zonder werk komt en ik zal moeten gaan stempelen.
Negen maand geleden zijn we getrouwd en nu al wordt ik door mijn nieuwe
werkgever (nonkel Fik) bij de eerste vrieskoude voor onbepaalde tijd op
den dop gezet.
Vorstverlet noemen ze dat in de bouw.
Er wordt beloofd dat ze zullen verwittigen als we opnieuw aan de slag
kunnen maar ondertussen moet iedereen wel elke dag een stempel halen op
het gemeentehuis.
Dit is de eerste keer dat we van de werklozensteun zullen moeten leven.
Tien jaar lang heb ik bij mijn vader gewerkt, zonder één dag verlet, hoe kan dat nu?
Gelukkig hebben we nog een beetje extra inkomen van het kruidenierswinkeltje dat Tineke van haar moeder heeft overgenomen.
Ik schaam me om iedere dag, met mijn dopkaart, te moeten aanschuiven in
de lange rij stempelaars. Na drie weken kan ik het niet langer
uithouden en zoek ander werk.
Wanneer de vrieskou voorbij is en we opnieuw mogen beginnen, bedank ik
mijn nonkel en zeg dat ik al een week, als halve gast loodgieter, aan
het werk ben bij de firma Van Elewyck te Brussel.
In de weken en maanden die nu volgen dub ik me suf over hoe ik in de
toekomst zou kunnen vermijden om nog zonder werk te geraken.
Dan gebeurt er iets waar ik nu nog altijd dankbaar voor ben.
Ondanks het feit dat we krap bij kas zitten koopt Tineke voor mijn
verjaardag een boek dat grotendeels mijn leven zal veranderen...
Meulenhoff geïllustreerde elementaire encyclopedie: Natuurwetenschap.
Doordat ik slechts lagere school heb gelopen weet ik bijna niets over
al hetgeen daar in staat. De leer der atomen, de moleculen, energie, de
kracht van elektriciteit en magnetisme, onderzoek van het heelal enz.
het is een openbaring!
Bovendien koopt Tineke me voor Nieuwjaar nog een kleine microscoop
omdat ik daar zo zot van ben en dingen die in mijn boek beschreven
staan wil onderzoeken.
Plots vind ik alles fantastisch en wil allerlei proeven doen. Mijn interesse gaat vooral uit naar elektriciteit en elektronica.
Achter het huis in het fietsenhok van mijn schoonvader ga ik nu eens
onderzoeken hoe het mogelijk is dat men door elektrolyse, water in twee
soorten gas kan splitsen. Waterstof en zuurstof. Het lijkt me
ongelooflijk.
Met zelfgemaakte elektrodes uit koperplaatjes en een oude autobatterij bouw ik mijn elektrolyse toestelletje.
Groot is mijn verbazing als ik aan de twee polen in het water de
gasbelletjes zie opstijgen. Met behulp van twee omgedraaide lege
limonadeflesjes vang ik de gassen op.
Zuurstof ken ik al maar waterstof? Het schijnt zelfs dat het brandbaar is!
Een gas dat uit water komt brandbaar?
Dat wil ik wel eens zien!
Voorzichtig houd ik de brandende lucifer bij de opening van het omgedraaide limonadeflesje
PANG!!!
Als mijn schoonpa me van de grond opraapt en verschrikt vraagt of ik niet gewond ben weet ik nog niet goed wat er gebeurd is.
Gelukkig heb ik enkel maar een paar schrammen op mijn handen.
Als ik uitleg hoe alles gegaan is, schudt mijn vrouwtje met haar hoofd.
Ongelovige Thomas toch!
Ik moet haar beloven dat ik vanaf nu alles geloof wat er in dat boek staat en niet meer zal experimenteren.