Ik denk overdag dat ik droom,
ik droom 's nachts alsof ik zag:
Was het 's nachts zo donker niet,
en niet zo licht bij dag,
't ware lastig uit de droom
van deze dromen te komen:
Of mijn droom denken is,
of mijn gedachten dromen!
Deze versteende
boom werd in een steenkoolmijn gevonden
Fossiele
brandstoffen zijn steenkool, aardolie en aardgas. Deze brandstoffen zijn al
heel lang onze belangrijkste energiebronnen. Maar ze raken op en ze dragen bij
aan het broeikaseffect.
Steenkool is
ontstaan uit planten die miljoenen jaren geleden zijn gestorven. Door
bijzondere omstandigheden vergingen de resten niet helemaal. Later kwamen er
lagen met zand en klei bovenop de plantenresten. Deze drukten de plantenresten
samen. Als je plantenresten maar lang genoeg stevig samendrukt, veranderen ze
in steenkool.
Aardolie
Op zee halen
booreilanden olie uit de bodem (Luis Baltar)
Ook aardolie is
een fossiele brandstof. Aardolie ontstond op ongeveer dezelfde manier als
steenkool. Alleen werden er geen planten samengedrukt, maar plankton. Dat
zijn kleine diertjes in de zee. Waar nu aardolie in de grond zit, was vroeger
dus zee.
Aardgas
Gasbel
Bij het ontstaan
van steenkool of aardolie, worden gassen uit het plankton of de planten
gedrukt. Dat is aardgas. Het is een goede brandstof. Aardgas is veel schoner
dan aardolie of steenkool. Aardgas is lichter dan lucht. Daarom stijgt het op.
Maar steenkool en aardolie ontstaan diep onder de grond. Soms kan het aardgas
daarom niet ontsnappen. Het blijft gevangen onder een laag gesteente waar het
niet doorheen kan. Er ontstaat dan een gasbel. Dan is het mogelijk om het
aardgas te winnen.
Energie uit fossiele brandstoffen
Elektriciteitscentrale
De meeste
personenautos en vrachtautos gebruiken benzine of diesel. Deze brandstoffen
worden gemaakt van aardolie. Maar de meeste fossiele brandstoffen gebruiken we
zonder ze ooit te zien. Ze worden omgezet in elektriciteit.
Elektriciteit wordt opgewekt in elektriciteitscentrales. Dat gaat zo:
1. De steenkool, aardolie of het aardgas wordt verbrand. Daarbij komt warmte
vrij.
2. Deze warmte verhit een groot vat met water. Het water wordt zo heet, dat het
verandert in stoom.
3. De stoom zet een groot rad in beweging.
4. Dit rad is verbonden met een dynamo die elektriciteit produceert.
5. De elektriciteit gaat naar huizen, bedrijven, scholen, enzovoort.
De monetaire unie zeker eerst aanpassen 2007 naar 2013
De
monetaire unie zeker eerst aanpassen 2007 naar 2013
Integratie van economiën
In België en Nederland betalen we met de euro. Maar niet alleen in ons
land, ook in bijvoorbeeld België, Italië en Frankrijk kun je terecht met de
munt. Lekker makkelijk, want nu hoef je geen geld meer te wisselen. We noemen
dit een monetaire unie.
Een monetaire unie is een economisch-politieke afspraak tussen meerdere
landen, die besluiten hun verschillende nationale valuta om te zetten in één
gemeenschappelijke munt. Hierdoor raken de economieën van de verschillende
landen steeds meer in elkaar verstrengeld. Voor Nederland betekende dit dat we
de gulden moesten inwisselen voor de euro.Voor België de franken inwisselen
voor de euro.
Economische integratie
Je kunt dit een manier van economische integratie noemen. Landen willen steeds
meer met elkaar handelen en zodoende worden er allerlei belemmeringen
opgeheven. Bedrijven kunnen hun spullen dan makkelijker in het buitenland
verkopen. Zij krijgen toegang tot grotere markten en kunnen door
schaalvoordelen de prijs van het product verlagen.
Van vrijhandelszone tot
monetaire unie
Vaak verloopt de economische integratie in een fasen oplopend van
intensiteit.
vrijhandelszone
douane-unie
gemeenschappelijke markt
economische unie
economische en monetaire unie
Belgiê en Nederland is een van de landen die deelneemt aan de monetaire
unie. Dat is de meest intense vorm van samenwerking. Toch blijft er altijd een
spanning tussen de deelnemende landen. Deze spanning heeft vooral betrekking op
de politieke samenwerking. Wie moet de meeste macht krijgen? En in welke vorm?
Het pad van politieke integratie is nog lang niet zover als de economische
integratie. Dat bleek uit het Franse 'non' en het Nederlandse 'nee' op het
voorstel voor een Europese grondwet.
Nieuw verdrag
Hoe de samenwerking in de toekomst zal lopen is nog niet zeker. Er is al
wel een nieuw verdrag tot verdere Europese samenwerking: het verdrag van
Maastricht. Dit verdrag komt in de plaats van eerder afgewezen grondwettelijke
verdrag. Het werd op 13 december 2007 door de belangrijkste regeringsleiders
van de deelnemende landen ondertekend, maar is nog niet geratificeerd
(aangenomen) door alle lidstaten van de Europese Unie.
Schilders proberen zo dicht mogelijk bij
de waarheid te blijven
Een kunstenaar
kan de werkelijkheid op verschillende manieren weergeven. Een schilder kan
bijvoorbeeld kiezen voor een realistische of onrealistische stijl.
Als
de kunstenaar kiest voor het realisme dan zal hij wat hij ziet ook zo weergeven
(zoals op een foto). Hij probeert de waarneembare werkelijkheid zo dicht
mogelijk te benaderen. De kunstenaar geeft weer wat hij letterlijk ziet, maar
bepaalt wel onderwerp en compositie. Een voorbeeld hiervan is een stilleven.
Naturalisme
Een andere mogelijkheid is het naturalisme: Het zo natuurlijk mogelijk
afbeelden van een onderwerp. Dit onderwerp kan echter door de kunstenaar worden
bedacht. Hij hoeft het niet per sé letterlijk te zien. Hij gaat er wel van uit
het onderwerp weer te geven zoals het er in de werkelijkheid uit zou zien. Een
schilderij of tekening die de werkelijkheid vereenvoudigd weergeeft is
gestileerd. De afbeelding is nog steeds herkenbaar, maar ontdaan van
detaillering. Een voorbeeld hiervan is de tekenstijl van de Mangastrip, of de
Jugendstil affiches van Mucha.
Associatie
Een nog verdere ontleding van de werkelijkheid leidt tot een geabstraheerd
kunstwerk: de herkenbare vormen zijn zodanig vervreemd of vervormd dat je alleen
door associatie of herleiden van de vorm kunt herkennen wat er te zien is.
Interpretatie
Een kunstenaar maakt altijd een keuze in wat hij afbeeldt. Ook een kunstenaar
die realistisch werkt geeft zijn interpretatie van de werkelijkheid. Toch is er
een verschil. Hij doet dat door onderwerp, compositie en materiaalgebruik te
bepalen. Nadat die keuze is gemaakt, probeert hij de waarneembare werkelijkheid
te benaderen.
Niet-realistisch
Daarnaast is er de kunstenaar die de waarneembare werkelijkheid als
uitgangspunt neemt en vervolgens een persoonlijke interpretatie geeft van die
werkelijkheid. Hij verbeeldt wat hij ziet, maar probeert niet de werkelijkheid
te benaderen. Impressionisten schilderen bijvoorbeeld het moment en
expressionisten geven eerder de emotie weer.
Ontwikkeling
In de beeldende kunst is er in de loop van de 19e en 20e eeuw een grote
verschuiving geweest van realisme naar abstractie. Halverwege de 20e eeuw
kwamen er steeds meer musea voor moderne kunst en het belang van die musea werd
in de loop van de jaren steeds groter. Er zijn nu musea voor oude kunst zoals
het Rijksmuseum in Amsterdam waar realistische en naturalistische kunst uit
bijvoorbeeld de 17e eeuw te zien is. Musea als het Stedelijk Museum in
Amsterdam en het Haags Gemeentemuseum hebben veel kunst van 20e eeuwse
kunstenaars. In hun collecties zitten allerlei soorten kunst. Van figuratieve
kunst tot abstract.
Realisme in hedendaagse kunst
Toch zijn er nog steeds kunstenaars die werken in de traditie van de grote
meesters van de 17e eeuw. Er zijn ook kunstenaars die de techniek van het
realistisch en naturalistisch schilderen gebruiken voor hedendaagse themas.
Deze kunstenaars zie je niet zo vaak in de musea voor hedendaagse kunst terug.
Ze stellen hun werk voornamelijk ten toon in galeries.
Techniek
Bij het realistisch en naturalistisch schilderen is de schildertechniek van
groot belang. Dit kost veel tijd, omdat je erg precies moet zijn. De schilder
moet de kleuren bijvoorbeeld goed mengen en in lagen op het doek aanbrengen.
Dit vereist een opperste concentratie en veel geduld.
Neem een schep woorden,
schep mij een taal,
kom op, vertel een verhaal.
Maar tel 't op je vingers na:
het moet helemaal
zelf zijn verzonnen.
Anders hoef ik het niet.
Wat jij hebt gevoeld
dat wil niemand horen,
ook niet wat je 'bedoelt'.
Dus doe niet te echt.
Praat mij niet van wetten,
ik stik al in recht.
Maar tover mij voor
en ik ben je knecht:
samen krijgen wij die verdomde
werkelijkheid er wel onder.