Hechtingspatronen welke in de vroege kindertijd gevormd worden, blijken tot op volwassen leeftijd van doorslaggevende betekenis in intieme relaties.
(Rien Verdult , ontwikkelingspsycholoog)
Susan Johnson (1994) gelooft dat hechting een lens is om de volwassen liefde door te bekijken. De theorie van de hechting is volgens haar voor een groot deel wat er mis gaat in relaties en wat je er aan kunt doen. Ze vindt dat onze behoeften in volwassen relaties vergelijkbaar zijn met die in onze kindertijd. Het verband dat Love Me legde (in een van haar opmerkingen op deze site ) tussen hechtingsproblematiek en een midlifecrisis , lijkt dan grond te hebben. Vandaar dat ik het natuurlijk niet kon laten dit verband uit te zoeken . De woorden van Susan Johnson lijken de opmerking van Love Me te bevestigen. Dat maakt mij meer nieuwsgierig naar een mogelijk verband tussen hechtingsgedrag en een midlifecrisis.
Laat het duidelijk zijn dat ik hier duidelijk spreek van mogelijk
als ik iets heb geleerd in midlifecrisis, is dat niets zwart-wit is. Dit artikel is dus niet bedoeld om te zeggen dat iedere persoon in midlifecrisis een hechtingsproblematiek heeft. Het gaat mij te ver dit te stellen , toch wil ik jullie meenemen in de mogelijke verbanden tussen het kind en de volwassene (in verwarring), om dit te doen is het allereerst van belang te weten wat hechtingsgedrag is.
Wat is hechtingsgedrag?
(John Bowlby 1963)
Hechtingsgedrag is het gedrag dat kinderen en volwassenen laten zien als ze gescheiden worden van hun bron van veiligheid. Hechtingspatronen bestaan uit niet-bewuste innerlijke processen, die bepalen hoe je over jezelf en anderen denkt. Dit is belangrijk voor ieders ontwikkeling. Het is dan belangrijk te weten wat de deskys (deskundigen) over hechting en de patronen, te zeggen hebben.
Er zijn verschillende ideeën over hechting
Enerzijds zeggen ze dat hechting een vrij constant beeld is die van generatie op generatie wordt overgedragen. Waarmee ze bedoelen dat een eenmaal aangeleerde stijl zal betekenisvol is voor de rest van je leven. Met andere woorden jouw manier van omgaan met jezelf (wanneer je gescheiden word van je veiligheid) wordt mede bepaald door wat je als kind hebt ervaren en deze manier gaat over van ouders op kind.
Anderzijds zijn er deskundigen die hechting zien als een proces. Het idee is dan dat je een andere hechtingstijl kan hebben al naargelang de betrokken persoon (je kan veilig gehecht zijn naar je moeder toe, en gedesorganiseerd gehecht naar je vader, enz). Deze mensen zien de mens als een flexibel wezen dat zich goed kan aanpassen en vaardigheden ontwikkeld via veranderingsprocessen. Waarmee dus eigenlijk gezegd word dat een oorspronkelijke hechting niet alles bepalend hoeft te zijn. Wanneer je zo denkt kan je zeggen dat onveilig hechtingsgedrag een (adequate) aanpassing is van een kind aan de situatie. Het is een gedrag dat aangepast is aan het gevoel van gevaar.
Wanneer je dit legt op koppels betekent dit dat als een partner jaloers en wantrouwig reageert, dit wel eens een adequate reactie zou kunnen zijn bvb wanneer vreemd de partner vreemd gaat. Het onveilig hechtingsgedrag kan dan een gepaste strategie zijn. Dan is het mogelijk dat iedereen in staat is om verschillende hechtingspatronen te ontwikkelen naar gelang omstandigheden en de relatie met onze hechtingsfiguren. Waardoor je zou kunnen stellen: het verleden ligt wel vast, maar de betekenis ervan wordt telkens herschreven.
Hechtingspatronen
(Cassidy, 1999).
1) In het veilige hechtingspatroon zoekt het kind, in geval van nood, steun en troost bij de ouder. Robert Karen, kinderarts klinisch psycholoog en schrijver van Becoming Attached, geeft in zijn artikel aan dat het waarschijnlijk is dat kinderen die veilig gehecht zijn als volwassenen in staat zijn hun partners lief te hebben en hen open en met vertrouwen tegemoet te treden. Ze kunnen zich afhankelijk opstellen en anderen van hen afhankelijk laten zijn, zonder dat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Ze beschikken over een hele reeks aan gevoelens en herinneringen, zowel positieve als negatieve.
2) Angstig-vermijdend gehechte kinderen zoeken geen troost en steun bij de moeder, maar blijven zich bij gevaar richten op de omgeving. Bij volwassenen staat dan een sterke gereserveerdheid en afstandelijkheid centraal. Zij ontkennen de effecten van vroegere ervaringen en ze hebben een slecht geheugen voor persoonlijke ervaringen. Ze hebben de neiging om ouders te idealiseren; zij leggen de nadruk op persoonlijk kracht; hun gevoelens houden ze veelal op afstand en ze benadrukken emotionele onafhankelijkheid.
3) Angstig-ambivalent gehechte kinderen reageren heel sterk op scheiding en dreiging en ze zoeken wel contact met hun hechtingsfiguur, maar zijn boos en moeilijk te troosten. Ze klampen zich enerzijds vast aan hun moeder,maar anderzijds weren ze haar ook teleurgesteld af. Deze kinderen ontwikkelen zich vaak tot gepreoccupeerde(jaloers en wantrouwige) volwassenen. In intieme relaties hebben ze de neiging de partner te verstikken in een versmeltende relatie. Zij overwaarderen hun vroegere hechtingservaringen, komen moeilijk los van hun ouders, waarop ze nog steeds boos kunnen zijn of die ze nog steeds willen behagen. Hun vertrouwen in de eigen mogelijkheden is beperkt; ze zijn hyperalert voor tekenen van steun, acceptatie, goedkeuring, dan wel afwijzing.
4) De vierde groep is de gedesorganiseerde hechting. Hierbij is het kind niet in staat om op scheiding of dreiging adequaat te reageren. Er is sprake van een ineenstorting van de gedrag om met stress om te gaan. Deze kinderen vertonen vaak een chaotisch gedrag. Ze lijken overspoeld te worden door emoties die ze niet kunnen hanteren. Ze wisselen voortdurend van strategie, waardoor hun gedrag vaak doelloos en tegenstrijdig lijkt. De gedesoriënteerde volwassenen vertonen een ongeloof in de realiteit van vroegere gebeurtenissen; bij hen kunnen tijdelijke bewustzijnsveranderingen worden waargenomen en lijkt het vermogen tot logisch redeneren verstoord; ze raken in verwarring als het thema van verlies en scheiding wordt aangeraakt; (deze groep kan worden geassocieerd met borderline problematiek)
Hechtingsproblemen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de relatie.
Verlatingsangst en bindingsangst.
Verlatingsangst is, zoals het woord al zegt, de angst om door iemand die belangrijk voor je is te worden verlaten. Bindingsangst is de angst om jezelf emotioneel aan iemand te binden. Verlatingsangst en bindingsangst lijken dus het tegenovergestelde van elkaar maar zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille.
Angst voor intimiteit.
Om een intieme relatie aan te gaan moet er sprake zijn van vertrouwen. Je toont de ander je gevoelens en gaat ervan uit dat de ander daar geen misbruik van maakt. Dat klinkt simpel, maar dat is het in de praktijk voor velen niet; uit angst voor kwetsing verberg je voor anderen je gevoelens en verlangens.
Belangrijkste gevolgen van hechtingsproblemen
Onredelijke jaloezie
Jaloezie ontstaat omdat gedacht word dat een ander van de partner meer aandacht en liefde krijgt dan zijzelf. En de grootste behoefte is juist die liefde en aandacht. Die aandacht verschaft zekerheid en een gevoel van eigenwaarde die ze van zichzelf nog niet hebben.
Overspel ;
Zo probeer je intimiteit te vermijden en dat geldt zowel voor diegenen met bindingsangst als diegenen met verlatingsangst, de eersten doen het om intimiteit te vermijden, en de laatsten om gezien hun onzekerheid zelfbevestiging te gaan zoeken.
Seksuele problemen (hechtingsproblemen hebben te maken met emotionaliteit,seksualiteit ook)
Emotionele verwijdering
Communicatievalkuilen;
Communicatievalkuilen kunnen zijn: het geven van een negatieve uitleg aan gebeurtenissen en het overal zien van afwijzingen (beide valkuilen komen voort uit het negatieve zelfbeeld of negatieve beeld van anderen dat de betrokkenen hebben). Een patroon van aandringen en terugtrekken, een patroon van aantrekken en afstoten.
Onderzoek wijst op de mogelijkheid dat de persoon die een bepaalde gehechtheidstijl geleerd heeft in relatie tot de ouders, dezelfde stijl zal hanteren tegenover de partner. Je neemt als het ware je in je jeugd aangeleerde hechtingsstijl mee in je latere relatie. Studies wijzen dan ook op een negatieve wisselwerking tussen je tevredenheid in je relatie en onveilige gehechtheidstijlen. Tevens blijkt dat negatieve gevolgen van de onveilige stijl van de ene partner kunnen worden gecompenseerd door de veilige stijl van de andere partner.
Dit kan dit betekenen dat het mogelijk is dat een onveilige hechtingsstijl je ontevreden maakt over je relatie maar het kan ook betekenen dat in een relatie veilige gehechtheid groeit door de stijl van je partner en door tijdsduur van je relatie. In het laaste geval maak je dan samen een ontwikkeling in intimiteit door.
De Ontwikkeling van Intimiteit van 35 tot 45 jaar
( M.Delfos 1994)
" In deze fase staat de mens voor de taak om echte intimiteit tot stand te brengen. Dit houdt in, het tot stand brengen van verweving van elkaars grenzen en tegelijkertijd het respecteren van elkaars eigenheid. De ontdekkingen uit de vorige fase moeten nu omgezet worden in concreet gedrag. Hierbij wordt er een groot appèl gedaan op de mate van tolerantie en mate van eigenheid van de partners. Er treedt een verschuiving op van lichamelijke intimiteit naar emotionele intimiteit. In deze fase zal een balans tussen seksualiteit en intimiteit tot stand gebracht moeten worden. Deze kan leiden tot een echte intimiteit. De beoordeling van de mate van intimiteit, waarbij de balans tussen seksualiteit en intimiteit van het grootste belang is, zal bepalend zijn voor je gevoel over de relatie. De voortgang van de relatie zal hier in sterke mate afhankelijk van zijn".
Maar wat betekent dat nou als je onveilig gehecht bent?
Hechtingsstijlen kunnen negatief getoond worden onder invloed van bvb een latere, langdurige relatie met een iemand die een ander gehechtheidpatroon heeft waardoor eigen hechtingstijl negatief getoond wordt. Tevens kan invloed van situaties waarin er een plotselinge impact, meestal traumatisch van aard voor de persoon, een onverwachte negatieve reactie teweeg brengen. Martine Delfos zegt hierover: "Jung spreekt dan van een midlife crisis in deze periode".
De balans tussen seksualiteit en intimiteit kan dan moeizaam of niet worden bereikt ....en hoe komt dat?
Uit angst voor intimiteit? Voor verlating? Voor intieme binding? Voor verlies van sexualiteit? voor ouder worden?
Speelt een van deze vragen bij jou of jullie een rol?
Wanneer je zo ernaar kijkt zou kunnen dat (enige mate) van hechtingsproblematiek een basis kan zijn voor een midlifecrisis in later leven. Mocht je herkenning hebben, weet dan dat je niet alleen bent en dat hulp hierbij kan zoeken waardoor je denken en doen kunnen veranderen zodat je weer rust plezier en verlangen kan ervaren zonder gespannen gevoel. Ga naar je huisarts en bespreek je gevoelens hij kan je naar de juiste persoon door verwijzen.
Veilige hechting is een bron van leven; onveilige hechting leidt tot overleven.
(Rien Verdult ,ontwikkelingspsycholoog)
http://www.midlife-info.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=102:hechting&catid=44:ennea&Itemid=81