Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum
info islam
welkom op de site met info over de islam
06-04-2013
Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
Vandaag in de bus Zag ik een meisje met goud haar En ik wenste dat ik zo mooi was Plotseling stond ze op om uit te stappen Ik zag haar strompelen in het gangpad Ze had een been en liep op krukken Maar ze liep langs en lachte naar mij Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag Ik heb twee benen en de wereld ligt voor me open.
Met voeten die me overal kunnen brengen En ogen die de zonsopgang kunnen aanschouwen En oren om te horen wat ik wil Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag Inderdaad, ik ben gezegend, de wereld ligt voor me open.
Ik stopte om wat snoep te kopen De jongen die het verkocht had zon charme Ik sprak met hem en hij leek zo gelukkig Als ik te laat zou komen zou ik het niet erg vinden En toen ik wilde vertrekken zei hij tegen me Dank je, je bent zo aardig geweest Je ziet, zei hij, Ik ben blind Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag. Ik heb twee ogen en de wereld ligt voor me open.
Met voeten die me overal kunnen brengen En ogen die de zonsopgang kunnen aanschouwen En oren om te horen wat ik wil Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag Inderdaad, ik ben gezegend, de wereld ligt voor me open.
Ik zag een kind met blauwe ogen Hij keek toe hoe andere kinderen speelden Hij wist niet wat te doen Ik bleef staan en zei: Waarom doe je niet mee, lieve jongen? Hij keek om zich heen zonder wat te zeggen En toen besefte ik: hij was doof Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag Ik heb twee oren en de wereld ligt voor me open
Met voeten die me overal kunnen brengen En ogen die de zonsopgang kunnen aanschouwen En oren om te horen wat ik wil Oh Allah, vergeef me wanneer ik klaag Inderdaad, ik ben gezegend, de wereld ligt voor me open
Er was eens een groep die da3wa deden op straat. Na hun da3wa zijn ze naar een moskee gegaan in buurt waardat ze da3wa deden. De groep heeft gebeden, en na het gebed vroeg de groep aan de imam van de moskee of hij iemand kent die niet bid. De imam zei: ja ik ken iemand. Namelijk de buur van deze moskee is een zeer rijke man maar bid niet. Hij bid niet? Buur van de moskee en hij bid niet??? De groep is onmiddellijk naar hem gegaan. Toen ze aan zijn deur zijn aangekomen hebben ze gebeld. Er deed niemand open dus belden ze opnieuw, maar steeds niemand die opendeed. En zo belden ze een vier of vijf keer tot de man opendeed. De man zei woedend: wie zijn jullie?? De groep antwoorde: wij zijn een groep die mensen uitnodigen tot Allah swt en we willen dat jij meegaat naar moskee om enkele woorden van Allah swt te horen. We gaan namelijk een lezing geven en we willen dat je meegaat. De man antwoordde: Inshalah Inshalah ga maar al en ik zal wel komen. De groep zei: Nee!! We gaan niet weg tot je meegaat. Subhanalah kijk hoe de groep standvastig bleef. De man antwoorde: Ga maar al ik moet nog Woedoe doen en me omkleden en dan zal ik wel komen. Ik woon namelijk toch naast moskee dus geen probleem. Ik kom onmiddellijk De groep zei: Nee
Walahi wij gaan niet weg tot jij meegaat De man wist dat er geen ander oplossing was dan mee te gaan. Dus kleedde hij zich snel om verrichte de woedoe en is meegegaan Eens aangekomen in de moskee begon de groep een lezing te houden. Ze begonnen te vertellen over het leven, de dood enz... Subhanalah het was alsof de woorden van de groep rechtsreeks in de hart van de man ging. De groep keek naar die man en zagen dat hij aan het huilen was. Laaa ilaha ila laah. Hij was aan het huilen. De man wist altijd dat hij verkeerd bezig was maar wou het niet toegeven tot deze dag hij deze mooie woorden hoorde. Na de lezing ging de man naar de groep en vroeg aan hun. Naar waar gaan jullie nu? De groep antwoordde: we gaan verder da3wa doen Inshallah. De man zei: mag ik meegaan? Kan dat De groep antwoordde zeer blij: Natuurlijk mag je meegaan. Het is een gunst van Allah swt die we jou niet kunnen afnemen. Kom maar mee m De rijke man was zo gelovig dat hij al zijn geld uitgaf omwille van zijn liefde voor Allah swt. Hij gaf miljoenen uit voor de Islam
Op een dag vroeg de man aan de groep da3wa: Weten jullie nog de dag dat jullie aan mijn deur zijn komen aanbellen en ik wou de eerste drie keer niet opendoen De groep zei ja natuurlijk weten we het nog De man vroeg: weten jullie wat ik aan het doen was De groep antwoordde neen dat weten we niet De man zei: die dag had het wereldse leven mij overwonnen. Ik had miljoenen, maar de wereld zag er zwart uit voor mij. Ik had enkel problemen en problemen. Mijn geld had me ziek gemaakt. Weten jullie wat ik aan het doen was vroeg die man Neen zei de groep. De man zei: Walahi ik stond op het punt zelfmoord te plegen. Ik ben op een stoel gaan staan, heb een stevige touw aan het plafond vastgemaakt. Ik heb de touw stevig rond mijn nek vastgemaakt. Ik was het leven beu en wou mijn eigen ophangen. Ik was op de stoel had stevige touw rond mijn nek vastgemaakt en toen ik de stoel wou wegduwen om mijn eigen te laten vallen voelde ik dat de stoel niet bewoog. Walahi zei de man het was alsof de stoel in de vloer was gespijkerd. Ik bleef de stoel maar wegduwen maar het wou niet. Toen hoorde ik de bel. Ik zei tegen mijn eigen. Moet ik de deur openen of moet ik mijn leven nu eindigen??? Mijn ziel zei: maak een eind aan je leven maar toen op dat moment was het precies dat er een stem vanuit mijn hart sprak en zei: ga de deur opendoen. Er zal je iets goeds overkomen. Ik heb mijn ziel gevolgd en duwde de stoel opnieuw maar het lukte niet. De stoel wou niet bewegen. Toen hoorde ik weer de bel en zei ik in mijn eigen, ik ga de deur openen en terugkomen om een eind te maken aan mijn leven. Toen de man de deur opende zag ik jullie. Toen wist ik dat Allah swt jullie heeft gestuurd om mij te redden van mijn zelfmoord. Walahi als jullie niet waren gekomen had ik mijn leven slecht beëindigd en behoorde ik in het Hiernamaals tot de ongelovigen. Maar la ilaha ila laah, Allah swt heeft me niet in de steek gelaten.
Er was eens een rijke man die vier vrouwen had. Hij hield het meeste van zijn vierde vrouw; hij versierde haar met weelderige kleren en behandelde haar als een koningin. Hij zorgde heel goed voor haar en gaf haar het beste van het beste. Hij hield ook erg veel van zijn derde vrouw; hij was erg trots op haar en wilde altijd met haar pronken, maar was altijd bang dat ze weg zou lopen met een andere man. Hij hield ook van zijn tweede vrouw; ze was een hele attent iemand; altijd geduldig en de vertrouwelinge van de man.Wanneer hij problemen had, wendde hij zich altijd tot zijn tweede vrouw en hielp ze hem altijd en steunde hem door de moeilijke tijden heen.
De man's eerste vrouw had veel bijgedragen aan het behouden van zijn gezondheid en zaken voor het huishouden.De man hield alleen niet van zijn eerste vrouw; hoewel zij zielsveel van hem hield gaf hij haar nauwelijks aandacht.
Op een dag werd de man ziek en al snel daarna wist hij dat hij snel zou sterven. Hij dacht aan zijn luxe leven en zei tegen zichzelf;"nu heb ik vier vrouwen bij me, maar wanneer ik sterf zal ik alleen achterblijven; wat zal ik eenzaam zijn!Zodoende vroeg hij aan zijn vierde vrouw:"Ik hield van jou het meest; ik gaf jou de mooiste kleren en had voor jou de meeste zorg. Nu ik doodga, zou je me willen volgen en me gezelschap willen houden?"Geen sprake van!"antwoordde de vierde vrouw en ze liep weg zonder een woord. Het antwoord sneed diep door het hart van de man.
De verdrietige man vroeg het aan zijn derde vrouw:"Ik heb mijn leven lang van je gehouden, nu ik doodga, zou je mij willen volgen en mij gezelschap willen houden?" "Nee!"antwoordde de derde vrouw, "het leven hier is goed, wanneer je sterft ga ik hertrouwen!"Het hart van de man beweek en werd koud.Toen vroeg hij aan zijn tweede vrouw:"Ik wendde me altijd tot jou voor hulp en je hebt me altijd geholpen. Nu heb ik weer je hulp nodig. Wanneer ik doodga, wil je mij volgen om me gezelschap te houden?""Het spijt me, maar deze keer kan ik jou niet helpen, maar ik kan je op z'n minst naar je graf brengen,"zei de tweede vrouw.
Het antwoord kwam als een messteek; de man was ontzet. Toen riep een stem:"Ik zal met je meegaan; ik zal je overal volgen...." De man keek op en daar zag hij zijn eerste vrouw.Ze was zo dun; zo teer. Diep bedroefd zei de man:"Ik had beter voor je moeten zorgen..."
......we hebben allemaal vier vrouwen; de vierde vrouw is ons lichaam; hoe hard we ook ons best doen om er goed uit te zien; het zal ons verlaten wanneer we doodgaan. Onze derde vrouw zijn onze bezittingen; onze status en onze rijkdommen. Wanneer we sterven gaan ze alemaal naar anderen.De tweede vrouw is onze familie; onze vrienden; hoe nabij ze ons ook zijn geweest; ze scheiden van ons wanneer we ons graf in gaan.De eerste vrouw is onze ziel; vaak verwaarlozen we haar in ons streven naar materiele rijkdom en het bevredigen van onze lichamelijke behoeften. Misschien is het een goed idee om het nu te koesteren en het te versterken.....
Niet lang geleden, kwamen drie vrienden naar New York City. Ze besloten om in een hotel te verblijven gedurende hun bezoek. Zo gebeurde het dat ze een kamer kregen op de 60ste verdieping. Het beleid van het hotel was dat iedere nacht na 12 uur 's nachts de liften gesloten werden vanwege de veiligheidsredenen. Dus de volgende dag, huurden de drie vrienden een auto en gingen uit om de stad te verkennen. Ze genoten van films, concerten en andere dingen de hele dag door. Op een gegeven moment, herinnerden zij dat ze terug moesten gaan naar het hotel voor middernacht. Toen ze aankwamen, was het al over twaalven. De liften waren gesloten. Er was geen andere weg om terug naar hun kamer te gaan behalve de trap op helemaal tot de 60ste verdieping. Plotseling kreeg een vriend een idee. Hij zei, "De eerste 20 verdiepingen, zal ik grapjes vertellen om ons bezig te houden. Dan kan een ander verhalen met wijsheid vertellen de volgende 20 verdiepingen. Uiteindelijk kan de laatste persoon 20 verdiepingen met droevige verhalen vullen." Dus, iin van de vrienden begon met de grappen. Met gelach en plezier, bereikten zij de 20ste verdieping. daarna begon een andere vriend verhalen te vertellen vol met wijsheid. Dus leerden zij heel wat, terwijl zij de 40ste verdieping bereikten. Nu was het tijd voor de droevige verhalen. Dus de derde vriend begon, "Mijn eerste droevig verhaaltje is dat ik de kamersleutel in de auto heb achtergelaten."
Wat is het moraal van dit verhaal? Dit verhaal lijkt op ons levenscyclus. De eerste twintig jaren van ons leven spenderen wij de tijd met grappen en genieten van wat dan ook. Dan nadat we 20 zijn geworden, gaan wij werken, trouwen, krijgen kinderen en dit is de tijd dat wij onze wijsheid gebruiken. en als we 40 zijn geworden, zien we uiteindelijk de witte haren en beginnen we te denken dat ons leven aan een eind is gekomen en de droefheid/spijt begint.
Het is beter dat we het begin van ons leven starten met de dood te herinneren dan dat we op het eind van ons leven ons erop voorbereiden wanneer weinigen van ons nog de energie hebben om Allah volledig te gehoorzamen
Er was eens een man die erg met de heiligen dweepte en dacht dat het zijn plicht was mensen die slechte dingen deden te berispen en hun verheffende gedachten voor te houden opdat zij op het rechte pad zouden komen. Deze heilige wist echter niet dat een leraar meer is dan iemand die anderen vertelt dat zij dingen moeten doen door bepaalde principes toe te passen. Alleen wanneer de leraar precies de innerlijke staat van de leerling kent, kan hij het tegenovergestelde toelaten van wat die leerling verlangt. Deze dweper nu, ontmoette op een dag een man die overdreven veel gokte en niet wist hoe hij die gewoonte kon afleren. De heilige stelde zich bij het huis van de man op. Iedere keer als de man naar het gokhuis ging, legde de heilige een steen op een hoop en hiermee gaf hij iedere zonde aan, als zichtbare herinnering aan het kwaad. Elke keer als die man wegging, had hij een schuldig gevoel. Telkens als hij thuis kwam, zag hij dat er weer een steen op de hoop lag. Steeds wanneer de dweper een steen op de hoop legde, maakte hij zich kwaad over de gokker en voelde persoonlijke vreugde - hij noemde dat 'godsvrucht' - die zonde te hebben opgetekend. Dit ging twintig jaar lang zo door. Iedere keer als de gokker de dweper zag, zei hij bij zichzelf: 'Kon ik die goedheid maar begrijpen! Wat werkt die man aan mijn verlossing! Kon ik maar berouw hebben, om maar te zwijgen dat ik net word als hij, want hij krijgt vast een plaats onder de uitverkorenen als de tijd van beloning daar is!'
Toevallig gebeurde het dat de beide mannen door een natuurramp tegelijkertijd om het leven kwamen. Er kwam een engel om de gokker te halen en zei vriendelijk tegen hem: 'Ga met me mee naar het paradijs.'
'Maar', zei de gokker, 'hoe kan dat nou? Ik ben een zondaar en moet eigenlijk naar de hel. U zoekt vast die dweper, die tegenover mijn huis zat en twintig jaar lang geprobeerd heeft mij te verbeteren.'
'De dweper?' zei de engel. 'Nee, die gaat naar de lagere regionen, want hij moet aan een spit geroosterd worden.' 'Is dat rechtvaardig?' riep de gokker, die zijn toestand was vergeten. 'U moet de opdrachten verwisseld hebben!'
'Nee hoor,' zei de engel. 'Ik zal het u uitleggen. Het zit zo: de dweper heeft zich twintig jaar lang superieur en verdienstelijk gevoeld. Nu is het zijn beurt het evenwicht te herstellen. Eigenlijk hoopte hij die stenen voor zichzelf op, niet voor u.'
'En wat mijn beloning betreft, wat heb ik verdiend?' vroeg de gokker.
'U wordt beloond omdat u iedere keer als u langs de heilige liep eerst aan goedheid dacht en daarna pas aan de heilige. Het is de goedheid en niet de mens die u voor uw trouw beloont.'
Wijsheid der dwazen - Idries Shah, Deventer, Ankh-Hermes
17:37. En wandel niet hoogmoedig op aarde rond want gij kunt de aarde niet doen splijten, noch kunt gij de bergen in hoogte evenaren.
Een man vond een cocon van een mot en nam het mee naar huis zodat hij het kon zien als de cocon uitkwam. Op een dag verscheen er een smalle opening. Hij ging zitten en bestudeerde de mot uren lang terwijl het beestje zijn lichaam door het kleine gaatje worstelde. Toen leek het alsof het beestje geen vooruitgang meer boekte. Het zag er naar uit dat het zover gekomen was als het kon. Het beestje kon niet verder en leek vast te zitten. In zijn goedaardigheid besloot de man de mot te helpen dus nam hij een schaar en knipte het resterende deel van de cocon af. De mot kwam er toen gemakkelijk uit maar had een gezwollen lijfje en kleine verkreukelde vleugeltjes. De man bleef de mot bestuderen omdat hij verwachtte dat de vleugels elk moment zouden vergroten en uit zouden zetten zodat ze het lijfje zouden kunnen dragen. Maar dit gebeurde niet. De kleine mot bracht de rest van zijn leven kruipend door met een gezwollen lijfje en verkreukelde vleugeltjes. Hij heeft nooit kunnen vliegen. Wat de man in zijn goedaardigheid en haast niet begrepen had, was dat de klemmende cocon en de benodigde worsteling voor de mot om door de kleine opening te komen, een manier was om de vloeistoffen van het lijfje naar de vleugels te dwingen zodat het klaar zou zijn om te vliegen zodra hij zich bevrijd had van de cocon.
Vrijheid en vlucht zouden alleen komen na de strijd. Door de mot van zijn strijd te beroven, heeft de man de mot van zijn gezondheid beroofd.
Soms is strijden precies wat we nodig hebben in ons leven. Als we door het leven zouden kunnen gaan zonder enige obstakels, zou het ons verkreupelen. We zouden niet zo sterk zijn als we hadden kunnen zijn.
" En Wij zullen u een weinig beproeven door vrees, honger, verlies van bezittingen, levens en vruchten; maar verkondig blijde tijdingen aan de geduldigen. "{2:155}
Op een dag staat een leraar voor zijn klas. Hij wil de kinderen iets uitleggen over de evolutie-theorie. Dus begint hij de kinderen vragen te stellen...
Leraar: "Zie je die boom buiten?" Ahmed: "Ja" Leraar: "Zie je dat gras buiten?" Ahmed: "Ja" Leraar: "Ga naar buiten en kijk of je de hemel ziet." Ahmed: "Ok (een minuut later is hij weer terug)..., ja ik zag de hemel." Leraar: "Zag je ook God?" Ahmed: "Nee"
Leraar: "Dat wilde ik jullie even duidelijk maken. We zien God niet omdat Hij er niet is en omdat Hij niet bestaat."
Dan is er een klein meisje dat haar hand opsteekt. ze wil Ahmed ook wat vragen stellen. De leraar vind het goed en het meisje begint......
Meisje vraagt Ahmed: "Zie je die boom buiten?" Ahmed: "Ja" Meisje: "Zie je dat gras buiten?" Ahmed: "Jaaa" Meisje: "En daarnet buiten, zag je toch de hemel?" Ahmed: "Jaaaaa" Meisje: "Zie je de leraar?" Ahmed: "Ja jaaaa" Meisje: "Zie je ook zijn hersenen?" Ahmed: "Nee" Meisje: "Nu naar aanleiding van wat we vandaag geleerd hebben, moet hij geen hersenen hebben......!.
Een Arabische (islamitisch) meisje ging op een dag naar een feest bij haar vriendinnen. Ze bleef er tot dat ze klok slag 24.00 uur hoorde. Ze realiseerde dat het laat is geworden en wilde naar huis gaan, dat is ver van waar ze zit. Ze is geraadpleegd om met de bus naar huis te gaan hoewel de trein sneller is. Maar zoals jullie weten alle stations zitten vol met criminelen en moordenaars en zeker op dat tijdstip. Daar aangekomen probeerde ze rustig te blijven, en probeerde ze haarzelf te overtuigen dat er niets zal gebeuren. Dat meisje was een NIET gepractiserende moslimse. Zij koos ervoor om met de trein te gaan omdat die sneller is. Toen ze op de ondergrondse 'wacht lokaal' zat, ging er door haar hoofd allerlei enge verhalen, die 's nachts op dat statoin gebeurt zijn. Zij was alleen op dat lokaal, behalve die enige enge MAN, helemaal in het zwart gekleed. In het begin was ze bang voor die man maar ze spaarde alle moed bij elkaar om rustig te blijven.De man kwam dichter en dichter naar haar toe tot hij juist voor haar stond. En toen begon ze wat Koran verzen die ze kende te reciteren.En ineens draaide die man zich en ging er van door. Ze bleef dat lezen totdat de trein kwam en ze er instapte om naar huis te gaan. Tot haar grootste schrik leest ze de volgende ochtend in de krant dat er op dezelfde station, waar ze gisteren was, 5 minuten na haar vertrek een meisje is vermoord en dat de dader aangehouden is.Ze ging naar het politiebureau en ze vertelde aan de politie dat ze daar ook, 5 minuten voor het misdrijf was, ze vroeg aan de politie of ze de dader 1 vraag mocht stellen aan de man? "Ze vroeg"; herken je mij? De man antwoordt: Ken ik jou dan? Zij zegt: Ik ben het meisje van gisteren op 't station ik was daar toen je voor me stond weet je nog?. En hij zei: Ja ik herken je. Vervolgens zegt zij: Waarom heb je mij dan niet vermoord in plaats van dat meisje? Daarop zei hij: Hoe kon ik je vermoorden, en als ik je vermoord had, wat zouden die TWEE GROTE MANNEN die links en rechts achter jou stonden met mij gedaan hebben??
Bismillah Ar-Rahmân Ar-Rahiem (In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle)
Een Sheikh vertelde over de wonderen en zegeningen van 'Bismillaah'. Tijdens één van zijn vertellingen was er ook een Joods meisje in het publiek aanwezig. Horende over deze wonderen en zegeningen van 'Bismillaah' werd haar hart geraakt en nam zijn de Islam aan. Vanaf dat moment was 'Bismillaah' constant op haar lippen, op elk moment van de dag en bij elke handeling gebruikte zij het woord 'Bismillaah' b.v. tijdens zitten, staan, slapen, wakker worden, lopen, wandelen, eten bereiden etc etc.
Vanwege het uitspreken van 'Bismillaah' waren haar ouders woedend op haar en ze begonnen haar op allerlei manieren tegen te werken en druk op haar uit te oefenen om het af te leren. De ouders beraamden een plan, om het meisje van iets te kunnen beschuldigen zodat zij ter dood veroordeeld kon worden. De vader van het meisje was de adviseur van de Koning. Op een dag gaf de vader, de ring van het Koning, die met diamanten was ingelegd in bewaring aan zijn dochter. Het meisje zei 'Bismillaah' en deed de ring in haar zak.' S nachts toen het meisje sliep, sloop de vader naar de kamer van de het meisje en stal de ring en gooide de ring diezelfde nacht in de rivier. Een vis slikte de ring in.
'S Ochtends heel vroeg gooide de een visser zijn net uit en als door "een wonder" kwam dezelfde vis in zijn net terecht. Op zijn beurt verkocht de visser de vis aan de adviseur en deze gaf de vis aan zijn dochter om het te bereiden en klaar te maken voor een feestmaal. Het meisje zei 'Bismillaah' en nam de vis aan en 'Bismillaah' zeggende sneed ze de vis open en plotseling zag zij de ring in de buik van de vis, 'Bismillaah' zeggende haalde ze de ring uit de buik van de vis en 'Bismillaah' zeggende deed ze de ring weer in haar zak.
Daarna maakte ze de vis klaar en diende het eten op. Na het eten vroeg de vader onschuldig in het openbaar, zijn dochter naar de diamanten ring van de Koning. Het meisje haalde de ring 'Bismillaah' zeggende uit haar zak, de vader schrok zich te pletter. Vanwege dit wonder mislukte het plan van haar vader. Allah is de beste plannenmaker. Allah , 'Al-Aziez' (de Machtige) en 'Al-Moehaymin' (de Beschermer), had door de zegeningen van 'Bismillaah' (in de Naam van Allah) het meisje gered van de doodstraf.
Dit is een verhaal over het vertrouwen en altijd steun zoeken bij Allah Subhana wa taala (de Heilige en Verhevene).
Er was eens een koning die een minister had, en die minister vertouwde altijd op Allah Subhana wa taala en alles wat hem overkwam goed vond. Op een dag sneed de koning per ongeluk zichzelf in zijn handen, en verloor een pink. Hij bloedde heel erg. De minister was naast hem en zag alles gebeuren en zei: Kheir, kheir insha Allah (goed, goed als Allah dat wilt). De koning werd woedend en zei: Hoe kun je dit goed noemen, ik heb een vinger verloren en jij vindt dat goed?!. Sluit deze man op, zei de koning tegen de bewakers. Toen de bewakers hem meenamen zei de minister: Kheir kheir insha Allah. De koning hoorde hem en schudde zijn hoofd en keek de andere kant op.
Dagen later was de koning aan het jagen in een verlaten woud, hij liet zijn mannen en spullen achter, en ging alleen op pad. In het woud kwam de koning een volk tegen die een beeld zaten te aanbieden. Het was feest ter ere van dat beeld en daarom zochten ze naar een offer. Ze zagen de koning en pakte hem als offer, maar hun priester merkte dat de koning geen pink had en zei: Dit offer is niet volmaakt, de man mist een vinger. De koning werd vrijgelaten en was dol gelukkig.
Toen de koning weer in het paleis was zei hij tegen de bewakers: Laat de minister vrij, en laat hem naar mij komen. Toen de minister bij de koning aankwam zei deze: Nu begrijp ik waarom jij kheir kheir insha Allah zei toen ik mij vinger verloor. Want ik ben van een volk die mij als offer wilde slachten ontsnapt, omdat ik een vinger miste. De minister glimlachte en dankte Allah. De koning zei, maar ik heb nog een vraag voor je: Waarom zei je kheir kheir insha Allah toen je naar de gevangenis moest? De man antwoordde: Ik ben je minister en moet altijd bij je zijn, als ik niet naar de gevangenis meegenomen was, dan moest ik met jou naar het bos gaan en dan was ik opgeofferd in plaats van jou, omdat ik geen vinger miste.
De koning lachtte en zei: ALHAMDU LILAH, Kheir Kheir insha Allah
Ik ben karima, en gebruik soms ook wel de schuilnaam umm saalih.
Ik ben een vrouw en woon in amsterdam (nederland) en mijn beroep is pedagogiek.
Ik ben geboren op 13/05/1992 en ben nu dus 33 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: informatie zoeken over de islam.