Foto
Een interessant adres?
Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Blog als favoriet !
Foto
Archief per maand
  • 04-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
    Inhoud blog
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar
  • De mot
  • Meester ziet u die?
  • Het meisje met haar engelen!
  • De zegeningen van Bismillah
  • Als allah dat wilt
  • tiener moeder
  • wees verstandig
  • tajweed lessen
  • de naiefe jonge en de slimme jongen
  • soms
  • wat is politiek
  • DE RUQYA ZONDER GELD BEVAT MEER ZEGENINGEN
  • Soms heb je die beproeving nodig
  • de jood die 3 vragen stelde
  • zestig manieren om de Liefde van je vrouw te houden
  • mijn moeder
  • De Liefde & Barmhartigheid van Allaah Azza wa Djall‏
  • bn al-Qayyim (rahimahullaah) says:
  • De Hiedjra (Emigratie omwille van Allaah)
  • ik gaap erg veel tijdens het gebed
  • De waarde van een moeder
  • vragen te stellen over iets dat mijn dwars zat.
  • dit verhaal schreef ik toen ik even alleen wilde zijn
  • Mijn leven is heel erg veranderd na gisteren.
  • Een glas melk
  • en jonge man met 3 vragen
  • JE BENT ONBETAALBAAR VOOR DIEGENE DIE VAN JE HOUDEN
  • Het lezen van de koran
  • Moeilijke tijden
  • HET EERBIEDIGEN VAN OUDERS: VERHAAL MET MORAAL
  • oordeel niet te snel
  • DE WIJZE MAN
  • Hij reciteerde de Qoraan
  • Aisha en haar Parels
  • de zwarte vrouw.
  • A King With Four Wives
  • Armoede / Rijkdom
  • Type Ticket: Enkeltje
  • De waarde van een moeder
  • en zuster die dit schreef voor mij Parel in Islam ... Dat ben jij! mijn lieve zuster
  • De smaak van het snoep..."
  • Een plaats
  • My heart full of compassion
  • Say there's a weak spot
  • Time is ticking very fast en verdwaald zijn we
  • Het werk van Allaah,
  • She smliled...
  • Moeders en dochters
  • Ik groeide op tot een volwassen meid,
  • Isn't the woman there my sister
  • Een zus met wie je alles kan delen.
  • Jij kwam in mijn leven
  • Dank je voor de duizend dingen,
  • vriendschap
  • ben ik dan zo verwend?
  • Salaam oe alaikoem
  • Mysterieuze ziekte verandert jongen langzaam in skelet
  • Wilders roept moslims op islam te verlaten
  • Daar stond ze dan.
  • Je bent direct, vertrouwd en te eerlijk.
  • Heb jij du’a gedaan en vergeving gevraagd?
  • Alleen voor echtgenoten
  • het verhaal van natasja chiafele het verhaal van en bekeerde
  • Vrouwenemancipatie,
  • Zijn mannen en vrouwen gelijk?
  • Hoe zou het zijn die eerste keer?
  • Je bent direct, vertrouwd en te eerlijk
  • Heb jij du’a gedaan en vergeving gevraagd?
  • Alleen voor echtgenoten
  • en meisje in de spiegel
  • wonderen van de
  • download de flyers en deel ze uit
  • laatste nieuws van de dawah centrum in suriname
  • dawah project suriname
  • gapen tijdens gebed
  • hoe verbeter jij jou hart
  • de dawah project in suriname
  • het witr gebed
  • De Sadjdah voor vergeetachtigheid
  • tijd plaats kleding en soorten gebeden
  • Het verhaal van de adzaan
  • de woedhoe
  • shahada/geloofsgetuigenis
  • wat is islam?
  • Brief van een jongen
  • Woorden gericht aan de oprichtster maimunah van der heiden
  • gedichten 7
  • gedichten 6
  • gedichten 5
  • gedichten 4
  • gedichten 3
  • gedichten 2
  • gedichten
  • De gunsten van du'aa & dhikrullaah
  • Totdat jullie terugkeren naar het praktiseren van jullie deen
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Mailinglijst

    "Wil je op de hoogte geworden houden van alle updates van deze website, schrijf je dan nu in voor de emaillijst:


    Inhoud blog
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar
    Een interessant adres?
    Een interessant adres?
    Welkom op mijn blog. geniet en leer van de verhalen op mijn website
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rondvraag / Poll
    als je en lezing zou geven,waar zou jij het over hebben?
    engelen
    het hiernamaals
    het paradijs
    de hel
    Allah
    de soorten geloven en het boek
    het leven van de profeten
    tawba en taqwa verrichten
    de wetenschapelijke onderzoeken
    djins en de shayjtaan
    iets anders
    Bekijk resultaat

    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • www.compassion-in-islam.com
  • 1001gedichten.nl
  • risala.nl
  • forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    info islam

    welkom op de site met info over de islam
    03-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten

    Compassion

    A beggar in the street I saw,
    Who held a hand like withered claw,
    As cold as clay;
    But as I had no silver groat
    To give, I buttoned up my coat
    And turned away.

    And then I watched a working wife
    Who bore the bitter load of life
    With lagging limb,
    A penny from her purse she took,
    And with sweet pity in her look
    Gave it to him.

    Anon I spied a shabby dame
    Who fed six sparrows as they came
    In famished flight;
    She was so poor and frail and old,
    Yet crumbs of her last crust she doled
    With pure delight.

    Then sudden in my heart was born
    For my sleek self a savage scorn,
    Urge to atone;
    So when a starving cur I saw
    I bandaged up its bleeding paw
    And bought a bone.

    For God knows it is good to give;
    We may not have so long to live,
    So if we can,
    Let's do each day a kindly deed,
    And stretch a hand to those in need,
    Bird, beast or man.


    jemah


    Je zus in islaam
    , Maimunah

    Dit is je zus; je zus in islaam, 
    je kent haar niet, niet eens haar naam.
    Zie hoe onze blikken naar haar kijken, 
    of haar kleren wel islamitisch lijken.

    Onze hoofden zijn vol met gedachten, 
    over wat wij van een moslima verwachten; 
    hoofddoek, jelleba, bescheiden gedrag, 
    geen geroddel, strakke kleren of luid gelach. 
    Geen gedrag waarmee zij mannen bekoort, 
    iedereen weet wel hoe het eigenlijk hoort.

    Maar dat jouw zus; je zus in islaam, 
    die dat alles ver van zich af voelt staan, 
    geen hand naar zich krijgt toegereikt, 
    dat is toch iets waaruit geen zusterschap blijkt?

    Waarom niet zeggen "Lieve zus, ik kan je begrijpen, 
    ik weet wel dat je stap voor stap zal rijpen.
    Als je warmte en liefde met ons gaat delen, 
    zal de harde buitenwereld je minder schelen!

    Als islaam ook jouw basis worden gaat, 
    dan loop je straks niet meer met jongens op straat.
    Samen zullen we iets in islaam gaan bouwen, 
    zodat Allaah van ons zal houden."

    Vergeving, geduld, liefde en kennis in praktijk, 
    maakt dat niet ieder van ons enorm rijk? 
    Denk na: wat maakt jou echt tevreden? 
    Een film? Een feest? Of meisjes helpen die ooit erg leden?

    Alleen zijn is niet goed, dan sta je niet sterk 
    Samen in islaam, dat is ons werk!


    verborgen


    Isn't the woman there my sister

    Isn't the woman there my sister?
    in Islaam, I mean to say.
    For I just took my shahaadah
    at the masjied here today.

    Isn't the woman there my sister?
    I openly ask without any qualms.
    The one who just walked past me
    without offering me her salaams.

    Isn't the woman there my sister,
    though she stands alone to pray.
    Each time I move to touch her shoulder
    she takes a step and pulls away.

    Isn't the woman there my sister,
    the lady that is not of my race.
    For both of us are muslim women
    with varied hues making up our face.

    Isn't the woman there my sister,
    who laughed and made fun of me.
    And those other sisters of mine who listened,
    doesn't their silence make them also guilty?

    Isn't the woman there my sister,
    who didn't call me when I was sick.
    For she seems to only show concern
    for those special sisters, in her own click.

    Isn't the woman there my sister,
    who I invited for iftar in my home.
    But unfortunately she did not make it,
    how I wish she had bothered to phone.

    Isn't the woman there my sister,
    don't we both love our religion; this Deen?
    Then why am I sharing my lament
    about her being uncaring, indifferent and mean?

    Isn't the woman there my sister?
    Won't she open up and try to treasure
    the love I want and need to share with her
    as we both seek Allaah’s Merciful Pleasure.


    Mijn moeder kan beter dan ik dichten, Mina.

    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd tijdens het hoeden 
    van de koeien en de schapen. 
    Dat heeft ze geleerd wanneer ze 'rha' moest draaien 
    voordat de zon opkwam. 
    Dat heeft ze geleerd bij het halen van water uit de put 
    kilometers verderop.

    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd slapend op het open dak 
    kijkend naar duizend heldere sterren. 
    En tussen de doodse stilte van de graven, 
    luisterend naar de recitatie van de qur'aan.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd tijdens het melken van de geiten 
    's morgens vroeg voor de hele familie. 
    En het bakken van een dozijn broden in de oven. 
    Dat heeft ze ook geleerd tijdens het dragen van tonnen water 
    op haar tere rug voor haar zieke kinderen.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd bij het wassen van kleren in de stromende rivier 
    en het schilderen van hennah op handen van de bruiden. 
    Dat heeft ze geleerd door ritmisch met haar schouders te dansen 
    en met haar voeten te stampen.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd toen ze haar geliefde dorp achter liet 
    en naar Tanger verhuisde voor een paar dirhams.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd toen ze Marokko achterliet 
    en in Nederland kwam wonen voor een paar guldens. 
    En haar dierbare zoon daar alleen achterliet.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten, 
    hoewel ze nooit een pen heeft vast gehad.




    Ik groeide op tot een volwassen meid, Maimunah.

    Ik groeide op tot een volwassen meid, 
    en besteedde aan mijn familie maar weinig tijd.
    Ik voelde me van mijn ouders vervreemd 
    en van mijn cultuur, mijn wortels ontheemd.
    Mijn moeder kwam nooit naar de ouderbezoeken, 
    mijn vader negeert me vanwege mijn broeken.
    Mijn broer, met wie ik vaak goed kon praten, 
    heeft ons huis laatst plotseling verlaten.
    Van kleins af aan had ik altijd een droom;
    een gezellig huis, sfeervol, een home! 
    Maar we leven al jaren langs elkaar heen, 
    het voelt thuis zo koud, zo kil als een steen.

    Ik draag sinds mijn dertiende al deze kleren, 
    zoek liefde van jongens, van mannen, van heren.
    Ik hoopte altijd dat ik met mijn zichtbare string 
    op een dag de blik van een mooie jongen opving 
    en vervolgens in zijn armen alles zou gaan vergeten 
    wat ik in mijn bewustzijn niet langer wil weten.
    Eindelijk voelen wat liefde, wat warmte is, 
    na al die jaren van vreselijk gemis.
    Nadat ik mij aan hem had gegeven 
    wilde ik voor altijd met hem samen leven.
    Het bleef maar spelen in mijn gedachten, 
    maar hij zei iedere keer dat ik nog moest wachten.
    Ik ging van hem houden, me diep aan hem hechten, 
    wou voor een leven met hem samen vechten.
    Ik raakte zwanger, het was niet zo bedoeld.
    Ik was zo blij, had me nooit zo gevoeld!
    Toen de vreugde opwelde en ik het hem vertelde 
    sloeg hij in mijn gezicht, ik verloor evenwicht, 
    viel op de grond, hoorde toen uit zijn mond: 
    "Ik zal wel betalen, maar je moet 't weghalen, 
    ik ben er niet klaar voor om me te binden, 
    ik denk dat je maar een andere jongen moet vinden."

    Zo heb ik mijn liefste en mijn baby verloren 
    en kan geen een man mij ooit nog bekoren.
    Ik besloot te gaan leren, heel hard te studeren, 
    mijn hoofd van mijn hart te laten gaan winnen, 
    een heel nieuw leven voor mijzelf te beginnen, 
    niemand te vertrouwen; ze zullen niet van me houwen...
    Maar vandaag kwam ik mee naar deze moskee, 
    Ik wou niet gaan, ik had geen tijd.
    Maar ik voel hier iets dat mijn hart verblijdt.
    Ik wist niet dat hier meisjes kwamen zoals mij, 
    die zitten dicht naast je, voor je, zij aan zij.
    Ik zie in hun ogen iets dat ik herken, 
    en merk dat ik niet langer de enige ben.
    Ik durf niet te voelen, durf niet te kijken, 
    maar zie een hand naar m'n been uitreiken.
    De hand is warm, van een zuster die lacht, 
    ik kijk in haar ogen, ik zie zoveel kracht! 
    Ze zegt: "Ik houd van jou vanwege islaam, 
    zul je altijd hier blijven komen gaan?"

    Een traan uit mijn oog valt neer op mijn wang, 
    dit is heel wat anders dan eigenbelang.
    Dit is wat ik miste in mijn eenzame leven, 
    dat mensen elkaar vanwege Allaah kunnen geven.
    Ogen van een hart dat mij ziet hoe ik ben, 
    is een gevoel dat ik al lang niet meer ken.
    Mijn hart was te lang niet met Allaah verbonden,
    ondanks dat heeft Hij mij hierheen gezonden.
    En kijk wat ik vind en wat ik hier tref: 
    wat een prachtig gevoel; wat een heerlijk besef! 
    Ik wil mij bekeren; over mijn roots gaan leren.
    Ik heb nooit geweten, nooit eerder gedacht; 
    ik behoor tot een oud islamitisch geslacht!
    Laat ik blij zijn, er trots op gaan wezen, 
    alles over islaam gaan leren en lezen.
    Op een dag met een broeder gaan trouwen 
    die omwille van Allaah van mij zal houwen.
    Zodat ik onze kinderen een bodem kan geven 
    voor een islamitisch, succesvol leven.
    Ik hoop dat jullie er altijd zullen zijn, 
    voor ieder meisje met verdriet en pijn.
    Zodat jullie haar alles leren, 
    en zij met zelfvertrouwen terug kan keren 
    naar de harde buitenwereld die op haar wacht, 
    geef elkaar die liefde, die warmte, die kracht!


    Moeders en dochters

    In een volksuniversiteit
    verkocht een vrouw brochures en zei
    ik ben de moeder van Frigga
    die straks de lezing houdt

    Op een vergadering van vrouwen voor vrede
    smeerde een vrouw broodjes en zei
    ik ben de moeder van Eva
    die jullie allemaal kennen
    Bij een demonstratie
    droeg een vrouw het spandoek en zei
    ik ben de moeder van Maria
    dat had ze zo bedacht

    Toen ik het voor de derde keer hoorde
    moest ik huilen
    omdat mijn moeder niet achter me staat

    En ik die mooie woorden
    alleen van anderen heb gehoord
    die mij omhelsden en zeiden
    ik zou je moeder kunnen zijn

    je bent het heb ik eens gemompeld
    ach het was niet waar
    maar ze gaf mij een vest
    omdat ze zag hoe koud ik het had


    Even iets van God

    Een arm om je heen 
    als je moe bent en koud.
    Een mens die je troost 
    en die veel van je houdt.
    Een hand in jouw hand 
    als je niet durft te gaan.
    De stem die je roept 
    als je eenzaam blijft staan.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God.

    Een blik vol begrip 
    als je voelt het gaat mis.
    Een mens die juist komt 
    als er niemand meer is.
    Een woord dat je raakt 
    dat je moed geeft en kracht.
    Een kans die je krijgt 
    die je nooit had verwacht.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God.

    Een mens die je zegt: 
    Toe, je kunt het, komaan!
    Een droom die je helpt 
    om weer verder te gaan.
    Een teken van leven 
    dat maakt je dag weer goed.
    Als jij het niet kan 
    komt er iemand die het doet.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God,
    even iets, even iets van God.




    She smliled...
    She smiled at a sorrowful stranger.
    The smile seemed to make him feel better.

    He remembered past kindness of a friend
    And wrote him a thank you letter.

    The friend was so pleased with the thank you
    That he left a large tip after lunch.

    The waitress, surprised by the size of the tip,
    Gave part to a man on the street.

    The man on the street was grateful,
    For two days he'd had nothing to eat.

    After he finished his dinner,
    He left for his small dingy room.

    He didn't know at that moment
    that he might be facing his doom.

    On the way he picked up a shivering puppy
    And took him home to get warm.

    The puppy was very grateful
    To be in out of the storm.

    That night the house caught on fire.
    The puppy barked the alarm.

    He barked till he woke the whole household
    And saved everybody from harm.

    One of the boys that he rescued
    Grew up to be president.

    All this because of a simple smile
    That hadn't cost a cent.

    03-02-2012 om 08:15 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gunsten van du'aa & dhikrullaah
    Met uitleg van Ibn Haadjar, An-Nawaawie, Al-Mubaarakpurie, Al-Munnawie, Al-Albaanie, 
    Al-‘Uthaymien, Al-‘Abbaad en anderen…
    Vertaald door Um sadjaad
    Introductie
    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 102:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”2
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                            
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeet’s  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hen het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”3
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit schrijfwerk is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 4
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah)                                                           
    en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen)                                                                                                      
    en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben 
    welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de 
    rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen. Wanneer de moslims 
    de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de waarheid onpartijdig te 
    gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen sektes en wetscholen.
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie5
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is 
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft,                                               
    en volg niet hun begeerten.”
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.6
    Om verder te gaan:
    Waarlijk, de meest ware toespraak is het Boek van Allaah en de beste leiding is de leiding van 
    Muhammad.  En de slechtste zaken zijn de nieuwe toegevoegde zaken (‘bid’ah’)                                                  
    en alle nieuwe zaken zijn toevoegingen in de religie en alle toevoegingen zijn misleiding                                          
    en alle misleiding leidt naar het Vuur.
    Waarlijk, niemand kan de uitmuntendheid van het Boek ontkennen, waarvan de beschrijving is,                                         
    zoals de Almachtige heeft gezegd:
    “Dit is het Boek (de Qur’aan) waaraan geen twijfel is, een leidraad voor de moettaqoen.”                                                                                                                                                                       
    (soerah Al-Baqarah 2: 1-2)
    Geprezen is Hij, waarlijk dat is een grote zegen, en Hij heeft dat uitgelegd:
    “Voorzeker, Allaah gaf een grote gunst aan de gelovigen, toen Hij tot hen een Boodschapper uit 
    hun midden stuurde. Hij draagt hen Zijn verzen voor. En hij reinigt hen (de gelovigen)                                                         
    en hij onderwijst hun het Boek en de Wijsheid, terwijl zij daarvoor zeker in duidelijke dwaling 
    verkeerden.”                                                                                                                                                                               
    (soerah Aal-‘Imraan 3: 164)
    En Hij, de Ware heeft gezegd:
    “(Dit is) een Boek dat Wij aan jou (O Muhammad  ) hebben neer gezonden,                            
    opdat jij de mensen uit de duisternissen naar het licht zult voeren, met verlof van hun Heer,                                               
    naar het Pad van de Almachtige, de Geprezene.”                                                                                                                               
    (soerah Ibraahiem 14: 1)
    Al-Allaamah as-shaikh ‘Abdur-Rahmaan as-Sa’die (rahimahullaah) heeft in zijn uitleg van dit vers 
    gezegd:
    “De Meest Verhevene laat weten dat Hij Zijn Boek als een voordeel voor de schepping heeft gestuurd 
    aan Zijn Profeet Muhammad;  om de mensen van de donkerte van onwetendheid en ongeloof                              
    en armzalige normen en alle soorten zonden te halen, naar het licht van kennis en iemaan (geloof)                   
    en goed karakter…”
    En de Meest Glorierijke zegt ook:7
    “En Wij hebben jou het Boek neer gezonden, als een uitleg van alle zaken en als leiding                                                    
    en barmhartigheid en een verheugende tijding voor de moslims.”                                                                                
    (soerah An-Nahl 16: 89)
    Al-iemaam Ibn Kathier brengt in zijn uitleg van dit vers een hadieth naar voren van de nobele 
    metgezel Ibn Mas’ud  die in zijn uitleg van dit vers zei:
    “(Een Boek dat is) uitgebreid en omvattend; waarlijk, de Qur’aan omvat alle soorten voordelige 
    kennis, over wat vooraf is gegaan en over wat gaat komen en het oordeelt over alles wat verboden                   
    en wat toegestaan is en het is een opheldering van dat wat de mensen nodig hebben in hun religieuze 
    en wereldse zaken en in hun levens en hun Hiernamaals.”
    Geprezen is Allaah, Die deze grote gunst aan ons heeft gestuurd. En waarlijk, haar uitmuntendheid 
    eindigt nooit en niets is gelijk aan haar. Het is de beste soort leiding voor degenen die leiding zoeken. 
    Het leidt naar het rechte pad en de juiste manhadj (geloofsleer): 
    “Voorwaar, de Qur’aan leidt naar wat rechter is en brengt de goede tijdingen aan de gelovigen die 
    goede werken verrichten; dat er voor hen een grote beloning is.”                                                                                                  
    (soerah Al-Israa’ 17: 9)
    In zijn uitleg van dit vers zegt Al-Allaamah as-shaikh As-Sa’die (rahimahullaah):
    “De Meest Verhevene informeert over de nobelheid van de Qur’aan en haar majesteit.                                             
    En dat ‘het leidt naar wat rechter is’, dat wil zeggen: datgene wat het meest oprecht is                                                
    en het meest verheven in termen van geloofsovertuiging en daden en moraal (deugdzaamheid).                                               
    Degene die de leiding aanneemt die de Qur’aan aanreikt wordt de meest complete onder de mensen 
    en het meest rechtvaardig en standvastig onder hen en de meest geleide onder hen, in alle zaken…”
    Waarom nemen de moslims de Qur’aan niet als hun leider en houden zij er niet aan vast na al deze 
    verzen en veel meer die we lezen? Inderdaad, we dienen onze prioriteiten opnieuw te overdenken! 
    Of misschien behoren wij tot degenen die beschreven en berispt zijn:
    “Denken zijn niet diep na over de Qur’aan? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”                                                                            
    (soerah Muhammad 47: 24)
    We zoeken Allaah’s bescherming hiertegen. Of misschien vergeten wij wat er op de Dag des Oordeels 
    zal gebeuren:8
    “En de Boodschapper  zei: “O mijn Heer, voorwaar, mijn volk heeft deze Qur’aan achter 
    gelaten.” (zij luisterden er niet naar noch leefden zij volgens haar wetten en bevelen)                                                                                                                                                                                     
    (soerah Al-Furqaan 25: 30)
    Ibn Kathier heeft in zijn uitleg van dit vers en het beschrijven van de methodes van mensen die de 
    Qur’aan hebben verlaten gezegd:
    “En het verlaten betekent ook het niet leren en herhalen ervan. En niet nadenken over de 
    betekenissen en het (niet)begrijpen behoort ook tot het verlaten. En haar bevelen niet uitvoeren en 
    haar verboden niet nalaten behoort ook tot het verlaten ervan. En ook het vervangen ervan met 
    poëzie of kletsen of muziek of nutteloos gepraat of iets anders ervoor in de plaats, behoort ook tot het 
    verlaten ervan. Dus wij vragen Allaah, de Meest Nobele Schenker van Gunsten, Degene Die alles kan 
    doen wat Hij wil, om ons weg te houden van datgene wat Hij veracht en om ons te leiden naar 
    datgene waar Hij tevreden mee is; van het leren en begrijpen van Zijn Boek en dag en nacht 
    standvastig te zijn met wat het vereist op een manier waar Hij tevreden mee is en waar Hij van houdt.                                                            
    Waarlijk, Hij is de Meest Vriendelijke, de Schenker.”
    En daarom zag ik het belang van het samenstellen van betrouwbare overleveringen die over de 
    uitmuntendheid gaan van de Qur’aan; recitatie, herinnering, overdenking, begrijpen en ernaar 
    handelen.
    En om de voetstappen van onze geleerden te volgen besloot ik om veertig ahaadieth samen te 
    stellen. Maar zoals de lezer zal zien bevat het boek meer dan dat, alhamdulillaah.                                                        
    En in voordeel van de hadieth heb ik korte uitleg en fragmenten van de geleerden toegevoegd op 
    plekken waar het paste. Ik heb dit werk (in haar Arabische versie) doorgestuurd aan onze shaikh; 
    shaikh Khaalid al-Anbarie (hafidhahullaah) en hij was er alhamdulillaah tevreden over.
    Al het goede van dit werk is een zegen van Allaah en als er fouten zijn dan is het van mijzelf en de 
    shaytaan.
    Ik wil mijn broer Abu Imraan en mijn zus Umm ‘Aa’ishah bedanken voor het nakijken en bewerken 
    van het werk. En ook mijn broer Taalib al-Britaanie voor al zijn hulp en advies.
    Moge Allaah hen met al het goede belonen en ons allen standvastig maken op de Qur’aan en de 
    soennah en de gezegende methode van de Vrome Voorgangers.
    Ik vraag Allaah om ons te leiden en ons tot Zijn speciale mensen t e laten behoren; de Ahlul Qur’aan., 
    om het dag en nacht te reciteren, onze borsten ermee te verlichten, onze religie erdoor te begrijpen 
    en het in alle zaken onze iemaam te laten zijn. Waarlijk, Hij is Degene Die leidt naar al het goede. 
    Abu Waheeda as-Salafie (admin@almuflihoon.com)9
    De mensen van de Qur’aan zijn de beste mensen
    ‘Uthmaan  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De beste van jullie zijn degenen die de Qur’aan leren en (degenen die) het onderwijzen.”   
    Verzameld door Al-Bukhaarie (4739), Ibn Hibbaan (118), At-Tirmidhie (2907),                                                                 
    An-Nasaa’ie in ‘Al-Kubra’(8037), Abu Daawuud (1452), Ahmad (500), en Ad-Daarimie (3337)
    En in de verzameling van Al-Bukhaarie staat ook dat ‘Uthmaan  heeft overgeleverd dat de Profeet 
    heeft gezegd:
    “De meest deugdzame van jullie zijn degenen die de Qur’aan leren en (degenen die) het 
    onderwijzen.”
    Al-Haafidh Ibn Haadjar zei:
    “Wij zeggen: de Qur’aan is de meest nobele van alle soorten kennis. Dus degene die het leert                                          
    en het aan anderen onderwijst wordt meer nobel dan degene die iets anders dan dat onderwijst,                                   
    zelfs al onderwijst hij iets dat goed wordt vastgesteld voor zijn leerling. En er is geen twijfel dat het 
    leren van de Qur’aan en het onderwijzen ervan completer is voor iemands ziel en voor anderen…”                                      
    ‘Fath ul-Baarie’ 14/ 244
    Al-Iemaam Al-Albaanie zei in ‘Silsilah as-Sahiehah’ (1173) in zijn notities onder deze hadieth:
    “En in deze hadieth is een bevel om de Qur’aan te leren en dat de beste leraar de leraar van de 
    Qur’aan is en dat de beste kennis die iemand kan leren de kennis van de Qur’aan is.                                                  
    Dus hoe wenselijk is het dat de studenten van kennis zich dit realiseren, want er is groot voordeel in. 
    En tot de rampen die ons tijdperk hebben geraakt, behoort dat je vele van de oproepers of 
    beginnelingen onder de studenten van kennis ziet die fatwa’s geven en vragen van mensen 
    beantwoorden terwijl zij niet eens hun recitatie van soeratul-Faatihah correct hebben gemaakt
    volgens de juiste manier van reciteren…”
    Vervolgens zei hij:
    “Dus het advies aan mijzelf en vervolgens aan hen, is dat het beste waar de student van kennis mee 
    kan beginnen, het uit het hoofd leren van de Qur’aan is.”
    Het is leiding en licht
    Zayd ibn Arqam  heeft (in een lange overlevering) gezegd:10
    “De Profeet  gaf een waarschuwing en zei toen:
    “O mensen! Waarlijk ik ben een mens en het wordt gevreesd dat de boodschapper van mijn Heer 
    tot mij komt en ik zal antwoorden (aan de dood) en dus laat ik waarlijk twee grote dingen bij jullie 
    achter; de eerste daarvan is het Boek van Allaah; er is leiding en licht in.                                                     
    Houd jullie daarom aan het Boek van Allaah vast en houd er stevig aan vast.”
    Zayd zei: “Dus hij  spoorde krachtig aan tot het Boek van Allaah en hij moedigde ertoe aan…”
    Verzameld door Muslim (7/ 123), At-Tirmidhie (3790), Ahmad (3/ 14, 17, 26, 59,                                                             
    Al-Albaanie in ‘Silsilah as-Sahiehah’ 5/ 37
    De beste kennis en de bron van rahmah en genoemd worden bij Allaah
    Abu Hurairah  heeft (in een lange hadieth) gezegd: “De Profeet  zei:
    “Allaah zal een weg naar het Paradijs vergemakkelijken voor degene die op een pad loopt om 
    kennis te vergaren. En waarlijk, geen groep verzamelt in een van de huizen van Allaah,                                                        
    het Boek van Allaah reciterend en het onderling bestuderend, zonder dat rust op hen neerdaalt, 
    rahmah hen omhult en de engelen hen omringen en Allaah noemt hen bij degenen die in Zijn 
    aanwezigheid zijn.”                                                                                                                                                                   
    Musnad van Iemaam Ahmad (2/ 252), Sahieh Muslim (2699), Sunan Abie Daawuud (1455)
    Shaikh al-‘Allamah ‘Abdul-Muhsin al-‘Abbaad zegt:
    “In zijn ( ) uitspraak: “Allaah zal een weg naar het Paradijs vergemakkelijken voor degene die op 
    een pad loopt om kennis te vergaren” bevindt zich de aanmoediging om wettige kennis te vergaren 
    en het pad te bewandelen dat jou daar naartoe leidt. Of door te reizen om kennis te vergaren                                            
    of door de middelen tot je beschikking te nemen zoals lezen in boeken waar je voordeel uit kunt halen                                         
    of door je regelmatig in het gezelschap van geleerden te bevinden en kennis van hen te verkrijgen                                    
    en andere middelen…
    En de beloning hiervoor is het gemak dat Allaah schept waarmee de student van kennis naar het 
    Paradijs wordt geleid.
    En dat wordt gerealiseerd door zijn sterke wil dat hij datgene wil bereiken wat hij van plan was en dat 
    is kennis. En het wordt ook gerealiseerd door zijn sterke wil om te handelen volgens datgene wat hij 
    leert, wat betreft de wetgevingen. En dat zal de reden zijn waarom hij het Paradijs zal binnen treden.
    En in zijn ( ) uitspraak: “En waarlijk, geen groep verzamelt in een van de huizen van Allaah,                                                        
    het Boek van Allaah reciterend en…” bevindt zich een aanmoediging voor het samen zijn in de 
    masdjid; de Qur’aan te reciteren en te bestuderen. De een reciteert en de ander luistert;                                                       
    om de beurt reciterend zodat zij elkaar kunnen corrigeren en versterken in het reciteren op de juiste 
    manier en zodat zij allemaal voordeel bij elkaar hebben.”11
    Tot waar hij zei:
    “En de beloningen van het samen komen in de masdjid, het reciteren en studeren van de Qur’aan 
    bestaat uit vier zaken:rust daalt op hen neer, rahmah omhult hen en de engelen omringen hen                                   
    en Allaah noemt hen onder de engelen.”                                                                                                                                                          
    ‘Fath-ul-Qawiyyul-matien fie Sharh arba’ien’; hadieth 36
    Degene die het als een leider aanwijst zal erdoor geleid worden naar het Paradijs
    Djaabir  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De Qur’aan is een bemiddelaar en het bemiddelt (met Allaah’s toestemming).                                                                                                                               
    En het is een tegenstander die waarheidsgetrouw is. Dus degene die het als zijn leider aanwijst                           
    zal (erdoor) naar het Paradijs worden geleid. En degene die het achter zich plaatst zal (erdoor) naar 
    het Vuur worden geleid.”                                                                                                                                                            
    Verzameld door Ibn Hibbaan; 1793, Al-Albaanie in ‘Silsilah as-Sahiehah’; 2019,                                                              
    en in ‘Sahieh al-Djaamie’ as-Saghier’; 4443
    Al-Allamah Al-Munnawie heeft gezegd:
    “Dit is vanwege de (andere) principes van de Sharie’ah; (dat is) de soennah,                                                                          
    de idjmaa’(de overeenstemming) en de qieyaas (analogische conclusie van geleerden);                                                                                 
    deze zijn allemaal op de Qur’aan gebaseerd. Dus degene die het niet als zijn leider maakt heeft 
    andere dan de exacte basis gebouwd en hierdoor zal het hem naar het Vuur leiden.”                                                                                                                                                                                                         
    ‘Faydhul-Qadier’; 4/ 699
    Het advies van de Profeet 
    Abu Dharr  heeft gezegd: “O Boodschapper van Allaah!  Adviseer mij.” Dus zei hij:
    “Ik adviseer jullie om taqwaa’ tegenover Allaah te hebben, want dat is inderdaad de piek van alle 
    zaken.” Dus zei ik: “O Boodschapper van Allaah,  adviseer mij meer.”                                                                                        
    Dus zei hij:  “(Ik adviseer jou) de recitatie van de Qur’aan is aan jou.                                                                                             
    Waarlijk, het is een licht voor jou in deze wereld en het is een licht voor jou in het Hiernamaals.”
    Overgeleverd door Ibn Hibbaan (in een lange hadieth) en hij heeft het betrouwbaar verklaard                                                                
    en ook ‘Sahieh at-Targhieb wat-Tarhieb’ van Al-Albaanie; 1422
      
    Het is het teken/wonder geopenbaard aan de Profeet 
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:12
    “Er is nooit een profeet onder de profeten geweest, zonder dat hij (met een teken) van onder de 
    tekenen was begunstigd, waardoor de mensen werden aangespoord om (in hem) te geloven.                              
    En waarlijk, aan mij is de openbaring (van de Qur’aan) geschonken die Allaah aan mij geopenbaard 
    heeft. Ik hoop dat ik het grootste aantal volgelingen zal hebben op de Dag der Opstanding.” 
    Verzameld door Muslim; 217
    Iemaam An-Nawaawie heeft overgeleverd:
    “Een van de interpretaties van de hadieth is dat aan iedere profeet wonderen werden gegeven                                           
    die bijna op die van de profeet die voor hem kwam leken, waardoor de mensen in hem geloofden.                                                                                           
    Wat het grootste wonder betreft, de meest zichtbare, dat is de Qur’aan; aan geen van de profeten 
    werd ooit iets soortgelijks geschonken. En vanwege dit zei hij: “Ik zal het grootste aantal volgelingen 
    hebben.”                                                                                                                                                                                                                        
    ‘Sharh Sahieh Muslim’ 1/ 278  
    Het karakter van de Boodschapper van Allaah 
    Sa’d bin Hishaam vroeg in een lange hadieth over enige kennis van degene die tot de mensen 
    behoort die de meeste kennis hebben…
    “Ik zei: “O moeder der gelovigen, vertel mij over het karakter van de Boodschapper van Allaah.”                                          
    Zij (‘Aa’ishah ) vroeg: “Lees je de Qur’aan niet?” Ik zei: “Ja, dat doe ik.” Hierop zei zij:                                                      
    “Het karakter van de Boodschapper van Allaah was de Qur’aan.”                                                                                              
    Hij zei: “Ik voelde me geneigd om op te staan en (verder) niets te vragen tot ik sterf.”                                                                                                          
    Verzameld door Muslim; 1233
    Iemaam An-Nawaawie zei:
    “De betekenis ervan is handelen naar de Qur’aan en stoppen bij de voorgeschreven grenzen ervan            
    (de verboden zaken) en gedragen volgens de manier die het voorschrijft en de voorbeelden 
    (vergelijkingen) overdenken en de verhalen die het bevat en bezinnen op de betekenissen ervan                              
    en de recitatie ervan mooi maken.”                                                                                                                                  
    ‘Sharh Sahieh Muslim’; 3/ 86
    Zij zijn de mensen van Allaah en zij zijn Zijn speciale mensen
    Anas ibn Maalik  heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allaah  zei:
    “Waarlijk, Allaah heeft Zijn (speciale) mensen op de aarde.” Zij (de metgezellen) zeiden:                                         
    “O Boodschapper van Allaah,  wie zijn zij?” Hij  zei: “Zij zijn de mensen (die de metgezellen 
    zijn) van de Qur’aan. Zij zijn de mensen van Allaah en zij zijn Zijn speciale mensen.”                                                                              13
    Verzameld door Ibn Maadjah; 215, Ahmad; 13566; Ad-Daarimie; 3326;                                                                          
    en ‘Sahieh at-Targhieb wa-Tarhieb’ van Al-Albaanie; 1432
    Al-‘Allaamah al-Munnawie heeft gezegd:
    “Het betekent: degenen die de Qur’aan onthouden; degenen die ernaar handelen zijn de awliyaa’
    (dichtbijzijnde vrienden) van Allaah. Zij zijn speciaal voor Hem van onder de gehele mensheid.                             
    Zij worden zo (‘de mensen van Allaah’) genoemd om hun verhevenheid aan te tonen,                                               
    zoals er gezegd is; het Huis van Allaah (Makkah).”                                                                                                                                        
    ‘Faydhul-Qadier’; 3/ 87
    Het is beter dan de beste wereldse bezittingen
    ‘Uqbah ibn ‘Aamir  heeft gezegd: “De Boodschapper van Allaah  kwam naar buiten terwijl wij 
    in het hogere deel van de moskee zaten, dus zei hij:
    “Houd iemand van jullie ervan om iedere dag wakker te worden en naar Buthaan of al-‘Aqieq te 
    gaan (bepaalde plaatsen) en twee vette (goede) kamelen te krijgen, zonder enige zonde te begaan, 
    noch enige relaties af te snijden?” Wij zeiden: “Wij zouden dat zeer zeker willen,                                                                  
    O Boodschapper van Allaah.”  Dus zei hij:  “Zal niemand van jullie naar de moskee gaan                                                   
    en twee verzen van het Boek van Allaah, de Meest Glorierijke, de Meest Machtige, leren of lezen?” 
    Want dat is beter voor hem dan twee vrouwtjeskamelen. En drie (verzen)zijn beter voor hem dan 
    drie (vrouwtjeskamelen) en vier (verzen) zijn beter voor hem dan vier (vrouwtjeskamelen).                                          
    En het aantal (verzen in totaal) is beter dan hetzelfde aantal kamelen.”                                                                           
    Verzameld door Muslim; 1332
    De Qur’aan is een bewijs voor of tegen jou
    Abu Maalik al-Asha’rie  heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allaah  zei: 
    “Reinheid is de helft van geloof (iemaan). En ‘Alhamdulillaah’ vult de schalen en ‘SubhaanAllaah’                            
    en ‘Alhamdulillaah’ vullen wat tussen de hemel en de aarde is. En de salaah (het gebed) is een licht 
    en sadaqah (liefdadigheid) is een bewijs en geduld is (geestelijke) verlichting en de Qur’aan is een 
    bewijs voor of tegen jou. Iedere persoon begint zijn dag als een verkoper voor zijn ziel;                                                         
    het bevrijdend of zijn ondergang veroorzakend.”                                                                                                                          
    Verzameld door Muslim; 328, Al-Albaanie in ‘Sahieh al-Djaamie’ as-Saghier’; 3857; At-Tirmidhie; 
    3517 en hij zei dat de hadieth Hasan Sahieh is
    Al-‘Allaamah al-Mubaarakpuurie zegt in de uitleg van de uitspraak: “En de Qur’aan is een bewijs voor 
    of tegen jou”: “En de betekenis ervan is duidelijk en dat is: het zal tot jouw voordeel zijn als je het 14
    reciteert en ernaar handelt en als je dat niet doet dan is het een bewijs tegen jou.”                                                              
    ‘Tuhfatul ahwaadhie’; 8/ 414
    Shaikh al-‘Allamah ‘Abdul-Muhsin al-‘Abbaad heeft gezegd:
    “Tot de voordelen van deze hadieth behoren:
    - De aanmoediging om ijverig en met inzicht met de Qur’aan te zijn. Het leren, over de betekenissen 
    ervan nadenken en ernaar handelen zodat het een bewijs voor iemand kan zijn.                                                                     
    - Een waarschuwing tegen ongehoorzaamheid wat betreft datgene wat de Qur’aan vereist                                      
    zodat het geen bewijs tegen iemand zal zijn.”                                                                                                                                                      
    ‘Fath-ul-Qawiyyul-matien fie Sharh ara’ien’; hadieth 23
    Rust daalt neer vanwege de recitatie van de Qur’aan
    Al-Baraa’ bin ‘Aazib  heeft gezegd: 
    “Iemand van onder de metgezellen reciteerde soerah Al-Kahf en er was een paard aan zijn zijde 
    met twee touwen vast gebonden. Toen overschaduwde een wolk hem en terwijl het steeds 
    dichterbij kwam begon zijn paard er bang voor te worden. In de ochtend vertrok hij en vertelde het 
    aan de Profeet  en hij  zei: “Dat was de rust (‘sakinah’) die neer daalt vanwege de recitatie 
    van de Qur’aan.”                                                                                                                                                                                       
    Verzameld door Muslim; 1325
    Iemaam An-Nawaawie zei:
    “En tot de lering in de hadieth behoort de gunst van recitatie. En dat het een reden is voor het 
    neerdalen van rahmah en de aanwezigheid van de engelen. En er is ook de gunst van luisteren naar
    de Qur’aan in (de hadieth).”                                                                                                                                                                            
    ‘Sharh Sahieh Muslim’; 3/ 148
    De Qur’aan is het perfecte Woord van Allaah, ongeschapen, een middel om toevlucht te zoeken
    Sa’d ibn Abie Waqqaas  heeft overgeleverd van Khawlah bint Hakiem  dat de Boodschapper 
    van Allaah  heeft gezegd:
    “Degene die een plek heeft bereikt en vervolgens zei: “A’udhu bikalimaatillaahi taammaati min 
    sharri maa khalaq” (“Ik zoek toevlucht in Allaah’s perfecte woorden tegen het kwaad van Zijn 
    schepping.”); niets zal hem raken totdat hij die plek verlaat.”                                                                                                         
    Verzameld door Muslim; 4881 en At-Tirmidhie; 3437  15
    Al-‘Allaamah al-Mubaarakpuurie heeft gezegd: “Al-Harraawie en anderen hebben gezegd:
    “De woorden zijn de Qur’aan en zij zijn perfect. En de betekenis is dat geen defecte of slechte 
    eigenschappen ooit erin gaan, in tegenstelling tot de woorden van mensen.                                                                  
    En er is gezegd dat zij nuttig zijn, voldoende en een genezing van al datgene waar toevlucht tegen 
    wordt gezocht.”                                                                                                                                                                   
    ‘Tuhfatul ahwaadhie’; 8/ 333
    De vergelijking van de gelovige die de Qur’aan reciteert
    Abu Musaa al-Ash’arie  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “De vergelijking van de gelovige die de Qur’aan reciteert is als de citrusvrucht; haar geur is goed                                           
    en haar smaak is goed. En de vergelijking van de gelovige die de Qur’aan niet leest is als de dadel; 
    er is geen geur en haar smaak is zoet. En de vergelijking van de hypocriet die de Qur’aan leest is als 
    de ui; haar geur is goed en haar smaak is zuur. En de vergelijking van de hypocriet die de Qur’aan 
    niet leest is als de tarwe; het heeft geen enkele geur en de smaak ervan is bitter.”                                                 
    Overeen gestemd
    Iemaam An-Nawaawie heeft gezegd:
    “In de hadieth is de aanbeveling om de Qur’aan uit het hoofd te leren.                                                                                                     
    En een aanbeveling om voorbeelden te geven om zodoende de bedoelde betekenis van iets weer te 
    geven en duidelijk te maken.”                                                         &

    03-02-2012 om 08:14 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Totdat jullie terugkeren naar het praktiseren van jullie deen
    SHAIKH MUHAMMAD ‘ABDUL WAHAB MARZOEQ AL-BANNA
    Vertaald door Um Sadjaad
    Introductie
    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 102:2
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                           
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeets  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:3
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de  islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 4
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah)                                                                            
    en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen)                                                                                    
    en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben 
    welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de 
    rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen.                          
    Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de 
    waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen 
    sektes en wetscholen.5
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is 
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft, en volg niet hun 
    begeerten.”6
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.
    Inleiding:
    “Ik begin in de Naam van Allaah, de Meest Genadevolle, de Meest Barmhartige.                                                  
    Alle lof is aan Allaah, de Heer van de werelden, ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden 
    te worden, behalve Allaah en dat Muhammad  Zijn dienaar en laatste Boodschapper is;                                    
    gestuurd aan de mensheid. 
    Ik wou al sinds lange tijd aan dit project beginnen; al sinds ik shaikh Muhammad Marzoeq al-Banna in 
    1995 ontmoette, (toen ik voor het eerst naar dit land; Saoedi-Arabië, kwam).                                                              
    Hij was mijn eerste leraar en alhamdulillaah lukte het mij om veel opnames van de lessen van de 
    shaikh te maken. Hij gaf vier keer per week les in zijn moskee, die hij in Jeddah, dicht bij zijn huis in
    het Safa district had gebouwd. Hij ging ook naar andere moskeeën in Jeddah omwille van de da’wah.
    Deze tapes zijn waardevol en hebben waardevolle kennis van een oudere, vader en grootse leraar in 
    de islaam, zowel in spraak als daden. Wat volgt is inshaa’Allaah een biografie van de shaikh en dan de 
    eerste van de manhadj series, gebaseerd op een lezing die hij in Jeddah gaf, welke over verschillende 
    aspecten van de geloofsleer van de Profeet  en zijn metgezellen ging.
    Ik benaderde de shaikh voor toestemming om zijn werk te vertalen en publiceren en de shaikh gaf 
    mij een geschreven brief met een aanmoediging. Moge Allaah hem genezen en hem een gemakkelijk 
    einde geven, want de shaikh is nu vierennegentig jaar oud en onder medische behandeling in zijn 
    huis in Jeddah. Ik vraag Allaah dat dit oprecht voor Zijn Zaak is, want daden zijn volgens iemands 
    intentie en iedere persoon zal datgene ontvangen wat hij als intentie had.”                                                                
    ‘Abdullaah ibn Rabah Lahmami. Madinah Nabawiyyah. 22
    nd
    Radjab 1430. 15 July 2009
    De herziende biografie van shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhab Marzoeq al-Banna
    Zijn geboorte
    Hij werd op 16 februari 1916 (1333 H) in Cairo geboren. Volgens de Hidjri- kalender is hij 
    zevenennegentig jaar oud en volgens de Gregoriaanse kalander vierennegentig.                                                                
    Hij leefde in Riyaadh, Ahsaa, Madinah, Makkah en leeft nu in Jeddah. 
    Shaikh Muhammad al-Banna spreekt over waar hij opgroeide
    Shaikh Muhammad Al-Banna zegt:
    “Hoe dan ook, was de atmosfeer waar ik in leefde niet goed vanwege de misverstanden van de 
    Soefies. Zij verrichtten takfier (zij bestempelden anderen als ongelovigen; als ‘kufaar’) over degenen 7
    die de Eigenschappen van Allaah bevestigen. Ik studeerde in de scholen en gewoonlijk de madhab 
    (wetschool) van Abu Haniefah en iemaam Ash Shafi’ie. Mijn vader volgde Ash-Shafi’ie en mijn 
    moeder Hanafie. Ik volgde de geloofsleer van de Salaf vanwege deze reden; mijn vader als een 
    Shafi’ie had de visie dat het aanraken van een vrouw de wudhuu’ verbreekt en mijn moeder als een 
    Hanafie dat dit niet zo was. Mijn vader werd overstuur wanneer hij vertrok om te gaan bidden en 
    mijn moeder hem aanraakte. Hij had een handdoek tussen hun handen zodat zij elkaar niet 
    aanraakten. Toen zei ik tegen mijzelf dat islaam èèn is. 
    Ik begon hierover na te denken en hoe het dit of dat kon zijn. Ik ging naar een van mijn ooms die 
    religieus was en klaagde bij hem dat islaam èèn is en dat mijn vader het een zegt en mijn moeder het 
    andere. Hij gaf mij een boek over de vier madhabs en maakte mij zelfs nog meer in de war.                                   
    Terwijl ik in deze toestand was, wou Allaah dat ik in het jaar 1936 denk ik, afstudeerde.                                        
    Mijn vader was strikt met onze gebeden, ik was gewend om te bidden en dit was ongebruikelijk bij 
    veel jongeren van die tijd in Cairo. Er was iemand van dezelfde leeftijd als mijn vader, die een 
    gedichtenschrijver was. Zijn naam was Muhammad Arnus, een vriend op het werk.                                                      
    Hij schreef enkele boeken over poëzie. Hij zag mij bidden en zei: “Ik zal met jou bidden.”                                
    We baden samen en lazen vervolgens ‘Zaad al-Ma’aad’ van Ibn Qayyum samen.                                                  
    Ik begon van lezen te houden en ging steeds boeken kopen. Wanneer Allaah het goede voor iemand 
    wil, toont Hij hem de weg. Dicht bij de Azhar universiteit was een kleine boekwinkel.                                                  
    De winkelier shaikh Munier Dimishqui (die de juiste geloofsleer had), adviseerde mij welke boeken ik 
    moest lezen, nadat ik bij hem had geklaagd dat ik niet wist wat ik moest lezen. 
    Hij gaf mij die betrouwbare boeken en iedere maand kocht ik voor vijftig muntstukken boeken.                                                                                  
    Ieder Salafiboek dat er was gaf hij aan mij om te lezen. Ik was goed in lezen, mijn geheugen was heel 
    goed, maashaa’ Allaah. Ik hield van de groep ‘Djamieyah Sharie’ah.’ Shaikh Muhammad Aamien 
    Khattaab Al-Kabier trouwde ook met een van mijn familieleden. Hun gebed was heel goed                             
    (volgens de soennah), dus bad ik altijd met hen. Ik bezocht een moskee aan de tiende straat;                               
    de ‘Djaamieyah Sharie’ah’ moskee, waar shaikh ‘Alie Helwah verantwoordelijk over was.                                  
    Hij onderwees volgens mij op woensdagavond en ik volgde zijn lessen. Hij had de gewoonte om te 
    zeggen dat degene die beweert dat Allaah boven de hemelen is een ongelovige is; dat Allaah noch 
    boven, noch links, noch rechts is! Dat is het ‘Asha’rie; Maturiediegeloof.’ Onder de boeken die shaikh 
    Munier Dimishqie mij te lezen had gegeven, bevond zich het boek van Ibn Khuzaimah:                                        
    ‘Tawhied wa ithbaat Sifaat Rabb.’ Ik herinnerde me een hadieth daaruit van Mu’aawiyah ibn Hakam 
    As-Sulamie (de hadieth van het slavinnenmeisje). Dus zei ik tegen hem (shaikh ‘Alie Helwah) dat hij 
    het woord ‘ongelovige’ gebruikte, terwijl de Boodschapper (nadat zij had getuigd dat Allaah boven de 
    zevende hemel is) zei: “Bevrijd haar, want zij is een gelovige.” Hierdoor werd ik uit de moskee 
    gegooid, vanwege het spreken van de waarheid tegen deze persoon die de mensen misleidde.                         
    Zij noemden mij een ‘wahhaabie’ en zeiden: “Jij bent van de djamaa’ah van shaikh Haamied Faqhie.        
    Ik hoorde deze naam voor de eerste keer en dacht: ‘Hij moet wel goed zijn als zij tegen hem spreken.’ 
    Ik besloot hem te gaan ontmoeten, alhamdulillaah. Allaah wees hem aan ons en sindsdien leerde ik,
    sinds jonge leeftijd, van hem en andere Salafigeleerden, totdat ik een van de predikkers werd van 
    Ansaarus-soennah al-Muhammadiyyah in Egypte. Ik was met shaikh ‘Abdur-Razzaaq, Al-‘Afifie,                        
    shaikh Muhammad Khaliel Al-Harras en anderen. Toen maakte Allaah het voor mij mogelijk om in 
    Riyaadh te onderwijzen, op aanbeveling van shaikh ‘Abdur-Razzaaq Al-‘Afifie (aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz rahimahullaah).”8
    Zijn leraren
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna zei:
    “Ik was gewend om veel te studeren en om met sommige van de geleerden samen te zijn,                 
    zoals shaikh ‘Abdur-Razzaaq, Al-‘Afifie en shaikh Muhammad Khaliel Al-Harras.                                                           
    Ik werd in een religieuze familie geboren.
    De beroemde shaikh Ahmad Shakie (de geleerde van hadieth, die ‘Ba’ith Al-Hadieth’ van Ibn Kathier 
    en Musnad Ahmad nakeek) was ook om mij heen, hij is de echtgenoot van een van mijn tantes.”
    Zijn leerlingen
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna zei:
    “Shaikh Rabie’ Ibn Al-Madhkhalie, was de beste van hen, shaikh Muhammad Amman (rahimahullaah)
    was ook goed, shaikh ‘Abdur-Rahmaan ‘Abdul-Khaaliq was ook een goede, maar hij volgde later de 
    weg van de ‘Ikhwaanul-Muslimien’, zoals ‘Umar Ashqar dat in mindere mate deed.
    Zijn kennis
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna werd door shaikh ‘Abdur-Razzaaq Al-‘Afifie 
    aanbevolen om op het educatieve instituut in Riyaadh les te gaan geven toen het open ging.                              
    Deze aanbeveling werd aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz Bin Baaz voorgelegd, die ermee instemde.                          
    Na vijf jaar les gegeven te hebben in Riyaadh, vertrok de shaikh naar Al-Ahsa in de oostelijke 
    provincie van Saoedi-Arabië om daar de volgende acht jaar les te geven aan een islamitisch instituut. 
    Zijn vrijdagmiddaggebedsbijeenkomsten werden goed bezocht en hij legde de geloofsleer van de 
    Salaf us-Saalih (de vrome voorgangers) uit en verwierp de valse interpretaties  van de Shie’ah*                                   
    die daar leefden. Na enige moeilijkheden met de mensen daar werd de shaikh gevraagd om voor 
    twee jaar les te komen geven aan het instituut voor islamitische zaken in Madinah.                                     
    Dit was voordat hij op de universiteit in Madinah ging les geven, tegelijkertijd met shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz, shaikh Al-Abaanie (die zijn buurman was in Madinah) en shaikh Muhammad Aamien                          
    Ash-Shanqietie (rahimahullaah)
    (*De Shie’ah was een van de eerste groepen die zich afscheidden van de algemene stroming van de 
    islaam, zij prijzen de vierde khalief ‘Alie; de neef van de Profeet, op een overdreven manier en vinden 
    dat hij de eerste khalief had moeten worden. Zij beschuldigen alle metgezellen van de Profeet,                      
    op enkelen na.)9
    Na het volbrengen van de lesperiode van drie jaar in de universiteit kwam de shaikh naar Jeddah en 
    begon in veel moskeeën te onderwijzen. De shaikh had ook een stoel in de Haram van Makkah,                              
    en in de Haram in Madinah, waar hij een tijd lang les gaf. In zijn tachtiger jaren verbleef de shaikh het 
    meeste in Jeddah tot aan het latere deel van zijn leven waarin hij veel jaren in Makkah doorbracht en 
    heen en weer pendelde naar Jeddah om zorg voor zijn moskee in het Safa -district te dragen.                                          
    De shaikh is nu, op vierennegentig jarige leeftijd bedlegerig in zijn huis in Jeddah, vanwege zijn ziekte, 
    moge Allaah hem beschermen.
    In Jeddah onderwees hij ‘Usuul ath-Thalatha, Kietaab at-Tawhied (20 tapes), ‘Aqiedatul-Wasittiyah, 
    Kashf Shubuhaat, ‘Usuul Sittah (de 6 principes), Tafsier Ibn Kathier, Sahieh Muslim, ‘Umdatul Ahkaam 
    en vele andere boeken. De shaikh beantwoordde vragen altijd met bewijs vanuit de Qur’aan en de 
    soennah, vanuit het begrip van de metgezellen. Hij deed zijn uiterste best om de mensen te 
    onderwijzen, zelfs als er maar weinig waren en hij zei dan: “Als er verder geen vragen meer zijn 
    sluiten we de winkel (om vragen te stellen)” en degenen die aanwezig waren lachten hierom.                              
    Hij was heel vriendelijk en vermakend, maashaa’ Allaah en zijn aanwezigheid was geliefd bij de 
    mensen in zijn moskee. Ondanks zijn oude leeftijd zorgde de shaikh voor zijn moskee die hij op zijn 
    eigen land bouwde naast zijn huis in Jeddah. Eerst was het klein en moest het gerepareerd worden, 
    maar de shaikh wou geen geld van de mensen aan nemen omdat diegenen dan de gang van zaken in 
    de moskee zouden bepalen. De shaikh wou geen invloeden vanuit Ikhwaan ul Muslimien om de 
    moskee over te nemen, dus hij was heel voorzichtig. Toen de shaikh ertoe in staat was, vergrootte hij 
    de moskee en sinds de moskee gebouwd was, was hij verantwoordelijk voor het onderhoud en loon 
    van de iemaam. De shaikh bracht een iemaam die oprecht in zijn geloof en geloofsleer was binnen. 
    Toen iemand anders in de moskee kwam les geven en op een gegeven moment werd gezien met de 
    misleide ‘Abul Hasan al-Ma’rabi, vroeg de shaikh hem vriendelijk om met les geven te stoppen, 
    omdat de shaikh bang was voor de invloed die diegene op de menigte zou hebben.                                                
    De shaikh accepteerde geen folders in zijn moskee, tenzij de sprekers bekend waren met de Salafi
    geloofsleer, en zich vast hielden aan de Qur’aan en de soennah en het begrip van de metgezellen.
    Zijn karakter
    De shaikh was oprecht, maashaa’Allaah. Hij wenste voor zijn broeder wat hij voor zichzelf wenste.            
    Hij offerde zijn huis vaak wanneer hij naar Makkah ging met de familie. Hij bood de broeders geld aan 
    om te lenen zodat zij een auto konden kopen. De shaikh opende zijn huis voor vreemden in de hoop 
    dat zij naar de Waarheid zouden worden geleid. Hij was heel geestig, maashaa’Allaah.                                         
    Ik herinner me dat er een man naar de shaikh toe kwam in de Haram in makkah en hij zei tegen hem: 
    “Ik ben een Egyptenaar zoals u” waarop de shaikh antwoordde: “Ik ben een moslim zoals jou!” 
    Tijdens een bijeenkomst in zijn moskee vroeg iemand hem een keer waarom hij geen minaret op zijn 
    moskee had, waarop de shaikh antwoordde dat het zou kunnen vallen en iemand zou kunnen doden 
    en vervolgens overleverde hij dat dit echt met iemand was voorgevallen en dat hij daarom die last 
    niet wou dragen. Hij zei: “Toon mij het bewijs vanuit de soennah dat je er een moet hebben en ik zal 
    er een plaatsen.”
    Zijn vroomheid10
    Hij had de gewoonte om de Qur’aan binnen drie dagen uit te lezen, zoals de iemaam van zijn moskee 
    zei, die met shaikh Muhammad ibn Saalih al-‘Uthaymien studeerde.                                                                                    
    Shaikh Muhammad Al-Banna vastte volgens de soennah altijd iedere maandag en donderdag                                   
    en de 13
    de
    , 14
    de
    , en 15
    de
    van iedere maand, ondanks zijn oude leeftijd.                                                                         
    De shaikh is heel nederig, maashaa’Allaah. Hij houdt van de studenten van kennis en verwelkomt hen 
    alsof ze zijn eigen kinderen zijn. Een keer werd de shaikh door een student van kennis van de 
    universiteit van Madinah gevraagd om hem te bezoeken terwijl hij in Jeddah was.                                                              
    De shaikh kwam er achter dat de broeder heel ver weg was en dus reed hij zelf naar hem toe om hem 
    op te halen en thuis te brengen om hem te bedienen. De shaikh bedient altijd zijn gasten voordat hij 
    zelf zit en eet. Dit is zelfs zo gebleven totdat hij negenentachtig jaar was.                                                                          
    De shaikh verrichtte hadj tot de leeftijd van eenennegentig jaar. De goede manieren van hem waren 
    in zijn leven duidelijk zichtbaar, maashaa’Allaah. Hij bediende voorbijgangers in de Haram met thee 
    wanneer het tijd was voor iftaar om het vasten te verbreken. Mensen kwamen voor zijn 
    aardbeienthee met melk en grote dadels. De shaikh nodigde altijd iedere donderdag na ‘ishaa gasten 
    uit om met hem in zijn huis in Makkah te eten. Een lange dag vasten en dan niet zitten totdat hij de 
    laatste gast bediend had, waarbij hij zei: “Eet en drink en dit is een bevel van jullie Heer!”
    Maashaa’Allaah! Hij zei vaak: “Geef jullie maag verschillende kleuren (voedsel) en het zal jullie 
    voordeel geven.” Na de maaltijd zat de shaikh dan met zijn gasten en beantwoordde hun vragen, 
    terwijl hij hen met fruit bediende. Moge Allaah hem beschermen en genezen.
    De laatste keer zag ik de ogen van de shaikh gevuld met tranen toen hij Allaah om een goed einde 
    vroeg. Ik bid dat hij een goed einde zal krijgen, aamien. Hij maakte veel du’aa voor degenen die hij 
    ontmoette, groette hen altijd met een lach en adviseerde hen altijd om de soennah te volgen.                              
    Ik prijs hem niet boven Allaah’s lof en Allaah is Degene Die afrekent.
    Zijn reizen omwille van de da’wah    
    De shaikh reisde met shaikh Muhammad Nasr ud-Dien al-Albaanie (rahimahullaah).                                                      
    Hij zegt dat dat gouden jaren waren. De shaikh organiseerde uitjes voor de studenten, die bedoeld 
    waren om hen te onderwijzen. De shaikh sliep een beetje na een lange dag les geven aan de 
    studenten en stond dan op voordat de studenten opstonden en waste hun kleren en maakte hun 
    ontbijt. De shaikh reisde naar Amerika, Japan, Uk en Marokko vanuit het verzoek van shaikh Bin Baaz.    
    Degenen die hem geprezen hebben
    Shaikh ‘Abdur-Razzaaq al-‘Afifie, de onderdirecteur van het Shoura council onder shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz, vroeg of shaikh Muhammad al-Banna tot de eerste predikkers kon behoren van het 
    educatief instituut van Riyad. Shaikh Rabie’ Ibn Haadie zei toen hij hem bezocht in september 2001 
    (Djumaada 2 1422): “Shaikh Al-Banna verrichtte zestig jaar lang de dawa’h as-Salafiyyah,                                   
    leer zijn manieren want je zult er baat bij hebben.” Shaikh Taqui-ud-Dien al-Hilaali (rahimahullaah) 
    schreef een brief aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz Bin Baaz (rahimahullaah) en andere geleerden en sinds kort 
    is deze brief te lezen.11
    Degenen die hij heeft geprezen
    De shaikh prees shaikh Bin Baaz (rahimahullaah), shaikh al-Albaanie (rahimahullaah)                                     
    en shaikh Muhammad Ibn Saalih al-‘Uthaymien (rahimahullaah). Hij prees ook shaikh ‘Ubayd,                                     
    die hij in de Haram van Makkah ontmoette en shaikh Muhammad zei wat betreft shaikh ‘Ubayd dat 
    degenen die hem tegenspreken geen stevige grondslag hebben voor hun beweringen.                                            
    (dit was tijdens de laatste ontmoeting met de shaikh vorig jaar) In het verleden prees hij ‘Alie Hasan 
    en ‘Abul Hasan al-Misrie, maar dit veranderde aan het einde van zijn leven, toen zij samenwerkten 
    met de groep van ‘Abdur-Rahmaan ‘Abdul Khaaliq; ‘Ihyah Turath’ en fitnah overviel hen in een 
    zodanige erge mate dat hun houding ten opzichte van degenen die verkeerd bezig waren niet goed 
    was. Dus shaikh Muhammad al-Banna adviseerde de mensen om shaikh Rabie’ over hun zaak te 
    vragen en was niet blij met hun samenwerking met en verdediging van degenen die waren 
    afgedwaald. Shaikh Muhammad al-Banna adviseerde ‘Abul Hasan Al-Misrie om zijn fouten recht te 
    zetten wat betreft het slecht spreken over de metgezellen en adviseerde hem om naar shaikh Rabie’ 
    te gaan en zichzelf te excuseren over wat hij over hem had verspreid. ‘Abul Hasan al-Misrie ging naar 
    het huis van shaikh Rabie’, maar verhief zijn stem en was respectloos tegen hem                                                              
    (ik was daar aanwezig, want het was vlak voor de vrijdagklas van ‘Adjurie van shaikh Rabie’).                                
    Toen shaikh Muhammad al-Banna dit ontdekte was hij erg overstuur en adviseerde de mensen om 
    niet met shaikh Muhammad al-Banna te zitten en van zijn kennis te nemen, want hij zei dat hij 
    zichzelf boven de geleerden plaatste vanuit arrogantie. Hij verbond zijn zaken aan ‘Abdur-Rahmaan 
    ‘Abdul-Khaaliq, die dwaalde omdat de mensen hem vereerden en hij gaf veel geld uit aan de 
    dwalende groeperingen en personen die beschouwd werden als van de Ahl-us-soennah walDjamaa’ah en die niet behoorden tot een van de tweeënzeventig groeperingen die bedreigd worden 
    door het Vuur, om hen excuses te geven. Dus ik getuig dat dit is wat de shaikh in het laatste deel van 
    zijn leven volgde, totdat ik hem laatst in zijn huis in Jeddah zag. Hij zei dat shaikh Rabie’ de Yahyaa 
    ibn Ma’ien van zijn buurt was en dat shaikh Bin Baaz de ‘Umar ‘Abdul-‘Aziz van zijn buurt was qua 
    rechtvaardigheid. Shaikh al-Albaanie zag hij als de Ibn Taymiyyah van zijn buurt.
    Bismillaahir-Rahmaan-nir-Rahiem
    Ik begin in de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.                                                  
    Alle lof is aan Allaah, de Heer der werelden. We prijzen Hem en zoeken Zijn steun en vergeving.                                 
    We zoeken toevlucht bij Allaah tegen het kwade van onze daden en tegen het kwade binnenin 
    onszelf. Degene die Allaah leidt kan niet misleid worden en degene die Allaah misleidt kan door 
    niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve 
    Allaah en dat Muhammad Zijn dienaar is en Boodschapper.  In soerah Aal-‘Imraan 3: 102 staat:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    In soerah An-Nisaa’ 4: 1 staat: 12
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    In soerah Al-Ahzaab 33: 70-71 staat:
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                        
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Redding ligt in de Qur’aan, de soennah en het begrip van de metgezellen
    Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 110:
    “Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, (zolang) jullie tot het goede 
    oproepen en jullie het verwerpelijke verbieden en jullie in Allaah geloven.”
    Dit vers werd over de besten van onder de mensen geopenbaard; de metgezellen van de Profeet 
    Muhammad.  Zij waren de beste mensen toen zij het goede bevolen en het slechte verboden.                            
    Het grootste goed dat zij verrichtten, was (oproepen tot) at-Tawhied; de Eenheid van Allaah.                          
    Het grootste kwaad dat zij verboden, was het kwaad van shirk (afgoderij).                                                                 
    Het vers eindigt met de woorden: dat zij geloofden in Allaah; d.w.z. dat zij op de juiste manier in 
    Allaah geloofden. Toen zij eenmaal de geboden vervulden van het goede bevelen en het slechte 
    verbieden, werden zij de beste van onder alle naties. Vergelijk dit met veel van de moslims van 
    tegenwoordig; bevelen zij het goed en verbieden zij het kwade bij zichzelf en degenen onder hun 
    verantwoordelijkheid? Hebben zij de juiste geloofsleer? Dus hoe kunnen zij worden gezien als de 
    beste van alle naties? Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houd jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld. 
    Gedenk de gunst die Allaah jullie schonk toen jullie vijanden waren en Hij jullie harten tot elkaar 
    bracht en jullie door Zijn gunst broeders werden.”
    Dit toont aan dat de metgezellen allen gezamenlijk aan de Qur’aan vast hielden en dat zij nadachten 
    over de Qur’aan. In soerah Muhammad 47: 24 zegt Allaah:
    “Denken zij dan niet na over de Qur’aan? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”13
    Niet zoals de mensen deze dagen doen; zij proberen het en lezen de Qur’aan voor de dode mensen 
    om de beloning ervoor te krijgen. Zij hebben de ware bedoeling van de openbaring gemist, en dat is: 
    het lezen, erover nadenken en het volgen. In soerah Ash-Shoera 42: 52 zegt Allaah:
    “Zo hebben Wij aan jou een openbaring neer gezonden, een zaak van Ons.                                                                       
    Jij wist toen niet wat het Boek (de Qur’aan) was en wat het geloof (iemaan) was,                                                                                                                
    maar Wij hebben hem tot een licht gemaakt waarmee Wij van Onze dienaren leiden wie Wij 
    willen. En voorwaar, jij leidt zeker naar een recht Pad.”
    Deze Qur’aan werd door Allaah als een licht geopenbaard, d.w.z. het bevat leiding waarmee Allaah
    naar het Rechte Pad leidt wie Hij wil en waarlijk, de Boodschapper  kende deze Qur’aan niet, 
    noch kende hij geloof (iemaan) voordat Allaah het aan hem openbaarde. Hij werd door Allaah als 
    leider voor de mensheid gekozen. Hier worden twee soorten leiding genoemd; de leiding van 
    verlichting (‘tawfieq’), welke alleen tot Allaah behoort en de leiding van de mensen wijzen naar de 
    juiste weg (‘bayan wal irshaad’), welke de leiding is van de boodschappers en de oproepers.                            
    Hier is een voorbeeld van de leiding van het wijzen van de rechte weg aan de mensen.                                                   
    In soerah Ash-Shoera 42: 52 zegt Allaah:
    “En voorwaar, jij leidt zeker naar een recht Pad.”
    Hier is een voorbeeld van de leiding van verlichting van Allaah. Allaah heeft in soerah Adh-Dhuhaa
    93: 7 tegen Muhammad  gezegd:
    “En Hij heeft jou dwalend gevonden en jou geleid.”
    De metgezellen begrepen deze Qur’aan door de uitleg ervan direct van de Boodschapper  te 
    nemen, zoals Allaah zegt in soerah An-Nahl 16: 44:
    “(Wij zonden hen) met duidelijke (Tekenen) en de Zaboer. En Wij deden aan jou de Vermaning                  
    (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te maken wat aan hen is neer gezonden.”
    Deze openbaring werd aan de gehele mensheid en de wereld van de djinn geopenbaard,                                       
    zoals Allaah in soerah Al-Ahqaaf 46: 29 zegt:
    “En (gedenk) toen Wij een paar van de djinns bij jou brachten, om naar de Qur’aan te luisteren.                  
    Toen zij daarbij aanwezig waren, zeiden zij: “Luister in stilte!” Toen (de voordracht) beëindigd was,                              
    keerden zij tot hun volk terug als waarschuwers.”
    Toen de djinn de Qur’aan hoorden, zeiden zij (in soerah Al-Ahqaaf 46: 30:)14
    “Zij zeiden: “O volk van ons, voorwaar wij hebben over een Boek gehoord dat tot Musaa is neer 
    gezonden, ter bevestiging van wat daarvoor was, het leidt naar de Waarheid en de rechte Weg.” 
    Zelfs de djinn wisten dat het rechte pad volgen, het volgen van de Qur’aan en de Boodschapper 
    is. In soerah An-Nahl 16: 44 staat:
    “En Wij deden aan jou de Vermaning (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te 
    maken wat aan hen is neer gezonden.”
    De metgezellen vroegen de Boodschapper om islaam  aan hen uit te leggen
    De metgezellen namen de betekenis van de Qur’aan rechtstreeks van de Boodschapper,                       
    zoals in de authentieke hadieth uit Sahieh Al-Bukhaarie en Sahieh Muslim staat wat betreft het vers 
    in soerah Al-Ahzaab 33: 56: 
    “Voorwaar, Allaah en Zijn engelen sturen ‘salaah’ voor de Profeet.                                                                              
    O jullie die geloven, smeek om ‘salaah’ en ‘salaam’ voor hem.”
    De metgezellen zeiden tegen de Boodschapper:  “Wij weten hoe we de ‘salaam’ (vredewensen) 
    naar u moeten sturen, maar hoe sturen wij de ‘salaah’ (de gebeden) naar u?”                                                                              
    De Boodschapper  zei tegen hen: “Zeg: 
    “Allaahoemma salli ‘ala Muhammadin wa ‘ala aali Muhammad, kama salayta ‘ala Ibraahiem                                  
    wa ‘ala aali Ibraahiem, innaka hamiedum-madjied. Allaahoemma baarik ‘ala Muhammad                                        
    wa ‘ala aali Muhammad kama baarakta ‘ala Ibraahiem wa ‘ala aali Ibraahiem,                                                   
    innaka ‘hamiedum madjied.”                                                                                                                                                                              
    Sahieh Al-Bukhaarie en Sahieh Muslim
    (Toevoeging van de vertaalster: Abu al-‘Aaliyah heeft gezegd (in verband met soerah Al-Ahzaab 33: 
    56): “Allaah’s sturen van gebeden naar de Profeet  betekent Zijn verheffing van hem en het 
    verhogen van zijn rang; het sturen van gebeden van de engelen en anderen betekent hun poging dit 
    van Allaah te krijgen en hier is het bedoeld als vragen om toename van de gebeden en niet vragen om 
    de eigenlijke gebeden zelf.” Ibn Haadjar; ‘Fath al-Baarie’)
    Sommige mensen kiezen ervoor om op hun eigen manier gebeden naar de Profeet  te sturen,                               
    maar de metgezellen gingen in al hun zaken terug naar de Boodschapper.                                                                      
    Het is niemand toegestaan om deze religie op zijn eigen wijze te begrijpen. Om de Qur’aan te 
    begrijpen dient iemand terug te gaan naar de uitleg van de Boodschapper, die de meest gehoorzame 
    persoon is (aan Allaah’s bevelen). Allaah beval de Boodschapper om de mensen uit te leggen en 15
    Allaah beval alle mensen om tijdens de Profeet  zijn leven en na zijn dood zijn pad te volgen.                                                           
    Iemand kan zeggen: ‘Ik houd van Allaah’, dan wordt er tegen hem gezegd wat er in soerah                       
    Aal-‘Imraan 3: 31 staat:
    “Zeg: (O Muhammad): “Als jullie van Allaah houden, volg mij dan; Allaah zal van jullie houden                      
    en jullie zonden vergeven. En Allaah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.”
    Dit wordt ‘het getuige vers’ genoemd. Iemand kan zeggen: ‘Ik houd van de Profeet’                        
    maar toch bijvoorbeeld in hun dhikrullaah volgen zij de Profeet  niet. Zodoende maken zij eerder 
    hun eigen vorm van dhikrullaah door “Allaah, Allaah, Allaah” te herhalen, of door “Hu, hu, hu”                      
    (“Hij is”) te zeggen. Van waar hebben zij dit soort dhikr? Gingen de Boodschapper van Allaah                          
    en zijn metgezellen dit zeggen wanneer zij Allaah herdachten?                                                                                               
    Allaah heeft iedere persoon die bidt bevolen om in het gebed te zeggen:                                                                                         
    “Leid ons naar de Rechte Weg.” (soerah Al-Faatihah 1: 5) Moslims zeggen dit minstens zeventien keer 
    op een dag (in hun gebeden). Nadat zij de nabijheid van Allah hebben gezocht via het noemen van 
    Zijn Schone Namen en Eigenschappen, door te zeggen: “Alhamdulillaahi Rabbil-‘Aalamien,                                                
    ar-Rahmaan, nir-Rahiem, Maaliki-yawmidien.” Vervolgens zoeken de moslims Allaah’s nabijheid met 
    hun goede daden door niemand anders te aanbidden, wanneer zij zeggen:                                                    
    “Iyaaka na’budu wa iyaaka nasta’ien.” (“U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.”)
    Alleen hierna zoeken de moslims leiding van Allaah naar het rechte pad, (tonen zij de correcte manier 
    van leiding zoeken).Wat is het pad dat zij zoeken? In soerah Al-An’aam 6: 153 staat:
    “En dat dit Mijn Pad is, een recht Pad, volg het dan en volg geen andere paden,                                      
    want die zullen jullie doen afdwalen van Zijn Pad. Dat is wat jullie heeft opgedragen,                       
    hopelijk zullen jullie (Allaah) vrezen.” 
    Deze gemeenschap is in sektes en groeperingen verdeeld   
    Deze ummah is in sektes en groeperingen verdeeld. Ieder ziet zichzelf op de Waarheid,                                     
    totdat datgene wat wij verdienen ons overkomt! Allaah openbaarde aan Zijn Profeet  wat er 
    gebeurd is met degenen die voor hem kwamen, en desondanks raken wij verward alsof we ons in 
    donkerte begeven, zonder ons te realiseren wat de redenen zijn van deze beproevingen en de 
    genezing ervan. Thawbaan  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  zei:
    “De gemeenschappen zullen elkaar spoedig oproepen om jullie aan te vallen,                                                                        
    zoals mensen die eten anderen uitnodigen om hun voedsel van een schaal te eten.”             &nb

    03-02-2012 om 08:12 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beproevingen van het leven
    Shaikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan
    Vertaald door: Um Sadjaad
    Introductie

    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 2
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 102:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                           
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.3
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeets  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de  islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 4
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah) en de Ansaar 
    (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen) en degenen die hen volgden in goede 
    daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben welbehagen met Hem.                                                           
    Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen,                                         
    zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen.                          5
    Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de 
    waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen 
    sektes en wetscholen.
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft, en volg niet hun 
    begeerten.”6
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.
    Inleiding:
    Alle lof is aan Allaah, de Heer van alle schepping en de salaah en salaat aan onze Profeet 
    Muhammad,  degene die als een rahmah naar de werelden werd gestuurd.                                                                                     
    Vrede en zegeningen zijn met zijn familie, metgezellen en degenen die aan zijn soennah vast houden 
    en die zijn manhadj (geloofsleer) volgen tot aan de Dag des Oordeels. Waarna volgt:
    Allaah heeft ons met islaam gezegend. Allaah zegt in soerah ‘Aali-‘Imraan 3: 102-105:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims. En houdt jullie allen stevig vast aan het touw van Allaah                                  
    en wees niet verdeeld. Gedenk de gunst die Allaah jullie schonk toen jullie vijanden waren                                       
    en Hij jullie harten tot elkaar bracht en jullie door Zijn gunst broeders werden, toen jullie op de 
    rand van de afgrond van de hel waren en Hij jullie ervan redde. Zo heeft Allaah Zijn tekenen voor 
    jullie duidelijk gemaakt. Hopelijk zullen jullie leiding volgen. En laat er uit jullie een groep voort 
    komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke 
    verbiedt, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn. En wees niet als degenen die (onderling) 
    verdeeld zijn en gaan redetwisten nadat duidelijke tekenen tot hen zijn gekomen.                                                      
    En zij zijn degenen voor wie er een geweldige bestraffing is.”
    En in soerah Al-Maa’idah 5: 3:
    “Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig 
    gemaakt en heb Ik de islaam voor jullie als godsdienst gekozen.”
    En in soerah ‘Aali-‘Imraan 3: 19:
    “Voorwaar, de (enige) godsdienst (levenswijze) bij Allaah is de islaam.”
    En in soerah Aali-‘Imraan 3: 85:
    “En wie een andere godsdienst dan de islaam zoekt; het zal niet van hen aanvaard worden                                         
    en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.”
    En in soerah Al-Hadj 22: 78:7
    “En streeft naar Allaah volgens het streven waar Hij recht op heeft. Hij heeft jullie gekozen                                        
    en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt: (volg) de godsdienst van jullie vader 
    Ibraahiem. Hij is degene die jullie moslims genoemd heeft, vroeger en hierin (de Qur’aan);                                           
    opdat de Boodschapper getuige is voor jullie en opdat jullie getuigen zijn voor de mensen. 
    Onderhoud dus de salaah en geef de zakaah en houdt jullie vast aan Allaah, Hij is jullie Meester;                                            
    de beste Meester en de beste Helper!”
    Geen andere zegening kan gelijk zijn aan de leiding tot islaam, zelfs als sommigen de zegeningen van 
    Allaah kleineren en als onbelangrijk zien. Iemand dient eerder de zegeningen van Allaah te 
    herdenken en er dankbaar voor te zijn. Islaam is de manier van leven waar Allaah Muhammad 
    mee heeft gestuurd. Dit is op zichzelf een grote zegening, omdat hij degene is die met islaam is 
    gekomen en het heeft uitgelegd en ernaar heeft opgeroepen.                                                                                             
    Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 164:
    “Voorzeker, Allaah gaf een grote gunst aan de gelovigen, toen Hij hen een Boodschapper                                       
    uit hun midden stuurde. Hij draagt hen Zijn verzen voor. En hij reinigt hen (de gelovigen)                                                  
    en hij onderwijst hun het Boek (de Qur’aan) en de Wijsheid, terwijl zij daarvoor zeker in duidelijke 
    dwaling verkeerden.” 
    Obstakels in het leven
    Er zijn obstakels in het leven, die iemand buiten de islaam kunnen plaatsen als hij moslim is,                                      
    of die zijn geloof verzwakken. Als hij geen moslim is, kunnen deze obstakels zelfs ervoor zorgen dat 
    hij de islaam niet binnen treedt. Er zijn grote beproevingen die iemand kan ondergaan,                                             
    dus het is verplicht voor hem om er kennis over te hebben, zodat hij ertoe in staat is om erover heen 
    te komen. Vanuit dit standpunt zei de gerespecteerde metgezel Hudayfah ibn al-Yaman:
    “De mensen waren gewend om de Boodschapper van Allaah  over goede dingen te vragen, 
    terwijl ik gewend was om hem over slechte dingen te vragen, vanuit de angst dat zij mij zouden 
    overkomen.”                                                                                                                                                                                 
    (Sahieh Al-Bukhaarie nr. 3606, kietaab al-manaaqib (Boek van de tekenen van profeetschap in 
    islaam). Sahieh Muslim nr. 4761, kietaab al-imara (Boek van leiderschap).                                               
    (Het bevel om aan de djamaa’ah vast te houden wanneer beproevingen en waarschuwingen van de 
    oproepers naar kufr verschijnen.)  
    Dus iemand dient eerst kennis en inzicht in islaam te hebben, in haar regels en wetten.                                 
    Iemand dient over de dingen te weten die ons van de islaam afkeren en de barrières die de dienaar 
    van Allaah in de weg staan om Hem te aanbidden. Iemand moet de dingen kennen die effect op zijn 
    geloof hebben, zoals zonden, om van de schade weg te blijven en voordeel te halen uit 
    standvastigheid. Als iemand de zaken niet kent die hem kunnen schaden en misleiden,                                8
    kunnen ze hem vernietigen. Allaah heeft ons bevolen aan deze religie vast te houden tot wij sterven. 
    Hij heeft in soerah ‘Aali-Imraan 3: 102 gezegd:
    “En sterf niet, behalve in een staat van islaam.”
    Tegenover gesteld zijn aan de Boodschapper
    Zonder twijfel is het blijven van iemand in islaam in de Handen van Allaah. Wij hebben het niet onder 
    controle of wij wel of niet binnen de islaam blijven tot wij sterven. Hoe dan ook, dienen wij datgene 
    te praktiseren wat ons hierbij kan helpen. Als wij dat doen zal Allaah ons met Zijn gunsten en Zijn 
    zegeningen verlichten, waardoor wij sterven in islaam vanwege ons streven op het pad van het 
    verkrijgen van redding en waarlijk, Allaah is Vrijgevig en Vriendelijk. Als Hij ziet dat Zijn dienaar een 
    zorg heeft en het verlangen heeft om goede daden te verrichten en een afkeer heeft tegen het 
    slechte en vreest om erin te vallen, dan zal Hij, de Meest Hoge, hem sterken, beschermen, leiden en 
    zijn Dien (islamitische levenswijze) veilig maken en compleet met alles dat goed is.                                                              
    Als Allaah ziet dat Zijn dienaar zich weg keert zonder de wens om goed te doen en zonder afkeer 
    tegen het slechte te hebben, laat Hij hem op het pad dat hij heeft gekozen als straf vanuit Zijn 
    rechtvaardigheid, zoals Hij in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden                                              
    en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich 
    afgekeerd had en Wij zullen hem in de hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming.”
    Dus de oorzaak kwam van de dienaar zelf, omdat hij tegenovergesteld was aan de Boodschapper van 
    Allaah  en een ander pad volgde dan de weg van de gelovigen, en hiermee liet hij zien dat hij de 
    oorzaak creëerde, waarna de bestraffing van Allaah volgde. In soerah An-Nisaa’ 4: 115 staat:
    “En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een andere 
    weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had                                            
    en Wij zullen hem in de hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming.”
      
    Zijn beproevingen als de bestraffing van Allaah?
    Het woord ‘fitan’ is meervoud van ‘fitnah’, wat ‘getest worden’ betekent en ‘beproefd’ op een manier 
    dat de waarheid of hypocrisie van iemands geloof zichtbaar wordt gemaakt.                                                         
    Allaah zegt in soerah Al-Ankaboet 29: 10:
    “En er zijn er onder de mensen, die zeggen: “Wij geloven in Allaah,” en als zij dan door                                          
    (te geloven in) Allaah gekweld worden, beschouwen zij de beproeving van de mensen als een 
    bestraffing van Allaah.” 9
    Dus diegene is niet geduldig in de moeilijkheden die hem overkomen, die hem sterk op de waarheid 
    zouden hebben gemaakt. Hij rent weg van zijn Dien en volgt de zaken die hem ervan af keren.                                      
    Hij doet dit, denkend dat hij veilig zal zijn. Hoe dan ook verlaat hij iets alleen om in iets dat nog 
    slechter is te vallen; zoals degene die bescherming probeert te zoeken tegen drijfzand                                    
    (hij tilt een voet van de grond om een andere erin te plaatsen). Hij beschouwt de beproevingen van 
    de mensen als bestraffing van Allaah. Maar kunnen de beproevingen van de mensen als de straf van 
    Allaah zijn?
    Als hij zijn Dien zou verlaten en ermee zou instemmen om met degenen te blijven die hem misleiden, 
    zal hij richting de bestraffing van Allaah neigen. Als hij echter geduldig zou zijn met de moeilijkheden 
    van de mensen en aan zijn Dien zou vast houden, zou deze pijn die hem raakt alleen tijdelijk zijn.                         
    Een uitweg zou dichtbij zijn en het eindresultaat goed. Hoe dan ook volgde diegene een 
    tegenovergestelde koers. Hij was niet geduldig met de moeilijkheden van de mensen en hun 
    beproevingen, maar volgde hen juist in ongehoorzaamheid aan Allaah. Hij volgde hen in datgene 
    waar zij hem naar opriepen, in termen van ongeloof in Allaah, dus ging hij richting de bestraffing van 
    Allaah. 
    Fitnah betekent een test; een beproeving. De gelovige en waarachtige die eenmaal getest wordt,                               
    zal onderscheiden worden van degene die niet stabiel en niet standvastig is.                                                              
    De waarachtige en gelovige die een goed begrip van zijn Dien heeft is tegenovergesteld aan degene 
    die bij de eerste beproeving die hem overkomt door elkaar geschud wordt.     
          
    Begrip van islaam verkrijgen zal helpen bij beproevingen
    ‘Fiqh’ betekent in de Arabische taal ‘begrip’ en in islamitische termen verwijst het naar de regels en 
    wetten van Allaah, de Meest Hoge, goed begrijpen. Deze regels zijn weer gegeven in het Boek van 
    Allaah en de soennah van Zijn Boodschapper.  Allaah heeft zowel de Qur’aan en de profetische 
    soennah (weg) als leiding neer gezonden naar de mensen. Er ligt leiding in hen en een uileg van alles 
    wat de dienaren in hun religie nodig hebben en wat hen tevredenheid schenkt in dit leven en in het 
    Hiernamaals. Allaah heeft alles in het Boek geplaatst wat de mensen nodig hebben.                                                        
    Het is voldoende, en het is de verduidelijking van de Boodschapper van Allaah.                                                 
    Allaah heeft in soerah An-Nahl 16: 44 gezegd:
    “Wij zonden hem duidelijke tekenen en de Zaboer. En Wij deden aan jou de Vermaning                                      
    (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te maken wat aan neer gezonden is.”
      
    Dus de Boodschapper  is een informant en een uitlegger van dit grote Boek.                                                            
    Het Boek en de soennah onderscheiden leiding van misleiding. In hen is een verduidelijking van de 
    goede paden en de slechte paden. Fiqh in de religie is begrip hebben van het Boek van Allaah en de 
    soennah van de Boodschapper van Allaah met betrekking tot de problemen die ons overkomen. 
    Het helpt ons ook door beproevingen heen, door ons ertoe in staat te laten zijn om van 
    moeilijkheden weg te blijven en het pad van de redding te kiezen. 10
    Allaah, de Verhevene, heeft bevolen dat iemand begrip van de religie dient te verkrijgen en heeft 
    degenen die niet begrijpen niet geprezen. In soerah At-Tawbah 9: 122 zegt Allaah, de meest Hoge:
    “Waarom rukt niet van elke groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) begrip verkrijgen 
    over de godsdienst, opdat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is terug gekeerd. 
    Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden.”
    Allaah beschreef de hypocrieten als degenen die geen begrip hebben, dat wil zeggen dat zij geen 
    kennis hebben van de regels van Allaah’s religie. Dit is omdat zij geen kennis vergaren en zij hebben 
    hier ook geen zorg voor. Hun gebrek aan zorg heeft ervoor gezorgd dat zij mensen zonder begrip zijn 
    geworden.      
    Rijkdom, kinderen en iemands echtgenote zijn allemaal beproevingen
    Beproevingen zijn er velen en zij zullen aan het einde der tijden vaker toenemen en vaker 
    verschijnen. Iedereen gaat in zijn leven door beproevingen heen, maar sommigen ervaren hen meer 
    dan anderen. Allaah heeft gezegd dat bezittingen en kinderen beproevingen zijn,                                                           
    in soerah At-Taghaaboen 64: 15 staat:
    “Voorwaar, jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving.                                                                       
    En bij Allaah is een geweldige beloning.”
    En in soerah Al-Munaafiqoen 63: 9:
    “O jullie die geloven, laat jullie bezittingen en jullie kinderen niet afleiden van het gedenken van 
    Allaah. En wie dat doen; zij zijn degenen die de verliezers zijn.”
    Dus rijkdom en kinderen zijn een beproeving. Degene die de voorkeur aan rijkdom, land, en familie
    geeft, en die hieraan de voorkeur geeft boven liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper,  dient 
    zich voor te bereiden op de ergste gevolgen, want Allaah zegt in soerah At-Tawbah 9: 24:
    “Zeg: “Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de 
    bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die 
    jullie behagen, jullie dierbaarder zijn dan Allaah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, 
    wacht dan tot Allaah met Zijn beschikking komt. En Allaah leidt het zwaar zondige volk niet.” 
    Dus rijkdom en kinderen zijn een beproeving en iemands echtgenote (of echtgenoot) kan ook een 
    beproeving zijn. In soerah At-Taghaaboen 64: 14 staat:11
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig.”
    Geef niet de voorkeur aan liefde voor hen boven liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper.                                          
    Geef niet de voorkeur aan gehoorzaamheid aan hen boven gehoorzaamheid aan Allaah en Zijn 
    Boodschapper.  Word niet in beslag genomen door hen tot het niveau dat het je afleidt van 
    datgene wat jou dichter bij Allaah brengt. Pas op, want Allaah zegt in soerah At-Taghaaboen 64: 14:
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig.”
    “Pas op voor hen” betekent niet dat je vijanden van hen wordt en van hen weg blijft en de band met 
    hen snijdt, maar eerder dat je moet op passen om niet met hen getest te worden.                                                     
    Het betekent dat je ervoor moet uitkijken dat je niet ook hun weg kiest in hun liefde die 
    tegenovergesteld is aan liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper.  Je dient immers meer liefde 
    voor Allaah en Zijn Boodschapper  te hebben dan voor bezittingen en kinderen.                                                           
    Het resultaat hiervan zal zijn dat Allaah je rijkdom en je kinderen zal beschermen,                                               
    zoals Allaah in soerah At-Taghaaboen 64: 14-16 zegt:
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig. Voorwaar, jullie bezittingen en jullie 
    kinderen zijn slechts een beproeving. En bij Allaah is een geweldige beloning. Vreest daarom Allaah 
    volgens jullie vermogen; en luistert en gehoorzaamt; en geeft bijdragen, het is beter voor jullie zelf. 
    En wie wordt behoed voor zijn eigen gierigheid; zij zijn degenen die de welslagenden zijn.”
    In deze situatie is het verplicht voor een moslim dat hij of zij Allaah vreest op de best mogelijke 
    manier en dat diegene liefde voor kinderen, rijkdom, echtgenoten niet boven liefde voor Allaah en 
    Zijn Boodschapper  verkiest. Als hij oprecht is in deze zaak dan zal Allaah het beschermen.   
    Het goede en slechte zijn een beproeving
    Allaah zegt in soerah Al-Anbiyaa 21: 35:
    “Iedere ziel zal de dood ervaren en Wij stellen jullie op de proef met het slechte en het goede,                                
    als een beproeving en tot Ons worden jullie teruggekeerd.”12
    De goede dingen zoals rijkdom, bezittingen, regen, overwinning, zijn zegeningen, evenals de slechte 
    dingen zoals droogte, honger en ziekte. Het zijn allemaal testen die iemand kunnen overkomen.                              
    De keuze om wel of niet te gehoorzamen is ook een beproeving. Gehoorzaamheid is bevolen en 
    ongehoorzaamheid is verboden. Iemand wordt ontmoet met daden van gehoorzaamheid zoals de 
    tijd van het gebed en aanbidding, maar als iets waar hij naar verlangt als een obstakel komt,                            
    zoals genotsmiddelen zoals eten en drinken, wat zal hij dan voorop plaatsen?                                                                 
    Dit is een test van Allaah. 
    Mensen zijn een beproeving voor elkaar
    Allaah zegt in soerah Al-Furqaan 25: 20:
    “En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt;                                                                       
    zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.”
    Allaah test de mensen met elkaar. De mu’min (ware gelovige) wordt getest met ongelovigen, 
    munaafiqien (huichelaars) en andere gelovigen. Allaah zegt in soerah Muhammad 47: 4:
    “En als Allaah het wil, dan vernietigt Hij hen zeker. Maar Hij wil een groep van jullie beproeven met 
    een andere groep.”
    Dus een moslimgelovige zal met zijn vijanden van onder de ongelovigen, munaafiqien (huichelaars) 
    en de gehoorzamen worden getest, dus zijn standvastigheid wordt zichtbaar via zijn da’wah,                                         
    het goede bevelen en slechte verbieden en zijn streven op Allaah’s Pad, of hij geeft op zonder moeite 
    gedaan te hebben. Als hij tot de eerste categorie behoort die oproept tot Allaah en die het goede 
    beveelt en het slechte verbiedt en strijdt voor de Zaak van Allaah, zal hij op goedheid zijn en 
    succesvol in zijn test. Maar als hij tot de tweede categorie behoort en de mensen niet oproept tot 
    Allaah, noch het goede beveelt en het slechte verbiedt, noch strijdt op het Pad van Allaah en hij geeft 
    op terwijl hij vasthoudt aan comfort, dan heeft hij de test verloren.                                                                                                
    Dit is de betekenis van soerah Al-Furqaan 25: 20:
    “En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt;                                                                
    zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.”
    Een rijk persoon zal ook met een arme worden getest, zoals in soerah Al-An’aam 6: 53 staat:
    “En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen:                                      
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?” Is het niet Allaah Die de dankbaren het beste 
    kent?”13
    De ongelovigen kunnen arme moslims vernederen en zeggen: “Zijn zij degenen waar Allaah de 
    voorkeur aan heeft gegeven boven ons? Zij zijn arm, bezitten niets, hoe kunnen zij geleid zijn en wij 
    misleid? Wij zijn de mensen van veel rijkdom, status en autoriteit. Wij nemen beslissingen terwijl zij 
    arm zijn.” Zij veronderstellen daarom dat zij beter zijn dan hen en zeggen in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?”
    Allaah antwoordt hen in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “Is het niet Allaah Die de dankbaren het beste kent?”
    Allaah kijkt niet naar jullie uiterlijk of bezittingen, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden.                                      
    De arme, dankbare gelovige in Allaah; degene die streeft naar het goede, is de vriend van Allaah.                           
    Wat de arrogante betreft en degene die de waarheid negeert en die verblind is door zijn rijkdom, 
    zichzelf en zijn status; hij is niets waard bij Allaah, zelfs al ziet hij zichzelf als iets groots.                                               
    Het vers in soerah Al-An’aam 6: 53 betekent dat de ongelovigen verbaasd zijn dat deze arme, 
    behoeftige mensen leiding hebben ontvangen in plaats van zij zelf, terwijl zij beweren meer 
    gerespecteerd en groter dan hen te zijn. Dit is volgens hun uiterlijk en vanwege hun oordeel 
    gebaseerd op rijkdom en status, niet de staat van iemands hart en daden.                                                                          
    Het oordeel van Allaah is hoe dan ook gebaseerd op het kijken naar iemands hart en daden,                                        
    zoals de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Waarlijk, Allaah kijkt niet naar jullie uiterlijk of bezit, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden.”                                                                                                                                                                                 
    Sahieh Muslim, kietaab al-birr wa sila wal adab (goedheid, bloedband en manieren) nr. 6489
    Allaah geeft rijkdom zowel aan degenen waar Hij van houdt als aan degenen waar Hij niet van houdt, 
    maar Hij geeft de leiding van islaam aan degenen waar Hij van houdt.                                                                       
    Allaah zegt in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen:                                      
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?” 
    In groeperingen verdelen en verschillen en sektes zijn beproevingen
    Tot de grootste beproevingen behoren die van splitten en met elkaar verschillen en het verschijnen 
    van sektes en groeperingen. Dit is iets waar de Boodschapper  over sprak.                                                              
    Iemaam Ahmad en de ulamaa van de boeken van hadieth (zoals Sunan Abu Daawuud, Sunan Ibn 
    Maadjah en Sunan At-Tirmidhie) hebben de hadieth van ‘Irbaad ibn Saariyah  overgeleverd 
    waarin ‘Abdur-Rahmaan ibn ‘Amr as-Sulaamie en Hudjr ibn Hudjr  beiden zeiden:14
    “Wij kwamen naar ‘Irbaad ibn Saariyah. Wij groetten hem en zeiden:                                                                    
    “Wij kwamen naar jou als bezoekers, bezoekers van de zieken en om voordeel te hebben van jouw 
    kennis.” ‘Irbaad zei: “De Profeet  leidde ons op een dag in gebed en na het beëindigen van het 
    gebed keerde hij zich naar ons. Hij gaf ons toen een toespraak waardoor de ogen overstroomden 
    met tranen en de harten werden bewogen. Dus een van ons zei: “O Boodschapper van Allaah,                                     
    het is alsof dit een afscheidsceremonie is, dus waar adviseert u ons mee?” Hij zei:                                                               
    “Ik adviseer jullie met taqwaa’ voor Allaah en om te horen en te gehoorzamen (aan jullie leiders), 
    zelfs als het een Ethiopische slaaf is. Want degenen die na mij zullen leven, zullen veel verschillen 
    zien. Dus volg mijn soennah en de soennah van de rechtgeleide khaliefa’s na mij.                                                               
    Houd vast en bijt erin met de kiezen en wees gewaarschuwd voor de nieuwe toegevoegde zaken, 
    want waarlijk, iedere nieuw geïntroduceerde zaak is een bid’ah (vernieuwing/ toevoeging)                                 
    en iedere bid’ah is een misleiding.”                                                                                                                                                      
    Sahieh Sunan Abu Daawuud (nr. 4607) ‘Baab fi luzoom as-sunnah’; Sunan At-Tirmidhie (2676),                                     
    ‘Baab ma djaa fil akhdh bis-sunnah wa idjtinaab al-bid’ah’; Sunan Ibn Maadjah (43, 44)                                           
    ‘Al-Muqaddimah’
    “Horen en gehoorzamen” verwijst naar de leiders van de moslims. Verzamelen onder de gelovige 
    leiders leidt naar eenheid en kracht en het leidt naar toename van vrees bij de vijand voor de 
    moslimnatie. Het betekent dat de moslims een leider niet dienen te verachten, ongeacht waar hij 
    vandaan komt, zolang hij beveelt met de gehoorzaamheid aan Allaah. Met de uitspraak:                                  
    “Degenen die na mij zullen leven, zullen veel verschillen zien” laat de Profeet  ons zien dat 
    verschillen zullen verschijnen tussen de moslims en hij sprak niet vanuit verlangens.                                                                
    Wat hij noemde zal vroeg of laat plaats vinden. Hij zij niet alleen “zullen verschillen zien”, maar hij zei: 
    “zullen VEEL verschillen zien.” Toen toonde de Profeet  aan waar succes ligt bij dit kwaad van 
    verschillen door te zeggen:   
    “Dus volg mijn soennah en de soennah van de rechtgeleide khaliefa’s na mij.                                                               
    Houd vast en bijt erin met de kiezen en wees gewaarschuwd voor de nieuwe toegevoegde zaken, 
    want waarlijk, iedere nieuw geïntroduceerde zaak is een bid’ah (vernieuwing/ toevoeging)                                      
    en iedere bid’ah is een misleiding.”     
    Dit is hoe de Profeet  aantoonde dat verschillen zullen verschijnen, of in meningen,                                                      
    of in gedachten, scholen van denkwijzen, groepen of sektes. Dus hij adviseerde dat men dient vast te 
    houden aan het Boek van Allaah en de soennah van Zijn Boodschapper  en dat waar zijn 
    rechtgeleide khaliefen op waren, want dat is de garantie voor succes voor degene die ernaar handelt.                                                                  
    Wat degene betreft wiens handen slippen van vasthouden aan de soennah van de Boodschapper 
    en de weg van de rechtgeleide khaliefen, hij zal verloren gaan tussen deze verschillende sektes.                                
    De Profeet  zei in zijn toespraken: 15
    “Waarlijk, de beste toespraak is het Boek van Allaah en de beste leiding is de leiding van de 
    Boodschapper van Allaah  en het ergste van zaken zijn de nieuw toegevoegde zaken,                                      
    want iedere bid’ah is misleiding, dus volg de djamaa’ah, want de Hand van Allaah is over de 
    djamaa’ah. Degene die zich naar extremisme keert zal gestraft worden in het vuur.”                                                                                                                                                                                 
    Gelijkwaardige woorden worden gevonden in: Sahieh Sunan At-Tirmidhie nr. 2166/ 2167.                               
    Kietaab al-fitan
    De Profeet  toonde de redenen van redding in tijden van beproevingen; vasthouden aan het 
    Boek van Allaah en de soennah van de Boodschapper van Allaah  en waarschuwen tegen nieuwe, 
    toegevoegde zaken. Hij zei ook: “Volg de djamaa’ah” want dit is ook een reden voor succes. 
    Wanneer splitten en verschillen verschijnen en verschillende groeperingen verschijnen,                                         
    dient de moslim zich vast te houden aan de djamaa’ah van de moslims; de groep die de manhadj van 
    Rasuulullaah  bewandelt en niet van de mensen van bid’ah en eigen meningen, zelfs al geven zij 
    zichzelf misleidende namen.  Ware gelovigen zijn niet verdeeld want zij volgen het advies van de 
    Profeet  “Dus volg de djamaa’ah.” De groep van moslims die hier beschreven wordt zijn dezelfde 
    als degenen waar naar verwezen wordt in de uitspraak van de Profeet: 
    “De joden splitten in eenenzeventig sektes, de christenen in tweeënzeventig sektes                                                                     
    en mijn ummah zal in drieënzeventig sektes splitten. Allen zullen in het vuur zijn, behalve een.”                                                                     
    Zij zeiden: “Welke is het, O Boodschapper van Allaah?”                                                                                                     
    Hij zei: “Die waar ik en mijn volgelingen op zijn.”                                                                                                                                                                                                                                        
    Hadieth hasan vanwege verschillende overleveringen. Zie: Sahieh Sunan At-Tirmidhie nr. 2640, 2641. 
    ‘Baab ma djaa fee iftiraaq hadhihil-ummah.’
    De djamaa’ah is dat waar de Profeet  en zijn metgezellen op waren, zelfs als de volgelingen 
    weinig zijn, want het is geen voorwaarde dat de djamaa’ah groot in aantal is,                                                                    
    maar eerder dat het vasthoudt  aan de waarheid.  Allaah zegt in soerah Al-An’aam 6: 116:
    “En als jij de meesten van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg 
    van Allaah. Zij volgen slechts een vermoeden en zij vertellen slechts verzinsels.”
    Zolang zij meningen en conclusies volgen zullen zij misleid zijn van het pad van Allaah,                                                 
    zelfs als zij honderden of duizenden zijn, of zelfs miljoenen. Degene die op de waarheid is,                                 
    is de djamaa’ah, en dit is de veilige en beschermde groep. Dit is zelfs het geval als hij een persoon op 
    zichzelf is of als hij slechts een paar volgelingen heeft. Zij zijn de ‘Ahl us soennah wal djamaa’ah.”                                         
    ‘Abdullaah ibn Mas’ud  zei:
    “De djamaa’ah is datgene wat volgens de gehoorzaamheid aan Allaah is, zelfs als jij alleen bent.”                   
    ‘Al-Laalikaa’ie’ (nr. 160), Ibnul Qayyum van ‘I’laam al-Muwa

    03-02-2012 om 08:09 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gunst van du’aa en dhikrullaah
    EEN VERTALING VAN:
    ‘THE EXCELLENCE OF SUPPLICATION TO ALLAAH & CONSTANTLY REMEMBERING HIM’

    The revered scholar & shaikh Saaleh Al-Fawzaan
    Vertaald door Um Sadjaad
    De gunst van du’aa en dhikrullaah
    Alle lof is aan Allaah, vanwege Zijn zegeningen en gunsten. Hij heeft ons bevolen om Hem te 
    herdenken en Hem met vrees voor Hem en hoop op Hem te smeken.                                                                     
    Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allaah alleen,                                           
    Hij heeft geen partner in Zijn Heerschappij, in Zijn Aanbidding en in Zijn Namen en Eigenschappen.                   
    En ik getuig dat Muhammad  Zijn dienaar en Boodschapper is; de beste van Zijn oprechte, 
    intieme en nabije vrienden. Moge de overvloedige begroetingen van vrede en zegeningen met hem 
    zijn, met zijn familie, met zijn metgezellen en met al degenen die oprechte genegenheid en 
    verbintenis met hem hebben. 
    Om te beginnen:
    (Deze vertaling is genomen van ‘Al-Khutaab al-Minbariyyah fil-Munaasibaatil-‘Asriyyah’                                               
    van shaikh Saalih Al-Fawzaan,  moge Allaah hem behouden.                                                                         2
    Alle voetnoten zijn toegevoegd door de vertaler (van het Arabisch naar het Engels; Abu Khadeejah 
    ‘Abdul-Waahid Ibn Saalih) om de lezer te steunen in het begrijpen van deze voortreffelijke 
    verhandeling.)  
    O mensen! Heb taqwaa’ * voor Allaah, de Meest Hoge, en weet dat Allaah, de Meest Perfecte,                  
    jullie heeft bevolen om Hem te herdenken en te smeken. Hij, de Meest Perfecte zei:
    “O jullie die geloven, gedenk Allaah veelvuldig!”                                                                                                                         
    (soerah Al-Ahzaab 33: 41)
    *Ibn Abie Shaibah overlevert in zijn ‘Kietaabul-Iemaan’ (nr. 99) dat de Taabi’ie (een opvolger van de 
    Metgezellen), Talq bin Habieb  werd gevraagd om taqwaa’ de definiëren, dus zei hij:
    “Taqwaa’ betekent handelen in gehoorzaamheid aan Allaah, hopend op Zijn genade op een licht van 
    Hem en taqwaa’ is het verlaten van daden van ongehoorzaamheid aan Allaah,                                                                    
    vanuit vrees voor Hem, op een licht van Hem.”                                                                                                                                         
    Sahieh verklaard door de nobele hadiethgeleerde Al-Albaanie
    “En prijst Zijn glorie in de ochtend en in de avond.”                                                                                                               
    (soerah Al-Ahzaab 33: 42)
    En Hij, de Meest Perfecte zei:
    “En jullie Heer zei: “Roep Mij aan, ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn 
    om Mij te Dienen zullen de Hel binnengaan als vernederden.”                                                                            
    (soerah Ghaafir 40: 60)
    En Hij, de Meest Perfecte zei:
    “En  wanneer Mijn dienaren jou (O Muhammad) vragen stellen over Mij:                                             
    voorwaar, Ik ben nabij, Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt. 
    Laten zij aan Mij gehoor geven en in Mij geloven. Hopelijk zullen zij de juiste Leiding volgen.”                                                                                                                                                                              
    (soerah Al-Baqarah 2: 186)
    O dienaar van Allaah! De herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en de Meest Hoge,                                          
    wordt op de tong verricht door Zijn Perfectie te loven (‘Tasbieh’  is ‘SubhaanAllaah’ te zeggen;                                    
    Allaah is de Meest Perfecte en ver verheven boven alle imperfectie) en door Hem te prijzen,
    (‘Tahmied’  is  ‘Alhamdulillaah’ te zeggen; alle lof is aan Allaah) door Zijn grootsheid te noemen                                   3
    (‘Takbier’ is  ‘Allaahu Akbar’ zeggen; Allaah is groter) en door de Qur’aan te reciteren.                                           
    En het herdenken van Allaah wordt in het hart verricht door vrees, hoop en eerbiedig ontzag voor 
    Hem en anderen daden van het hart zoals verlangen naar Hem, vrees voor Hem en toevlucht en 
    bescherming zoeken bij Hem, de Meest Perfecte en de Meest Hoge.
    En herdenking (‘dhikr’) van Hem wordt uiterlijk met de ledematen verricht door de gebeden te 
    verrichten, het vasten, de hadj en de ‘umrah te verrichten en djihaad en andere van de verschillende 
    soorten gehoorzaamheid. Dus iedere aanbidding; zowel de  uitspraak op de tong of daad van de 
    ledematen of in het hart, wordt als herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge 
    beschouwd.   
    De herdenking van Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, bevat grote en immense voordelen voor de 
    dienaar, de grootste van hen is dat degene die Allaah herdenkt door Allaah, de Meest Perfecte en 
    Meest Hoge, wordt herdacht. 
    “Gedenk Mij daarom, dan zal Ik jullie gedenken…”                                                                                                                                
    (soerah Al-Baqarah 2: 152)
    En in de hadieth qudsie* heeft Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, gezegd:
    “Degene de Mij in zichzelf herdenkt, zal Ik in Mijzelf herdenken. En degene de Mij in het gezelschap 
    van mensen herdenkt, Ik zal hem in een gezelschap beter dan hen herdenken.”                                                      
    (de engelen bedoelend)                                                                                                                                                                                    
    Sahieh verklaard door Shaikh Al-Albaanie. Zie: ‘Sahiehul-Djaamie’ (4337), ‘As-Silsilatus-Sahiehah’
    (2012)
    *‘Hadieth qudsie’ is een hadieth of uitspraak welke door Allaahs Boodschapper  is overgeleverd 
    van Zijn Heer in woorden en betekenis. Het is een categorie van de soennah met een bijzonder 
    onderscheid dat het is toegeschreven aan Allaah. Dus Allaah sprak ermee en openbaarde het aan de 
    Boodschapper  zodat hij het aan de mensen zou duidelijk maken als een uitspraak van Allaah                                          
    en het wordt niet als een deel van de Qur’aan beschouwd. Wat de rest van de ahaadieth betreft 
    (uitzonderlijk bekend als ‘al-hadieth an-nabawie’), hun bewoordingen zijn de spraak van de 
    Boodschapper  en hun betekenissen zijn van Allaah, de Meest Hoge.                                                                       
    Daarom wordt de soennah of de Profetische traditie in haar totaliteit als openbaring beschouwd van 
    Allaah, de Meest Hoge. De Machtige en Majestueuze heeft gezegd:
    “En hij spreekt niet uit begeerte. Het is niets anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard 
    is.”                                                                                                                                                                              
    (soerah An-Nadjm 53: 3-4)    
    (Verwijs naar ‘Duruus min  al-Qur’aanul-Kariem was-Sunnah al-Mutahharah’                                                                      
    van shaikh Al-Fawzaan, moge Allaah hem behouden.)4
    De herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, ontmoedigt de shaytaan                        
    en laat hem afstand van degene die het verricht nemen. De shaytaan is als een wolf tegenover de 
    mensheid, dus wanneer iemand Allaah herdenkt, keert Hij hem van hem weg.                                                   
    Vanwege deze reden beschrijft Allaah shaytaan als de ‘waswaasun khannaas’; de fluisteraar die zich 
    terugtrekt. Shaytaan is een ‘fluisteraar’ wanneer de dienaar nalatig is met de dhikr van zijn Heer.                                                                   
    Hij komt dichtbij hem, (slechte gedachten) bij hem influisterend. En hij is een ‘terugtrekker’ die 
    afstand van de dienaar neemt zodra de dienaar zijn Heer herdenkt.                                                                                          
    Dus er is geen redding van de zoon (of dochter) van Aadam van de gezworen vijand shaytaan, 
    behalve door middel van dhikrullaah. ‘Abdullaah Ibn ‘Abbaas  zei:
    “De shaytaan is neergestreken op het hart van de zoon van Aadam, dus wanneer hij niet oplet                             
    en nalatig is, fluistert de shaytaan hem in. En wanneer hij dhikr verricht van Allaah, de Meest Hoge,                           
    trekt hij zich terug.”                                                                                                                                                           
    Al-Bukhaarie van de hadieth van Ibn ‘Abbaas (8/570) in ta’lieq vorm  
    En Ibnul-Qayyim, rahimahullaah, zei:
    “Hij ‘trekt zich terug’ betekent: afzien van, verlaten en hij wordt moedeloos, terneer geslagen.”                        
    Zie: ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah, p. 74, 
    uitgegeven door Daar Ibnul-Djawzie
    Waarlijk, dhikr is een ontoegankelijk fort waarmee een moslim zichzelf tegen shaytaan beschermt. 
    Allaah’s Boodschapper  heeft gezegd:
    “Ik beveel jullie met de dhikr (herdenking) van Allaah, want waarlijk, de vergelijking ervan is als de 
    vergelijking van een man die op zijn hielen door de vijand wordt achtervolgd,                                                                    
    totdat hij een ondoordringbaar fort bereikt waardoor hij zichzelf van hen bevrijdt.                                                             
    Soortgelijk kan de dienaar zichzelf niet tegen de shaytaan beschermen,                                                                
    behalve door de dhikrullaah.”                                                                                                                                                                                           
    ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah, p. 74
    Door de herdenking van Allaah, de Meest Hoge, wordt de rust en tevredenheid van de harten 
    verkregen. Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, heeft gezegd:
    “(Zij zijn) degenen die gelovigen zijn en wiens harten tot rust komen door het gedenken van Allaah. 
    Weet: door het gedenken van Allaah komen de harten tot rust.”                                                             
    (soerah Ar-Ra’d 13: 28)
    Door de herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, verkrijgt de dienaar eerbied                             
    en vrees voor Allaah. Allaah, de Meest Perfecte, heeft gezegd:5
    “Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen wiens harten sidderen wanneer Allaah genoemd 
    wordt en wanneer Zijn verzen aan hen worden voorgedragen:                                                                                  
    hun geloof neemt dan toe en op hun Heer hebben zij hun vertrouwen gesteld.”                                                                                                                   
    (soerah Al-Anfaal 8: 2)
    Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, herdenken is makkelijk voor de moslimdienaar;                                  
    hij kan Allaah herdenken in iedere staat waarin hij zichzelf bevindt.                                                                                     
    De Profeet  maakte dhikrullaah op ieder moment en in iedere conditie en hij was nooit nalatig 
    wat de dhikrullaah betreft. Aa’ishah  heeft gezegd:
    “Allaah’s Boodschapper  maakte ieder moment dhikr van Allaah, de Meest Hoge.”                                
    Overgeleverd door Muslim (373), At-Tirmidhie (3381). ‘Sahiehul-Djaamie’ van Al-Albaanie (4943)                              
    en ‘Sahieh Sunan Abie Daawuud’ (15)
    De hadieth maakt geen uitzondering met betrekking tot zijn staat, dus dat duidt erop dat hij Allaah
    herdacht in een staat van rituele reinheid of rituele onreinheid. Het is door geen een metgezel 
    overgeleverd dat hij dhikrullaah verrichtte wanneer hij zijn behoefte deed.                                                                   
    Het is hoe dan ook authentiek overgeleverd dat hij zijn gemeenschap opdroeg om een bepaalde 
    dhikr voor en na het bezoeken van het toilet te verrichten. Soortgelijk droeg hij zijn gemeenschap op 
    om een specifieke dhikr te verrichten bij het benaderen van de echtgenote voor seksuele 
    gemeenschap.                                                                                                                                                                                      
    Zie: ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah                                        
    (p.128. Uitgegeven door Daar Ibnul-Djawzie)
    “Degenen die Allaah gedenken terwijl zij staan en zitten en op hun zij liggen…”                                                                
    (soerah Aal-‘Imraan 3: 191)  
    “En als jullie dan de salaah hebben verricht, gedenk dan Allaah, staand en zittend en liggend.”                                 
    (soerah An-Nisaa’ 4: 103)
    Dus het is gewenst dat de dienaar Allaah altijd en voortdurend gedenkt; in zijn huis, in de moskee,                       
    in zijn winkel, in zijn kantoor, in de straat, en dat hij Allaah staand, zittend en liggend gedenkt,                         
    en dit alles is niet moeilijk of zwaar voor hem en het brengt hem dichterbij zijn Heer,                                                      
    de Meest Perfecte en Meest Hoge. Vanwege dit zullen voor een dergelijk persoon bomen in het 
    Paradijs geplant worden en huizen zullen voor hem worden gebouwd, zoals authentiek is 
    overgeleverd door de Profeet.  De Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:6
    “Voor degene die ‘SubhaanAllaah wa bihamdihi’* zegt, zal een dadelpalmboom in het Paradijs 
    worden geplant.”                                                                                                                                                                                                       
    * Dat betekent: ‘Allaah is de Meest Perfecte, ver verwijderd is Hij van al het onperfecte                                                 
    en alle lof is aan Hem.’                                                                                                                                                                                                
    Een hasan hadieth overgeleverd door At-Tirmidhie (3460, 3461), Ibn Hibbaan (2335).                                            
    Al-Mundhirie zei in ‘At-Targhieb wat-Tarhieb’: ‘Overgeleverd door Al-Bazzaar met een djayyid 
    (goede) overleveringsketen.’ Zie: ‘Sahieh At-Tirmidhie’ van shaikh Al-Albaanie (3711, 3712)                                        
    En hij  zei ook:
    “De zonden van degene die honderd keer per dag ‘SubhaanAllaah wa bihamdihi’ zegt                                          
    zullen vergeven worden, zelfs al waren zij (zoveel) als het schuim van de zee.”                                                                                        
    Zie: Al-Albaanie’s ‘Sahieh Al-Kalim At-Tayib’ van Ibn Taymiyyah, p.7, p.25
    En Hij, de Meest Hoge zei:
    “En gehoorzaam niet degene wiens hart Wij Onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen                             
    en (die) zijn begeerten volgt; en hij is in overtreding in zijn zaak.”                                                                                              
    (soerah Al-Kahf 18: 28)
    Dus het hart van degene die het herdenken van Allaah achterwege laat zal sterven.                                                
    Allaah’s Boodschapper  heeft gezegd:
    “De vergelijking van degene die Allaah herdenkt en degene die Allaah niet herdenkt,                                            
    is als de vergelijking van de levende en de dode.”                                                                                                                            
    Verzameld door Al-Bukhaarie (11, 175, 176), Muslim (779) overgeleverd door Abu Musaa al-Ash’arie
    Dus vrees Allaah, O dienaar van Allaah en wees veelvoudig in de dhikr van Allaah,                                                          
    de Machtige en Verhevene.  
    Aanroepen en smeken
    Du’aa; het aanroepen en smeken is aanbidding, zoals Allaah, de Verhevene en Meest Hoge,                                                                                                
    heeft gezegd:
    “En jullie Heer zei: “Roep Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn 
    om Mij te dienen zullen als vernederden de Hel binnen gaan.”                                                                              
    (soerah Ghaafir 40: 60) 7
    Degene die minachtend tegenover het smeken van Allaah is, zal tot de bewoners van de Hel behoren 
    en degene die Allaah herdenkt, zal door Allaah beantwoord worden en hij zal tot de bewoners van 
    het Paradijs behoren. De Profeet  zei:
    “Du’aa (smeken) is aanbidding.”                                                                                                                                              
    Ahmad (4/ 267), Abu Daawuud (1479), At-Tirmidhie (2969). Ibn Hibbaan (3/ 172),                                                   
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (3407)
    Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, houdt ervan dat Zijn dienaren Hem aanroepen                                               
    en Hem smeken om hun behoeften en Hij wordt boos op degenen die Hem niet aanroepen                                       
    en smeken en dat is omdat Hij, de Meest Perfecte en Meest Hoge, Vrijgevig is, Gul, Royaal, Schenker 
    van rahmah. Hij houdt ervan als Zijn dienaren Hem aanroepen zodat Hij ze kan beantwoorden,                                    
    hen rahmah, vriendelijkheid en vrijgevigheid kan tonen en dit behoort allemaal tot Zijn Perfectheid.
    Du’aa (smeekgebed) bestaat uit twee soorten; het smeken als vorm van aanbidding                                                
    (‘du’aa ‘ibaadah’) en dat is het prijzen en verheerlijken van Allaah, de Meest Perfecte en Meest 
    Hoge. En de tweede soort is het smeken vanuit een verzoek (‘du’aa mas’alah’) en dat is het smeken 
    van Allaah om iemands behoefte te vervullen. En deze twee soorten worden samen genoemd in 
    soeratul-Faatihah, dus het eerste deel ervan bevat lof en verheerlijking van Allaah en dat is de ‘du’aa 
    van aanbidding.’ En het laatste deel ervan bevat verzoek aan Allaah, Allaah smekend om leiding naar 
    het Rechte Pad en bescherming tegen het pad van degenen die dwalend zijn en degenen waar Allaah 
    boos op is en dat is de ‘du’aa van verzoek.’* 
    *Het eerste deel van soerah Al-Faatihah dat de ‘du’aa ‘ibaadah’ bevat is:                                                                                
    “Alle lof zij Allaah, de Heer der Werelden. De Erbarmer, de Meest Barmhartige.                                                                    
    De Heerser op de Dag des Oordeels. U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.”                                                                                                                         
    (soerah Al-Faatihah 1: 2-5)    
    Het tweede deel van soerah Al-Faatihah dat de ‘du’aa mas’alah’ bevat is:                                                                     
    “Leid ons op het rechte Pad. Het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken,                                     
    niet van degenen op wie de woede rust en niet van de dwalenden.” 
    Dus wees veelvuldig in de herdenking van jouw Heer. Allaah, de Verhevene en Meest Hoge,                                    
    daalt in iedere nacht neer naar de lucht van de wereld, in het laatste deel van de nacht, zeggende:
    “Is daar iemand die smeekt, zodat Ik hem kan schenken? Is daar iemand die roept, zodat Ik hem 
    kan antwoorden? Is daar iemand die om vergeving vraagt, zodat Ik hem kan vergeven?”                                           
    Verzameld door Al-Bukhaarie in ‘Kietaabut-Tawhied’ en Muslim                                                             8
    Dus grijp deze momenten en roep jouw Heer aan, nederig zijnde tegenover Hem. 
    *De Boodschapper van Allaah  heeft verschillende situaties genoemd waarin de du’aa wordt 
    geaccepteerd, hiertoe behoren:
    “Een du’aa die tussen de adhaan en de ‘iqaamah wordt gemaakt is niet geweigerd.”                                            
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Al-Irwaa’ (nr. 244)  
    Hij  zei:
    “Er zijn drie smeekgebeden die beantwoord zijn en er is geen twijfel hierover;                                                               
    de du’aa van de ouder, de du’aa van de reiziger en de du’aa van de onderdrukte.”                                                                                                
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (nr. 3030) 
    En hij  zei:
    “Zorg dat jullie smeekgebeden worden beantwoord wanneer de legers elkaar ontmoeten,                                   
    wanneer de ‘iqaamah wordt verricht en wanneer regen neer daalt.”                                                                                              
    Ash-Shaafi’ie in ‘Al-Umm’ (1/ 420). Sahieh verklaard door shaikh Al-Albaanie in ‘As-Sahiehah’                                       
    (nr. 1469)
    Hij  zei ook:
    “Wanneer je in sudjuud bent, verricht dan veel smeekgebeden, want je bent het waard om 
    beantwoord te worden.”                                                                                                                                                                                                          
    Verzameld door Muslim (nr. 1074) overgeleverd door Ibn ‘Abbaas
    Dus vrees Allaah, O dienaar van Allaah! En smeek Hem veelvoudig en herdenk Hem veelvoudig                                 
    zodat je een connectie met jouw Heer, de Verhevene en Meest Hoge, hebt                                                                                 
    en smeek Hem om jouw behoeften te voorzien en hierdoor zal je in deze wereld verkrijgen wat je 
    zocht en in het Hiernamaals. Dus zeer zeker kun je niet zonder Allaah en het herdenken en smeken 
    van Hem. Je kunt zelfs niet zonder Hem voor een moment (zo kort) als een knipoog.
    Vrees Allaah, O dienaar van Allaah! Verricht veel dhikr en du’aa en verzoek Allaah hartstochtelijk                       
    en dringend, zodat Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, jou zal beantwoorden en jou je zonden 
    zal vergeven en jou met goede voorziening zal voorzien en jij zal tot de gelukkigen gaan behoren                                                                  
    en niet tot degenen die verzuimen:
    “En herdenk jouw Heer met jouw tong en binnen in jou zelf, nederig en met vrees,                                          
    zonder luidruchtigheid van woorden in de ochtenden en de avonden en behoor niet tot degenen 9
    die verzuimen.”                                                                                                                                                                                 
    (soerah Al-A’raaf 7: 205)
    “Voorwaar, degenen (de engelen) die bij jouw Heer zijn, zijn nooit te trots om daden van 
    aanbidding te verrichten voor Hem, maar zij prijzen Zijn Glorie en werpen zich voor Hem neer.”                                                    
    (soerah Al-A’raaf 7: 206)
    Moge Allaah zegeningen schenken aan zowel mij als jullie zelf met de edele Qur’aan.
    Redenen waarom smeekgebeden wel of niet worden geaccepteerd
    O mensen! Heb taqwaa’ voor Allaah, de Meest Perfecte en Meest hoge, en weet dat er redenen zijn 
    waarom smeekgebeden worden geaccepteerd en redenen waarom ze niet worden geaccepteerd.                         
    En de grootste reden waarom smeekgebeden worden geaccepteerd is het tonen van 
    gehoorzaamheid aan Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, en de aanwezigheid van een ontvankelijk 
    (vlug reagerend) hart. De Profeet  heeft gezegd:
    “De du’aa van ieder van jullie zal beantwoord worden, zolang zij niet haastig zijn,                                                               
    alsof hij wou gaan zeggen: “Ik verrichtte du’aa maar werd niet beantwoord.”                                                                                                       
    Verzameld door Al-Bukhaarie (nr. 6340) en Muslim (6869) en overgeleverd door Abu Hurairah
    Allaah heeft gezegd:
    “En wanneer Mijn dienaren jou (O Muhammad  ) vragen stellen over Mij;                                                           
    voorwaar Ik ben nabij. Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt. 
    Laten zij aan Mij gehoor geven en in Mij geloven. Hopelijk zullen zij de juiste leiding volgen.”                                                                             
    (soerah Al-Baqarah 2: 186)
    Wat de du’aa betreft van het hart dat nalatig en onaandachtig is, deze wordt niet beantwoord,                                
    zoals is overgeleverd in de overleveringen van de Profeet.                                                                                               
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Verricht du’aa tot Allaah terwijl je zeker bent van een antwoord. En weet dat Allaah niet 
    antwoordt op een du’aa die afkomstig is van een nalatig en afwezig hart.”                                                                                                                                              
    Verzameld door At-Tirmidhie (3545). Zie: ‘Sahiehul-Djaamie’ (245), ‘As-Silsilatus-Sahiehah’ (596)                            
    en ‘Sahieh At-Tirmidhie’ (3725)10
    Verder behoort halaal voedsel (dus dat iemands verdiende geld uit werk komt dat halaal is) tot de 
    redenen waarom smeekgebeden worden geaccepteerd en haraam voedsel (of haraam inkomsten) 
    tot de redenen waarom smeekgebeden worden geweigerd, zoals blijkt uit de hadieth over degene 
    die op reis was, met bevuilde kleding hief hij zijn handen naar de hemel op, zeggende:                                                      
    “O mijn Heer, O mijn Heer!” terwijl zijn voedsel haraam is, zijn kleding haraam is, dus hoe kan hij 
    verwachten dat zijn du’aa beantwoord zal worden?                                                                                                                  
    De hadieth is verzameld door Muslim (1015) en overgeleverd door Abu Hurairah, At-Tirmidhie 
    (2992), Al-Musnad (2/ 328), Ad-Daarimie in ‘Ar-Riqaaq’ (2720)
    Zondigen en in overtreding gaan behoort ook tot een van de barrières waardoor smeekgebeden niet 
    worden geaccepteerd wanneer men du’aa verricht. Allaah, de Meest Perfecte heeft gezegd:
    “Roep jullie Heer in nederigheid en met zachtheid aan. Hij houdt niet van overtreders.”                                       
    (soerah Al-A’raaf 7: 55) 
    Tot de betekenis van ‘overtreding’ onder het du’aa maken, behoort het verheffen van de stem,                            
    op een manier dat men ernaar verlangt om gehoord te worden of gezien te worden                                                       
    (door de mensen), om deze reden zegt Allaah: “en met zachtheid.” (of: “in het verborgene.”)
    Het verheffen van de stem bij het verrichten van du’aa kan ook andere dichtbij zijnde mensen die 
    daden van aanbidding verrichten storen, die bijvoorbeeld Qur’aan reciteren of die met du’aa bezig 
    zijn. Dus iemand dient zijn stem niet verheffen wanneer hij du’aa maakt of wanneer hij om vergeving 
    smeekt of dhikrullaah verricht. De stem dient alleen verheven te worden tot het niveau dat diegene 
    zichzelf kan horen. 
    Tot de overtredingen bij het verrichten van du’aa behoren ook vernieuwingen. (in het Arabisch 
    ‘bid’ah’ genoemd) Een vernieuwing is iedere daad, uitspraak of geloof, zowel zichtbaar als verborgen, 
    waarmee iemand Allaah’s nabijheid zoekt, die niet door Allaah en Zijn Boodschapper  is 
    voorgeschreven. (Zie: ‘Bid’ah, the unique nature of the perfection found in islaam and the grave 
    danger of innovation into it.’ van shaikh Ibn ‘Uthaymien.)
    Allaah’s Boodschapper heeft gezegd:
    “Waarlijk, degene onder jullie die na mij zal leven zal een grote hoeveelheid verschillen zien,                                                
    daarom is het voor jullie verplicht om aan mijn soennah vast te houden                                                                            
    en de soennah van de recht geleide kaliefen na mij; houd er stevig aan vast met jullie kiezen.                                                                                               
    En pas op voor nieuwe toegevoegde zaken (in aanbidding en religie),                                                                                 
    want iedere nieuwe toegevoegde zaak is een bid’ah en iedere bid’ah is misleiding.”                                                                                                                                                                     
    Verzameld door Al-Haakim in ‘Al-Mustadrak’(1/ 179), ‘Sunan At-Tirmidhie’(5/ 44 nr. 2676),                                    
    Abu Daawuud (nr. 4607). Hadieth Sahieh, zie: ‘Irwaa al-Ghaliel’ van Al-Albaanie (8/ 108)   11
    Soortgelijk is bid’ah bij smeekgebeden het verrichten van dhikr in een groep hardop,                                            
    zoals de Soefies* doen met hun vernieuwingen. Zij verheffen hun stemmen in de groep terwijl zij 
    du’aa verrichten en soortgelijk doen degenen die tawaaf (rondgang) om de Ka’bah verrichten                                                 
    en die bij de sa’ie heen en weer lopen tussen Safaa en Marwa. Deze manieren zijn niet door Allaah, 
    noch door Zijn Boodschapper  voorgeschreven. Dit zijn eerder manieren van smeken die tot de 
    mensen van bid’ah behoren en het behoort tot de overtredingen die ervoor zorgen dat de du’aa niet 
    wordt geaccepteerd.
    *Soefisme is een grote sekte van vernieuwingen die honderden, zelfs duizenden groeperingen bevat, 
    ieder wordt een ‘Soefie tarieqah’ (Soefiepad of weg) genoemd. Hun ideologieën en leerstellingen 
    kunnen als volgt worden weer gegeven:
    1)Volgelingen van de ‘Illuminist school’ van filosofie. Zij verrichten spirituele oefeningen,                                              
    trainen de ziel en straffen het lichaam om de geest te zuiveren en recht te zetten.                                                     
    Hun weg is tegenovergesteld aan de leringen van islaam en is overgenomen uit afwijkende religies 
    zoals het boeddhisme en het christelijke kloosterleven. Een heel klein deel van de Soefies gaan niet 
    verder dan dit in hun afwijking.
    2)Een algemene lijn onder de meeste Soefies is hun afwijkende manier van dhikr verrichten,                                  
    welke niet in de Qur’aan of de soennah vermeld staat. Hun afwijkende methodes van dhikr kunnen 
    als volgt worden gekenmerkt: Voortdurend dhikr verrichten met een enkele naam van Allaah, zoals: 
    “Allaah, Allaah, Allaah, Allaah…” of: “Hayy, Hayy, Hayy, Hayy…” Of met een nadruk op:                                                 
    “Hu, hu, hu, hu...” Of het gebruiken van voorwerpen om hun dhikr te tellen, zoals stenen, kralen, 
    linzen, etc. en dit is verboden via bepaalde bewijzen. Of dhikr verrichten met woorden die de 
    mensen niet begrijpen. Of dhikr verrichten waarbij anderen dan Allaah worden aangeroepen, zoals: 
    “Yaa Muhammad (O Muhammad)”, of: “Yaa ‘Alie” of: “Yaa ‘Abdul-Qaadir (Al-Djilaanie)”,                                                  
    dit alles houdt in dat men hulp vraagt aan anderen dan Allaah. Of het gezamenlijk hardop verrichten 
    van dhikr na ieder gebed, wat niet in de soennah is overgeleverd.                                                                                         
    Of dhikr verrichten met Qur’aanverzen die voortdurend worden gereciteerd, zoals:                                             
    “Alief, Laaam, Mieeem” of andere verzen zonder dat daar een bewijs voor is in de soennah.                                                        
    Of dhikr verrichten die in de soennah wordt vermeld op een nieuwe toegevoegde manier,                                           
    zoals het reciteren van soeratush-Sharh met de Bismillaah 79 keer of soerah Al-Ikhlaas 1001 keer met 
    de deur op slot, ogen dicht en de shaikh of zogenaamde heilige in gedachten.                                                                         
    Dit is een methode van dhikr die in de Naqshbandi soefie tarieqah wordt gebruikt.
    3) Degenen die in ‘huluul’ geloven; degenen die zeggen dat Allaah incarneert in mensen,                                                    
    Perfect en Hoog verheven is Allaah boven deze slechte eigenschap. Dit werd beweerd door bepaalde 
    vooraanstaande Soefies zoals Al-Halladj. Hij zei: “Wij zijn twee geesten die in een lichaam vertoeven. 
    Dus wanneer je mij ziet, zie je Hem (Allaah), en wanneer je Hem ziet, zie je ons beiden.”
    4)Degenen die geloven in ‘wahdatul-wudjuud’ dat wil zeggen dat alle bestaansvormen een realiteit 
    zijn en dat alles wat we zien aspecten van Allaah zijn. In wezen is alles Allaah; de dieren, de mensen, 
    de bomen en de afgoden. Dit was het geloof van de beroemde Soefie Ibn ‘Arabie At-Taa’ie.                                   
    Hij zei in zijn werk ‘Al-Fatuuhaatul-Makkiyyah’: “De dienaar is de Heer en de Heer is de dienaar.                     
    Ik wens dat ik wist wie degene is die gevraagd wordt om de verplichte daden te verrichten.”                                        
    En hij zei: “Degenen die het kalf aanbidden, aanbidden niets anders dan Allaah.”12
    5) De Soefies maken het voor de volgeling (‘muried’ genoemd) verplicht om geestelijk en lichamelijk 
    zijn shaikh te dienen, zonder eigen wil, als een dode persoon met degene die hem wast.                                         
    Vele Soefie sektes verbieden het dat je de shaikh vragen mag stellen, zelfs wanneer men hem iets 
    ziet doen dat verboden is door de religie, want zij plaatsen de shaikh of ‘heilige’ op een hogere 
    positie waarbij hij niet beperkt is door de uiterlijke of innerlijke voorschriften van de Qur’aan en de 
    soennah  omdat hij (zogenaamd) verlicht is met verborgen kennis. Moge Allaah Zijn dienaren 
    beschermen tegen zulke slechte paden van misleiding.      
    Zij verheffen hun stemmen gezamenlijk wanneer zij du’aa verrichten, tawaaf of ‘sa’ie’ tussen Safaa 
    en Marwa. Deze praktijken zijn niet voorgeschreven door Allaah en Zijn Boodschapper,                                            
    het zijn eerder praktijken van de afwijkende vernieuwers van smeekgebeden en dit behoort tot de 
    overtredingen waardoor de du’aa niet wordt geaccepteerd. 
    De Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Er zal een volk zijn dat (de rechtmatige grenzen) zal overtreden in hun smeekgebeden.”                                           
    Verzameld door Ahmad (1- 171), Abu Daawuud (nr. 1480), overgeleverd door Sa’d ibn Abie Waqqaas. 
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (3671)
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De dienaar (zijn du’aa) zal altijd beantwoord worden, zolang hij niet om een zonde smeekt of de 
    bloedband snijdt.”                                                                                                                                                        
    Muslim (2735) 
    Een andere zaak die tot ‘overtreding’ behoort in smeekgebeden is dat Allaah wordt gesmeekt om 
    zondige zaken of wordt gevraagd om de bloedbanden te snijden of iemand te vragen die men niet 
    mag vragen. Dus men dient de juiste manieren en etiketten in dhikr en du’aa tot Allaah te hebben, 
    met de manieren en etiketten van goddelijke wetgeving zodat de du’aa wordt geaccepteerd.
    Tot de etiketten van du’aa maken behoort het zich bevinden in een staat van wudhuu’.                                                    
    De Profeet  heeft gezegd:
    “Waarlijk, ik houd er niet van om Allaah te noemen, tenzij ik in een staat van wudhuu’ verkeer.”
    Sahieh verzameld door Abu Daawuud (1- 4), Ahmad in de ‘Musnad’(4- 385), Sahieh verklaard door                            
    Al-Haakim (1- 167) en Adh-Dhahabie stemde er mee in. Het originele is verzameld door Muslim in zijn 
    ‘Sahieh’ zie: ‘Al-Irwaa’ (1- 92)13
    Het aanschouwen van de qiblah; de richting van de Ka’bah, zoals Abu Hurairah  heeft 
    overgeleverd dat “Allaah’s Boodschapper aanschouwde de qiblah in de du’aa om regen.”                                                              
    Al-Bukhaarie (11- 144) ‘Sahieh Al-Adab Al-Mufrad’(476)
    En in de ‘Sahieh’ van Muslim staat “dat hij  de qiblah aanschouwde in zijn du’aa o

    03-02-2012 om 08:06 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de discussie van de hoogste engelen
                                    (wat betreft de kafaraat (daden die zonden schoon wissen)                                                                                                        
    en de darajaat (daden die het niveau in het Hiernamaals verhogen)
    Origineel geschreven door Al-Hafidh Ibn Rajab Al-Hanbali
    Ikhtiyar al-Awlaa fee Sharh Hadith Ikhtisaam al-Mala al-A’alaa
    Vertaald door Um Sadjaad.
    Introductie.



    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. 
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                  
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                 
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de Beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad-salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn 
    nobele metgezellen en degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                   
    Allaah, de Verhevene zegt:
    “O JULLIE DIE GELOVEN! VREES ALLAAH EN SPREEK (ALTIJD) DE WAARHEID.                                                             
    HIJ ZAL JULLIE AANSPOREN TOT HET VERRICHTEN VAN GOEDE DADEN EN JULLIE JE ZONDEN 
    VERGEVEN. EN WIE ALLAAH EN ZIJN BOODSCHAPPER GEHOORZAAMT:                                                       
    WAARLIJK, DIE HEEFT EEN GEWELDIGE TRIOMF BEHAALD.” (soerah Al-Ahzaab 33: 70-71)
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur. 2
    Voor je ligt de vertaling van een waardevol boek met betrekking tot een waardevolle hadieth van 
    Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het onderwerp van de hadieth gaat over de engelen van 
    de hoogste hemel, discussiërend over de daden die zonden schoon wissen en het niveau in het 
    Hiernamaals verhogen. Al-Hafidh ibn Rajab (rahimahullaah) heeft de hadieth heel mooi in detail 
    uitgelegd. En we realiseren ons dat dit werk met de toestemming van Allaah de moslims zal helpen 
    om meer goede daden te verrichten, omdat het een aanmoediging is en vol van herinneringen vanuit 
    citaten uit de Qur’aan en de ahaadieth. We realiseren ons ook dat de moslim jongeren te druk bezig 
    zijn met spraak en de daden negeren die hen op de Dag des Oordeels zullen helpen.                                                 
    We smeken Allaah om de schrijver en ons allen profijt te schenken door ons de tawfieq te geven dat 
    we handelen volgens datgene waar onze Heer tevreden mee is, aamien.
    DE BIOGRAFIE VAN DE AUTEUR.
    Zijn naam, kunya, roepnaam en afkomst:                                                                                                                
    Hij was de nobele iemaam, de hafidh, de criticus, Zayn-ud-Dien ‘Abdur-Rahmaan bin Ahmad bin 
    ‘Abdir-Rahmaan bin al-Hasan bin Muhammad bin Abil-Barakat Masud As-Salami Al-Baghdadi 
    (vanwege zijn geboorteplaats), Al-Hanbali (vanwege zijn madh-hab), Ad-Dimashqi (vanwege zijn 
    verblijfplaats en dood). Zijn kunya was Abul-Faraj, en zijn bijnaam was Ibn Rajab, wat de bijnaam van 
    zijn vader was, die in die maand (Rajab) was geboren. 
    Zijn geboorte en jeugd:                                                                                                                                                
    Hij was geboren in Baghdad in 736 na de hidjrah en werd opgevoed door een goed geïnformeerde 
    familie, stevig geworteld in kennis, nobelheid en vroomheid. Zijn vader speelde de grootste rol in het 
    sturen van hem richting waardevolle kennis.
    Zijn leraren:                                                                                                                                                                
    Hij leerde en nam kennis van de grootste geleerden van de ummah in zijn tijd. Van onder de meest 
    bekende van hen was Ibn Qayyim al-Jawziyyah, met wie hij gedurende de laatste jaren van zijn leven 
    verbleef totdat hij (Ibn Qayyim) in 751 na de hidjrah overlijdde. Dit is hoe hij hem beschreef:                  
    ‘Moge Allaah genade met hem hebben, hij was een persoon van ‘ibaadah en tahadjud, iemand die zo 
    lang mogelijk in zijn salaah verbleef. Hij was altijd toegewijd aan het herdenken (van Allaah),                         
    volledig in bezit genomen door zijn liefde voor Allaah, aldoor berouw tonend aan Hem, altijd Zijn 
    vergeving vragend, zijn armoede en zwakheid tonend aan Allaah, zijn ware staat van 
    onderworpenheid aan Hem tonend. Hij bereikte een niveau van devotie wat ik nooit eerder bij iemand 
    heb gezien, noch heb ik iemand gezien die geleerder was of meer kennis van de betekenissen van de 
    Qur’aan, de soennah en de innerlijke waarheden van het geloof had.’                                                                        
    Adh-Dhayl ‘alaa Tabaqaatal-Hanabilah (2/ 456-457).  
    Zijn studie afspraken:                                                                                                                                             
    Zayn-ud-Dien al-‘Iraqi, Ibn an-Naqeeb, Muhammad bin Isma’il al-Khabaz, Dawud bin Ibrahim                 3
    at-‘Ataar, Ibn Qadi al-Jabal en Ahmad bin ‘Abdil-Hadi al-Hanbali. In Makkah leerde hij van al-Fakhr 
    ‘Uthman bin Yusuf an-Nawairee. Terwijl hij in Jerusalem leerde van al-Hafidh al-‘Ala’i.                             
    In Egypte leerde hij van Sadr-ud-Deen Abul-Fath al-Maydumi en Nasir-ud-Deen ibn al-Muluk.
    Zijn studie afspraken:                                                                                                                                                    
    Ibn Rajab wijdde zichzelf aan kennis en besteedde al zijn tijd aan onderzoeken, schrijven, 
    onderwijzen, werken op het gebied van kennis en het uitbrengen van legale regels.                                
    In 791 na de hidjrah werd hem een lerarenpositie gegeven in de Hanbali school.                                                   
    Na de dood van Ibn Qadi al-Jabal (rahimahullaah) in 771 na de hidjrah werd Ibn Rajab dinsdags als 
    het hoofd van de halaqah (studie groep) aangesteld in de Centrale masdjid van Banu Umayyah.                              
    Dit was een heel populaire halaqah die door veel mensen werd bijgewoond. Er werd over zijn 
    halaqaat gezegd: “Zijn bijeenkomsten waren een herinnering voor de harten, het gewone volk had er 
    veel baat bij, hij was een persoon waar de verschillende groeperingen het over eens waren en hun 
    harten werden door hem beïnvloed.” Minhaj Ibn Rajab fil-aqeedah (p.58)   
    Zijn leerlingen:                                                                                                                                                   
    Studenten van kennis wendden zich tot Al-Hafidh Ibn Rajab (rahimahullaah) om van hem te leren,
    voordeel uit zijn kennis te halen en zijn overleveringen te horen. Dit was zo omdat hij een iemaam 
    was in de wetenschappen van hadieth, zowel in overleveren als in onderzoeken. De reden was dat hij 
    een groot deel van zijn tijd -geheel in beslag genomen-besteedde aan het onderwerp dat hij niet 
    kende behalve via de hadieth. Er was niemand (in zijn tijd) die er bekwamer in was dan hem. 
      
    Zijn meest beroemde leerlingen:
    (1) Abul-‘Abbas Ahmad bin Abi Bakr bin ‘Ali al-Hanbali, bekend als Ibn ar-Risaam (d.884 H)
    (2) Abul-Fadl Ahmad bin N’asr bin Ahmad, de muftie van de landen van Egypte (d.844 H)
    (3) Dawud bin Sulayman al-Mawsili (d.844 H)
    (4) ‘Abdur-Rahmaan bin Ahmad bin Muhammad al-Muqri.
    (5) Zayn-ud-Deen ‘Abdur-Rahmaan bin Sulayman bin Abil-Karam, bekend als Abu Shi’ar.
    (6) Abu Dharr az-Zarkashi (d. 846 H)
    (7) De rechter ‘Alaa-ud-Deen Ibn al-Lahaam al-Ba’Ali (d. 803 H)
    (8) Ahmad bin Sayf-id-Deen al-Hamawi, en Ibn Mulaqqin, de shaikh van Al-Hafidh Ibn Hajar                          
    (d. 804) 
    De lofuitingen van geleerden over hem:                                                                                                                      
    Ibn Qadee Shuhbah zei over hem in zijn biografie, zoals vermeld staat in Al-Jawhar-ul-Munaddad 
    (p.48): “Hij las en werd een expert in de verschillende gebieden van wetenschap. Hij werd geheel in 
    beslag genomen door de zaken van de (Hanbali) madh-hab totdat hij het onder de knie had.                          
    Hij wijdde zichzelf aan het bezig zijn met de kennis van de teksten, defecten en betekenissen van de 
    hadieth en trok zichzelf terug om te schrijven.” Ibn Hajr zei over hem in Inbaa-ul-Ghamr:                             
    “Hij had een hoge expertische in de wetenschappelijke disciplines van hadieth wat betreft de namen 4
    van de overleveraars, hun biografieën, hun wegen van overlevering en bewustzijn van hun 
    betekenissen.” Ibraaheem bin Muhammad Ibn Muflih zei over hem: “Hij was de shaikh, de grote 
    geleerde, de hafidh, degene die weg bleef van het wereldse leven. Hij was de shaikh van de Hanbali 
    madh-hab en hij schreef vele waardevolle boeken.” Ibn al-Lahaam gaf een inzicht in zijn 
    nauwgezetheid toen het op oprechtheid aan kwam. Hij zei: “De shaikh discussiërde een keer over een 
    zaak met ons en hij blonk hierbij uit tot het niveau dat wij verbaasd waren over zijn perfectie in deze 
    zaak. Hierna woonde hij een bijeenkomst bij waarin geleerden van verschillende madhahib                            
    (madh-habs) aanwezig waren; hoe dan ook zei hij geen woord in deze bijeenkomst. Dus toen wij 
    vertrokken vroeg ik hem: “Besprak u de zaak niet voorheen met ons?” Hij antwoordde:                            
    “Waarlijk, wanneer ik spreek, hoop ik hierbij Zijn (Allaah) beloning te winnen en ik vreesde dat als ik in 
    deze bijeenkomst sprak, het voor een ander doel dan dit zou zijn.”                                                                                        
    (Ibn Hadi noemde het in zijn boek Adh-Dhayl: 40)    
    Zijn geloofsleer:                                                                                                                                                               
    Ibn Rajab volgde de manhadj van de Salaf wat betreft zaken van iemaan en het verkrijgen van kennis. 
    Hij steunde het en beschermde het tegen valse argumenten van de tegenstanders. Zijn boeken zijn 
    vol daarvan en hij schreef sommige beschouwingen speciaal over dit onderwerp zoals zijn boek 
    ‘Bayan Fadlu ‘Ilm-is-Salaf ‘alaal-Khalaf (De Waarde van de Kennis van de Salaf boven de Khalaf).
      
    Zijn madh-hab met betrekking tot helpende zaken:                                                                                               
    In Fiqh volgde hij de madh-hab van de eerbiedwaardige iemaam, Ahmad bin Hanbal (rahimahullaah),            
    die de voornaamste geleerde is van de (Hanbali) madh-hab. Zijn boek: ‘Al-Qawaa’id al-Kubraa filFuroo’ is een van zijn meest vooraanstaande werken op het gebied van fiqh, wat zijn enorme kennis 
    laat zien over de ingewikkelde details van fiqhzaken. Dit is op zo; n manier dat Al-Hafidh Ibn Hajr in 
    zijn boek Ad-Durar zei: “Hij deed er excellent werk mee.” En Ibn Qaadee Shuhba en Ibn Muflih 
    zeiden: “Het toont zijn volledige kennis aan van de (Hanbali) madh-hab.” En in Kashf-udh-Dhunoon
    staat er: “Het is een boek van de wonderen van zijn tijd. En het is op een manier dat hij ernaar 
    gezocht heeft om er veel in uit te leggen. Sommigen beweren dat hij de verspreide principes van 
    Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah vond en ze samen bracht, maar dat is niet het geval. Hij was eerder 
    boven dat. Dat is wat werd beweerd.”
    Al-Hafidh Ibn Rajab was diep verbonden met de werken van Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah,             
    want hij bracht legale regels uit volgens hen en verwees voortdurend naar zijn boeken. Dit was zo 
    omdat hij zich als een leerling onder Ibn Qayyim al-Jawziyyah bevond, de meest uitblinkende leerling 
    van Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah, moge Allaah rahmah met hen allen hebben. Maar ondanks dit 
    was hij geen blinde volgeling of fanatieke aanhanger (van zijn leraar). Hij herzag en onderzocht de 
    betrouwbaarheid en volgde eerder de bewijzen.  
        
    Zijn geschreven werken:                                                                                                                                                
    Al-Hafidh Ibn Rajab werd als een van de meest bekwame en beroemde geleerden van zijn tijd 5
    beschouwd. Hij heeft talrijke en waardevolle werken op het gebied van Tafsir, Hadieth, Fiqh, 
    Geschiedenis en Raqaa’iq (hart verzachtende materie). Onder zijn boeken zijn: 
    Wat betreft tafsir en Qur’aan wetenschappen:                                                                                                          
    1. Tafsir soerah Al-Ikhlaas. 2. Tafsir soerah Al-Faatihah. 3. Tafsir soerah An-N’Asr. 4. I’raab alBasmallaah. 5. Al-Istighnaa bil-Qur’aan.
    Wat betreft hadieth en haar wetenschappen:                                                                                                         
    1. Sharh Jaami’ at-Tirmidhie. 2. Sharh ‘Ilal at-Tirmidhie. 3. Fath-ul-Baarie bi-Sharh Sahieh alBukhaarie. 4. Jaami’ul-‘Uloom wal-Hikam fee Sharh khamseena Hadithan min Jawaami’ il-Kalim.           
    Hij heeft ook een collectie van verhandelingen waarin hij apart hadieth uitlegt, zoals:                             
    5. Sharh Hadieth: Maa Dhi’baani Jaa’iaan ursilaa fee Ghanam…(Het kwaad van hunkeren naar 
    rijkdom en status). 6. Ikhtiyar al-Awlaa fee Sharh Hadieth Ikhtisaam al-Mala al-A’alaa (De discussie 
    van de hoogste engelen). 7. Noor-ul-Iqtibaas fee Mishkaat Wasiyyat-in-Nabi Libn ‘Abbas. 8.           
    Ghayat-un-Nafa’ fee Sharh Hadieth Tamtheel-ul-Mu’min bi-Khaamat-iz-Zara’. 9. Kashf-ul-Kurbah fee 
    Wasfi Haali Ahlil-Ghurbah (Verdrietige gevoelens verlichten in het beschrijven van de conditie van de 
    vreemdelingen). En vele anderen. 
      
    Wat betreft fiqh:                                                                                                                                                            
    1. Al-Istikhraaj fee Ahkaam-il-Kharaaj. 2. Al-Qawaa’id-ul-Fiqhiyyah. 3. Kitaab Ahkaam-ul-Khawaateem 
    wa maa yata’alaqu bihaa.
    Wat betreft biografische en historische verslagen:                                                                                               
    1. Adh-Dhayl ‘alaa Tabaqaat-il-Hanaabilah. 2. Mukhtasar Seerah ‘Umar bin ‘Abdil-‘Aziz. 3.                      
    Seerah ‘Abdul-Maalik bin ‘Umar bin ‘Abdil-‘Aziz.
    Wat betreft belangrijke waarschuwingen die het hart verzachten:                                                                     
    1. Lataa’if-ul-Ma’aarif feemaa Li-Mawaasim-il-‘Aam min al-Wadhaa’if. 2. At-Takhweef min an-Naar 
    wat-Ta’reef bi-Haali Daar-il-Bawaar. 3. Al-farq bayna an-Naseehah wat-Ta’yeer (Het verschil tussen 
    adviseren en afkeuren) 4. Ahwaal Ahlil-Quboor. 
    Zijn dood:                                                                                                                                                                     
    Al-Hafidh Ibn Rajab (rahimahullaah) stierf op een maandagnacht, de vierde van Ramadaan, 795 na de 
    hidjrah. Hij stierf terwijl hij in Damascus was in een land dat al-Humayriyyah werd genoemd in een 
    tuingebied dat hij huurde. Zijn begrafenisgebed werd de volgende dag verricht en hij werd begraven 
    in de Baab as-Sagheer begraafplaats dichtbij Shaikh Abul-Faraj ash-Sheeraazee.   6
    DE DISCUSSIE VAN DE HOOGSTE ENGELEN
    Iemaam Ahmad heeft overgeleverd dat Mu’aadh –radiya-llaahu ‘anhu- zei:
    “Op een dag was Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- zo laat voor het fadjr-gebed,          
    dat we de horen van de zon bijna konden zien. Rasuulullaah kwam haastig en de ‘iqaamah voor de 
    salaah werd gemaakt. Hij bad en toen hij de salaam maakte zei hij:                                                              
    “Sta zoals jullie allemaal in jullie rijen zijn.” Hij keerde zich toen naar ons toe en zei:                                              
    “Ik zal jullie laten weten wat me tegen hield deze ochtend. Waarlijk, ik stond de afgelopen nacht in 
    salaah en ik bad wat voor mij geschreven was om te bidden. Ik begon me toen slaperig te voelen in 
    mijn salaah totdat het me overmande. Toen was ik plotseling met mijn Heer in de beste der 
    verschijningen. Hij vroeg: “O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste engelen?”                             
    Ik zei: “Ik weet het niet, mijn Heer.” Hij vroeg: “O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste 
    engelen?” Ik zei: “Ik weet het niet, mijn Heer.” Hij vroeg: “O Muhammad, over wat discussiëren de 
    hoogste engelen?” Ik zei: “Ik weet het niet, mijn Heer.” Toen zag ik Hem Zijn Handen tussen mijn
    schouders plaatsen totdat ik de koelte van Zijn Vingertoppen tussen mijn borst voelde en alles 
    werd duidelijk voor mij en ik wist. Dus vroeg Hij: “O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste 
    engelen?” Ik zei: “Over de kafaraat (daden die zonden uit wissen) en de darajaat (daden die het 
    niveau in al-Aakhirah verhogen).” Hij vroeg: “Wat zijn de kafaraat?” Ik zei: “De voeten richting het 
    djumu’ah-gebed bewegen, in de masaadjid zitten na de salaah en de wudhuu’ op de juiste manier
    verrichten in moeilijke condities.” Hij vroeg toen: “Wat zijn de darajaat?” Ik zei:                                
    “Aangename spraak hebben en bidden terwijl de mensen slapen.” Hij zei: “Vraag!”                                               
    Ik zei: “O Allaah! Ik smeek U om de mogelijkheid om de goede daden te verrichten en de 
    mogelijkheid om de slechte daden op te geven, de armen lief te hebben, mij te vergeven en rahmah 
    voor mij te hebben. En wanneer U een volk beproeft, laat mij dan sterven zonder beproeft te 
    worden. Ik smeek U om Uw liefde en de liefde van degenen die U lief hebben en liefde voor die 
    daden die mij dichter tot Uw liefde brengen.” Rasuulullaah zei toen: “Waarlijk, het is de waarheid, 
    dus studeer het en onderwijs het.”                                                                                                                                                                  
    Ahmad (5/243), At-Tirmidhie (hadiethnr. 3235), Ibn Khuzaymah in zijn boek At-Tawhied (p.218)                      
    en Ad-Darqutanie zoals beschreven in Al-Isaabah (2/306).
    Deze hadieth is verzameld door At-Tirmidhie die zei dat de hadieth ‘hasan-sahieh’ is.                                               
    At-Tirmidhie (8/415) Hij (At-Tirmidhie) zei: “Ik vroeg Muhammad Ibn Ismaa’iel Al-Bukhaarie over 
    deze hadieth en hij zei: “Deze hadieth is hasan-sahieh.”
    Volgens Ibn Rajab bestaan er verschillende overleveringsketens voor de hadieth, sommige met meer 
    en sommige met minder woorden. Hij heeft de variatie van ketenen en woorden van de hadieth in 
    zijn boek Sharh At-Tirmidhie vermeld. In sommige van de overleveringen van iemaam Ahmad en                               
    At-Tirmidhie staat:                                                                                                                                                        
    “Per voet naar de ‘salaat-ul-djamaa’ah’ lopen in plaats van ‘salaat-ul-djumu’ah”.                                             
    (dus lopen naar een van de vijf verplichte gebeden in de moskee met de groep in plaats van het 
    vrijdagmiddaggebed)7
    Bij hen beiden staat ook na het noemen van de kafaraat:                                                                                    
    “Degene die in goedheid leeft en in goedheid sterft,                                                                                                             
    zijn weegschaal van zonden zullen zijn zoals op de dag waarop zijn moeder van hem beviel.”                                                                                                              
    Wat de darajaat betreft noemen zij ook beiden in sommige overleveringen:                                                         
    “Het verspreiden van de salaam”  in plaats van “aangename spraak”.                                                                                   
    In andere overleveringen staat: “En ik wist wat in de hemelen en in de aarde was”                                                       
    en toen reciteerde hij: “EN ZO LIETEN WIJ IBRAAHIEM HET KONINKRIJK DER HEMELEN EN DER 
    AARDE ZIEN OPDAT HIJ TOT EEN VAN DE OVERTUIGENDEN ZOU BEHOREN.”                                                                       
    (soerah Al-An’aam 6: 75)                                                                                                                                                                     
    In een andere overlevering staat:                                                                                                                                           
    “ALLES TUSSEN DE HEMELEN EN DE AARDE WERD AAN MIJ GEMANIFESTEERD”                                                     
    En in een andere overlevering: “WAT TUSSEN HET OOSTEN EN HET WESTEN IS.”                                                        
    In sommige overleveringen over de du’aa worden de woorden toegevoegd:                                                                   
    “En om mijn berouw te accepteren.” In sommige overleveringen staat ook:                                                                             
    “De du’aa op de juiste manier verrichten in koude situaties.”                                                                                                     
    En: “Hij (Allaah) heeft gezegd: “O Muhammad, wanneer je bidt, zeg: “O Allaah, ik smeek U om de 
    mogelijkheid om goede daden te verrichten…” tot aan het einde van de hadieth.                                                               
    De bedoeling hier is om de hadieth uit te leggen en er enige kennis, regels en andere mogelijke 
    profijtvolle punten uit te verkrijgen.
    DE PROFEET -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- VERTRAAGDE NORMAAL GESPROKEN HET FADJR
    GEBED NIET. 
    Deze hadieth is een bewijs dat het niet de gewoonte was van Rasuulullaah-salla-llaahu ‘alaihi wasallam- om het fadjr gebed te vertragen totdat de zon ongeveer gerezen was.                                               
    Waarlijk, zijn gewoonte was om salaatul-fadjr te bidden wanneer de donkerte van het laatste deel 
    van de nacht zich mengde met het licht dat verschijnt bij de eerste zonnestralen.                                                    
    Waarlijk, er is gezegd dat het vertragen van de salaah totdat het zonlicht begint te verschijnen een 
    weerzinwekkende daad is, die niet toegestaan is tenzij er een geldige reden voor is.                                   
    Waarlijk, het is niet toegestaan om op deze tijd te bidden tenzij het vanwege een geldige reden is, 
    zoals het niet toegestaan is om het ‘asr gebed te vertragen totdat de zon geel-roodachtig is.                                               
    Dit is de mening van Al-Qaadie Abu Ya’la van onze metgezellen zoals hij in een van zijn boeken 
    beweerde. Iemaam Ahmad speelde op deze mening in toen hij zei:                                                                           
    “Dit is inderdaad de salaah van degene die de grenzen overschrijdt.” Masaa’il ibn Haanie (1/29)
    Er is bewijs in deze hadieth dat het toegestaan is om de salaah te verkorten wanneer men het 
    verricht als de tijd bijna voorbij is en vreest dat hij het niet binnen de juiste tijd kan afmaken wanneer 
    men het verlengt. Abu Bakr As-Siddieq-radiya-llaahu ‘anhu- zei toen hij de salaatul-fadjr verlengde 
    met het reciteren van soeratul-Baqarah totdat de zon bijna was gerezen:                                                                    
    “Als de zon gerezen zou zijn, zouden jullie ons niet onoplettend hebben gevonden.”                                    
    (Al-Bayhaaqie (1/379). Al-Bayhaaqie heeft ook een soort gelijke hadieth verzameld, overgeleverd 
    door ‘Umar ibn Al-Khattaab met een sahieh isnaad (1/389). Hij vertraagde de salaah niet bewust 8
    noch verlengde hij het, want hij begon de salaah toen het nog donker was en het was vanwege de 
    lange recitatie dat de salaah al die tijd nam. Dus als de zon al opgekomen was zou het niet tegen hem 
    worden gehouden omdat het niet bewust werd gedaan. Dit toont aan dat hij de geldigheid van de 
    salaah tijdens zonsopgang  zag, zoals Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- degene die 1 
    raka’ah van het fadjr gebed kan bidden voordat de zon op is, bevolen heeft de salaah te voltooien.             
    In de hadieth overgeleverd door Abu Hurairah -radiya-llaahu ‘anhu- heeft Rasuulullaah                                                         
    -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- gezegd:                                                                                                                                                       
    “Degene die 1 raka’ah van het fadjr gebed pakt voordat de zon is opgekomen heeft waarlijk het 
    fadjr gebed gehaald.” Al-Bukhaarie (2/56) en Muslim (1/424).                                                                                                    
    In een andere hadieth staat:                                                                                                                                                       
    “Laat degene die in staat is om 1 sadjdah te maken voordat de zon is opgekomen zijn gebed af 
    maken.” Al-Bukhaarie (2/38)
    GOEDE DROMEN DIENEN AAN GOEDE VRIENDEN TE WORDEN VERTELD.
    Deze hadieth van Mu’aadh is een bewijs dat degene die een droom heeft die hem bevalt het aan zijn 
    nabije vrienden dient te vertellen, vooral wanneer zijn droom goede tijdingen voor hen bevat, 
    waardoor zij kunnen leren over datgene wat hen voordeel zal schenken.                                                              
    Waarlijk, wanneer Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- salaatul-fadjr had gebeden zei hij 
    tegen zijn metgezellen: “Wie van jullie had een droom vannacht?”                                                                                                              
    Al-Bukhaarie (3/251) en Muslim (4/1781)
    Deze hadieth toont ook aan dat het goede tijdingen zijn voor degene die tahadjud bidt totdat slaap 
    hem overmant en vervolgens een droom heeft die hem pleziert. Al-Hasan Al-Basrie zei:                                                  
    “Wanneer slaap een dienaar overmant terwijl hij sadjdah verricht, schept Allaah op bij de engelen, 
    zeggende: “O engelen, kijk naar Mijn dienaar, zijn lichaam is in gehoorzaamheid aan Mij en zijn ziel is 
    met Mij.” Iemaam Ahmad in Az-Zuhd (p.280) met een betrouwbare isnaad.
    DE HOGE STATUS VAN DE PROFEET -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallamDeze hadieth toont de superioriteit en de hoge status aan van de Boodschapper- salla-llaahu ‘alaihi 
    wa-sallam- als degene die door Allaah werd gekozen om over datgene wat in de hemelen en op de 
    aarde is te leren. De zaak waarover de engelen in de hemelen gingen discussiëren werd aan hem 
    bekend gemaakt zoals aan Ibraahiem het rijk van de hemelen en de aarde werd getoond.                                     
    Het is overgeleverd in een betrouwbare hadieth dat aan hem- salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                                    
    alles werd gegeven, behalve de sleutels van de vijf ongeziene zaken waar Allaah kennis van heeft,                   
    zoals in de Aayah uit soerah Luuqmaan 31: 34 is vermeld:
    “WAARLIJK, ALLAAH BESCHIKT OVER DE KENNIS VAN HET UUR, EN HIJ ZENDT DE REGEN NEER,                           
    EN HIJ KENT WAT ZICH IN DE SCHOTEN BEVINDT. EN NIEMAND WEET WAT HIJ MORGEN ZAL DOEN. 
    EN NIEMAND WEET OP WELKE GROND HIJ ZAL STERVEN. VOORWAAR, ALLAAH IS VAN ALLES OP DE 
    HOOGTE, ALWETEND.”9
    DE BESCHRIJVING VAN ALLAAH.
    Wat betreft de beschrijving die Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- gaf over zijn Heer,              
    die is echt en het is de waarheid waar men in moet geloven, zoals Allaah Zichzelf heeft beschreven, 
    terwijl enige vergelijking met Hem teniet doet. Wanneer iets verwarrend en moeilijk te begrijpen is, 
    dient men datgene te doen wat degenen doen die stevig gegrondvest zijn in kennis.                                   
    Allaah heeft hen geprezen door in soerah Alie-‘Imraan 3: 7 over hen te zeggen, wanneer zij langs een 
    onduidelijke zaak komen: “WIJ GELOVEN ERIN, ALLES IS VAN ONZE HEER.”                                        
    (DUIDELIJKE EN ONDUIDELIJKE VERZEN) Zoals de Boodschapper -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- zei 
    over de Qur’aan: “Vertrouw de kennis waar jullie onwetend over zijn toe aan degene die het weet.”                                   
    Ahmad, An-Nasaa’ie e.a.  Deel van een hadieth overgeleverd door Abdur-Razaaq (11/216),                                 
    Ahmad (2/181). Al-Bukhaarie in Khalq afa’alal-‘ibaad (p.63), Al-Aajoerie in Ash-sharie’ah (p.67).                                                     
    Al-Baghawie in Sharh as-sunnah (1/260) en de isnaad is hasan. Noch dient men zich te belasten met 
    datgene waar men geen kennis over heeft, want voor diegene wordt ondergang gevreesd.                       
    Weet -moge Allaah jou en mij onderwijzen- dat de verzen over de Eigenschappen van Allaah niet 
    worden beschouwd als die van de onduidelijke verzen, behalve vanuit het oogpunt dat niemand, 
    behalve  Allaah weet hoe precies deze Eigenschappen zijn.                                                                                                           
    “EN ZIJ ZULLEN NOOIT IETS VAN ZIJN KENNIS KUNNEN OMVATTEN” (soerah Thaa Haa 20: 110)
    Shaikh Al-Islaam Ibn Taimiyyah zegt: “En soortgelijk is datgene wat Allaah ons heeft laten weten over 
    Zichzelf, zoals Zijn stijgen boven Zijn Troon, Zijn gehoor, Zijn zicht, Zijn spraak etc.                                                        
    Want waarlijk, niemand weet precies hoe deze eigenschappen zijn, behalve Allaah.”                                 
    Zoals Rabi’ah ibn Abi Abdur-Rahmaan en Maalik ibn Anas hebben gezegd -en de rest van de mensen 
    van kennis hebben het geaccepteerd-, toen gevraagd werd: “Ar-Rahmaan istawaa (rees) over de 
    Troon. (soerah Thaa Haa 20: 5) Hoe is deze istawaa?” Hij zei: “De istawaa is bekend, de manier 
    waarop is onbekend, erin geloven is een verplichting en erover vragen is een bid’ah (toevoeging).”                                           
    Dit zijn de woorden van iemaam Maalik. Dus hij zei dat de istawaa bekend is- en dit is de uitleg van 
    de uitspraak-, maar dat de manier hoe dit precies is onbekend is, en dit is de kennis die Allaah voor 
    Zichzelf heeft gehouden. Dit was tegelijkertijd het geloof van de anderen van onder de salaf,                   
    zoals Ibn Al-Maajshuwn en Ahmad Ibn Hanbal, die zei dat de dienaar geen kennis heeft van hoe de 
    Eigenschappen zijn waar Allaah Zichzelf mee beschreven heeft. Dus de manier waarop, is alleen iets 
    wat Allaah weet. Wat betreft de betekenis van het kijken en horen van Allaah dan begrijpt iedereen
    de betekenis hiervan op het niveau van zijn vermogen want men kan begrijpen wat er bedoeld wordt 
    met horen en zien en men kan weten wat het verschil tussen deze twee is, ook al weet men niet hoe 
    Hij hoort en hoe Hij ziet. Het is eerder zo dat mensen in het algemeen weten dat zij een ziel in zich 
    hebben; maar zij weten hoe dan ook niet precies hoe het is. Soortgelijk weten zij dat stijgen boven de 
    Troon inhoudt dat de Heer gerezen is boven Zijn troon zoals de salaf hebben uitgelegd. Dus dit is de 
    welbekende betekenis die begrepen wordt van dit woord en het is niet mogelijk dat het een andere 
    betekenis heeft.” (Al-fataawa: 17/ 373-374)
    Ibn Abbaas heeft een hadieth verzameld van Rasuulullaah -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- waar een 
    man zich aan stoorde en dus toonde hij beklag nadat hij de hadieth had gehoord.                                                            
    Dus Ibn Abbaas zei: “Wat is het, waar zij voor dienen te vrezen! Zij accepteren gemakkelijk datgene 
    wat duidelijk is, maar hoe dan ook, wanneer het aan komt op zaken die onduidelijk zijn, worden zij 
    vernietigd!” Overgeleverd door Abdur-Razaaq. Verzameld door Ibn Abi Aasim in As-sunnah (p.584) en 10
    de isnaad is sahieh. Dus iedere keer wanneer een gelovige uitspraken hoort zoals deze, dienen zij te 
    zeggen:                                         
    “Dit is wat Allaah en Zijn Boodschapper ons hebben beloofd, en Allaah en Zijn Boodschapper 
    hebben gelijk.” En het doet hun slechts in geloof en onderwerping toenemen.                                                      
    (Soerah Al-Ahzaab 33: 22)
    ENGELEN HEBBEN HET VERMOGEN TOT REDENEREN.   
    Dit is een bewijs dat de hoogste engelen, degenen die het dichtste bij Allaah zijn, onderling 
    discussiëren over wat de daden zijn die de zoon van Aadam dichter tot zijn Heer brengen en wat 
    ervoor zorgt dat zijn zonden worden uitgewist. En waarlijk, Allaah heeft ons laten weten dat de 
    engelen vergeving voor hen vragen en du’aa voor hen maken, gebaseerd op Zijn uitspraak in soerah 
    Ghaafir 40: 7: 
    “DEGENEN (ENGELEN) DIE DE TROON DRAGEN EN DEGENEN DIE ZICH ER OMHEEN BEVINDEN, 
    PRIJZEN DE GLORIE VAN HUN HEER MET ZIJN LOFPRIJZING                                                                              
    EN GELOVEN IN HEM EN VRAGEN HEM OM VERGEVING VOOR DEGENEN DIE GELOVEN.                                   
    (EN ZEGGEN:) “ONZE HEER, UW RAHMAH EN KENNIS OMVATTEN ALLE ZAKEN,                                 
    VERGEEF DAAROM DEGENEN DIE BEROUW TONEN EN DIE UW WEG VOLGEN                                                 
    EN BESCHERM HEN TEGEN DE BESTRAFFING VAN DE HEL.”                                                                                                 
    In de betrouwbare hadieth staat: “Waarlijk, wanneer Allaah een dienaar lief heeft roept Hij:                                                                              
    “O Djibriel, waarlijk, Ik houd van die en die persoon” dus Djibriel houdt ook van hem.                           
    Dan verkondigt hij (Djibriel) aan de hemelen: “Waarlijk, Allaah houdt van die en die persoon,        
    dus bewoners van de hemelen houd ook van hem.” Hij plaatst dan in de (harten van de) bewoners 
    van de aarde acceptatie (in sommige overleveringen: liefde) voor deze persoon.”                                                                                                                                           
    Al-Bukhaarie 10/461 en Muslim 4/2030.
    Abu Hurairah –radiya-llaahu ‘anhu- zei: “Wanneer de zoon van Aadam sterft vragen de mensen: 
    “Wat heeft hij achter gelaten?” En de engelen vragen: “Wat heeft hij vooruit gestuurd?”                                          
    Verzameld door Al-Bayhaaqie in Shu’ab al-eman. De hadieth is overgeleverd door Abu Hurairah zoals 
    Manaawie zei in Fayd 1/43. Maar in de isnaad is Yaha ibn Sulaymaan Al-Ja’fie over wie An-Nasaa’ie
    heeft gezegd dat hij niet betrouwbaar is. Dus de engelen informeren en zijn bezorgd over de daden 
    van de zoon van Aadam. De rest van de hadieth focust op de kafaraat, de darajaat en de du’aa en 
    voor ieder is er een hoofdstuk.
    HOOFDSTUK 1. WAT BETREFT DE KAFARAAT.
    Kafaraat zijn daden die de fouten en zonden schoonwissen. 
    Het verrichten van de wudhuu’ onder moeilijke omstandigheden, het lopen naar de djumu’ah en 
    djamaa’ah gebeden en het zitten in de moskee behoren tot die daden. Sommige overleveringen 
    zeggen: 11
    “Degene die dat doet leeft in goedheid, sterft in goedheid en zijn zonden zullen gelijkwaardig zijn
    aan de dag waarop zijn moeder van hem beviel.” De genoemde daden vegen meestal zonden 
    schoon, hoe dan ook kunnen zij iemands niveau verheffen zoals staat in de hadieth van Abu Hurairah, 
    verzameld door Muslim, waarin Rasuulullaah –salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- zei:                                              
    “Mag ik jullie leiden naar datgene waar Allaah zonden mee wist en rangen mee verhoogt?”                         
    Zij zeiden: “Natuurlijk, O Rasuulullaah.” Hij zei: “Wudhuu’ op de juiste manier verrichten in 
    moeilijke omstandigheden, vaak naar de masaadjid lopen, en wachten op het volgende gebed na 
    de salaah. Want waarlijk, dat is de ribaat, waarlijk dat is de ribaat.”                                                                              
    (ribaat= het bewaken van de grenzen van een islamitische staat.) Muslim 1/219.  
    DE DRIE REDENEN VAN HET UITWISSEN VAN ZONDEN: AL-WUDHUU’. 
    De Qur’aan heeft inderdaad duidelijk gemaakt dat het verrichten van wudhuu’ zonden kan uitwissen. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 6:
    “O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de salaah, wast dan jullie gezichten en 
    jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels. 
    Indien jullie junuub zijn, reinigt jullie dan. En indien jullie ziek zijn, of op reis, of als een van jullie 
    van het toilet is gekomen, of jullie hebben jullie vrouwen aangeraakt (gemeenschap gehad) en 
    jullie vinden dan geen water; verricht dan tayammoem met schone aarde. En wrijft ermee over 
    jullie gezichten en jullie handen. Allaah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie 
    reinigen, zodat Hij Zijn genieting voor jullie vervolmaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.”
    Dus Zijn uitspraak “Hij wil jullie reinigen” houdt zuiveren van het lichaam met water in en zuiveren 
    van het hart van zonden en deze vervolmaking van Zijn gunst vindt plaats wanneer iemands zonden 
    zijn verwijderd en vergeven. En zoals de Meest Hoge tegen zijn Profeet heeft gezegd:                                                
    “Opdat Allaah jouw vroegere en toekomstige zonden zal vergeven, en Zijn gunst aan jou zal 
    vervolmaken.” (Soerah Al-Fath 48: 2) De hadieth van Mu’aadh verzameld door At-Tirmidhie getuigt 
    van dit punt. Mu’aadh overleverde “dat de Profeet een man du’aa hoorde maken:                                                 
    “O Allaah, ik smeek U om de volledige zegening.” Dus de Profeet vroeg: “Weet je wat de volledige 
    zegening is?” De man antwoordde: “Het is slechts een du’aa die ik maak waarbij ik op goeds 
    hoop.” Dus zei Rasuulullaah –salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-: “Waarlijk, de volledige zegening is om
    beschermd te worden tegen het Vuur en het Paradijs te mogen binnen treden.”                                                                                                                    
    Hasan, verzameld door Ahmad (5/231), Al-Bukhaarie in Adabil-mufrad (p.765) en At-Tirmidhie 
    (nr.3527). Al-Albaanie zei dat de hadieth da’ief is. (da’eef Adabil-mufrad: 113)
    De volledige zegeningen kunnen niet verkregen worden, behalve wanneer iemands zonden worden 
    uitgewist. Er zijn vele teksten van Rasuulullaah –salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam- die zeggen dat 
    wudhuu’ zonden uitwist, zoals in de hadieth verzameld door Muslim waarbij Uthmaan wudhuu’ 
    <

    03-02-2012 om 08:03 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Factuur betaald, soubhana ALLAH !
    Op een avond, wanneer een mama het avondeten aan het klaar maken was, kwam haar zoontje bij haar in de keuken en gaf haar een papiertje. Zijn mama waste haar handen en begon te lezen wat hij geschreven had. 


    Voor het gras te maaien: 5 euro 

    Voor het opruimen van mijn kamer iedere week: 1.00 euro 

    Voor het inkopen doen voor jou: 0.50 euro 

    Voor het waken over mijn klein broertje wanneer jij naar de winkel was: 1.00 euro 

    Voor het behalen van een goed rapport: 5.00 euro 

    Voor het afval buiten te zetten: 1.00 euro 

    Voor het kuisen en vegen van de koer: 2.00 euro 


    TOTAAL: 15.50 euro 


    Zijn moeder keek hem recht in de ogen en men kon in zijn schitterende ogen, de vele herinneringen zien voorbijgaan. De moeder nam een pluim en schreef op de keerzijde van het papiertje: 


    Voor het dragen van jou gedurende 9 maanden: Gratis 


    Voor alle nachten dat ik naast je bleef bidden en voor je zorgen: Gratis 


    Voor al de tijd en al de tranen voor jou vanaf jouw geboorte: Gratis 


    Voor al die keren dat ik ongerust was over jou: Gratis 


    Voor alle raad, overgebrachte kennis en geld voor jouw studies: Gratis 


    Voor jouw speelgoed, voeding, kleding en zelfs voor het wegvegen van jouw tranen en je neus te snuiten: Gratis 


    Mijn zoon, als je de rekening maakt, zul je vaststellen dat mijn liefde voor jou … GRATIS is. 


    … Wanneer het zoontje klaar was met lezen wat zijn mama had geschreven, rolden de tranen over zijn kleine wangetjes. Het kleine mannetje bekeek zijn mama en zei : 


    « MAMA, IK HOU ZOVEEL VAN JE HOU! » 


    Hij nam toen de pluim en schreef in grote letters op het factuur... 


    VOLLEDIG BETAALD.

    13-12-2011 om 23:00 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de dood staat jou ook op te wachten dus maak jullie vast klaar
    Had ik maar 1 minuut om vergiffenis te vragen.. 
    Ik werd wakker, tot mijn schrik zag ik dat ik getild werd door een paar mannen....

    Ik wou ze vragen waar ze mij naartoe brachten, maar mijn tong werkte niet mee...

    Ik wilde ze tegenhouden van mij te verplaatsen, maar mijn lichaam werkte niet mee...

    Langzaam maar zeker werd het met me duidelijk dat ik naar de moskee werd gebracht...

    Ik kende de weg omdat ik er soms was tijdens de ramadan...

    Omdat me vrienden altijd gingen...

    Toen zag ik dat men het dodengebed verrichtten, toen drong het tot me door!...

    Is dit voor mij?...

    Ben ik nu werkelijk dood?...

    Dat kan toch niet?...

    Ik had nog zo veel in gedachte om te doen, NEE!...
    Ik wilde nog naar Hajj...

    Ik ben niet bereid, ik had niet eens de mooie eigenschap om het gebed te verrichten...

    O nee, nu is het te laat...

    Ik ga voor mijn heer staan!...

    En mijn handen zullen getuigen!

    Ya Rabbi, had ik maar een goede vader, die mij van kleins af aan naar de moskee bracht, die mij van de

    moskee liet houden!...

    Die mij de qur'aan leerde lezen, die mij sura's uitlegde en samen met mij uit onze hoofden leerde...

    Maar toen besefte ik, dat ik dit ook niet deed voor mijn kinderen...

    Maar nu is het te laat...

    O Allah nu is het te laat...

    Toen ik de imaam hoorde reciteren hoopte ik dat hij ietjes langer door zou gaan, dat hij ietsjes meer

    smeekbedes voor mij zou doen...

    Ik zag de vrienden met wie ik slechte zaken pleegde...

    Ik wist hoe zij waren, maar ja zo was ik ook...

    Toen ik naar de wasruimte werd gedragen, zag ik dat de imaam mij aan het wassen was, wat een aardige

    man dacht ik toen...

    Hij sloeg onwetend een plekje op mijn rug over, hij moest dat stukje nog wassen...

    Ik schreeuwde het uit, maar er kwam niets uit mijn mond...

    Moet ik ZO naar mijn heer!?...

    Maar tevergeefs...

    Vervolgens werd ik omwikkelt in 3 witte doeken....

    Ik wilde ze waarschuwen om het niet te strak om mij te binden, maar ik kon alweer niets zeggen...

    Toen was ik op het begraafplaats...

    Mijn ouders over mij buigend, huilend smekend...

    Wat een verschrikkelijk gevoel...

    Toen werd er een gat gegraven in de grond...

    Toen de mannen mij in het graf wilden leggen, wilde ik het uitschreeuwen...

    Dat is toch veel te smal?...

    Daar kan ik me toch niet in bewegen?...

    En hoe moet ik daar ademen?...

    Ik werd met de seconde nerveuzer en banger...

    Toen werd ik er tot mijn grote schrik ingelegd, en ze gooide het zand over mij heen...

    Toen ik in mijn graf lag, zag ik aan mijn rechterkant een Prachtig paleis, omringd met zeeën die ik nog

    nooit zo heb gezien, prachtig gewoon!...

    En aan mijn linkerkant zag ik een verschrikkelijk hellevuur waardoor ik ging zweten...

    Ik was door en door nat van het zweet...

    Bang, nee DOODSbang!...

    Ik was zo bang om in dat hellevuur te belanden, YA ALLAH, Ya Rabbi!...

    Geef mij nog een kans o Allah...

    Geef mij 1 minuut...

    1 minuut om 1 gebed te verrichten voor U Ya Rabbi...

    Maar jammer genoeg zijn er dan geen herkansingen!...

    Ya Rabbi geef mij nog een kans en ik zal mijn leven knielend doorgaan!...

    En toen hoorde hij de Athaan...
    Hij opende zijn ogen en zag dat dit alles slechts een droom was...

    Hij sloeg zijn bezweette deken van hem af en rende naar de badkamer om al Woedhoe te verrichten en

    rende toen naar de moskee om Salaat-ul-Fadjr met hen mee te bidden...

    Deze man is gelieft bij Allah(s.w.a) net als wij...

    Deze man heeft een teken gekregen, een verduidelijking van hoe belangrijk het is om je tijd goed te benutten...

    Beste broeders en zusters, Insha allah zullen wij hier lering uit trekken en ons zo snel mogelijk

    voorbereiden voor de dood...

    Want wij zullen sterven, jong en oud, ziek en gezond, voorbereid of niet voorbereid...

    En dan zijn er geen 2e kansen meer...

    Het is of nu of nooit!...

    Grijp je kans!...

    Sla die nieuwe bladzijde in je leven om!...

    Verricht dat gebed!...

    Voorwaar, we zullen spijt krijgen voor elke minuut die we niet in de vorm van aanbidding jegens Allah swt hebben besteed.

    Dus begin opnieuw, moge Allah swt tevreden zijn met ons en ons begeleiden naar de poorten van Djenna, en ons de plaats van eeuwige zaligheid laten binnentreden...Ameen

    30-11-2011 om 19:03 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hij reciteerde de koran
    Een persoon reed met zijn auto en onderweg kreeg hij autopech. De man stapte uit zijn auto en toen hij zijn reservewiel uit de achterbak wilde pakken, kwam er een auto met hoge snelheid aan en reed de man aan waardoor hij ernstig gewond raakte. Een medewerker van de wegenwacht vertelt: ?Ik en een collega van mij droegen hem in onze auto en namen vervolgens contact op met het ziekenhuis. Het was een jongeman in de bloei van zijn leven. Uit zijn uiterlijk viel op te maken dat hij een praktiserende moslim was. Toen wij hem droegen, hoorden wij hem iets neuriën. Maar omdat wij druk bezig waren konden wij niet opmaken wat hij zei? Toen wij hem echter in de auto plaatsten hoorden wij heel duidelijk dat hij met zijn mooie stem de Koran reciteerde. Verheven zij Allah, je zou niet zeggen dat deze persoon gewond was. Hij zat helemaal onder het bloed en alle botten in zijn lichaam waren gebroken. Het werd ons duidelijk dat hij niet lang meer te leven had.

    Hij bleef doorgaan met het reciteren van de Koran met zijn mooie stem. Nooit in mijn leven heb ik ooit zo een mooie recitatie gehoord. Ik voelde de rillingen door mijn lichaam heen gaan. Ineens hield hij op met reciteren. Ik draaide mij om en zag hoe hij zijn wijsvinger de hemel in wees en de geloofsgetuigenis uitsprak waarna zijn hoofd inzakte. Ik sprong naar achteren, onderzocht vervolgens zijn hand, zijn hart en zijn ademhaling?. niks? Hij had het leven verlaten.

    Ik keek lang naar hem en een traan rolde over mijn wang, maar ik hield dit verborgen voor mijn collega. Ik draaide mij vervolgens naar hem toe en vertelde hem dat de jongeman was gestorven waarna hij begon te huilen. En ik?ik haalde een diepe zucht en de tranen stroomden over mijn wangen. Het was een aangrijpend moment.

    Toen wij in het ziekenhuis aankwamen, vertelden wij iedereen die wij tegenkwamen het verhaal van deze jongeman. Velen waren zeer onder de indruk, aangeslagen en moesten huilen. Eén persoon ging zelfs naar de jongeman toe en kuste zijn voorhoofd. Velen van hen wilden weten wanneer het dodengebed voor hem verricht zou worden, zodat zij dit bij konden wonen. Eén van de ziekenhuismedewerkers belde naar de familie van de overledene om hen over dit verlies te informeren. Degene aan de andere lijn was de broer van de overledene. Hij vertelde dat zijn broer iedere maandag zijn oma bezocht in een dorp en dat hij altijd zorgde voor de weduwen, weeskinderen en armen. Alle dorpsbewoners kenden hem? Hij bracht hen altijd Islamitische boeken en cassettebandjes. Zijn auto was altijd volgeladen met rijst en suiker die hij uitdeelde aan de behoeftigen. Hij vergat zelfs niet snoepgoed voor de kinderen. En altijd als er aan hem werd gevraagd hoe hij het uithield om deze lange afstand steeds heen en weer af te leggen, antwoordde hij: ?Ik breng de tijd die ik in de auto zit door met het leren en reciteren van de Koran en het beluisteren van Islamitische bandjes en ik hoop dat elke stap die ik in het kader hiervan zet door Allah beloond zal worden.?

    De volgende dag liep de moskee vol met mensen die het dodengebed voor hem kwamen verrichten. Ik verrichte samen met vele anderen het dodengebed, waarna wij hem naar zijn begraafplaats droegen. Wij plaatsten hem in de nauwe grond om zijn eerste dag van het Hiernamaals tegemoet te gaan. Aan de andere kant was het voor mij alsof ik de eerste dag van mijn leven tegemoet ging??

    20-11-2011 om 09:34 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bekeerlingen
    <iframe width="420" height="315" src="http://www.youtube.com/embed/5wjG8FZj0P0" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>

    09-11-2011 om 20:21 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwarte punten op het hart
    Zwarte punten op het hart
    Hudayfa Ibn Al-Yaman r.a. heeft overgeleverd dat hij de boodschapper van Allah s.a.w.s heeft horen zeggen < De verleidingen worden aan de harten voorgesteld zoals een vloermat: strohalm na strohalm. Elk hart dat doordrongen wordt van een verleiding, zal gekenmerkt worden door een zwart puntje. Elk hart dat een verleiding afweert, zal gekenmerkt worden door een wit puntje, zodat je uiteindelijk twee soorten harten kan onderscheiden: - een hart met een verblindende witheid, dat door geen enkele verleiding zal worden geschaad zolang de hemelen en de aarde bestaan. - een zwart hard met een lichte witheid - mirbad - als een omverworpen pot, dat niet goedkeurt wat behoorlijk is en niet afkeurt wat afkeurenswaardig is, maar slechts wil doordrongen worden van zijn begeertes. > Overgeleverd door Muslim no. 144

    08-11-2011 om 11:09 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wees gelukkig
    Wees gelukkig met alles wat je hebt. Zeg elke dag alhamdoulilaah . Lach en veeg al je tranen weg en probeer al je zorgen te vergeten en leef je leven zoals je nog nooit hebt geleefd! Vergeef de mensen die jou bewust pijn hebben gedaan. ga verder in het leven ook al is soms nog zo zwaar. Doe goede dingen in dit leventje en ga niet het foute pad op, je leeft maar 1 keeer dus leeer van je fouten en maak ze niet meeer opnieuw. Iedereen heeft soms van die momenten dat alles tegen zit, denk dan vooruit .. Denk niet meer aan het verleden maar kijk naar de toekomst. Want voor de toekomst moet je gaan. Blijf vechten voor al je doelen. Doe je eigen ding , dan zal alles goed komen Insha Allaah<3

    08-11-2011 om 11:00 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is het standpunt van de Islam met betrekking tot terrorisme?
    Wat is het standpunt van de Islam met betrekking tot terrorisme?

    De Islam bestrijdt terrorisme in al zijn vormen, omdat het woord ‘Islam’ letterlijk vrede betekent. De verplichting voor de moslims om vrede te handhaven is zo diep geworteld in de Islam dat de Heilige Koran ware moslims als volgt beschrijft:

    En de dienaren van de Barmhartige zijn zij die met nederigheid op aarde wandelen, en als de onwetenden hen aanspreken, zeggen zij: “Vrede!” (25:64)

    De vierde khalifa (kalief) van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, Hadhrat Mirza Tahir Ahmad, heeft in duidelijke bewoordingen het standpunt van de Islam uiteengezet. Hij zei: “Islam verwerpt en veroordeelt iedere vorm van terrorisme ten stelligste. Hij verschaft geen dekmantel of rechtvaardiging voor welke daad van geweld dan ook, of deze wordt begaan door een individu, een groep of een regering.... Ik veroordeel krachtig alle daden en vormen van terrorisme, omdat het mijn diep gewortelde geloof is dat niet alleen de Islam, maar geen enkele ware godsdienst, wat ook zijn naam is, geweld en het vergieten van bloed van onschuldige mannen, vrouwen en kinderen in de naam van God kan goedkeuren.” 

    08-11-2011 om 10:57 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.trots gebasseerd op arrogantie
    1. Al Kibr( trots gebasseerd op arrogantie) omdat het de persoon weerhoudt zich te onderwerpen aan Allaah en hem te gehoorzamen. 2.Al-Hasad(benijd en jaloezie) omdat het de persoon weerhoudt van het accepteren van nasiha en zich daar aan te onderwerpen. 3.Al-Ghadab(woedoe) omdat het de persoon weerhoudt van rechtvaardig handelen en onpartijdigheid. 4. Al-Shahwah(begeerte en wereldlijke lusten). Omdat het de persoon weerhoudt zich toe te wijden aan en te concentreren in aanbidding

    08-11-2011 om 10:55 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefde tonen
    Hadith van vandaag 

    (Liefde tonen) 

    Abu Hurairah heeft overgeleverd dat de Profeet SAW zijn kleinzoon Hassan kuste en Al Aqra bin Habis zat naast hem.
    Al Aqra zei: "Ik heb tien kinderen en ik heb nooit een van hen gekust". De Profeet SAW keek hem aan en zei: "Wie geen liefde toont, zal geen liefde ontvangen". (Sahih Bukhari, Boek 73, Hadith 26).

    Aisha heeft overgeleverd dat een heidene naar de Profeet SAW kwam en zei: "Jullie kussen de jongens (i.e. kinderen)? Wij doen dat niet!" De Profeet SAW zei tegen hem: "Ik kan geen liefde in je hart werpen, nadat God het heeft weggenomen!" (Sahih Bukhari, Boek 73, Hadith 27)

    08-11-2011 om 10:53 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parfumeren bij vrouwen
    De Boodschapper van Allaah (Vrede en zegen zij met hem) zei: "Elke vrouw die parfum opdoet en dan uitgaat tussen de mensen zodat zij haar geur kunnen ruiken is een zanieyah(vrouw die overspel pleegt). Imam Ahmad, 4/418. & Sahieh Al-Djaamie 105

    08-11-2011 om 10:49 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het heffen van de handen
    Door Shaych al-Iemaam Mohammed Saalih al-'Uthaymien

    Vraag: Wat is de regelgeving betreffende het heffen van de handen als de Iemaam de vrijdagpreek houdt?

    Antwoord: Het heffen van de handen terwijl de Iemaam preekt op vrijdag is ook niet toegestaan; en de Metgezellen, moge Allaahs tevredenheid met hen zijn, berispten Bishr bin Marwaan toen hij zijn handen ophief tijdens de Vrijdagspreek. Maar de smeekbede met het verzoek om regen vormt hierop een uitzondering, want het is bevestigd van de Profeet (moge Allaahs Zegeningen en Vrede met hem zijn) dat hij zijn handen ophief en Allaah, de Allerhoogste, smeekte om regen, terwijl hij in de Vrijdagspreek was, en de mensen hieven hun handen met hem. Maar buiten dit, is het niet gepast om de handen te heffen op het moment van de smeekbede in de Vrijdagspreek.

    Shaych al-Iemaam Mohammed Saalih al-'Uthaymien
    Bron: Fataawaa Arkaan al-Islaam (vraag nr. 323)

    08-11-2011 om 10:43 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geef geld teruh XD
    Er was een man die altijd achter een imam bad. Op een dag ging de imam naar de slagerij en wilde veel kefta(gehakt) kopen,maar kwam net 10 euro tekort. Opeens zag hij de man die altijd achter hem bad. De imam vroeg de man om 10 euro te leen en die man gaf het hem.

    Later ging die man weer altijd achter de imam bidden, zodat hij zijn geld terug krijgt, maar hij kreeg het maar niet terug. Dus op een dag ging de imam bidden en begon een soura te reciteren ; Wa chamsi wadoe7aha wal qamari ida talaha, toen zei de man achter hem Wal Kefta la tansaha!

    08-11-2011 om 10:41 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de profeten
    1.Hz.Âdem (a.s.) 2.Hz.İdris (a.s.)
    3. Hz.Nuh (a.s.) 4. Hz.Hûd (a.s.) 5. Hz.Sâlih (a.s.)
    6. Hz.İbrâhim (a.s.) 7. Hz.Lût (a.s.) 8.Hz.İsmâil (a.s.) 9. Hz.İshâk (a.s.)
    10. Hz.Yâkup (a.s.) 11. Hz.Yusuf (a.s.) 12. Hz.Eyyûb (a.s.) 13.Hz.Şuayb (a.s.)
    14. Hz.Mûsâ (a.s.) 15. Hz.Hârun (a.s.)
    16. Hz.Dâvud (a.s.) 17. Hz.Suleyman (a.s.) 18. Hz.İlyas (a.s.)
    19. Hz.Elyesa (a.s.) 20. Hz.Dhukifl (a.s.)
    21. Hz.Yunus (a.s.) 22. Hz.Zekeriyyâ (a.s.) 23. Hz.Yahyâ (a.s.)
    24. Hz.Îsâ (a.s.) 25. Hz.Muhammed (a.s.)

    08-11-2011 om 10:39 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hierbij een exclusief interview met een televisie......

    Vraag:
    Je staat bekend onder de naam beeldbuis, kijkdoos, TV en nog vele
    andere namen, maar wat is nu eigenlijk je volledige naam?
    Antwoord:
    Televisie Ibn Iblis.
    Vraag:
    Je bent in het begin van deze eeuw geboren, kun je me iets over je
    familie vertellen?
    Antwoord:
    Mijn vader is erg beroemd. Hij is dezelfde Iblis die door Allah de
    Hemel uit werd gestuurd omdat hij weigerde te buigen voor de eerste man op
    aarde, Adam (AS). Sinds die tijd heeft hij de taak jullie soort (de mens)
    van de Islam weg te houden op zich genomen. Ik kan zeggen dat hij vrij
    succesvol is geweest en ik ben trots dat ik zijn werk mag voort zetten.
    Vraag:
    Wat is precies je werk?
    Antwoord:
    Om mensen te vermaken natuurlijk! Ik laat toe dat de mensen
    relaxen en in een soort zombieachtige toestand terechtkomen. Op zo'n moment
    staan ze overal voor open, dus laat ik veel geweld zien en dan doe ik net
    alsof dat heel gewoon is en daardoor beïnvloed ik het gedrag van mensen. Ik
    ben echt van de meest succesvolle "brain-washers" op deze wereld. Mijn
    grootste uitdaging en hetgeen waar ik het meest trots op ben, is toch wel de
    aandacht van de mensen weg te houden van hun Schepper, Allah. Hij is degene
    geweest die mijn vader uit de hemel weg heeft gestuurd, wat kan voor mij dan
    meer voldoening geven dan Zijn schepping van hem weg te houden?
    Vraag:
    Denk je dat je succesvol bent?
    Antwoord:
    Wat? Hoe durf je dat te vragen? Ik heb toch alle hoeken van de
    aarde bereikt? Kijk eens naar het gedrag van mensen, in het bijzonder van
    kinderen. Kijk eens naar de maatschappij, zoveel slechte dingen worden
    geaccepteerd. Ik ben trots dat ik kan zeggen dat ik daar ook aan meegeholpen
    heb, omdat ik reclame heb gemaakt voor een aantal van die slechte dingen. Ik
    kan er zelf voor zorgen dat het lijkt of het om goede dingen gaat. Kijk eens
    hoe mooi ik dingen kan verbloemen, bijvoorbeeld geweld, moord en haram
    relaties. En denk eens na, in welk huishouden staat geen televisie? Een
    paar… En in welk tijdschrift of krant worden mijn programma’s niet
    geadverteerd? Mensen kijken dag en nacht naar mij. Voor sommige ben ik een
    verslaving geworden. Wie kan tegenwoordig eigenlijk nog zonder me? Mensen
    volgen veel van mijn ideeën zoals geweld, vloeken, stelen, liegen,
    onfatsoenlijke kleding en veel andere dingen. Eigenlijk heb ik alle hoeken
    van de markt bereikt. Ik ben het meest succesvolle ding wat ooit is
    uitgevonden.
    Vraag:
    Denk je niet dat je een beetje oneerlijk bent om mensen eigenlijk te
    dwingen om te geloven wat jij zegt terwijl we leven in een wereld van
    “Vrijheid om te doen wat je wilt wanneer je wilt”?
    Antwoord:
    Dwingen? Ik dwing niemand ergens toe. Mensen kiezen er voor om
    naar mij te kijken en alle narigheid die op mij vertoont wordt. Mensen
    kiezen ervoor om mij in hun bezit te hebben. Ik heb een AAN en UIT knop die
    mensen kunnen gebruiken, maar ze kiezen ervoor om me niet uit te zetten. Het
    is overduidelijk dat ik de mensen geef wat ze willen.
    Vraag:
    Hoe zie je de toekomst?
    Antwoord: Ooh… Heel rooskleurig! Ik ga nog steeds vooruit. Vroeger was ik
    zwart-wit en nu ben ik in kleur. En mijn mogelijkheden breiden zich nog
    steeds uit, mijn vrienden helpen me daar erg bij.
    Vraag:
    Wie zijn je vrienden?
    Antwoord:
    Ik heb veel vrienden, een paar van mijn beste vrienden zijn
    Bioscoop, Video en Kabel.
    Vraag:
    In jouw soort werk ben je vast wel wat vijanden tegengekomen. Wie
    zijn je grootste vijanden?
    Antwoord:
    Oh, natuurlijk diegenen die een vast geloof in hun Schepper
    hebben.
    Dat zijn degenen die vaak aan Hem denken en Hem prijzen. Zij zijn diegenen
    die niet alles geloven en volgen wat ik laat zien. Eigenlijk zijn het de
    mensen die de Quran en de Sunnah oprecht en nauwkeurig volgen. Ik probeer ze
    wel te pakken, maar ze laten zich niet zo makkelijk voor de gek houden.
    Vraag:
    Nu je al zoveel bereikt hebt, wat zou dan nog je grootste wens zijn?
    Antwoord:
    Nou, om het werk van mijn vader Iblis op de beste manier voort te
    zetten. Het is zijn taak de mensen van het Rechte Pad af te houden en te
    zorgen dat de mensen Allah vergeten en hem niet prijzen.

    Dit was het exclusieve interview met een televisie. Nu is de waarheid aan
    het licht gekomen.
    Denk na, ben je in deze val terechtgekomen? Hoe vaak vergeet jij Allah (SWT)
    als je naar de “beeldbuis” kijkt?
     

    24-10-2011 om 12:43 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Startpagina !

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Weet je dat Heer Bubuza als een God op aarde is? (Analisia Dias)
        op De waarde van een moeder
  • dankjewel (karima)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • al uw topics zijn gewoon prachtig (brahim elmizziani)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • dankje (karima)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • merhaba (samiren)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • Foto

    Mailinglijst

    wil je informatie over de islam inshaallah, schrijf je dan in in de maillijst.



    Foto

    Startpagina !

    Foto


    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben karima, en gebruik soms ook wel de schuilnaam umm saalih.
    Ik ben een vrouw en woon in amsterdam (nederland) en mijn beroep is pedagogiek.
    Ik ben geboren op 13/05/1992 en ben nu dus 32 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: informatie zoeken over de islam.

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog info_islam
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar

    Foto

    Nieuws NOS (NL)


    Foto

    twijfel niet om me te mailen

    heb je vragen of wil je wat kwijt mail me en ik reageer wel terug


    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom op mijn blog,geniet van het lezen en laat en bericht achter;)
    Foto


    Laatste commentaren
  • Weet je dat Heer Bubuza als een God op aarde is? (Analisia Dias)
        op De waarde van een moeder
  • dankjewel (karima)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • al uw topics zijn gewoon prachtig (brahim elmizziani)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • dankje (karima)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • merhaba (samiren)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!