Compassion
A beggar in the street I saw,
Who held a hand like withered claw,
As cold as clay;
But as I had no silver groat
To give, I buttoned up my coat
And turned away.
And then I watched a working wife
Who bore the bitter load of life
With lagging limb,
A penny from her purse she took,
And with sweet pity in her look
Gave it to him.
Anon I spied a shabby dame
Who fed six sparrows as they came
In famished flight;
She was so poor and frail and old,
Yet crumbs of her last crust she doled
With pure delight.
Then sudden in my heart was born
For my sleek self a savage scorn,
Urge to atone;
So when a starving cur I saw
I bandaged up its bleeding paw
And bought a bone.
For God knows it is good to give;
We may not have so long to live,
So if we can,
Let's do each day a kindly deed,
And stretch a hand to those in need,
Bird, beast or man.
Je zus in islaam, Maimunah
Dit is je zus; je zus in islaam,
je kent haar niet, niet eens haar naam.
Zie hoe onze blikken naar haar kijken,
of haar kleren wel islamitisch lijken.
Onze hoofden zijn vol met gedachten,
over wat wij van een moslima verwachten;
hoofddoek, jelleba, bescheiden gedrag,
geen geroddel, strakke kleren of luid gelach.
Geen gedrag waarmee zij mannen bekoort,
iedereen weet wel hoe het eigenlijk hoort.
Maar dat jouw zus; je zus in islaam,
die dat alles ver van zich af voelt staan,
geen hand naar zich krijgt toegereikt,
dat is toch iets waaruit geen zusterschap blijkt?
Waarom niet zeggen "Lieve zus, ik kan je begrijpen,
ik weet wel dat je stap voor stap zal rijpen.
Als je warmte en liefde met ons gaat delen,
zal de harde buitenwereld je minder schelen!
Als islaam ook jouw basis worden gaat,
dan loop je straks niet meer met jongens op straat.
Samen zullen we iets in islaam gaan bouwen,
zodat Allaah van ons zal houden."
Vergeving, geduld, liefde en kennis in praktijk,
maakt dat niet ieder van ons enorm rijk?
Denk na: wat maakt jou echt tevreden?
Een film? Een feest? Of meisjes helpen die ooit erg leden?
Alleen zijn is niet goed, dan sta je niet sterk
Samen in islaam, dat is ons werk!
Isn't the woman there my sister
Isn't the woman there my sister?
in Islaam, I mean to say.
For I just took my shahaadah
at the masjied here today.
Isn't the woman there my sister?
I openly ask without any qualms.
The one who just walked past me
without offering me her salaams.
Isn't the woman there my sister,
though she stands alone to pray.
Each time I move to touch her shoulder
she takes a step and pulls away.
Isn't the woman there my sister,
the lady that is not of my race.
For both of us are muslim women
with varied hues making up our face.
Isn't the woman there my sister,
who laughed and made fun of me.
And those other sisters of mine who listened,
doesn't their silence make them also guilty?
Isn't the woman there my sister,
who didn't call me when I was sick.
For she seems to only show concern
for those special sisters, in her own click.
Isn't the woman there my sister,
who I invited for iftar in my home.
But unfortunately she did not make it,
how I wish she had bothered to phone.
Isn't the woman there my sister,
don't we both love our religion; this Deen?
Then why am I sharing my lament
about her being uncaring, indifferent and mean?
Isn't the woman there my sister?
Won't she open up and try to treasure
the love I want and need to share with her
as we both seek Allaahs Merciful Pleasure.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten, Mina.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd tijdens het hoeden
van de koeien en de schapen.
Dat heeft ze geleerd wanneer ze 'rha' moest draaien
voordat de zon opkwam.
Dat heeft ze geleerd bij het halen van water uit de put
kilometers verderop.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd slapend op het open dak
kijkend naar duizend heldere sterren.
En tussen de doodse stilte van de graven,
luisterend naar de recitatie van de qur'aan.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd tijdens het melken van de geiten
's morgens vroeg voor de hele familie.
En het bakken van een dozijn broden in de oven.
Dat heeft ze ook geleerd tijdens het dragen van tonnen water
op haar tere rug voor haar zieke kinderen.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd bij het wassen van kleren in de stromende rivier
en het schilderen van hennah op handen van de bruiden.
Dat heeft ze geleerd door ritmisch met haar schouders te dansen
en met haar voeten te stampen.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd toen ze haar geliefde dorp achter liet
en naar Tanger verhuisde voor een paar dirhams.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten.
Dat heeft ze geleerd toen ze Marokko achterliet
en in Nederland kwam wonen voor een paar guldens.
En haar dierbare zoon daar alleen achterliet.
Mijn moeder kan beter dan ik dichten,
hoewel ze nooit een pen heeft vast gehad.
Ik groeide op tot een volwassen meid, Maimunah.
Ik groeide op tot een volwassen meid,
en besteedde aan mijn familie maar weinig tijd.
Ik voelde me van mijn ouders vervreemd
en van mijn cultuur, mijn wortels ontheemd.
Mijn moeder kwam nooit naar de ouderbezoeken,
mijn vader negeert me vanwege mijn broeken.
Mijn broer, met wie ik vaak goed kon praten,
heeft ons huis laatst plotseling verlaten.
Van kleins af aan had ik altijd een droom;
een gezellig huis, sfeervol, een home!
Maar we leven al jaren langs elkaar heen,
het voelt thuis zo koud, zo kil als een steen.
Ik draag sinds mijn dertiende al deze kleren,
zoek liefde van jongens, van mannen, van heren.
Ik hoopte altijd dat ik met mijn zichtbare string
op een dag de blik van een mooie jongen opving
en vervolgens in zijn armen alles zou gaan vergeten
wat ik in mijn bewustzijn niet langer wil weten.
Eindelijk voelen wat liefde, wat warmte is,
na al die jaren van vreselijk gemis.
Nadat ik mij aan hem had gegeven
wilde ik voor altijd met hem samen leven.
Het bleef maar spelen in mijn gedachten,
maar hij zei iedere keer dat ik nog moest wachten.
Ik ging van hem houden, me diep aan hem hechten,
wou voor een leven met hem samen vechten.
Ik raakte zwanger, het was niet zo bedoeld.
Ik was zo blij, had me nooit zo gevoeld!
Toen de vreugde opwelde en ik het hem vertelde
sloeg hij in mijn gezicht, ik verloor evenwicht,
viel op de grond, hoorde toen uit zijn mond:
"Ik zal wel betalen, maar je moet 't weghalen,
ik ben er niet klaar voor om me te binden,
ik denk dat je maar een andere jongen moet vinden."
Zo heb ik mijn liefste en mijn baby verloren
en kan geen een man mij ooit nog bekoren.
Ik besloot te gaan leren, heel hard te studeren,
mijn hoofd van mijn hart te laten gaan winnen,
een heel nieuw leven voor mijzelf te beginnen,
niemand te vertrouwen; ze zullen niet van me houwen...
Maar vandaag kwam ik mee naar deze moskee,
Ik wou niet gaan, ik had geen tijd.
Maar ik voel hier iets dat mijn hart verblijdt.
Ik wist niet dat hier meisjes kwamen zoals mij,
die zitten dicht naast je, voor je, zij aan zij.
Ik zie in hun ogen iets dat ik herken,
en merk dat ik niet langer de enige ben.
Ik durf niet te voelen, durf niet te kijken,
maar zie een hand naar m'n been uitreiken.
De hand is warm, van een zuster die lacht,
ik kijk in haar ogen, ik zie zoveel kracht!
Ze zegt: "Ik houd van jou vanwege islaam,
zul je altijd hier blijven komen gaan?"
Een traan uit mijn oog valt neer op mijn wang,
dit is heel wat anders dan eigenbelang.
Dit is wat ik miste in mijn eenzame leven,
dat mensen elkaar vanwege Allaah kunnen geven.
Ogen van een hart dat mij ziet hoe ik ben,
is een gevoel dat ik al lang niet meer ken.
Mijn hart was te lang niet met Allaah verbonden,
ondanks dat heeft Hij mij hierheen gezonden.
En kijk wat ik vind en wat ik hier tref:
wat een prachtig gevoel; wat een heerlijk besef!
Ik wil mij bekeren; over mijn roots gaan leren.
Ik heb nooit geweten, nooit eerder gedacht;
ik behoor tot een oud islamitisch geslacht!
Laat ik blij zijn, er trots op gaan wezen,
alles over islaam gaan leren en lezen.
Op een dag met een broeder gaan trouwen
die omwille van Allaah van mij zal houwen.
Zodat ik onze kinderen een bodem kan geven
voor een islamitisch, succesvol leven.
Ik hoop dat jullie er altijd zullen zijn,
voor ieder meisje met verdriet en pijn.
Zodat jullie haar alles leren,
en zij met zelfvertrouwen terug kan keren
naar de harde buitenwereld die op haar wacht,
geef elkaar die liefde, die warmte, die kracht!
Moeders en dochters
In een volksuniversiteit
verkocht een vrouw brochures en zei
ik ben de moeder van Frigga
die straks de lezing houdt
Op een vergadering van vrouwen voor vrede
smeerde een vrouw broodjes en zei
ik ben de moeder van Eva
die jullie allemaal kennen
Bij een demonstratie
droeg een vrouw het spandoek en zei
ik ben de moeder van Maria
dat had ze zo bedacht
Toen ik het voor de derde keer hoorde
moest ik huilen
omdat mijn moeder niet achter me staat
En ik die mooie woorden
alleen van anderen heb gehoord
die mij omhelsden en zeiden
ik zou je moeder kunnen zijn
je bent het heb ik eens gemompeld
ach het was niet waar
maar ze gaf mij een vest
omdat ze zag hoe koud ik het had
Even iets van God
Een arm om je heen
als je moe bent en koud.
Een mens die je troost
en die veel van je houdt.
Een hand in jouw hand
als je niet durft te gaan.
De stem die je roept
als je eenzaam blijft staan.
Soms zie je even in je leven
zomaar iets van God.
Een blik vol begrip
als je voelt het gaat mis.
Een mens die juist komt
als er niemand meer is.
Een woord dat je raakt
dat je moed geeft en kracht.
Een kans die je krijgt
die je nooit had verwacht.
Soms zie je even in je leven
zomaar iets van God.
Een mens die je zegt:
Toe, je kunt het, komaan!
Een droom die je helpt
om weer verder te gaan.
Een teken van leven
dat maakt je dag weer goed.
Als jij het niet kan
komt er iemand die het doet.
Soms zie je even in je leven
zomaar iets van God,
even iets, even iets van God.
She smliled...
She smiled at a sorrowful stranger.
The smile seemed to make him feel better.
He remembered past kindness of a friend
And wrote him a thank you letter.
The friend was so pleased with the thank you
That he left a large tip after lunch.
The waitress, surprised by the size of the tip,
Gave part to a man on the street.
The man on the street was grateful,
For two days he'd had nothing to eat.
After he finished his dinner,
He left for his small dingy room.
He didn't know at that moment
that he might be facing his doom.
On the way he picked up a shivering puppy
And took him home to get warm.
The puppy was very grateful
To be in out of the storm.
That night the house caught on fire.
The puppy barked the alarm.
He barked till he woke the whole household
And saved everybody from harm.
One of the boys that he rescued
Grew up to be president.
All this because of a simple smile
That hadn't cost a cent.