Foto
Een interessant adres?
Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Blog als favoriet !
Foto
Archief per maand
  • 04-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
    Inhoud blog
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar
  • De mot
  • Meester ziet u die?
  • Het meisje met haar engelen!
  • De zegeningen van Bismillah
  • Als allah dat wilt
  • tiener moeder
  • wees verstandig
  • tajweed lessen
  • de naiefe jonge en de slimme jongen
  • soms
  • wat is politiek
  • DE RUQYA ZONDER GELD BEVAT MEER ZEGENINGEN
  • Soms heb je die beproeving nodig
  • de jood die 3 vragen stelde
  • zestig manieren om de Liefde van je vrouw te houden
  • mijn moeder
  • De Liefde & Barmhartigheid van Allaah Azza wa Djall‏
  • bn al-Qayyim (rahimahullaah) says:
  • De Hiedjra (Emigratie omwille van Allaah)
  • ik gaap erg veel tijdens het gebed
  • De waarde van een moeder
  • vragen te stellen over iets dat mijn dwars zat.
  • dit verhaal schreef ik toen ik even alleen wilde zijn
  • Mijn leven is heel erg veranderd na gisteren.
  • Een glas melk
  • en jonge man met 3 vragen
  • JE BENT ONBETAALBAAR VOOR DIEGENE DIE VAN JE HOUDEN
  • Het lezen van de koran
  • Moeilijke tijden
  • HET EERBIEDIGEN VAN OUDERS: VERHAAL MET MORAAL
  • oordeel niet te snel
  • DE WIJZE MAN
  • Hij reciteerde de Qoraan
  • Aisha en haar Parels
  • de zwarte vrouw.
  • A King With Four Wives
  • Armoede / Rijkdom
  • Type Ticket: Enkeltje
  • De waarde van een moeder
  • en zuster die dit schreef voor mij Parel in Islam ... Dat ben jij! mijn lieve zuster
  • De smaak van het snoep..."
  • Een plaats
  • My heart full of compassion
  • Say there's a weak spot
  • Time is ticking very fast en verdwaald zijn we
  • Het werk van Allaah,
  • She smliled...
  • Moeders en dochters
  • Ik groeide op tot een volwassen meid,
  • Isn't the woman there my sister
  • Een zus met wie je alles kan delen.
  • Jij kwam in mijn leven
  • Dank je voor de duizend dingen,
  • vriendschap
  • ben ik dan zo verwend?
  • Salaam oe alaikoem
  • Mysterieuze ziekte verandert jongen langzaam in skelet
  • Wilders roept moslims op islam te verlaten
  • Daar stond ze dan.
  • Je bent direct, vertrouwd en te eerlijk.
  • Heb jij du’a gedaan en vergeving gevraagd?
  • Alleen voor echtgenoten
  • het verhaal van natasja chiafele het verhaal van en bekeerde
  • Vrouwenemancipatie,
  • Zijn mannen en vrouwen gelijk?
  • Hoe zou het zijn die eerste keer?
  • Je bent direct, vertrouwd en te eerlijk
  • Heb jij du’a gedaan en vergeving gevraagd?
  • Alleen voor echtgenoten
  • en meisje in de spiegel
  • wonderen van de
  • download de flyers en deel ze uit
  • laatste nieuws van de dawah centrum in suriname
  • dawah project suriname
  • gapen tijdens gebed
  • hoe verbeter jij jou hart
  • de dawah project in suriname
  • het witr gebed
  • De Sadjdah voor vergeetachtigheid
  • tijd plaats kleding en soorten gebeden
  • Het verhaal van de adzaan
  • de woedhoe
  • shahada/geloofsgetuigenis
  • wat is islam?
  • Brief van een jongen
  • Woorden gericht aan de oprichtster maimunah van der heiden
  • gedichten 7
  • gedichten 6
  • gedichten 5
  • gedichten 4
  • gedichten 3
  • gedichten 2
  • gedichten
  • De gunsten van du'aa & dhikrullaah
  • Totdat jullie terugkeren naar het praktiseren van jullie deen
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Mailinglijst

    "Wil je op de hoogte geworden houden van alle updates van deze website, schrijf je dan nu in voor de emaillijst:


    Inhoud blog
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar
    Een interessant adres?
    Een interessant adres?
    Welkom op mijn blog. geniet en leer van de verhalen op mijn website
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rondvraag / Poll
    als je en lezing zou geven,waar zou jij het over hebben?
    engelen
    het hiernamaals
    het paradijs
    de hel
    Allah
    de soorten geloven en het boek
    het leven van de profeten
    tawba en taqwa verrichten
    de wetenschapelijke onderzoeken
    djins en de shayjtaan
    iets anders
    Bekijk resultaat

    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • www.compassion-in-islam.com
  • 1001gedichten.nl
  • risala.nl
  • forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    info islam

    welkom op de site met info over de islam
    25-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het witr gebed

    Het witr-gebed
    Het witr-gebed is soennah moe’akkadah (zie Hoofdstuk 2). De Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) heeft het sterk aangeraden. Hij sloeg dit gebed nooit over, zelfs niet op reis of rijdend op een kameel.
    Er ligt zoveel nadruk op het verrichten van het witr-gebed, dat sommige moslimgeleerden daaruit opmaken dat het 'waadjib' (verplicht) is. Echter, na nauwkeurige hadietsstudie wordt duidelijk, dat het niet waadjib is, maar sterk aangeraden.
    Vaak denken moslims dat het witr-gebed onderdeel is van het 'Isjaa'- gebed. Dit is niet zo. Het witr-gebed is een op zichzelf staand gebed en kan gebeden worden vanaf na het 'Isjaa'-gebed helemaal tot het aanbreken van de tijd voor het Fadjr-gebed. Voor het gemak van de moslims heeft de Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) toegestaan dat het witr-gebed direkt na het 'Isjaa'-gebed gebeden kan worden. 'Witr' betekent in het Arabisch 'oneven'.
    In een hadiets zei de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn): "Allah is Oneven en Hij houdt van het aantal oneven." (Moeslim) 
    Allah houdt ook van oneven nummers, als ze door twee gedeeld worden, blijft er altijd één over. Daarom gaf de Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) de voorkeur aan oneven getallen. Hij hield ervan om in zijn dagelijks leven dingen in oneven aantallen te doen, zoals: het verrichten van gebeden, het zeggen van doe’a's, het eten van dadels etc. Daarom vroeg de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) aan zijn metgezellen om witr te bidden aan het eind van het nachtgebed, zodat het aantal raka’aat van het nachtgebed oneven wordt.
    ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Het nachtgebed bid je in groepjes van twee raka’aat. Als iemand van jullie voelt dat de dageraad nabij is, bidt hij nog één raka’ah om heel het nachtgebed oneven maken." (Boekharie, Moeslim)
    Het aantal raka’aat van het witr-gebed
    ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Het witr-gebed is één raka’ah aan het einde van het nafl-gebed van de nacht." (Moeslim)
    Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Elke moslim hoort het witr-gebed te bidden. Wie vijf raka’aat witr wil bidden, laat hij het doen, wie drie raka’aat witr wil bidden, laat hij het doen en wie één raka’ah witr wil bidden, laat hij het doen." (Aboe Dawoed, An-Nasaa’i, Ibn Maadjah)
    Uit de bovengenoemde ahadiets begrijpen we dat het witr-gebed eigenlijk uit één raka’ah bestaat en dat iemand ook 1,3,5,7 of 9 raka’ah witr kan bidden. Al deze aantallen zijn goedgekeurd door de Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) in de authentieke ahadiets.
    De tijd voor het witr-gebed
    Het witr-gebed kan gebeden worden direkt na het 'Isjaa'-gebed tot net voor de Fadjr (dageraad).
    ‘Aaisjah (moge Allah tevreden met haar zijn) vertelde: "Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) bad witr op alle tijden van de nacht. Soms bad hij witr in het eerste deel van de nacht, soms in het middelste deel van de nacht en soms in het laatste deel van de nacht; maar hij maakte zijn nachtgebed altijd af voordat de dageraad kwam." (Boekharie, Moeslim)
    Dus iemand die denkt dat hij niet op kan staan om aan het eind van de nacht witr te bidden, kan het meteen na het 'Isjaa'-gebed bidden of voordat hij gaat slapen. Maar iemand die denkt dat hij 's nachts kan opstaan om nafl-gebeden (vrijwillige) te verrichten, hoort witr aan het einde van zijn nachtgebed te bidden.
    Djaabir (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Iedereen die niet aan het eind van de nacht kan opstaan, moet witr bidden in het eerste deel van de nacht. En iedereen die denkt dat hij aan het eind van de nacht kan opstaan, moet het witr-gebed dan bidden, omdat de engelen klaar staan om te getuigen van de gebeden, die aan het einde van de nacht verricht worden." (Moeslim, Ahmad, At-Tirmidzi, Ibn Maadjah)
    Hoe bid je witr-gebed?
    Als je één raka’ah witr bidt, dan verricht je het net zoals het gewone gebed. Als je 3,5,7, of 9 raka’aat bidt, dan zijn er meerdere manieren waarop je deze verrichten kan. Bijvoorbeeld:
    a) Iemand die drie raka’aat witr bidt, kan eerst twee raka’aat op de gewone wijze bidden. Na de tasliem, 'as-salaamoe ‘alaikoem wa Rahmatoe-Llaah' eerst naar rechts dan naar links, staat hij meteen op om de derde raka’ah te bidden. Deze manier van witr bidden wordt 'witr bil-fashl' genoemd.
    b) Iemand die drie of vijf raka’aat witr bidt, hoeft niet te gaan zitten voor tasjahhoed tussen de raka’aat. Alleen in de laatste raka’ah zit hij en zegt hij tasjahhoed.
    c) Iemand die drie, vijf of zeven raka’aat witr bidt, zit alleen voor de tasjahhoed in de één-na-laatste raka’ah, namelijk in de tweede raka’ah als hij drie raka’at witr bidt, in de vierde raka’ah als hij vijf raka’at witr bidt en in de zesde raka’ah als hij zeven raka’at witr bidt etc. Hij hoort dan tasjahhoed te zeggen en op te staan voor de laatste raka’ah en het gebed af te maken.
    Alle drie de manieren zijn naar het voorbeeld van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) en worden gepraktiseerd door de grote geleerden. Moslims kunnen dus één van deze drie methoden kiezen voor het witr-gebed. Als je drie raka’aat witr bidt, dan is het beter om methode a) of b) te kiezen; 
    Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Maak je witr-gebed niet gelijk aan je Maghrib-gebed."
    De doe’a qoenoet in het witr-gebed
    Het is soennah om de doe’a qoenoet in de laatste raka’ah van het witr-gebed te zeggen. Je zegt het dan ofwel voor de roekoe’ ofwel na de roekoe’.
    Hoemaid (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat hij Anas (moge Allah tevreden met hem zijn) over de doe’a qoenoet vroeg, namelijk of deze voor of na de roekoe’ gebeden hoort te worden. Anas (moge Allah tevreden emt hem zijn) antwoordde: "We waren gewend om hem voor en na de roekoe’ te zeggen." (Ibn Maadjah, Qijaamoel-lail of Mohammed ibn Nasaar al Marwaazie, Fathoel Baari)
    Alhoewel de doe’a qoenoet voor de roekoe’ gezegd kan worden, is het meer volgens het voorbeeld van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) en beter om hem na de roekoe’ te zeggen.
    a) Iemand die de doe’a qoenoet wil zeggen voor de roekoe’, kan hem beter zeggen nadat hij klaar is met het reciteren van Soeratoel-Faatihah en een hoofdstuk uit de Qoer-aan. Als je doe’a qoenoet opleest, mag je dat met opgeheven handen doen of je kunt ze gevouwen op je borst houden.
    Enkele wetgeleerden staan erop dat het verplicht is om de doe’a qoenoet in de laatste raka’ah van het Fadjr-gebed te doen, maar als je de hadietsstudie bestudeert, dan vind je dat het noch in het witr-gebed noch in het Fadjr-gebed verplicht is. Dus als je in het witr geen doe’a qoenoet bidt, is je gebed wel gewoon volledig. En als je deze doe’a niet kent, hoef je ervoor in de plaats geen Qoer-aan of enige andere woorden te zeggen.
    b) Iemand die de qoenoet na de roekoe’ wil zeggen, mag het met opgeheven handen doen voor zich of hij kan zijn handen langs zijn zij laten hangen.
    Het is aangeraden en soennah om de doe’a qoenoet na de roekoe’ te zeggen en om je handen opgeheven te houden.
    De doe’a qoenoet kan in elk gebed gezegd worden; het wordt ook soennah in het Fadjr-gebed gezegd. Qoenoet betekent dat men zich in overgave aan Allah stelt; er zijn verschillende soor­ten doe’a qoenoet. Hier volgt de tekst van de bekende doe’a die je in de dagelijkse gebeden leest.
    De tekst van de doe’a qoenoet
    Hasan ibn ‘Ali (moge Alah tevreden met hen zijn) vertelde: "De Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) onderwees mij de woorden die ik in de doe’a van het witr-gebed moet zeggen en ze luiden zo:
    'Allaahoemma-dinie fieman hadait, wa ‘aafinie fieman ‘aafait, wa tawallanie fieman tawallait, wa baarik lie fiemaa a’thait, wa qinie sjarra maa qadhait, fa innaka taqdhie wa laa joeqdhaa ‘alaik, Innahoe laa jadzilloe man-waalait, wa laa ja’izzoe man ‘aadait, tabaarakta rabbanaa wa ta’aalait, nastaghfiroeka wa natoeboe ilaik, wa shal-Lallaahoe ‘alan nabijj.
    Oh Allah, laat mij behoren tot degenen die U hebt geleid, En laat mij behoren tot degenen die U hebt gered, En laat mij behoren tot degenen die U hebt uitgekozen, En zegen alles wat U mij hebt gegeven, En bescherm mij tegen het kwaad dat U hebt geschapen, waarlijk U besluit alles en niemand kan tegen U een ander besluit nemen, waarlijk degene die U liefheeft kan niet onteerd worden en degene die U vernedert kan niet geëerd worden, U bent gezegend, oh Heer en hoog verheven, onze Heer, wij vragen U om Uw vergeving en keren ons tot U (in berouw) en moge Allah zegeningen en genade geven aan de Profeet. (Aboe Dawoed, An-Nasaa’i, Ibn Maadjah, At-Tirmidzi)
    Nu volgt een andere doe’a die door sommige geleerden aanbevolen is voor het witr-gebed:
    'Allaahoemma innaa nasta’ienoeka wa nastaghfiroeka wa noe'minoe bika wa natawakkaloe ‘alaika wa noetsnie ‘alaikal-khaira wa nasjkoeroeka wa laa nakfoeroeka wa nakhla’oe wa natroekoe mai-jafdjoeroeka. Allaahoemma ijjaaka na’boedoe wa ilaika noeshallie wa nasdjoedoe wa ilaika nas’aa wa nahfidoe wa nardjoe rahmataka wa nakhsjaa ‘adzaabaka inna ‘adzaabaka bil-koeffaari moelhiq.
    Oh Allah, wij vragen U om hulp en om Uw vergeving en wij geloven in U en stellen ons vertrouwen op U en wij loven U op de beste manier en danken U en wij zijn U niet ondankbaar en wij verlaten en nemen afstand van hem die U niet gehoorzaamt.
    Oh Allah, wij aanbidden U alleen en bidden tot U en buigen helemaal tot op de grond voor U en wij snellen naar U en dienen U en wij hopen op Uw genade en wij vrezen Uw straf. Waarlijk de ongelovigen zullen Uw straf krijgen.'
    Deze doe’a' kan gelezen worden, want het is een mooie doe’a', maar hij behoort niet tot de doe’a'-s die de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) in zijn qoenoet zei.
    Er zijn enkele andere doe’a's die de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) gewoonlijk zei in zijn qoenoet in het witr-gebed of in andere gebeden. Je kunt al deze doe’a'-s samen lezen of één van hen of één van deze doe’a'-s met anderen combineren.
    Het vrijdaggebed
    Het belang van het bijwonen van het vrijdaggebed
    "O, jullie die geloven! Wanneer de oproep voor het gebed op de vrijdag wordt gedaan, kom dan voor de overdenking van Allah en laat je zaken, dat is beter voor jullie als jullie het maar weten!”
    (Qoer-aan Al-Djoemoe’ah: 9)
    Het vrijdaggebed (djoemoe’ah-gebed) heeft een uiterst hoge waarde in de islam. Het heeft z’n eigen moreel, sociaal en politiek belang. Het is voor alle moslimmannen verplicht. Voor vrouwen en ernstig zieken, reizigers en slaven is het niet verplicht. Zij kunnen de djoemoe’ah bidden maar zijn er niet toe verplicht. De Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) heeft felle waarschuwingen gegeven aan degenen die zonder goede reden het djoemoe’ah-gebed overslaan.
    In een hadiets van ‘Abdoellah ibn Mas’oed (moge Alah tevreden met hen zijn) vertelde hij wat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) eens had gezegd over de mensen die zonder geldige reden niet naar het djoemoe’ah-gebed komen. "Ik wou dat ik iemand kon aanstellen om het gebed te leiden, dan zou ik zelf naar de huizen gaan van degenen die het djoemoe’ahgebed zomaar overslaan en ik zou ze in brand steken met de bewoners erin." (Moeslim, Ahmad)
    Een andere hadiets vertelt: "Iemand die drie opeenvolgende vrijdaggebeden overslaat, (bij hem) plaatst Allah een zegel op zijn hart (sluit Hij zijn hart af voor het geloof). (Ahmad, At-Tirmidzi, Aboe Dawoed)
    Het belang van het reinigen voor het vrijdaggebed
    Omdat bij het vrijdaggebed een tamelijk grote groep moslims samenkomt in een grote ruimte, hoort men zorg te dragen voor zijn lichamelijke reinheid. De islam legt nadruk op reinheid.
    De Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Iemand die een bad neemt op vrijdag, zichzelf goed wast, olie en parfum gebruikt; en dan vroeg in de middag naar de moskee gaat en rustig en zonder te duwen of de mensen te storen plaats neemt, dan vrijwillige gebeden bidt zoveel als hij kan; dan stil luistert naar de Khoetbah (les, preek door de imaam); al zijn zonden tussen deze en de komende vrijdag zullen vergeven worden!" (Boekharie)
    Het is beter om vroeg naar het djoemoe’ah-gebed te gaan
    Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Op vrijdag staan de engelen bij de deur van de moskee en schrijven de namen op van de mensen, die binnenkomen voor het djoemoe’ah-gebed, in volgorde van binnenkomst.
    De eerste groep mensen die de moskee binnenkomt, krijgt een even grote beloning als voor het offeren van een kameel. De mensen die na hen binnenkomen, krijgen een beloning zoals voor het offeren van een koe. De mensen die na hen binnenkomen, krijgen een even grote beloning zoals voor het offeren van een schaap en de mensen die daarna binnenkomen, krijgen de even grote beloning zoals voor het offeren van een kip, een ei enz.
    Er zijn verschillende beloningen voor mensen, wanneer zij binnenkomen. De engelen gaan door met het opschrijven van de namen van degenen die de moskee binnenkomen, tot de imaam gaat zitten om de Khoethbah te geven. Dan sluiten de engelen hun lijsten en gaan zitten om naar de Khoethbah te luisteren. (Boekharie, Moeslim)
    Het gebed voor het vrijdaggebed
    Als je in de moskee zit te wachten op het djoemoe’ah-gebed, kun je voordat de adzaan is gezegd zoveel nafl-gebeden verrichten als je wilt. Dit zijn twee raka’aat die je altijd hoort te bidden als je een moskee binnenkomt; het is een 'begroeting voor de moskee'.
    Terwijl het gewoonlijk afgeraden is om net voor het Zdoehr-gebed te bidden, is het djoemoe’ah-gebed een uitzondering, omdat je voor de adzaan wel mag bidden. Deze regel is er, omdat de khoethbah meestal direkt na de adzaan begint en er dan dus geen gelegenheid meer is om extra te bidden vóór de khoethbah en het djoemoe’ah-ge­bed. Overigens verschillen de meningen over deze zaak per wetschool. In ieder geval hoor je de 'tahijjaa-toel-masdjied' (begroeting van de moskee) te bidden.
    Het luisteren naar de goetbah (les, preek)
    Zodra de goetba begonnen is, zitten alle aanwezigen in volkomen stilte te luisteren, zonder ook maar door één woord hun beloning voor het luisteren te verliezen. Als iemand binnenkomt wanneer de khutba al begonnen is, bidt hij eerst twee raka’aat voordat hij gaat zitten luisteren.
    Djaabir (moge Alah tevreden met hen zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei, terwijl hij een goetba aan het geven was: "Als iemand van jullie naar het vrijdaggebed komt terwijl de imaam met de Khoethbah bezig is, hoort hij twee raka’aat te bidden en ze niet te lang te maken." (Moeslim)
    Er is een andere hadiets. Djaabir (moge Alah tevreden met hen zijn) vertelde dat er een keer een man naar het vrijdaggebed kwam toen de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) een Khoethbah aan het geven was. De Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei hem: "Heb jij gebeden?" "Nee", antwoordde de man. Toen zei de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) "Sta op en bid!" (Boekharie, Moeslim, Aboe Dawoed, At-Tirmidzi)
    Als de imam met zijn khutba klaar is, geeft hij de laatkomers de gelegenheid om 2 of 4 raka’at soennah te bidden, daarna geeft de imam nog een korte toespraak in het Arabisch waarna hij het djoemoe’ah-gebed leidt.
    Sommige mensen vinden het ongepast als ze zien dat de laatkomers de soennah bidden terwijl de imam spreekt. Ze vinden dat de imam dan niet gerespecteerd wordt. Dit is onjuist en wordt niet door de gebruiken van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) ondersteund. Het is ook tegenstrijdig aan de ahadiets die hierboven genoemd zijn en de volgende hadiets.
    Aboe Qataadah (moge Allah tevrden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: 
    "Wanneer iemand van jullie de moskee binnenkomt, hoort hij niet te gaan zitten zonder twee raka’aat begroeting van de moskee te bidden."(Boekharie, Moeslim)
    Deze ahadiets verklaren de punten van de foute praktijk die hierboven is genoemd. De imams en ‘oelaamaa die maar de minste vrees voor Allah hebben en respect voor de ahadiets en soennah van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) moeten dit gebruik niet tegenhouden en niet boos worden als een ander 2 raka’at bidt.
    Hoe verrichten we het vrijdaggebed?
    Het djoemoe’ah-gebed bestaat uit slechts twee raka’aat. Dit geldt voor het gebed dat verplicht is voor de mannen om gezamenlijk op vrijdagmiddag (Zdoehr-tijd) in de moskee te bidden.
    Vrouwen of zieken die thuis bidden, verrichten de volle vier raka’aat van het fard Zdoehr-gebed.
    Als iemand laat in de moskee komt en nog maar één raka’ah met de djamaa’ah (groep) mee kan bidden, moet hij doorgaan met bidden wanneer de anderen de tasliem zeggen. Hij bidt dan nog een raka’ah en sluit dan het gebed af met de tasliem.
    Als iemand helemaal te laat komt voor het gebed, verricht hij vier raka’aat Zhoehr-gebed. In het djoemoe’ah-gebed leest de imaam wel hardop de Qoer-aanverzen.
    Het gebed na het vrijdaggebed
    Het is soennah om na het djoemoe’ah-gebed twee raka’aat te bidden; sommige metgezellen van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) waren gewend om dan vier of zes raka’aat te bidden.
    Ibn ‘Oemar (moge Allah tevrden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) niet bad na shalaa-toel-djoemoe’ah. Pas als hij naar huis ging, bad hij twee raka’aat thuis. (Boekharie, Moeslim)
    Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Iedereen die na het vrijdaggebed gaat bidden, hoort vier raka’aat te bidden." (Moeslim)
    Athaa zei: Telkens wanneer ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) het djoemoe’ah-gebed in Mekka bad, stapte hij na het djoemoe’ah-gebed een beetje naar voren en bad twee raka’aat, daarna bewoog hij weer wat naar voor en bad vier raka’aat. En wanneer hij in Medinah was, bad hij na het djoemoe’ah-gebed niet in de moskee; hij bad pas twee raka’aat als hij thuis kwam. Toen hem werd gevraagd waarom hij niet in de moskee bad na het djoemoe’ah-gebed, zei hij: "Dit was het gebruik van Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn)."
    Vrouwen en het djoemoe’ah-gebed
    Het is toegestaan dat vrouwen het djoemoe’ah-gebed bijwonen. Meestal is er een aparte ruimte en ingang in de moskee voor de vrouwen. De vrouwen zitten daar, luisteren naar de khutba en bidden mee. Ze horen de imaam meestal via een microfoon. In het algemeen, wanneer vrouwen in een onafgescheiden ruimte met mannen samen bidden, horen ze zover mogelijk naar achter te gaan staan, de achterste rijen zijn voor hen dan het beste.
    Het Eid-gebed - Eid al-Adha en Eid ul-Fitr (feestgebed)
    Er zijn elk islamitisch jaar twee feesten met elk een feestgebed: het Eid al-Adha (Ied oel-Adha) en het Eid ul-Fitr (Ied oel-Fitr). Het Eid ul-Adha is het offerfeest aan het einde van de Hadj (pelgrimstocht) en het Iedoel-Fithr is het feest van het verbreken van het vasten aan het einde van de vastenmaand Ramadhaan. Het Ied-ge­bed is een soennah moe'akkadah-gebed. Het is soenna dat zoveel moge­lijk moslims, mannen en vrouwen, oud en jong het 'Ied-gebed verrichten. Hoe groter de groep, des te beter. Het is gebruikelijk dat meerdere moskeeën samen het Ied-gebed organiseren. Vrouwen die menstrueren kunnen het gebed bijwonen door aan de kant te gaan zitten. Op deze manier kunnen ze de sfeer van het gebed meemaken en de khutbah horen.

    De plaats voor het Eid-gebed
    Het is soennah om het Ied-gebed in de open lucht te verrichten: een park, veld, woestijn etc. Als het regent of als er geen geschikte plaats gevonden kan worden, dan kan het gebed in de moskee (Als de moskee groot genoeg is om iedereen te omvatten, dan is het gebed in de moskee beter. Want de zegeningen in de moskee zijn groter) of in een grote hal gebeden worden.
    Het aantal raka’aat van het Ied-gebed
    Het Ied-gebed bestaat uit twee raka’aat. Voor of na het Ied-gebed is er geen nafl-gebed. Ook is er geen adzaan of iqaamah voor het Ied-gebed.
    Ibn ‘Abbaas t vertelde: "Het is zeker dat de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn)  gewend was om alleen maar twee raka’aat als Ied-gebed te bidden. Hij bad niets ervoor of erna." (Boekharie, Moeslim)
    Hoe wordt het Ied-gebed gebeden?
    De twee raka’aat van het Ied-gebed worden gedaan zoals twee raka’aat van het gewone gebed, met één uitzondering. Er zijn zeven takbiers in de eerste raka’ah en vijf takbiers in de tweede raka’ah. Na de takbieratoel ihraam van de eerste raka’ah worden nog zes takbiers gedaan: je heft nog zes maal de handen tot schouderhoogte op en zegt daarbij telkens hardop 'Allaahoe Akbar'. 
    Telkens gaan je handen terug naar op of onder je borst. De hele groep moslims zegt de imaam na, hardop, 'Allaahoe Akbar'. In de tweede raka’ah gebeurt dit dus vijf maal achter elkaar. De takbiers worden voor het lezen van soeratoel-Faatihah verricht.
    De Koran recitatie wordt door de imaam hardop gedaan.
    Katsier ibn ‘Abdoellah vertelde van zijn vader en zijn vader van zijn grootvader, dat de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zeven takbiers in de eerste raka’ah zei en vijf takbiers in de tweede raka’ah van het Ied-gebed, voordat hij de recitatie begon. (At-Tirmidzi, Ibn Maadjah, Ad-Darimi)
    Het Ied-gebed wordt verricht voor de Ied-Khoetbah (les, preek)
    Dja’faar ibn Mohammed (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde: "Er is geen twijfel over, Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn), Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) en ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) zeiden zeven takbiers in de eerste raka’ah van het Ied-gebed en het regengebed en vijf takbiers in de tweede raka’ah van het Ied-gebed en het regengebed. De Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) verrichte het gebed vóór de Khoethbah en hij reciteerde Qoer-aan in het gebed hardop." (Asj-Sjaafi’ie)
    Het regengebed
    Het regengebed is een speciaal gebed dat tijdens een droogteperiode wordt gebeden. De moslims wordt gevraagd om samen te komen voor een twee raka’aat tellend gebed in de buitenlucht. Na het gebed worden speciale smeekbedes voor regen gemaakt.
    Het djanaazah-gebed (begrafenisgebed)
    Een moslim heeft het recht, dat andere moslims na zijn of haar dood een djanaazah-gebed voor hem of haar verrichten. Het is een 'fardh kifaajah' -gebed: als een groep moslims het djanaazah-gebed verricht, vervullen ze daarmee de plicht van alle moslims om voor de overledene te bidden. Moslims die niet aanwezig konden zijn, hebben door deze regel hun plicht toch niet verzaakt. Als van heel de moslimgemeenschap niemand het djanaazah-gebed zou bidden, dan zou heel de gemeenschap schuldig zijn aan nalatigheid van de plichten. Door het djanaazah-gebed te verrichten, behoeden we ons voor de ontevredenheid van Allah, de Heilige en Allerhoogste. De beloning voor het gebed echter, komt alleen voor hen die het bidden. Uit de hadiets blijkt dat Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) sterk de nadruk heeft gelegd op de verrichting van het djanaazah-gebed en dat hij zijn metgezellen aanspoorde om begrafenisceremonies bij te wonen. Elke moslimman hoort zijn best te doen om zijn plicht jegens de overledenen te vervullen.
    Vrouwen mogen een djanaazah-gebed meebidden, op voorwaarde dat zij uit het zicht van mannen kunnen staan (bijvoorbeeld in de vrouwenruimte van de moskee). Ze gaan echter niet mee naar de begrafenis zelf.
    Het djanaazah-gebed is een gezamenlijk gebed
    Opdat er meer beloning uit voortkomt. Het kan in meerdere groepen gebeden worden, maar dan door verschillende mensen. 
    Voorbereidingen voor het gebed
    In het geval dat de overledene een man is, hoort de imaam ter hoogte van het hoofd en de schouders van de overledene te gaan staan; in het geval de overledene een vrouw is, gaat hij ter hoogte van het middel van haar lichaam staan.
    Het verschil tussen het djanaazah-gebed en de gewone gebeden
    Er is een duidelijk verschil met het gewone gebed, namelijk dat er geen roekoe’, geen sadjdah en geen tasjahhoed is in het djanaazah-gebed. Ook is er geen vastgestelde tijd voor dit gebed. Het wordt alleen maar in de staande positie gebeden. Aan de andere voorwaarden zoals het richten naar de qiblah, soetrah, kleding enz. hoort voldaan te worden zoals in de gewone gebeden.
    Hoe verricht je het djanaazah-gebed?
    1. Je gaat gericht naar de qiblah staan. De imaam vraagt de moslims om de rijen recht te maken. Er moeten zoveel mogelijk rijen gevormd worden, dat geeft meer beloning.
    2. Je hoort de intentie te hebben om het djanaazah-gebed te verrichten. Dit doe je in je hart, zonder woorden, want dit was de gewoonte van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) of zijn metgezellen.
    3. De eerste takbier van de takbieratoel ihraam.
    Het djanaazah-gebed bestaat uit vier takbiers. De eerste takbier is de takbieratoel ihraam. De imaam zegt 'Allaahoe Akbar' en zet zijn handen aan zijn oren, zoals in hoofdstuk vier beschreven. De moslims doen hem na en leggen allen hun handen op hun borst.
    Het opzeggen van al-Faatihah:
    A’oedzoe bi-Llaahi minasj-sjaithaanir-radjiem. 
    en dan reciteer je hoofdstuk Al-Faatihah.
    Bismillaahir-Rahmaanir-Rahiem Al-hamdoe li-Llaahi Rabbil-‘aalamien. Ar-Rahmaanir-Rahiem. Maaliki jawmid-dien. Ijjaaka na’boedoe wa ijjaaka nasta’ien. Ihdinash-shiraathal-moestaqiem. Shiraathal-ladziena an’amta ‘alaihim. Ghairil-maghdhoebi ‘alaihim wa ladh-dhaallien. Aamien
    Sommige mensen zeggen geen Soeratoel-Faatihah in het djanaazah-gebed, maar het is noodzakelijk om het te lezen in elk soort gebed. De Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) heeft gezegd dat een gebed zonder Faatiha geen waarde heeft.
    Talhah ibn ‘Abdoellah ibn ‘Awf (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat hij het djanaazah-gebed achter ‘Abdoellah ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) bad en Abdoellah ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) las Soeratoel-Faatihah hardop. Daarna zei hij: "Ik heb het hardop gebeden zodat jullie zullen weten dat het de soennah van Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) is.” (Al-Boekharie)
    Deze hadieth is een bewijs dat het reciteren van Soeratoel-Faatihah ook in het djanaazah-gebed noodzakelijk is.
    De tweede takbier
    Dan hoort de imam de tweede takbier te zeggen en de djamaa’ah (groep) zegt hem na. Het is niet noodzakelijk om de handen op te heffen maar als iemand het wel doet, is het ook goed. Beide manieren zijn aan de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) overgeleverd.
    Na de tweede takbier
    Na de tweede takbier hoor je zegeningen voor de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) te vragen, in stilte. Bij voorkeur zeg je de shalaawah, de woorden die je zegt na de tasjahhoed van het gewone gebed.
    De derde takbier
    Dan zegt de imaam de derde takbier en de djamaa’ah volgt hem. Nu bidt iedereen een persoonlijk gebed voor de overledene. Er kunnen verschillende doe’a's voor de zielerust van de overledene worden gezegd. Sommigen daarvan zijn hieronder genoemd.
    De doe’a voor de overledene
    1. Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) het djanaazah-gebed van een moslim bad en hij zei in zijn doe’a (de volgende woorden):
    Allaahoemmaghfir lihajjinaa wa majjitinaa, wa sjaahidinaa wa ghaa'ibinaa, wa shaghierinaa wa kabierinaa, wa dzakarinaa wa oentsaanaa, Allaahoemma man ahjaitahoe minnaa, Fa-ahjihi ‘alal-islaami, wa man tawaffaitahoe minnaa, Fa-tawaffahoe ‘alal-iemaani, Allaahoemma laa tahrimnaa adjrahoe wa laa taftinnaa ba’dahoe
    Oh Allah, vergeef onze mensen die nog leven en zij die gestorven zijn, vergeef degenen die aanwezig zijn en degenen die afwezig zijn, vergeef onze jongeren en onze ouderen, vergeef onze mannen en onze vrouwen.
    Oh Allah, degenen van ons die U in leven wenst te houden, laat hem leven volgens de islam en wie U van ons wenst te laten sterven, laat hem sterven met een sterk geloof.
    Oh Allah, ontneem ons niet zijn beloning en breng ons na zijn dood niet in beproeving 
    (Ahmad, Aboe Dawoed, At-Tirmidzi, Ibn Maadjah)
    2. ‘Awf ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) het djanaazah-gebed bad en ik hoorde hem de volgende doe’a zeggen en ik leerde het van buiten;
    Allaahoemmaghfir lahoe warhamhoe wa‘foe ‘anhoe wa ‘aafihie wa akrim noezoelahoe wa wassi’ moedkhalahoe waghsilhoe bil-maa' i wats-tsaldji wal-baradi wa naqqihie minal-khathaajaa kamaa joenaqqats-tsawboel-abjadhoe minad-danasi wa abdilhoe daaran khairam-min daarihie wa ahlan khairam-min ahlihie wa zawdjan khairam-min zawdjihie wa adkhilhoel-djannata wa qihie fitnatal-qabri wa ‘adzaaban-naar.
    'Oh Allah, vergeef hem, heb genade met hem, scheld hem kwijt en geef hem succes, geef hem een eerbare neerlating en een ruime verblijfplaats. Was (zijn zonden) van hem af met water, sneeuw en hagel, reinig hem van zijn zonden, zoals een wit kledingstuk gereinigd wordt van vuil.
    Vervang zijn huidige verblijfplaats door een betere, vervang zijn huidige familie door een betere, vervang zijn huidige vrouw door een betere.
    Laat hem het paradijs binnengaan en red hem van de martelingen van het graf en de straffen van de hel. 
    (Moeslim)
    3. Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) bad en zei:
    Allaahoemma Anta Rabboehaa, wa Anta khalaqtahaa, wa Anta razaqtahaa wa Anta hadaitahaa lil-islaam, wa Anta qabadhta roehahaa, wa Anta ‘alamoe bi-sirrihaa wa ‘alaanijjatihaa, dji'naa sjoefa’aa'a faghfir lahoe dzanbahoe.
    'Oh Allah, U bent zijn Heer, U hebt het geschapen, U hebt hem voorziening gegeven en U hebt hem naar de islam geleid en U hebt er zijn ziel uit genomen en U kent het beste zijn geheimen en zijn openlijke daden. Wij zijn gekomen om voorspraak te doen, daarom, vergeef hem.' (Aboe Dawoed, Ahmad)
    Eén ding is duidelijk te zien aan deze drie ahadiets, namelijk, dat elke metgezel die een djanaazah-doe’a overleverde, zei dat hij de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) de woorden van de doe’a in het djanaazah-gebed had horen zeggen. Dit is een bewijs dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) gewend was om het djanaazah-gebed, of op z'n minst de doe’a in het djanaazah-gebed met hoorbare stem te zeggen. Daarom hoeft er geen twijfel over te bestaan of de imam het djanaazahgebed hoorbaar mag doen.
    Er zijn nog andere doe’a's overgeleverd van de Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) en je kunt ze in de hadietsboeken vinden. Al deze doe’a's kun je samen of apart zeggen. Andere doe’a's kunnen gezegd worden samen met deze doe’a's, maar het is beter om vast te houden aan de doe’a's die de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zelf zei.
    Het beëindigen van het djanaazah-gebed, (vierde takbier)
    Daarna zegt de imaam de vierde takbier en de djamaa’ah volgt hem. Dan zegt de imaam twee keer 'As-salaamoe ‘alaikoem wa rahmatoe-Llaahi wa barakaatoehoe', de ene keer zijn gezicht naar rechts draaiend en de andere keer naar links. De gemeenschap hoort hetzelfde te doen.
    Noot: Sommige mensen leggen er veel nadruk op om doe’a's te zeggen nadat het djanaazah-gebed afgelopen is, maar we konden geen enkele hadiets vinden die dit idee ondersteunt. Het djanaazah-gebed is zo bepaald, dat al de doe’a's die iemand voor de overledene wil zeggen na de derde takbier gezegd kunnen worden. Dit was het oorspronkelijke gebruik van de Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) en zijn metgezellen.
    Het reizigersgebed
    "En als jullie op de aarde rondtrekken, dan is het voor jullie geen zonde de shalaat te verkorten...." 
    (Qoer-aan An-Nisaa: 101)
    De islam houdt een praktische manier van leven in. In Zijn Wijsheid beschouwt Allah, de Heilige, de Allerhoogste ook de omstandigheden die voor een moslim moeilijker zijn. Hij heeft de voorschriften in zulke situaties gemakkelijker gemaakt. Onder de mogelijkheden die Allah, de Heilige, de Allerhoogste ons gegeven heeft, valt de toestemming om tijdens een reis de dagelijkse gebeden te combineren en in te korten.
    "...Allah wenst voor jullie het gemakkelijke en Hij wenst voor jullie niet het ongemak..." 
    (Qoer-aan Al-Baqarah: 185)
    Het qashr-gebed (het verkorte gebed)
    Als een moslim op reis is, bidt hij twee raka’aat fardh voor het Zhoehr-, 'Ashr- en 'Isjaa'-gebed. Het Fadjr- en Maghrib-gebed blijven zoals ze zijn.
    Het is beter (in beloning) om het gebed in te korten.
    Het geeft een grotere beloning wanneer je op reis het ingekorte gebed bidt. De Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) zei: "Het is een geschenk van Allah dat Hij jullie heeft gegeven, neem het daarom aan." (Moeslim)
    Het combineren van gebeden
    Iemand die op reis is, kan het Zhoehr-gebed en het ‘Ashr-gebed samenvoegen en hen samen bidden op de tijd van Zhoehr of 'Ashr. Ook kan hij de Maghrib- en 'Isjaa'-gebeden samenvoegen en ze samen bidden op de tijd van het Maghrib- of 'Isjaa-gebed.
    Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) gewoonlijk de Zhoehr- en ‘Ashr-gebeden samenvoegde wanneer hij op reis was en ook de Maghrib- en 'Isjaa- gebeden. (Al-Boekharie)
    Moe’aadz (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) op reis was voor de slag bij Taboek. Als de zon al was gaan zakken op het moment dat hij verder wilde reizen - nadat hij ergens gekampeerd had - dan voegde hij het Zhoehr- en ‘Ashr-gebed samen en bad hen op de tijd van Zhoehr. Als hij besloot om verder te gaan voordat de zon was gaan zakken, dan stelde hij het Zhoehr-gebed uit en voegde het samen met het ‘Ashr-gebed en bad ze samen op de tijd van de 'Ashr. 
    Als de zon al onder was wanneer hij wilde vertrekken, bad hij het Maghrib- en 'Isjaa-gebed samen op de tijd van de Maghrib. En als de zon nog niet onder was gegaan en hij wilde verder reizen, dan stelde hij het Maghrib-gebed uit en bad het later op de tijd van ‘Isjaa samen met het 'Isjaa'-gebed. (Aboe Dawoed, At-Tirmidzi)
    Deze ahadiets geven heel duidelijk de feiten weer over het combineren van de gebeden, zoals de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) het gewend was om te doen. Maar er zijn mensen die twijfelen om op reis de gebeden te combineren. Echter, het is een gift van Allah, die de moslims moeten aannemen en dankbaar moeten gebruiken. Een gift van Allah, de Heilige, de Allerhoogste en van Zijn boodschapper (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) hoor je nooit te verwerpen.
    Wanneer verkort je en combineer je de gebeden?
    En dan is er de vraag wanneer de reisafstand en de duur van de reis voldoende zijn om gebeden in te korten en te combineren.
    1. Jahjaa ibn Jazied zei: "Ik vroeg Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) wanneer je je gebeden mag inkorten? Anas (moge Allah tevreden met hem zijn) antwoordde dat de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) verkort bad wanneer hij 5 km ver wegging. (Moeslim, Ahmad, Aboe Dawoed, Al-Baihaqie)
    2. Aboe Sa’ied (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat telkens wanneer de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) ongeveer één farskh reisde, dit is ongeveer 5 km, hij het verkorte gebed zei. (Talkhiesh ibn Hadjr)
    Op basis van deze ahadiets kan je qashr-gebed bidden en gebeden samenvoegen als de reisafstand vanaf huis 5 km is. Dit is de minimale grens voor het qashr-gebed. Er zijn echter toch veel verschillende meningen over de minimale maat van de afstand; bijvoorbeeld ongeveer 15 km, 110 km of één dag reizen. Naar onze mening is de juiste bepaling van wat een reis is, datgene wat een gemeenschap ziet als een reis, waarbij ze minimaal 5 km weg moet zijn.
    De duur van de reis
    Zolang iemand op reis is, al is het weken, maanden of jaren, kan hij zijn gebeden verkorten en samenvoegen. Zelfs als hij tijdens zijn reis een vastgesteld aantal dagen op een bepaalde plaats moet blijven, kan hij doorgaan met qashr-gebeden en samenvoeging van gebeden.
    Als hij echter voorneemt om op één plaats een vast aantal dagen te blijven, dan verschillen de meningen over hoe lang hij met inkorten en samenvoegen mag doorgaan, bijvoorbeeld 4, 10, 17, 18 dagen etc.
    Na nauwkeurige hadietsstudie kunnen we zeggen dat als iemand tijdelijk op een plaats verblijft, hij nog steeds een reiziger is en er is geen grens aan het aantal dagen dat hij qashr-gebed kan bidden en gebeden kan combineren.
    Nafl-gebeden tijdens een reis
    De Profeet Mohammed (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) heeft op reis altijd het witr-gebed gebeden. Ook de twee raka’aat soennah van het Fadjr-gebed deed hij op reis altijd. Hij benadrukte het belang hiervan en spoorde zijn metgezellen aan om deze nafl te bidden. Dus moeten wij op reis deze beiden bidden.
    Maar wat betreft enig ander nafl- en soennah-gebed? Hierop geeft de volgende hadiets het antwoord.
    Hafs ibn ‘Aashim vertelde: "Ik was met ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) op reis naar Mekka. Onderweg naar Mekka leidde hij ons in het Zhoehr-gebed en bad twee raka’aat. Daarna ging hij weg en ging in zijn tent zitten. Hij zag enkele mensen bidden en vroeg mij wat die aan het doen waren. "Zij bidden nafl-gebeden.", zei ik. Toen zei hij: "Als ik nafl zou kunnen bidden, dan zou ik het volledige fardh-gebed (4 raka’aat) hebben gebeden." Verder zei hij: "Ik was met de Boodschapper van Allah (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn) op reis. Hij bad tijdens zijn reizen niet meer dan twee raka’aat. Daarna was ik met Aboe Bakr op reis, met ‘Oemar en met ‘Oetsman (moge Allah tevreden met hun zijn) en zij deden precies zoals de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn). Er is een goed voorbeeld voor jullie in de gebruiken van de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen met hem zijn)." (Al-Boekharie)
    Sommige ahadiets bewijzen dat de metgezellen gewend waren om nafl-gebeden onderweg te bidden. Het is beter om geen nafl-gebeden op reis te bidden, maar als je een tijdje ergens verblijft en je hebt er tijd voor, d
    an mag je nafl-gebeden verrichten.

    25-02-2012 om 09:52 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Sadjdah voor vergeetachtigheid

    De Sadjdah voor vergeetachtigheid

    Als je een fout maakt in je gebed, wat hoor je dan te doen?

    De sadjdah sahwi is toegestaan wanneer je in het gebed de concentratie verliest of je vergeet hoeveel raka’aat je al hebt gebeden. Het kan ook gebeuren dat je na de tweede raka’ah vergeet om te zitten en direkt opstaat. In beide gevallen hoor je eerst het gebed te corrigeren, op basis van wat je zeker weet. Bovendien doe je aan het eind van het gebed, voor het opzeggen van de salaam, twee sadjdah's sahwi. De sadjdah's sahwi zijn een compensatie voor het maken van fouten in het gebed.
    ‘Abdoellah ibn Boedjainah (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) het Zhoehr-gebed voor hen leidde. Hij stond op na de eerste twee raka’aat en ging niet zitten voor de tasjahhoed; en de mensen gingen dus ook opstaan. Toen hij klaar was met het gebed en de mensen erop wachtten dat hij 'salaam zou zeggen, zei hij Allaahoe Akbar, terwijl hij zat en deed twee sadjdah's voorafgaand aan de tasliem (salaam aan einde van het gebed). Toen zei hij de salaam rechts en links. (Boekharie en Moeslim)
    Aboe Sa’ied al-Goedrie (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) zei: "Als iemand van jullie tijdens zijn gebed in de war raakt en het aantal gedane raka’aat niet meer weet (3 of 4), dan hoort hij dat waar twijfel over is weg te laten en zijn gebed te vervolgen op basis van het aantal raka’aat waar hij zeker van is. Bovendien doet hij twee extra sadjdah's voor de tasliem. Als hij dan vijf raka’aat zou hebben gebeden, dan zullen deze twee sadjdah's zijn gebed tot zes raka’aat maken (twee ervan zijn dan nafl). En als hij het juiste aantal raka’aat (4) zou hebben gebeden, dan zullen deze twee sadjdah's als een belediging voor de duivel zijn." (Moeslim)
    Deze ahadiets bewijzen dat de sadjdah's sahwi vóór de tasliem gedaan worden, maar er zijn ook ahadiets die bewijzen dat de Profeet (v.z.m.h.) twee sadjdah's sahwi deed na de tasliem.
    ‘Abdoellah ibn Dja’far (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Profeet (v.z.m.h.) zei: "Iemand die verward is geraakt en twijfelt over zijn gebed, hoort twee extra sadjdah's te doen na de tasliem." (Ahmad, Aboe Dawoed, An-Nasaa’i, Ibn Goezaima)
    Deze twee ahadiets spreken elkaar niet tegen. Beide manieren werden door de Profeet (v.z.m.h.) goedgekeurd. Het hangt namelijk af van de situatie. Heeft men iets te weinig gedaan, dan moet men dat eerst aanvullen en de sadjdah vóór de salaam. Heeft men teveel gedaan: de sadjdah na de salaam.
    Wanneer mag je de sadjdah sahwi doen?
    1. Als iemand twijfelt over het aantal raka’aat dat hij al gebeden heeft;
    2. Als hij vergeet te zitten bij de eerste tasjahhoed en meteen doorgaat met de derde raka’ah en
    3. Als hij zijn gebed in vergeetachtigheid eindigt, zonder het aantal raka’aat, dat hij van plan was om te bidden, gebeden te hebben.
    Het gezamenlijk gebed (Djamaa’ah)
    Er zijn enkele andere gelegenheden waarbij gezamenlijk gebeden wordt, bijvoorbeeld de feestgebeden van de Ied-feesten, het taraawieh-gebed in Ramadhaan en het djanaazah-gebed (begrafenisgebed). Echter, het wordt aangeraden om de gebruikelijke vrijwillige-gebeden alleen te bidden. 
    Het is voor mannen verplicht om elk fardh-gebed gezamenlijk te bidden. De beloning van het gezamenlijke gebed is voor iedere deelnemer veel groter dan het gebed voor zich alleen. De Profeet (v.z.m.h.) heeft er bij zijn metgezellen ten zeerste op aangedrongen altijd hun uiterste best te doen om elk fardh-gebed in djamaa’ah, in de moskee, te bidden. Hij heeft degenen, die het djamaa’ah-gebed negeren beschuldigd van grote ongehoorzaamheid en erger. Regelmatig samen bidden brengt de mensen dicht bij elkaar en het houdt de onderlinge betrokkenheid en de algehele moraal van de gemeenschap hoog.
    Ibn ‘Oemar (moge Alah tevreden zijn met hem) heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) zei: "Het gebed in djamaa’ah is zevenentwintig keer beter dan het gebed van het individu alleen." (Boekharie, Moeslim)
    Vrouwen mogen djamaa’ah in de moskee meebidden. De Profeet (v.z.m.h.) heeft gezegd dat de mannen dit de vrouwen niet mogen verbieden. Echter, het is beter voor vrouwen om hun gebeden in hun huizen te bidden. Het wordt vrouwen zelfs aangeraden om in hun slaapkamers te bidden.
    In het gezamenlijk gebed staan jong en oud, arm en rijk, de vorst en de onderdaan verzameld op een plaats, in gebed tot Allah.
    Hoe wordt het gezamenlijke gebed verricht?
    Als een groep mensen verzameld is en iedereen wil bidden, dan hoor je samen te bidden. Het gebed van twee personen, al is één van hen een kind of een vrouw, is een djamaa’ah -gebed. Hoe meer moslims meebidden, des te groter is de waarde van het gebed. Degene die het gebed gaat leiden (de imaam), is degene die het best Qoer-aan kan reciteren en het meest onderlegd is in de hadietsleer van de Profeet (v.z.m.h.), al is hij nog maar een jongen. Ook moet hij bekend zijn als een goed mens.
    De Profeet (v.z.m.h.) heeft gezegd: "Laat jullie imaams diegenen zijn, die het beste zijn van jullie, want de imaam is jullie vertegenwoordiger bij Allah." (Ad-Daroe-Qoethnie). Als allen gelijk zijn, dan is het de oudste persoon.
    De beste plaatsen in het djamaa’ah-gebed zijn de plaatsen in de eerste rijen. Als je met z'n tweeën bidt, staat de imaam links en de ander réchts naast hem. Als een man met zijn vrouw of zus bidt, staat zij achter hem. De imaam staat alleen, voor de eerste rij, ter hoogte van het midden van de rij. Nooit mag iemand alleen achter de groep gaan staan, anders wordt hij snel afgeleid door de Satan. Als de rij vol is en hij kan geen plaats meer vinden, trekt hij iemand naar achter naast zich, zodat ze samen een nieuwe rij vormen.
    Voordat de imaam, vraagt hij de groep om de rijen recht te maken, de voeten allemaal op een rechte rij naast elkaar te zetten. De moslims moeten elkaar ook gedurende het hele gebed blijven aanraken, of alleen met de voeten; liefst ook met de schouders. Nadat de iqaamah is gezegd begint de imaam met de takbieratoel ihraam. Hij zegt elke 'Allaahoe Akbar' hardop, zodat de gemeenschap zijn bewegingen kan volgen. De Qoer-aanrecitatie wordt niet nagezegd; bij het Zhoehr en ‘Ashr-gebed zegt ieder voor zichzelf Al-Faatihah en een gedeelte van de Qoer-aan. In de andere gebeden zeg je zonder geluid Al-Faatihah mee en luister je naar de verdere Qoer-aanrecitatie. ‘Amien' zeg je hardop met de imaam. Je mag elkaar niet in de war brengen door hardop te reciteren. Elke beweging die de imaam maakt, doe je hem ná. Nooit mag je eerder dan de imaam een beweging maken en ook niet tegelijk met hem; de imaam is er om gevolgd te worden.
    Als het verplichte gebed in djamaa’ah gebeden wordt, dan hoort de imaam Soeratoel-Faatihah in de volgende gevallen hardop te zeggen: in het Fadjr-, Maghrib- en 'Isjaa'-gebed. Alleen de eerste twee raka’aat worden hardop gebeden. Het Zhoehr- en ‘Ashr-gebed reciteert de imaam in stilte.
    Eén raka’ah bidden met de imaam geeft reeds de beloning voor het bidden in jamaa’ah. Het is aangeraden voor de imaam om het djamaa’ah-gebed kort te houden, omdat zich onder de moslims ouderen en zieken en soms ook vrouwen met kinderen bevinden. Hij leest dan dus minder lange Qoer-aanverzen, maar doet het gebed wel rustig en correct.

    25-02-2012 om 09:45 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tijd plaats kleding en soorten gebeden

    De tijden van het gebed
    Elk gebed moet verricht worden op of binnen de juiste tijd. Het gebed kan niet verricht worden vóór die tijd. Er zijn per dag vijf verplichte gebeden.
    Het Fadjr-gebed (dageraadgebed)
    De tijd voor de Fadjr of het ochtendgebed begint bij de eerste ochtendschemering en eindigt net voor zonsopgang.
    Het Zhoehr-gebed (middaggebed)
    De tijd voor Zhoehr, ofwel het vroege middaggebed, begint wanneer de zon gaat dalen na de hoogste stand te hebben bereikt. Het eindigt wanneer de schaduw van een voorwerp even groot is als het voorwerp zelf.
    Djaabir ibn ‘Abdoellah (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde: “De engel Djibriel kwam bij de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en zei hem: “Sta op en bid het Zhoehr-gebed.” Dus stond Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) op en bad de Zhoehr terwijl de zon voorbij haar hoogste stand was. Toen kwam de engel Djibriel weer met de tijd van het ‘Ashr-gebed en hij zei: 'Sta op en bid het ‘Ashr-gebed.’ En de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) bad het ‘Ashr-gebed terwijl de schaduw van alle dingen even groot was als de dingen zelf. De volgende dag kwam Djibriel bij de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en zei: ‘Sta op en bid het Zhoehr-gebed.’ Daarop bad De Profeet Mohammed (v.z.m.h.) het Zhoehr-gebed terwijl de schaduw van elk voorwerp gelijk was aan het voorwerp zelf. Toen kwam Djibriel weer op de tijd van het ‘Ashr-gebed en zei: ‘Sta op en bid het ‘Ashr-gebed.’ Toen bad de Profeet (v.z.m.h.) het ‘Ashr-gebed en de schaduw van elk voorwerp was twee maal zo lang als het voorwerp zelf. Toen zei Djibriel nadat hij tienmaal met De Profeet Mohammed v.z.m.h. gebeden had (Waarin ook de uiterste tijden van de andere gebeden gegeven waren) ‘De tijd voor het gebed ligt tussen deze twee tijden.’
    Ahmad, An-Nasaa’i, At-Tirmidzi en Boekharie merken op, dat dit de meest authentieke hadiets is waarin de tijden voor de gebeden worden gegeven.
    In veel boeken over het gebed lezen we dat het Zhoehr-gebed eindigt en het ‘Ashr-gebed begint wanneer de schaduw van een voorwerp tweemaal zo lang is als het voorwerp zelf. Deze tijd wordt met name aangegeven in de boeken die zijn geschreven door de volgelingen van de Hanafi-school.
    Dit is echter in tegenspraak met de genoemde hadiets waarin Djibriel op de eerste dag de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) gebiedt om het ‘Ashr-gebed te bidden op het moment dat het voorwerp en zijn de schaduw dezelfde lengte hadden. Dit moment is dus ook de eindtijd voor het Zhoehr-gebed. We stelden al, dat alle geleerden van de moslimgemeenschap het er eenduidig over eens zijn, dat een gebed nooit vóór haar tijd verricht kan worden.
    Van Imaam Aboe Haniefah wordt gezegd, dat hij voor zijn dood van mening was veranderd en dat hij het ‘Ashr-gebed bad volgens de tijd genoemd in de bovenstaande hadiets. Zijn twee leerlingen Imaam Aboe Joesoef en Imaam Mohammed gaven ook fatwah’s (jurisprudenties van de islamitische wet) over de tijd voor het ‘Ashr-gebed, zoals die genoemd is in deze hadiets. (Fatawaa ‘Aziezah, Foetawaa Rasjiedah)
    Het ‘Ashr-gebed (namiddaggebed)
    De tijd voor de 'Ashr, het namiddaggebed, begint wanneer een voorwerp en zijn schaduw dezelfde lengte hebben. Het eindigt net voor zonsondergang.
    Het is aan te bevelen om het ‘Ashr-gebed te verrichten vóórdat de zon geel wordt, want, al is het toegestaan om op dit moment het ‘Ashr-gebed te bidden, de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) hield er niet van wanneer de moslims het ‘Ashr-gebed tot deze tijd uitstelden. Hij vertelde dat de moenaafiqs (de schijnheiligen en hypocrieten) op deze tijd bidden.
    Het Maghrib-gebed (zonsondergangsgebed)
    De tijd voor het Maghrib, het zonsondergangsgebed, begint net na zonsondergang en eindigt wanneer de schemering verdwenen is.
    Het 'Isjaa'-gebed (nachtgebed)
    De tijd voor de 'Isjaa', het nachtgebed, begint vanaf de verdwijning van de schemering en eindigt net voor de ochtendschemering.
    Het wordt aangeraden om dit gebed vóór middernacht te bidden, maar het kan de hele nacht gebeden worden tot aan de komst van de dageraad.
    NB. In landen waar door de bewolking de zon niet steeds zichtbaar is, is het raadzaam om een voorgedrukte gebedskalender te volgen; deze geven de juiste tijden voor elk gebed weer.
    Tijden waarop het verboden is om gebeden te verrichten
    ‘Oeqbah ibn Amir zei: “Er waren drie tijden waarop Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) ons verbood om te bidden of om onze doden te begraven”:
    1. Wanneer de zon begon te rijzen, tot ze helemaal op was,
    2. Wanneer de zon op haar hoogste punt stond, midden op de dag, tot ze de meridiaan passeerde, 
    3. Wanneer de zon op het punt stond onder te gaan, tot ze verdwenen was.” (Moeslim)
    Tijden waarop het verboden is om extra (nafl) gebeden te verrichten
    1. Aboe Sa’ied al Goedri (moge Alah tevreden met hem zijn) vertelde dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei: “Geen enkel gebed mag verricht worden na het Fadjr-gebed, tot de zon opkomt of na het ‘Ashr-gebed, tot de zon ondergaat.” (Boekharie en Moeslim)
    Op deze tijd is alleen het nafl-gebed verboden, maar een verplicht gebed dat nog ingehaald moet worden is niet verboden. De meeste geleerden van de moslimgemeenschap hebben het toegestaan om na het Fadjr en 'Ashr een gemist gebed nog in te halen. Zij beroepen zich op de volgende hadiets: de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) zei: “Wie een gebed vergeten is, bidt het zodra hij het zich herinnert.” (Boekharie en Moeslim)
    2. Een nafl-gebed (extra gebed) kan niet meer gebeden worden zodra de iqaamah (korte oproep tot het verplichte deel van het gebed, zie Hoofdstuk 3) is gezegd. Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei: “Als de iqaamah is gezegd, dan is er geen enkel gebed geldig (extra of soennah) behalve het verplichte gebed waarvoor de iqaamah werd gezegd.
    In de praktijk gebeurt het vaak dat er moslims zijn die doorgaan met het soennah-gebed, nadat de iqaamah is gezegd. Dit gebeurt met name bij het Fadjr-gebed, het dageraadsgebed. Zij hebben het gevoel dat de twee raka’aat soennah (zie punt E) van de Fadjr enkel en alleen vóór het verplichte gebed verricht mogen worden. Hun manier is in strijd met het idee van de saamhorigheid, de gezamenlijke gebedsdiscipline en het is een regelrechte aanval op de hadiets. Zij horen de twee raka’aat soennah in het Fadjr-gebed dan meteen ná het verplichte gebed of ná zonsopgang te bidden. Beide manieren zijn authentiek en goedgekeurd door de Profeet Mohammed (v.z.m.h.).
    Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei, wie de twee raka’aat soennah van het Fadjr-gebed bij zonsopgang nog niet heeft gebeden, moet deze meteen na zonsopgang inhalen. (Al-Baihaqie)
    Als iemand de twee raka’aat soennah vóór het Fadjr-gebed mist omdat de djamaa’ah (groep) het fardh-gebed al is begonnen, dan hoort hij zich bij de groep te voegen en de twee raka’aat soennah meteen ná het verplichte Fadjr gebed te verrichten.
    Qais ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat hij (naar de moskee) ging voor het Fadjr-gebed en dat hij daar de Profeet (v.z.m.h.) aantrof terwijl hij het fardh van het Fadjr-gebed bad. Hij (Qais ibn ‘Oemar) bad de twee raka’aat soennah van het Fadjr-gebed niet, maar deed mee aan het fardh-gebed met de Profeet (v.z.m.h.). Nadat hij het Fadjr-gebed voltooid had, stond hij op en verrichtte de twee raka’at soennah van de Fadjr (die hij gemist had).
    Toen kwam de Profeet (v.z.m.h.) naar hem toe en zei: “Wat voor een gebed was dit?” Qais ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde hem alles. Daarop zweeg de Profeet (v.z.m.h.), hij zei er niets van. (Ahmad, Ibn Goesjaimah, Ibn Hibban, Aboe Dawoed, Ibn Maadjah en At-Tirmidzi)
    Alle moslimgeleerden, fiqhgeleerden en hadietsgeleerden zijn het er over eens, dat telkens wanneer de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) ‘zweeg’ over een zaak of daad die in zijn aanwezigheid plaatsvond, hij (v.z.m.h.) ermee instemde.
    De plaats van het gebed
    Een plaats of gebouw welke als gebedsruimte dient, wordt masdjid (moskee) genoemd.
    Een hadiets overgeleverd door Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelt ons dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei: “... de hele aarde is voor de moslims tot moskee gemaakt (zuiver en schoon) en ik ben als profeet gestuurd voor de hele wereld en de keten van het profeetschap wordt door mij voltooid. (Dit betekent dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) de laatste profeet is.)” (Moeslim)
    Dit houdt in, dat een moslim kan bidden waar hij ook is; maar de beloning voor het bidden in een moskee is veel groter dan voor het bidden op welke andere plaats dan ook.
    Op de volgende punten moet je letten wanneer je de gebedsplek kiest.
    1. De plaats moet schoon en zuiver zijn. Het gebed verrichten in een vieze, vervuilde en onreine plaats zoals een rommelhok, een slachthuis, een badplaats of een omheining waar kamelen in staan is verboden. (At-Tirmidzi, Ibn Maadjah, ‘Abd ibn Hoemaid)
    2. De plaats mag geen gevaar opleveren, dat wil zeggen het gebed mag naar verwachting niet door iets of iemand gestoord worden.
    3. Je hoort die plaatsen te vermijden waar je, als je daar bidt, andere mensen belemmert in hun bewegingsvrijheid, zoals bijvoorbeeld op een trottoir of openbare weg.
    4. Het is verboden om te bidden op het dak van Baitoellaah (het huis van Allaah: de Ka’bah in Mekka). (Ibn Maadjah en ‘Abd ibn Hoemaid)
    5. Je mag niet bovenop of met je gezicht naar een graf bidden.
    6. (Ahmad en Moeslim)
    De kleding voor het gebed
    Voor mannen
    1. De kleding van de man moet het lichaam tijdens het gebed minstens bedekken van de navel tot de knieën;
    2. De schouders mogen niet bloot zijn en
    3. Het gebed kan verricht worden in één kledingstuk dat zowel het lichaam van de navel tot de knieën bedekt als de schouders.
    “Niemand van jullie mag bidden in een enkel kledingstuk dat de schouders niet bedekt.” (Boekharie en Moeslim)
    Voor vrouwen
    De gebedskleding van de vrouw hoort het hele lichaam te bedekken, van haar hoofd tot en met de voeten, waarbij alleen haar gezicht en handen onbedekt mogen zijn. Een gebed dat in doorschijnende kleding verricht wordt is niet geldig. Ook strakke kleding die de lichaamsvorm laat zien, moet vermeden worden.
    Verschillende soorten gebeden
    Het ‘fardh’ of verplichte gebed
    Het fardh-gebed is het verplichte gebed. Allah (de Allerhoogste) beveelt elke gelovige om per dag vijf verplichte gebeden te verrichten. Het overslaan van één van deze vijf gebeden is een ernstige fout en is strafbaar.
    De vrijwillige gebeden (nafl-gebed) zijn er in drie soorten:
    1. Het soennah moe’akkadah (dringend aanbevolen) -gebed.
    Dit zijn de gebeden die door de Profeet benadrukt werden en door hem regelmatig verricht werden vóór of ná de fardh -gebeden. Soennah betekent letterlijk: naar het voorbeeld van de Profeet Mohammed (v.z.m.h.)
    2. Het soennah ghair moe’akkadah (niet dringend, vrij) -gebed.
    Deze werden alleen bij gelegenheid door de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) verricht (bijvoorbeeld het istikhaarah-gebed, het gebed om te vragen om leiding in een zaak).
    Het nafl (extra) -gebed
    Dit is een extra gebed. Als je het bidt, krijg je een beloning en als je het niet bidt, wordt het niet aangerekend als fout. Het kan ten allen tijde als apart gebed worden gebeden, afhankelijk van iemands tijd en de mogelijkheden.
    De Profeet Mohammed (v.z.m.h.) moedigde zijn metgezellen altijd aan om nafl-gebeden te verrichten. Door het verrichten van de nafl-gebeden worden kleine of andere fouten in de verplichte gebeden weggenomen.
    Het aantal raka’aat in de vijf verplichte gebeden
    Het gebed bestaat uit één of meer raka’aat: een geordende serie van lichaamsbewegingen, waarbij hardop of in zichzelf gesproken wordt. Elk fardh-gebed bestaat uit meerdere raka’aat, zodat enkele malen de gehele geordende serie van lichaamsbewegingen en de tekst herhaald worden
    Het Fadjr-gebed
    Het bestaat uit twee raka’aat soennah moe'akkadah en twee raka’aat fardh.
    Het Zhoehr-gebed
    Het bestaat uit twee of vier raka’aat soennah moe'akkadah, vier raka’aat fardh, twee raka’aat soennah moe'akkadah en een bepaald aantal nafl-raka’aat, naar gelang de tijd en de mogelijkheden.
    Ibn ‘Oemar (moge Alah tevreden zijn met hem) zei: “Ik bad alleen met Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) twee raka’aat voor en twee raka’aat na het Zhoehr-gebed.” (Boekharie en Moeslim)
    Het is een bekende gewoonte om vier raka’aat vóór het Zhoehr-gebed te bidden, maar deze hadiets maakt duidelijk dat het ook is toegestaan om twee soennah raka’aat te bidden vóór het Zhoehr-gebed.
    Het ‘Ashr-gebed
    Het bestaat uit twee of vier soennah raka’aat ghair moe'akkadah en vier raka’aat fardh.
    ‘Ali (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “De Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) was gewend om vier raka’aat te bidden vóór het ‘Ashr-gebed en hij scheidde die van elkaar met een begroeting...” (At-Tirmidzi)
    Een andere hadiets overgeleverd door ‘Ali (moge Alah tevreden zijn met hem) zegt: “Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) was gewend om twee raka’aat te bidden vóór het ‘Ashr-gebed.” (Aboe Dawoed)
    Het Maghrib-gebed
    Het bestaat uit twee raka’aat nafl, drie raka’aat fardh en twee raka’aat soennah moe'akkadah en een onbepaald aantal nafl-raka’aat, naar gelang iemands tijd en de mogelijkheden.
    ‘Abdoellah ibn Moeghaffal vertelde dat de Profeet (v.z.m.h.) zei: “Bid vóór het Maghrib-gebed,” en terwijl hij dit voor de derde keer zei, voegde hij er aan toe “Dit is bedoeld voor degenen die dat willen.” (Boekharie en Moeslim)
    Dit was omdat hij niet wilde dat de moslims die nafl-raka’aat als sterk aanbevolen zouden gaan zien.
    Twee raka’aat nafl na de zonsondergang en vóór het Maghrib-gebed zijn toegestaan voor hen die dat willen bidden. Daarvoor is de bovenstaande hadiets een overtuigend bewijs. Maar toch zijn er moslims die dit verbieden en er zijn anderen die het heel vreemd vinden als ze iemand twee nafl-raka’aat zien bidden vóór Maghrib.
    Het 'Isjaa'-gebed
    Het begint met een onbepaald aantal nafl-raka’aat, afhankelijk van iemands tijd en de mogelijkheden. Daarna komen vier raka’aat fardh, twee raka’aat soennah moe'akkadah, een onbepaald aantal nafl-raka’aat, weer afhankelijk van de tijd en mogelijkheden en dan drie raka’aat witr, (zie uitleg in hoofdstuk 6).
    Sommige moslims staan erop om vier extra raka’aat soennah vóór het 'Isjaa'-gebed te bidden. Echter, wij hebben in onze studies geen enkel bewijs gevonden, of enig gebruik of gebod van de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) of van zijn metgezellen om deze gewoonte als soennah aan te nemen. Het is zeker wel toegestaan om nafl-raka’aat te bidden terwijl je wacht om het gezamenlijk fardh 'Isjaa'-gebed te verrichten.
    ‘Abdoellah ibn Moeghaffal (moge Alah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) inderdaad heeft gezegd dat er tussen elke twee adzaans (oproepen tot het gebed) nafl-gebeden zijn en bij de derde keer voegde hij er aan toe: “voor degenen die het willen bidden.” (Ahmad, At-Tirmidzi, An-Nasaa’i)
    ‘Abdoellah ibn Zoebair (moge Alah tevreden zijn met hem) vertelde ook dat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) zei dat er geen verplicht gebed is, tenzij er twee nafl-raka’aat aan voorafgaan. (Ibn Hibban)
    NB: Deze ahadiets zijn er een bewijs voor dat twee raka’aat van vrije soennah of nafl-gebeden verricht kunnen worden vóór elk fardh-gebed, afhankelijk van iemands tijd en capaciteit. Dit geldt ook voor het Maghrib- en 'Isjaa'-gebed en voor de tijd tussen de adzaan en de iqaamah.
    Sommige moslims bidden twee nafl-raka’aat na het witr-gebed. Maar er is een oorspronkelijke hadiets waarin staat dat het witr-gebed gebeden wordt nadat al de nafl-gebeden die een persoon wenst te bidden, verricht zijn. 
    Ibn ‘Oemar (moge Alah tevreden zijn met hem) overleverde dat de Boodschapper van Allah (v.z.m.h.) zei: “Zorg dat het Witr, het laatste gebed van je nachtgebeden is.” (Misjkaat)

    25-02-2012 om 09:40 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verhaal van de adzaan

    Het verhaal van de adzaan
    Lang geleden toen de moslims van Mekka naar Medinah emigreerden, waren ze gewend om steeds afspraken te maken over de juiste tijd van de gezamenlijke gebeden. Soms vonden ze het moeilijk om de juiste gebedstijd te onthouden, vooral wanneer ze druk bezig waren met hun werkzaamheden.
    Op een dag bespraken de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en de metgezellen hoe de gelovigen op de juiste tijd voor het gebed op te roepen. Sommige gelovigen stelden voor om zoiets als een bel te gebruiken, zoals bij de christenen, sommigen stelden voor om op een hoorn te blazen zoals bij de joden, maar ‘Oemar (Moge Allah tevreden met hem zijn) stelde voor om iemand op te laten roepen tot het gebed. Toen stelde Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) Bilaal aan om de moslims op te roepen tot het gebed. Maar uit de hadietsstudie leren we dat deze manier niet naar tevredenheid was. Toen stemde de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) ermee in om een spiraalvormige schelp te gebruiken, die leek op de bel van de christenen. Maar hij (v.z.m.h.) was niet gelukkig hiermee, omdat het hem te veel deed denken aan de christelijke manier.
    Nadat de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) opdracht had gegeven om een bel te maken, die opgehangen zou worden om de moslims ermee op te roepen tot het gebed, zei één van zijn metgezellen, ‘Abdoellah ibn Zaid ibn ‘Abd Rabbihi op dezelfde dag:“Ik sliep en zag in mijn droom een man met een spiraalschelp in zijn handen en ik zei: ‘Dienaar van Allah, wil je deze aan mij verkopen?’ Toen hij vroeg wat ik ermee ging doen, zei ik dat we het zouden gebruiken om er de mensen mee op te roepen tot het gebed. Hij zei: ‘Zal ik jou niet naar iets beters leiden? ‘ Ik zei ‘Graag!’ Toen zei hij mij om het volgende te zeggen: ‘Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, asjhadoe al-laa ilaaha illa-Llaah, asjhadoe al-laa ilaaha illa-Llaah, asjhadoe anna Moehammadar-Rasoeloellaah, asjhadoe anna Moehammadar-Rasoeloellaah, Hajja ‘alash-shalaah, hajja ‘alash-shalaah, hajja ‘alal-falaah, hajja ‘alal-falaah, Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, laa ilaaha illa-Llaah.’
    Na de adzaan (deze oproep tot het gebed) was de vreemdeling een tijdje stil en zei: ‘Als de groep klaar staat, zeg je (de iqaamah): “Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, asjhadoe allaa ilaaha illa-Llaah, asjhadoe anna Moehammadar-Rasoeloellaah. Hajja ‘alash-shalaah, Hajja ‘alal-falaah. Qad qaamatish-shalaah, qad qaamatish-shalaah. Allaahoe Akbar, Allaahoe Akbar, laa ilaaha illa-Llaah.”
    Toen ik Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) ‘s morgens vertelde wat ik in mijn droom had gezien, zei hij: “Het is een waar visioen, in sjaa' Allah (als Allah het wil). Ga maar met Bilaal zitten en leer het hem gebruiken als oproep tot het gebed; zijn stem is luider dan die van jou.” Dus zat ik met Bilaal en leerde hem de woorden en hij gebruikte ze als oproep tot het gebed. ‘Oemar ibn al-Gaththaab was thuis en toen hij dit hoorde kwam hij het huis uit met zijn mantel nog slepend over de grond en zei: “Oh Boodschapper van Allah (v.z.m.h.), bij Hem Die u met de Waarheid heeft gezonden, ik heb eenzelfde soort droom gezien als die is geopenbaard”. Hierop antwoordde Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.): “Alhamdoelillaah! (Alle lof en eer is aan Allah!)”. (Ad-Darimi, Ahmad, Ibn Maadjah, Ibn Khoezaimah, At-Tirmidzi)
    En vanaf die dag, tot op de dag van vandaag, wordt de azhaan geroepen om de mensen tot het gezamenlijk gebed te verzamelen.
    De moeadzdzin
    Iemand die de mensen oproept tot het gezamenlijke gebed heet een ‘moe-adzdzin’. Voordat hij de azhaan roept, hoort hij met zijn gezicht richting de Ka’bah te gaan staan, richting Mekka (voor Nederland: richting zuidoost) Hij doet zijn armen omhoog en stopt de top van de middelvingers in zijn oren en roept dan met een luide stem. Wanneer hij ‘Hajja ‘alash-shalaah’ zegt, draait hij zijn gezicht naar rechts, wanneer hij ‘Hajja ‘alal-falaah’ zegt, draait hij zijn gezicht naar links.
    De tekst van de adzaan

    Allaahoe Akbar (4maal)

     

    Allah is de Grootste

    Asjhadoe al-laa ilaaha illa-Llaah (2 maal)

     

    Ik getuig dat er geen god is dan Allah

    Asjhadoe anna Moehammadar-Rasoellaah (2 maal)

     

    Ik getuig dat Mohammed de Boodschapper van Allah is

    Hajja ‘alash-shalaah (2 maal)

     

    Haast je naar het gebed

    Hajja ‘alal-falaah (2 maal)

     

    Haast je naar de voorspoed

    Allaahoe Akbar (2 maal)

     

    Allah is de Grootste

    Laa ilaaha illa-Llaah

     

    Er is geen god dan Allah.


    De adzaan voor het Fadjr-gebed
    In de adzaan voor het Fadjr-gebed is er na de tweede ‘Hajja ‘alal-falaah’ een extra zin tweemaal toegevoegd:

    Ash-shalaatoe khairoem-minannawm (2 maal)

     

    Het gebed is beter dan de slaap

     
    Als je de adzaan hoort
    1. Als een moslim de adzaan hoort, moet hij er in stilte naar luisteren en elke zin ervan zachtjes herhalen meteen nadat de moe-adzdzin de zin gezegd heeft.
    2. Wanneer de moe-adzdzin zegt ‘Hajja ‘alash-shalaah’ en ‘Hajja ‘alal-falaah’, dan zegt de toehoorder steeds ‘wa laa hawla wa laa qoewwata-illaa bi-Llaah’ (Er is geen macht en geen kracht dan die van Allah).
    3. Als de adzaan helemaal gezegd is, zeggen de toehoorders en de moe-adzdzin de ‘shalawaat’ voor de Profeet Mohammed (v.z.m.h.) en daarna een doe’a (smeekbede).
    De shalawaat (vraag om zegeningen) na de adhaan
    ‘Allaahoemma shallie ‘alaa Moehammadin wa ‘alaa aalie Moehammadin, kamaa shalaita ‘alaa Ibraahiem wa ‘alaa aalie Ibraahiem, innaka hamiedoem-madjied. Allaahoemma baarik ‘alaa Moehammadin wa ‘alaa aalie Moehammadin, kamaa baarakta ‘alaa Ibraahiem wa ‘alaa aalie Ibraahiem, innaka hamiedoem-madjied.’
    ‘Oh Allah, schenk Uw vrede aan Mohammed en de familie van Mohammed, zoals U Uw vrede hebt geschonken aan Ibraahiem en de familie van Ibraahiem. U bent waarlijk de Lofwaardige, De Glorievolle. Oh Allah, schenk Uw zegeningen aan Mohammed en aan de familie van Mohammed, zoals U Uw zegeningen hebt geschonken aan Ibraahiem en de familie van Ibraahiem. U bent waarlijk de Lofwaardige, de Glorievolle.
    De doe’a (smeekbede) na de adzaan
    Djaabir (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde dat Allah’s Boodschapper (v.z.m.h.) zei: “Als iemand van jullie de azhaan hoort en zegt:
    ‘Allaahoemma Rabba haadzihid da’watit-taammah wash-shalaatil-qaa'imah, aatie Moehammadanil-wasielata wal-fadhielata wab’atshoe maqaaman mahmoedanilladzie wa’adtahoe.’
    ‘Oh Allah, Heer van deze perfecte oproep en de gebeden die voor altijd verricht worden, schenk Mohammed (v.z.m.h.) zijn eeuwige rechten van voorspraak, aanzien en de hoogste plaats (in het paradijs) en breng hem op het eerbiedwaardige niveau dat U hem beloofd hebt’,
    dan is hij verzekerd van mijn voorspraak (op de Dag van het Oordeel). (Boekharie)
    De iqaamah 
    De iqaamah is de tweede oproep tot het gebed en wordt even voordat het verplichte gezamenlijke gebed begint gezegd. Na de adzaan gaan de moslims zich voorbereiden om te bidden: ze gaan naar de moskee, als ze er nog niet waren en ze nemen woedhoe. Dan wordt de iqaamah gezegd en iedereen hoort meteen klaar te gaan staan, want het gebed gaat nu meteen beginnen.
    De tekst van de iqaamah

    Allaahoe Akbar (2 maal)

     

    Allah is de Grootste

    Asjhadoe al-laa ilaaha illa-Llaah

     

    Ik getuig dat er geen god is dan Allah

    Asjhadoe anna Moehammadar-Rasoellaah

     

    Ik getuig dat Mohammed de Boodschapper van Allah is

    Hajja ‘alash-shalaah

     

    Haast je naar het gebed

    Hajja ‘alal-falaah

     

    Haast je naar de voorspoed

    Qad qaamatish-shalaah (2 maal)

     

    Het gebed staat op het punt te beginnen

    Allaahoe Akbar (2 maal)

     

    Allah is de Grootste

    Laa ilaaha illa-Llaah

     

    Er is geen god dan Allah.


    Deze tekst van de iqaamah is net zoals in de hadiets van ‘Abdoellah ibn Zaid ibn ‘Abd Rabbihie (Moge Allah tevreden met hem zijn), de eerste metgezel die een visioen over de adhaan kreeg.

    25-02-2012 om 09:37 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de woedhoe

    Voordat je Woedhoe neemt
    Als je Woedoe wilt nemen en je hebt aandrang om naar het toilet te gaan, dan doe je dat eerst. Daarna doe je ‘istindjaa’: je wast de privé-delen van je lichaam. Dit doe je dus vóórdat je met de Woedhoe begint.
    Het gebruik van de siwaak (tandenstokje)
    Het is een goede gewoonte om, vóór je Woedoe neemt, je tanden met een tandenstokje (siwaak) of tandenborstel te poetsen. Uiteindelijk worden de tanden door deze gewoonte beschermd tegen tal van ziektes, die ontstaan als gevolg van ongepoetste tanden. De siwaak is een takje van de miswaakboom, dat aan het uiteinde geopend wordt waardoor een borsteltje ontstaat.
    Zoals genoemd in een hadiets van ‘Aaisjah (moge Allah tevreden met haar zijn) zegt zij, dat de Boodschapper van Allah zei:
    “Het gebruik van de siwaak is om je tanden te reinigen en het stelt ook je Heer tevreden.”
    (Ahmad, Ad-Darimi, An-Nasaa’i)
    De Profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft ook gezegd:
    “Als ik niet zou hebben gevoeld dat het moeilijk zou zijn voor mijn gemeenschap, dan zou ik hen hebben bevolen om voor elk gebed de siwaak te gebruiken.” (namelijk, voor elke keer Woedhoe nemen) 
    (Ahmad, Maalik, An-Nasaa’i, Ibn Khoezaimah)
    En moslims horen ernaar te streven om de wensen van de Profeet (vrede zij met hem) op te volgen.

    De intentie voor het nemen van Woedoe (nijjah)
    Voordat je Woedoe neemt maak je de intentie om Woedoe te nemen. Neem je voor dat de Woedoe voor niets anders bedoeld is, dan voor reiniging. Je hoort deze intentie in je hart te hebben; het is immers een daad van je hart en niet van je tong.
    Het uitspreken van de intentie met woorden werd door de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) afgekeurd.
    Begin dan de Woedoe door te zeggen: Bismillaahir-Rahmaanir-Rahiem (In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.)
    De doe’a (smeekbede) na de Woedoe
    “Asjhadoe al-laa ilaaha illa-Llaahoe wahdahoe laa sjarieka lah, wa asjhadoe anna Moehammadan ‘abdoehoe wa rasoeloeh.”
    ‘Ik getuig dat er geen god is dan Allah. Hij is de Ene en heeft geen deelgenoten. En ik getuig dat Mohammed Zijn Dienaar en Boodschapper is.” (Moeslim)
    “Allaahoemmadj ‘alnie minat-tawwaabiena wadj ‘alnie minal-moetathahhirien.”
    ‘O Allah, laat mij behoren tot degenen die berouw tonen en laat mij behoren tot degenen die gereinigd zijn.” (At-Tirmidzi)
    Speciale voorzieningen bij het nemen van Woedoe
    Het is toegestaan om in plaats van je voeten te wassen, met natte handen over je sokken te wrijven (eenmaal de bovenkant van je voeten, niet de zolen). Voorwaarde hierbij is wel dat de sokken zijn aangetrokken nadat Woedhoe is genomen, waarbij de voeten gewassen zijn. Dit is vierentwintig uur lang geldig, vanaf de tijd dat de Woedhoe is genomen. Wanneer iemand op reis is, blijft het drie dagen geldig. Na deze tijd worden de voeten weer opnieuw met water gewassen (De sokken moeten dik zijn, zodat er geen water door kan komen. Er bestaan ook leren slofjes). Op dezelfde wijze gaat het wanneer iemand een wond heeft op een plaats die met water gewassen moet worden. Als het water de genezing tegengaat mag je tijdens de Woedhoe het verband van de wond met een natte hand bestrijken.
    Hadiets
    Al-Moeghierah ibn Sjoe’bah zei: “De Profeet (vrede zij met hem) nam Woedhoe en streek over zijn sokken en sandalen.” (Ahmad, At-Tirmidzi, Aboe Dawoed en Ibn Maadjah)
    ‘Amr ibn Sjoe ‘aib verhaalt van zijn vader, die van zijn grootvader had vernomen, dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) zei: “Als iemand de onderdelen van de Woedhoe meer dan driemaal verricht, dan is dat fout en overschrijdt hij de grenzen en is hij ongehoorzaam.” (An-Nasaa’i, Ibn Maadjah)

    Handelingen die de Woedhoe ongeldig maken
    1. De Woedhoe wordt ongeldig door: ontlasting, urine, sperma, winden laten en overgeven.
    2. Na een diepe slaap (liggend)
    3. Bewusteloosheid
    4. Bij het aanraken van geslachtsdelen met de blote hand
    5. Bij godslastering
    6. Door het (met lust) aanraken van een vrouw
    Tajammoem (droge wassing)
    In omstandigheden waarbij geen water aanwezig is, of alleen genoeg om van te drinken, of wanneer water de gezondheid aantast, kun je een droge wassing, ‘tajammoem’, nemen. 
    De wijze van de tajammoem wordt in de Qoer-aan en hadiets genoemd:
    “...en jullie vinden geen water, reinig je dan met schone aarde en wrijf jullie gezichten en jullie handen. Allah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie reinigen en Zijn gunsten voor jullie voltooien en opdat jullie dankbaar mogen zijn.." 
    (Qoer-aan Al-Maa-idah: 6)
    (Het is volgens de Qoer-aan toegestaan om zand te gebruiken voor de tajammoem.)
    De wijze van tajammoem
    1. Maak in je hart de intentie.
    2. Begin met de naam van Allah.
    3. Je strijkt beide handpalmen over schoon zand, stof of iets dat dit bevat, zoals een stenen muur of een steen, etc. Blaas dan in je handpalmen, strijk met beide handpalmen over je gezicht, éénmaal. Wrijf dan met je linkerhandpalm over heel je rechterhand en met je rechter handpalm over heel je linkerhand. (Al-Boekharie en Moeslim)
    4. Eindig met dezelfde doe’a als gegeven bij de Woedhoe.

    25-02-2012 om 09:33 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.shahada/geloofsgetuigenis

    De Profeet Mohammed (vzmh) heeft de laatste en universele boodschap van God gekregen. Voor de boodschap aan de Profeet Mohammed (vzmh) heeft God zich aan veel Profeten (vzmh) geopenbaard. Volgens een overlevering van de bekende Imaam Ahmed ibn Hanbal zijn er in totaal 124.000 Profeten geweest. Van al deze Profeten zijn er maar een paar nog echt bekend tegenwoordig. De bekendste Profeten zijn Adam, Noah, Abraham, Mozes, Jezus en de laatste Profeet Mohammed (vzmh).
     
    Toch is er een verschil tussen al deze Profeten (vzmh) en de Profeet Mohammed (vzmh). De andere Profeten (vzmh) zijn gestuurd naar hun volkeren en de Profeet Mohammed (vzmh) is gestuurd naar de gehele mensheid en hij (vzmh) heeft door Allah een vervolmaakt religie achtergelaten.
     
    Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb Ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.
    (Heilige Koran soerah 5 al-Maeda : Aya 3)
     
    De Islaam is dus geen geloof dat alleen maar voor Arabieren is geopenbaard (in werkelijkheid zijn bijna 80% van de moslims geen arabieren). De Islaam is de boodschap van de schepper van de mensheid naar de gehele mensheid.
    Juist omdat de Islaam de boodschap van God naar de gehele mensheid is is de bekering naar de Islaam eigenlijk erg simpel. God heeft het voor ieder mens makkelijk gemaakt om Hem te aanbidden, want de aanbidding van God is namelijk reden van onze schepping.
     
    En Ik heb de Djinn's en de mens slechts geschapen om Mij te dienen.
    (Heilige Koran soerah 51 adh-Dhariyat : Aya 56)
     
    Hoe kun je je bekeren tot de Islaam?
    Het is van groot belang dat iemand die zich wilt bekeren tot de Islaam dit doet met een zuivere intentie en dat hij volledig overtuigd is van het feit dat de Islaam de ware religie van zijn Schepper is. God beoordeelt iedere handeling van een persoon namelijk altijd op de intentie en als deze intentie niet zuiver is dan zal het niet door God aanvaard worden.
     
    Zou dus iemand enkel moslim willen worden om een vrouw te huwen dan weet God dat de intentie van deze persoon niet zuiver is. Legt deze persoon de geloofsgetuigenis af zal het van geen nut voor hem zijn vanwege zijn intentie en hij zal voor God geen moslim zijn.
     
    De Profeet Mohammed (vzmh) zegt in een overlevering: ,,Voorwaar! De daden worden beoordeeld op basis van de intentie en ieder mens zal alleen dat krijgen wat met zijn intentie samenhangt.
    (Overleverd door al-Bukhari en Muslim)
     
    Als men volledig overtuigd is van de fundamentele aspecten van de Islaam dan is het belangrijk het geloofsgetuigenis ofwel de shahadah uit te spreken. Het Arabische woord shahadah betekent eigenlijk getuigenis en in deze getuigenis verklaart men dat men geloof dat er maar een enkele God is die het recht heeft aanbeden te worden en dat de Profeet Mohammed (vzmh) Zijn dienaar en boodschapper is.
     
    Het enige wat een persoon moet doen om moslim te worden is dus het uitspreken van een enkele zin. God probeert het juist voor de mens makkelijk te maken. Men hoeft geen rituelen te ondergaan zoals bijvoorbeeld de doop door een geestelijke bij de christenen. Wel moet men deze zin uitspreken in het Arabisch.
     
    Bij het uitspreken van deze zin hoeft eigenlijk helemaal niemand aanwezig te zijn, omdat God de belangrijkste getuige is die men kan hebben. Toch is het aan te raden om de shahadah wel af te leggen in bijzijn van moslims. Dit kan bijvoorbeeld in een plaatselijke moskee of een islamitisch centrum.
     
    Op het moment van het uitspreken van de shahadah wordt de persoon in de Ogen van Allah zondeloos als een pasgeboren baby. Men krijgt een compleet nieuwe start en alle slechte dingen die men in het verleden heeft gedaan, worden meteen vergeven. Na het uitspreken van de shahadah is het aangeraden om een douche te namen als teken van een totale zuivering van alles wat vooraf is geweest.
     De geloofsgetuigenis moet men als het volgt uitspreken:
    Ash-hadoe alla iellaha iella Allah,
    wa ash-hadoe anna Moehammadan rassoeloe Allah
     
    Ik getuig dat niets of niemand heeft het recht aanbeden te worden, behalve Allah en ik getuig dat Mohammed de boodschapper van Allah is.
     
    Na het uitspreken van deze geloofsgetuigenis is men dus een moslim. Vanaf dit moment moet men zich ook houden aan de verplichtingen die Allah aan zijn dienaren heeft opgelegd, zoals onder andere het gebed en het vasten in de maand Ramadan.
     
    Zeker net na de bekering tot de Islaam is het aangeraden om contact op te nemen met een praktiserende moslim in de buurt, die dan begeleiding kan geven die in het begin erg belangrijk is. Men heeft zeker in het begin iemand nodig om het gebed van te leren en die andere basiszaken van de Islaam eenvoudig kan uitleggen. Vaak kan men in contact komen met zo'n moslim via een dicht bijzijnde moskee of islamitisch centrum of bezoek het forum speciaal voor bekeerde Moslims door HIER te klikken.
     
    1) •  Ibn Hanbal, Musnad 5.169

    25-02-2012 om 09:22 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wat is islam?

    Wat is islam?

    Het eerste wat men zou moeten weten en goed begrijpen heeft te maken met de betekenis van het woord "Islam". 
    De islam is niet genoemd naar een persoon zoals het geval is met het christendom dat genoemd is naar Jezus Christus, of Boedisme dat genoemd is naar Gotama Buddha of Confucianisme dat genoemd is naar Cunfucius of Marxisme dat genoemd is naar Karl Marx. Noch is het genoemd naar een bepaalde stam zoals het Judaisme genoemd is naar de stam van Judah en Hidoeisme genoemd is naar de hindoes. De religie "Islam" is de ware religie van "Allah" en als zodanig is het centrale principe van Allah's (Allah = Arabische vertaling van "Allah") religie; de totale onderwerping aan Allah's (Allah's) wil.
    Het Arabische woord "Islam" betekent onderwerping of overgave aan de wil van de enige echte Allah, die alleen is het waard aanbeden te worden. Iemand die dit doet wordt een 'Moslim' genoemd. Het woord 'Moslim' betekent 'gehoorzaam aan Allah', maar het betekent ook 'vredelievend'. Daarom is de Islam geen nieuwe religie die profeet Mohammed (vzmh) in de zevende eeuw in Arabië heeft geïntroduceert, maar het is de ware religie van Allah die toen vervolmaakt werd. 
    Islam is de religie die aan Adam was gegeven, de eerste mens en de eerste profeet van Allah, en het was de religie van alle profeten, die na hem volgden. 
    De naam van Allah's religie, 'Islam', is niet door mensen verzonnen. Het is door Allah zelf als naam voor Zijn religie gekozen en heeft het duidelijk vernoemd in Zijn laatste openbaring aan de mens. In het laatste geschrift van de Allahdelijke openbaring, 'de Koran', verklaart Allah;
    "Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de Islam voor u als religie gekozen". (Koran 5:3) 
    Islam is niet een religie van een bepaalde etnische groep of een bepaald volk, maar het is de religie voor de gehele mensheid.
    In de bijbel staat nergens dat Allah tegen het volk van Mozes (vzmh) of tegen zijn nakomelingen zegt dat hun religie Judaisme is, noch tegen de volgelingen van Christus dat hun religie christendom is. 
    Feitelijk was Christus niet eens zijn naam, noch was zijn naam Jezus! De naam "Christus" komt van het Griekse woord "Christos" dat "de gezalfde' betekent. Dat wil zeggen dat Christus een Griekse vertaling is van de Hebreeuwse titel "Mesias". 
    De naam "Jezus" aan de andere kant, is een latijnse verbastering van de Hebreeuwse naam "Esau". 
    Voor de duidelijkheid, zullen we het hier maar houden op "Jezus" (vzmh). 
    Wat betreft zijn religie, het was wat hij predikte. Zoals de profeten voor hem, predikte hij onderwerping aan Allahs wil; (dat is Islam) en hij waarschuwde tegen de valse Allahen van de menselijke veerbeeltenis. 
    Volgens het Nieuw Testament leerde hij zijn volgelingen als volgt te bidden; "Uw wil geschiede, op aarde als in de Hemel"
    Wat geloven Moslims?
    De centrale doctrine van Islam heeft betrekking op de Eenheid van Allah; Er is niets of niemand anders die het waard is aanbeden te worden dan Allah.
    Hij is Volmaakt, Heilig en Eeuwig.
    Hij is de meeste Barmhartige, de meeste Genadevolle, en de Almachtigste
    Hij heeft geen deelgenoten
    Hij is de enige, Hij is zichzelf genoeg Hij verwekt niet, noch is hij verwekt, (dit zijn slechts menselijke karakteristieken.)
    En niets is Hem in enig opzicht gelijk De Islam brengt een permanente relatie met Allah tot stand waardoor we bewust worden van zijn 
    aanwezigheid als onze Helper in al onze bezigheden, tijdens ons aardse leven .
    De eenheid van Allah is de eerste en belangrijkste pilaar van de Islam en elk andere overtuiging is daarop gebaseerd.
    De inhoud van het geloof (AL Iman)
    Geloof in slechts één Allah
    Geloof in de Engelen; Engelen zijn Allahs dienaren, die in opdracht van Hem taken uitvoeren.
    Geloof in alle Profeten; de islam vereist geloof in alle profeten zonder onderscheidt, van Adam tot Mohammed (vrede zij met het allen);
    We beschouwen alle profeten als hemelse leraren, die kwamen om de mensheid te bekeren en te leiden naar Allah.
    In sommige religies wordt het schelden op profeten van andere religies ook wel eens als een vorm van vroomheid beschouwd , maar als een moslim ook maar hetn miste on-respect zou tonen aan het adres van grondleggers van het Judaïsme of het christendom, zal dat gaan tenkostte van zijn eigen overtuiging.
    Een moslim moet na het bezigen van een naam van een profeet, het doen volgen met de lof-uiting; "Aleihi- as-salam" ofwel "Vrede zij met hem" (vzmh)
    Zoals we geloven in alle profeten, geloven we ook dat alle religies van uit de Waarheid ontsprongen zijn. Maar door de tijd heen zijn ze vermengd met menselijke uitvindingen en verzinsels. Bovendien waren de meeste van deze leerstellingen plaats en tijdgebonden, waaraan later universele waarden werden toegevoegd. 
    Wij geloven dat de Koran al deze en aanvullende leerstellingen bevat die permanent en universele waarden bezitten en die bedoeld zijn voor alle naties.
    Geloof in alle openbaringen van Allah; waaronder de Torah aan mozes, de Psalmen aan David, het Evangelie aan Jezus, die oorspronkelijk door Allah zijn geopenbaard en die allen destijds zuivere bronnen van leiding waren voor de mensen van die tijd.
    Deze boeken zijn echter niet meer intact en niet meer in gebruik. Hun fundamentele waarheden echter, zijn terug te vinden in de Heilige Koran. 
    De Heilige Koran is het geschrift voor de gehele mensheid. Dit woord van Allah is geopenbaard in de Arabische taal aan de Heilige profeet Mohammed (vzmh) 1400 jaren geleden en is geheel behouden gebleven zonder enig wijziging. Er zijn talloze moslims die het hele boek letterlijk uit het hoofd kennen. De leerstelling is gebalanceerd, flexibel en universeel en er zijn vele vertalingen van. Het bevat alle morele en spirituele vereisten voor de ontwikkeling van de mensheid.
    Geloof in het hiernamaals; Volgens de Islam is er leven na de dood. De Hel is een plaats waar de menselijke ziel wordt gestraft. De Hemel is het verkrijgen van een eeuwig leven van volledige blijheid en geluk door verbondenheid met Allah en door het ontwikkelen van de spirituele kwaliteiten en eindeloze positieve capaciteiten die een mens bezit. 
    De plichten van een Moslim zijn de vijf dagelijkse gebeden, het vasten in de maand Ramadan, het betalen van de jaarlijkse armenbelasting (zakaat) en indien men daartoe in staat is, minstens 1 maal in de Pelgrimstocht naar Mekka doen.
    De Openbaringen
    Allereerst, wat is een openbaring?
    Moslims geloven dat Allah spreekt aan de hand van openbaring aan zijn gekozen dienaren. Op deze manier worden spirituele kennis en waarheid aan de mensheid overgedragen. Openbaringen kunnen verschillend van aard zijn. Het kunnen regels, rituelen of ceremonies, of wetten zijn. Openbaringen kunnen ook wel profetisch in aard zijn en zodoende mensen kennis bijbrengen m.b.t de toekomst.
    Openbaringen kunnen Allahs wil, genoegen en liefde overbrengen of het kunnen waarschuwingen, Allahs ongenoegen en afkeer mbt zaken, bevatten.
    De aard van Openbaringen verschilt naar de omstandigheden en het spirituele stadium van de ontvanger. Moslims geloven dat van alle openbaringen en Allahdelijke communicaties, het meest complete, het meest perfecte en het meest omvattende, de Heilige Koran is, die openbaringen omvat van alle aard.
    Welnu, laten we ons richten op de persoon die de Koran geopenbaard kreeg. Om een dergelijke openbaring te ontvangen, moet degene van kinds af tot zijn dood eerlijk, waarheidsgetrouw, aardig en zachtmoedig van karakter zijn. In andere woorden, het karakter van een dergelijk persoon moet onbegrijpelijk, onbesproken en zondeloos zijn. Een dergelijk persoon was Profeet Mohammed Mustaffa, de Profeet van de Islam, Moge Allah's vrede en zegeningen op hem berusten.
    Je moet beseffen dat Allah aan slechts aan enkele uitverkoren dienaren Zijn plannen openbaard. Soms deden profeten voorspellingen over toekomstige profeten, zodat deze dienaren van Allah een nobele, waarachtige en eerbiedenswaardige achtergrond zouden hebben, en zij zouden natuurlijk rechtvaardig en Allah vrezend zijn. 
    De Profeet Mohammed (vzmh) wordt in de Heilige Koran omschreven als een excellent exemplaar. Hem werd opgedragen te verkondigen:
    "Zeg: Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah is meest Vergevensgezind, meest Genadig." (Koran 3:32)
    Het was noodzakelijk dat het leven van de Profeet (vzmh) bekend zou zijn, zodat een ieder daarvan kon getuigen. Het was ook noodzakelijk dat zijn leven veelzijdig was, in de zin dat hij dan verschillende rollen perfect zou kunnen vervullen . 
    De Profeet Mohammed (vzmh) werd geboren in het jaar 570. Hij behoorde tot een nobele Arabische stam, de Quraish, die tot de leiders van Mekka behoorden. Zijn familie werd allom gerespecteerd en eerbiedigt.
    Er bestaat een gedetailleerd verslag over zijn leven, vanaf zijn jeugd tot aan zijn dood in 632, nadat zijn missie was volbracht. 
    Mohammed (vzmh) was een voortreffelijke persoon met veel eigenwaarde. In elk stadium van zijn leven, was de beschermende en leidende hand van Allah duidelijk aanwezig. Dit alles (de Islam) kon nooit door de Profeet alleen tot stand worden gebracht.
    Onder zijn invloed onderging Mekka enorme veranderingen, wat vele van zijn tegenstanders helemaal niet op prijs stelden, omdat hij gelijkheid en vrijheid predikte. Hij introduceerde de vrijheid voor slaven, leerde mensen vriendelijk te zijn tegen armen en behoeftigen , dat alle mensen gelijk waren ongeacht hun ras, afkomst of kleur. Hij moedigde mensen aan wezen naar behoren op te voeden en ze hun rechten niet te ontnemen en ze tenvolle te geven wat hen toekwam als ze eenmaal volwassen werden. 
    Hij ontmoedigde misbruik en was een kampioen van vrouwenrechten en verhief hun status, wat tot dan toe slechts een bezit van een man voorstelde.
    Vrouwen werden in die tijd behandeld als vee, er werd hen geen respect getoond en sommigen dienden als inzet bij gokspelen.
    Gezant van Allah
    Profeet Mohammed (vzmh) is de laatste gezant van Allah met de laatste openbaring: "de Koran". Allah de Almachtige, heeft steeds afgezanten met openbaringen naar de mens gestuurd, om Zijn bestaan, wil en wetten te verkondigen.
    Allah de Alwetende leert ons via de Koran dat naar ieder volk een profeet is gestuurd. De boodschap van elke boodschapper, vóór profeet Mohammed (vzmh), was altijd specifiek en alleen gericht aan diens volk. Zo ook profeet Jezus (vzmh).
    Naam: Mohammad Ibn Abdullah
    Naam van Vader: Abd-Al-Allaah
    Naam van Moeder: Amina
    Geboorte datum: 570
    Geboorte plaats: Mekka
    Datum van overlijden: 632
    Plaats van overlijden: Medina
    Plaats van zijn graf: Medina
    Datum en plaats waarop 
    de eerste openbaring
    werd ontvangen:
    610, op de berg Hira Dagi
    Naam van grootouders: Abd-al-Muttalib
     
    Jezus zelf zei (volgens de Bijbel): "Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls" (Bijbel ,Matteus 15:24-26)
    Profeet Mohammed (vzmh), was de enige wereld profeet, met een boodschap, gericht tot de gehele mensheid.
    Allah de alwetende, schepper van alles, openbaarde in de heilige Koran het volgende:
    "Zeg, o' mensheid, ik ben u allen tot een boodschapper van Allah" (Koran 7:159)
    Laatste Profeet
    De komst van deze laatste profeet was door andere profeten al aangekondigd. Ondanks dat de Bijbel ontelbare veranderingen heeft ondergaan, zijn er in de profetieën van Mohammed's (vzmh) voorgangers, nog sporen te vinden, die naar hem verwijzen.
    In het boek 'Evangelie van Barnabas', wordt hij zelfs bij naam genoemd. 
    Allahs boodschap is een uitnodiging aan ieder mens, om in Hem te geloven en in zijn boodschappers. En tegelijkertijd een waarschuwing dat ieder mens verantwoordelijk zal worden gesteld. 
    Met de komst van de laatste profeet, is ook het laatste tijdperk van de gehele schepping aangebroken. De mensheid zal geen andere profeet meer kennen !!!
    Een voorbeeld
    Profeet Mohammed (vzmh) is een voorbeeld voor iedereen en een barmhartigheid van Allah voor degenen die zijn voorbeeld in hun leven toepassen. Zijn leven gaf gestalte aan de normen en waarden en de bedoelingen van de leerstelling uit Allahs openbaring; "de Koran". 
    Het is Allahs gebod aan de mensheid om de levenswijze en aanbevelingen van deze laatste profeet op te volgen.
    Dit is de enige manier voor de mens om zijn eigen natuur te begrijpen, dwz. het ware leven, de zin, en de bedoeling van het leven te leren kennen.
    De Profeet
    Profeet Mohammed (vzmh) werd geboren in het jaar 571 in de stad Mekka.
    Zijn vader overleed vóór zijn geboorte en zijn moeder overleed toen hij zes was.
    Hij werd daarna door zijn grootvader opgevoed en na diens dood, nam zijn oom hem onder zijn hoede. Hij groeide op als goedhartig, eerlijk en een verstandige persoon. 
    Al op jonge leeftijd viel hij op door zijn zuivere en onbesproken gedrag, en kreeg de bijnaam Al-amien (de betrouwbare).
    Zijn gedrag en zijn gevoel voor moraal, maakten hem toen al bijzonder.
    Hij trouwde uiteindelijk een vrouw, genaamd Khadidja. Hij was 40 jaar, toen Allah, de Alomvattende, de eerste verzen van de Koran aan hem openbaarde:
    "Lees, in de naam van uw Heer, de Schepper. Die de mens uit geronnen bloed schiep. Lees, want uw heer is de Meest Eerbiedwaardige, die de mens door middel van de pen onderwees. Hij onderwees de mens datgene wat hij niet kende". (Koran 96: 1-5)
    De gehele openbaring van de Koran heeft in totaal 23 jaar geduurd.
    Mekka
    Zodra de profeet de Islam begon te verkondigen, werden hij en zijn volgelingen vervolgd. Op zijn missie ontmoette hij medestanders en tegenstanders, zoals al zijn voorgangers. Zijn tegenstanders schuwden geen middel om een einde te maken aan zijn missie en maakten de situatie voor de bekeerlingen ondraaglijk. Mohammed's (vzmh) volgelingen werden mishandeld en soms zelfs gedood.
    Door de gevestigde orde (hoge priesters en clan-leiders) werden de moslims schuldig geacht aan het verwerpen van hun afAllahen. De Moslims geloofden slechts in Één Allah, trachtten onrecht en onderdrukking, te bestrijden en erkenden het profeetschap van Mohammed (vzmh).
    Zijn vijanden smeedden samen plannen om de profeet (vzmh) te doden, maar de Alziende, de Alwetende Allah, gebood de profeet naar Yasrib (nu Medina) te emigreren.
    Over een gebeurtenis tijdens zijn vlucht naar Medina is een fascinerende overlevering bekend; 
    Tijdens zijn vlucht uit Mekka, werd de profeet door een leger vijanden achtervolgd. Op een gegeven moment naderden zij hem snel, zodat de profeet (vzmh) en zijn metgezel toevlucht moesten zoeken in een grot. Zijn vijanden naderden de grot, maar doordat een spin zijn web snel voor de ingang van de grot had gewoven, dachten ze dat niemand daar naar binnen kon zijn gegaan en raakten hun spoor bijster.
    Alle lof zij aan Allah, de wereld geschiedenis en het lot van de Islam en van de laatste profeet, hing als het ware aan een zijden draadje (spinnenweb) en had er heel anders uit kunnen zien. Allah had de vijanden van zijn boodschapper met een simpel spinnenweb weerhouden. 
    Hoe onwetend en zwak zijn wij mensen.
    Medina
    De eerste 13 jaar van zijn profeetschap, had Mohammed in Mekka doorgebracht. In Medina, waarheen hij op Allahs gebod naartoe was gevlucht, stichtte hij een Islamitische staat. In Medina openbaarde Allah aan hem wetten voor het sociale en maatschappelijke leven, het strafrecht, zedenwet e.d.
    De profeet werkte 10 jaar lang onafgebroken in Medina aan de verspreiding van Allah's boodschap. Onderdrukking, onwetendheid, onrecht, racisme e.d. werden door hem verfoeid en uitgebannen. 
    De Islam bleek een zeer grote aantrekkingskracht op mensen te hebben. In korte tijd verspreidde de Islam zich door geheel Arabië tot verre daarbuiten en vandaag de dag zijn er meer dan een miljard Moslims in de wereld.
    De laatste profeet, Mohammed Mustafa (vzmh), overleed op 63 jarige leeftijd, en werd begraven in Medina. In zijn laatste toespraak, in Mekka, zei hij o.a. het volgende:
    "O mensen, uw Heer is Één, allen zijn jullie de kinderen van Adam, en Adam is geschapen uit aarde. Bij Allah is de waardigste onder jullie, degene die het meeste eerbied toont voor Allah..." 
    De Profeet liet geen rijkdommen of bezittingen na, het enige wat hij naliet was zijn voortreffelijke en perfecte voorbeeld voor de mensheid, en een nog steeds groeiende Islamitische gemeenschap.
     
    Incha-Allah zal Allah (SWT) ons de eventueel gemaakte fouten vergeven en zal Hij ons incha-Allah leiden op As-sirat al-moestaqiem (= de rechte weg).
    Assalaamoe 'alaikoem wa rahmatoellaahi wa arakaatoeh. 
    (Vrede zij met u en de genade en zegeningen van Allah.)

    25-02-2012 om 09:16 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief van een jongen

    Brief van een jongen

    Vangnet is één van de nakomelingen van kennis, compassie en liefde voor de mensheid, 
    de jongeren en degenen die hulp nodig hebben. Met de wil en toestemming van Allaah is dit tot bestaan gekomen. Wij als mensheid raken onbewust verzeild in een draaikolk of dagelijkse sleur van dit leven. Daar komen vaak veel zaken bij kijken, zoals problemen en tegenslagen. Vangnet probeert een plek te zijn om jongeren die het moeilijk hebben op te vangen. De meeste instanties blijven op dit vlak toch naar mijn mening te zakelijk, te koel en onpersoonlijk, het moet zogenaamd 'professioneel'.Niet dat hier iets mis mee is, maar slaat het wel aan? Is het wel aantrekkelijk? Is het een plek waar je (graag) naar toe zou gaan?

    Het is een feit dat er enorm veel problemen zijn binnen families. Dit speelt vooral een grote rol bij de 'allochtone samenleving' omdat de families van andere landen komen. Hun kinderen worden hier geboren en komen terecht tussen twee culturen. Vaak begrijpen de ouders en ouderen in het algemeen niet waar de jongeren zich in bevinden. 

    De problemen kunnen grote invloed hebben op het gedrag en dus ook de daden (kortom het leven) van deze jongeren. Zonder enige twijfel zijn de pubertijd en de tienerjaren de moeilijkste periodes van het leven. Je hebt niet gekozen voor je ouders, je afkomst, je naam of waar je bent geboren, maar dit alles heeft je gemaakt tot wie je bent. Het zijn de keuzes die je maakt die het zwaarst wegen! 

    Na je leuke kinderjaren op de basisschool kom je opeens in een periode terecht waarin alles verandert en anders lijkt. Lichamelijk, emotioneel, rationeel en dat heeft allemaal effect op je gedrag, je doen en laten. Jongeren beginnen opstandig te worden en kiezen hun eigen weg en doen waar ze zin in hebben of wat ze maar willen. Dat is waar ze vaak ook de fout in gaan. Jongeren worden blootgesteld aan wereldse verleidingen in alle vormen en maten, wat zeer aantrekkelijk voor hen is. Vrijheid, materie, geld en allerlei vormen van luxe, worden verpakt in een mooi jasje, waardoor jongeren eigenlijk als het ware worden bedrogen. Sommigen raken diep verzeild in een donkere wereld zonder grenzen. Jongeren houden dit leven voor hun ouders verborgen, en zitten vaak in strijdt met zichzelf, families, cultuur en geloof en weten soms geen uitweg te vinden. 

    Vangnet is een soort platvorm dat de helpende hand aanbiedt, zoals de naam het al zegt.  
    Het is een Vangnet wanneer je voelt dat je valt, wanneer je op het punt staat van instorten.  Wanneer je alles niet meer ziet zitten, geen uitweg meer ziet. In de meeste gevallen komt juist hier de valkuil voor jongeren waardoor ze meer en meer slechte dingen doen. Ze komen vaak dagen en nachten niet thuis en worden als het ware toeristen in hun eigen huis. De band met familie en het vertrouwen in hen en de onderlinge liefde verdwijnen. Veel jongeren maken zichzelf gelukkig in de materiële wereld of in de 'liefde'. 

    We hoeven jongeren niet Vangnet binnen te halen, jongeren zullen zelf naar Vangnet komen. Iedere jongere verlangt in zijn of haar hart naar een plek zoals vangnet! De jongeren naar binnen halen zal niet zo'n groot probleem zijn. Jaren langen hebben we het straat leven ervaren. 
    De straat was meer thuis dan thuis zelf, en thuis werd slechts een plek waar we alleen sliepen. In deze jaren hebben we zowat alles gezien in Amsterdam en in andere steden. Je leert makkelijk contacten leggen met andere jongeren en je leert je angsten te overwinnen. 
    Hier gelden de regels van de straat en je komt met alles in contact wat je je maar kan bedenken. Het zorgt ervoor dat je nergens meer van opkijkt. 

    Hoe we de jongeren (jongens) zouden willen binnen halen is vooral door mond op mond reclame. We kennen echt veel jongens, en die jongens kennen weer jongens, ga maar zo door. Iedereen heeft 'broeders' 'matties' 'dreries' en zo zal het verspreiden door de stad, door 't land, van school naar school, van buurt tot buurt. Verder kunnen we workshops houden en presentaties. Kunnen we flyeren en langs scholen en buurthuizen gaan. We kunnen uiteindelijk ook coffeeshops binnen gaan om zodoende jongens daar weg te halen, en wie weet veranderen ze, en kunnen ze ook meehelpen. Het idee van Vangnet gaat niet om een persoon of een naam of één bepaald doel. Het is er gewoon en het gaat om samenwerking. Zoals wanneer er in de buurt een brand uitbarst, dan helpen alle buurtbewoners elkaar, of ze elkaar nou mogen of niet, welke afkomst dan ook.

    En dat is Vangnet; compassie en hulp ongeacht wie of wat. Als de jongens merken dat er een soort tweede thuis is, waar jongens samen koken, eten, afwassen, thee drinken en lekkers eten. Met elkaar kunnen praten in groepsverband of individuele gesprekken kunnen hebben, zal dat ze vanzelf wel aantrekken. Ik denk dat we alle soorten wel over de vloer zullen krijgen, van de alledaagse Mo tot de figuren die je nooit zou verwachten, zelfs de harde en stoere gozers. 
    Het belangrijkste is, dat men weet dat het er is; dat zo'n plek bestaat. Niemand is verplicht om te komen, maar het is wel verplicht dat zo'n plek er is. 

    Door de problemen waar een persoon mee zit aan te horen, vol begrip en zonder enige oordeling zal er al een hele berg aan last van de schouders van de persoon afvallen. 
    Misschien kan hij zijn ei nergens kwijt en propt hij alles binnen in zichzelf op. Op een dag kan dit verkeerd uitbarsten of kan hij hierdoor het proberen kwijt te raken in de verkeerde middelen. Door de problemen aan te horen van deze jongens/jongeren kunnen we de link vinden met de oorzaak. Hier kunnen we op inspelen door oprecht advies te geven of andere vormen van steun. Meestal is het enige wat deze volwassen kinderen willen: erkent te worden, hun rechten krijgen, gewoon geaccepteerd en gerespecteerd worden en een taak kunnen uitvoeren. Ik vindt dat het onze plicht is om mensen weer te helpen hun ware zelf terug te vinden. Om ze te helpen zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Ook dienen we gewoon de natuurlijke band te versterken, de broederschap en de liefde tussen de mensen is haast verdwenen. 
    Onbekenden groeten elkaar niet, en iedereen loopt langs elkaar heen, niemand heeft meer tijd of aandacht voor elkaar.

    Ik denk dat samen komen al iets heel moois is. Vroeger had je binnen volkeren, stammen en dorpen altijd bijeenkomsten rond het vuur, waar het opperhoofd of de leider dan wijze verhalen vertelde. En waar de dorpelingen met hun vragen en problemen terecht konden. Maar waar is dit gebleven? Families dreigen uit elkaar te vallen. Met de jongeren gaat het slecht, heel veel jongeren drinken zich lam, of blowen zich suf. Er zijn heel veel incidenten met seksueel geweld en agressiviteit en baldadigheid. Trainingen conflicthantering vinden nauwelijks plaats in de islamitische gemeenschap. Iedereen kent ongetwijfeld de Nederlandse rap hit van Appa en Sjaak 'ik heb schijt'. Dit is een grote rol gaan spelen in de mentaliteit van de allochtone jongeren. Ik heb schijt is de Nederlandse versie van het duivelse boek geschreven door Aleister Crowly 
    'Do what thou wilt'. Dit is in heel veel films, clips, en het gedrag van harteloze mensen terug te vinden. Net zoals: 'ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken'. Volg je begeerte; je leeft maar één keer. Niemand wil meer simpel leven, sterker noch; dan ben je raar en anders en hoor je er niet bij. 

    Wij zijn vastberaden om jongeren te helpen; voor jongeren en met jongeren, vanwege de toekomst van de gehele mensheid. Als je een persoon helpt, is het alsof je de gehele mensheid helpt. We weten niet wat voor waarde die persoon zal hechten aan jouw luisterend oor, jouw advies en het gevoel dat je hem geeft. Wie weet zat die persoon op het punt om zijn leven te beëindigen of iets heel ergs te gaan doen. We kunnen activiteiten opzetten waarmee de jongeren zich kunnen ontwikkelen en ontplooien op allerlei gebieden. En het belangrijkste van alles is dat we onze menselijkheid niet verliezen en dat we om elkaar blijven geven en ons inzetten voor de toekomst van de mensheid. Vangnet is zonder twijfel van enorm belang. 
    Stel jezelf maar de vraag: waarom zijn er zoveel coffeeshops in Amsterdam? 
    Waarom zijn er zoveel kroegen, cafés, bars, disco's en andere van dit soort dingen in de stad? Dat is om de leegheid van de mensen hun harten 'zogenaamd' op te vullen. 

    Mensen besteden meer in hun uiterlijk dan in hun innerlijk. Maar men vergeet dat we eigenlijk onze zielen, onze harten dienen te voeden. Werken wij werkelijk aan onszelf om een zo voorbeeldig mogelijk karakter te krijgen? Ik denk dat Vangnet er moet staan als een soort van fort, een kasteel dat stevig en standvastig staat. Dat bescherming biedt, veiligheid, en kracht. Uit dit fort zullen soldaten geboren worden, leiders en werkers. Het gaat om de samenleving, op maatschappelijk en hartelijk vlak. We kunnen in plaats van landen en gebieden, harten veroveren en zielen winnen om aan de kant van vrede en liefdadigheid te strijden. Dat we er zijn is al één ding, we kunnen vanuit ons eigen kunnen en doen mensen helpen met onze ervaringen, gevoel en kennis. Ik weet zeker dat we dit heel goed aankunnen. 
    Dit is maatschappelijk werk, en vanuit mijn mening is dit vrijwel hetzelfde als wat de politie, brandweer en dokters doen. We redden en helpen mensenlevens, vrijwillig nog wel... 

    03-02-2012 om 08:24 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woorden gericht aan de oprichtster maimunah van der heiden

    Woorden gericht aan de oprichtster van Stichting Vangnet

    “Het leven is alsof een koning je met een bepaalde opdracht naar een land stuurt. Je gaat en doet honderden dingen, maar als je niet datgene zou doen wat jou werd gevraagd, dan is het alsof je helemaal niets zou hebben gedaan. 

    Aan de vrouw die haar opdracht begrepen heeft. Aan de vrouw die de weg die voor haar lag zag, en begreep dat haar een tocht vol moeilijkheden wachtte. Aan de vrouw die de moeilijkheden niet wilde bagatelliseren, maar ze aan de kaak stelde en zorgde dat ze zichtbaar werden. 

    Aan de vrouw die de eenzamen minder eenzaam maakte, die mensen die hongerden naar gerechtigheid te eten gaf. Die de onderdrukte zich even slecht liet voelen als de onderdrukten. 

    Aan de vrouw die steeds zorgt dat haar deuren open staan, haar handen bezig zijn en haar voeten in beweging. Aan de vrouw die de verpersoonlijking is van de verzen van een Perzische dichter; Haafeez toen hij zei: “Geen zevenduizend jaar vreugde kan zeven dagen van onderdrukking rechtvaardigen.”                                  

    Aan de vrouw die hier vanavond is; moge zij ieder van ons zijn. Moge haar voorbeeld zich vermenigvuldigen. Moge zij nog vele zware dagen voor zich hebben, zodat ze haar werk kan voltooien. Zodat volgende generaties onrecht alleen nog zullen kennen uit woordenboeken en niet langer in hun levens ervaren. Moge haar tocht een eenzame tocht zijn, omdat haar tempo het tempo van verandering is. Een verandering; echte verandering kost tijd; kost tijd; heel veel tijd.

    03-02-2012 om 08:23 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 7

    Gedichten


















    1

    03-02-2012 om 08:22 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 6

    Het werk van Allaah, Mina.

    Vraag aan de dokter waar zijn genade is gebleven, 
    vraag aan de patiënt wie hem beter heeft gemaakt 
    na de dood van zijn hart, 
    Nadat de medische kant het had opgegeven. 
    Vraag aan de blinde wie hem begeleidt, 
    de drukte in, zonder te vallen. 
    Dat is allemaal het werk van Allaah, echt van Allaah. 

    Vraag aan de ziende waarom hij in een kuil viel? 
    Waarom hij de duivel volgde? 
    Wie heeft hem daar naartoe gebracht? 
    Vraag aan de zwakke foetus wie hem beschermde 
    tegen alle gevaren van besmettingen? 
    Hoe is het mogelijk dat hij in een kleine donkere ruimte 
    helemaal alleen woont, zonder angst? 
    Vraag aan een baby waarom die huilt bij zijn geboorte? 
    Waarom vloeien tranen als regen op zijn schone wangen? 
    Hij heeft het paradijs verlaten, de ultieme liefde van zijn moeder, 
    en de hel betreden; hij zal nooit één worden met iemand anders. 
    Vraag aan de slang hoe hij kan leven met gif in zijn mond? 
    Dat is het werk van Allaah, echt van Allaah.

    Vraag aan de bijen hoe ze aan honing komen, 
    diep verborgen in hun magen. 
    Wie heeft dat gemaakt, wie heeft dat geschapen? 
    Vraag aan de koe hoe ze aan melk komt, 
    helemaal afgescheiden van afvalstoffen en bloed. 
    Wie is zo nauwkeurig en zo genadig? 
    Dat is het werk van Allaah, echt van Allaah.


    '


    Time is ticking very fast
    Time is ticking very fast, I don’t care, 
    I know I’m gonna last, 
    My granddad first, my parents next, 
    I’ll be the last, you wanna bet? 

    There’s plenty of time for me to pray, 
    I'll do my sins, then wash them away. 
    Going to the mosque, now that’s a joke, 
    within that time, I could have a good smoke! 
    Huffing and puffing my ciggie away, 
    Religion is last on the agenda today. 

    A pain in my chest occurred one night, 
    I was so severe, it gave me a fright. 
    I’ll go to the doctor in the morning I said, 
    But then I didn’t get out of my bed! 

    ‘Who is your Lord?’ a voice boomed down, 
    said a dark black face with a very big frown. 
    I stuttered and stumbled, 
    and managed to say: ‘Allaah is my Lord, 
    is that okay?’ ‘Who is your prophet?’ 
    He began to ask I didn’t know the answer so I wanted to pass, 
    if only I went to my Islamic class. 

    The dark black figure then went away, 
    but in the distance I could hear it say: 
    ’Now, that’s a muslim, a muslim by name, 
    not one thing in his favor for him to gain. 
    The bounties of paradise that Allaah has promised, 
    to all the muslims who have been honest! 

    I wanted to scream and shout and say; 
    ‘O Allaah, forgive me, for I didn’t pray!’ 
    But now it’s too late, my time is up, 
    you may think I’m being abrupt. 

    But people out here, please hear what I say: 
    ’Remember your Lord, pray 5 times a day.’ 
    It’s bonus for you, if you take this advise, 
    for then you won’t suffer in the afterlife! 




    Say there's a weak spot
    Say there's a weak spot, 
    something you do not see 
    or that you do not want to see about your character.
    The way to discover it is through others. 
    They are the mirrors that reflect your personality. 
    If something bothers you about someone, 
    you are recognizing an attitude that is actually within you. 
    When you feel it does not affect you and you can respond calmly, 
    it means that this weakness is no longer in you.





    03-02-2012 om 08:20 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 5
    My heart full of compassion

    I cannot ease your aching heart,
    nor take the pain away.
    But let me stay and take your hand
    and walk with you today.
    I’ll listen when you need to talk,
    I’ll wipe your tears away.
    I’ll share your worries when they come,
    I’ll help you face your fears.
    I’m here and I will stand by you,
    each hill you have to climb.
    So take my hand let’s face the word,
    live one day at a time.
    You’re not alone for I’m still here,
    I’ll go that extra mile,
    And when your grief is easier,
    I’ll help you learn to smile


    The Silent Lover

    Wrong not, sweet empress of my heart,
    The merit of true passion,
    With thinking that he feels no smart,
    That sues for no compassion.

    Silence in love betrays more woe
    Than words, though ne'er so witty.
    A beggar that is dumb, you know,
    May challenge double pity.

    Then wrong not, dearest to my heart.
    My true, though secret passion,
    He smartest most that hides his smart,
    And sues for no compassion. 

    En de profeet Muhammad zei: 
    "Houd jezelf tegen om verkeerd tegenover de mensen te doen, want dat dient als een sadaqah (liefdadigheid) voor jou." (Sahihain, over geleverd door Abu Dharr)



    "I believe all suffering is caused by ignorance. People inflict pain on others in the selfish pursuit of their happiness or satisfaction. Yet true happiness comes from a sense of peace and contentment, which in turn must be achieved through the cultivation of altruism, of love and compassion, and elimination of ignorance, selfishness, and greed."


    The Man And The Cocoon

    A man found a cocoon of a butterfly. One day a small opening appeared. He sat and watched the butterfly for several hours as it struggled to force its body through that little hole. Then it seemed to stop making any progress.  It appeared as if it had gotten as far as it could, and it could go no further.

    So the man decided to help the butterfly. He took a pair of scissors and snipped off the remaining bit of the cocoon. The butterfly then emerged easily. But it had a swollen body and small, shriveled wings.

    The man continued to watch the butterfly because he expected that, at any moment, the wings would enlarge and expand to be able to support the body, which would contract in time.

    Neither happened! In fact, the butterfly spent the rest of its life crawling around with a swollen body and shriveled wings. It never was able to fly.

    What the man, in his kindness and haste, did not understand was that the restricting cocoon and the struggle required for the butterfly to get through the tiny opening were Allaah's way of forcing fluid from the body of the butterfly into its wings so that it would be ready for flight once it achieved its freedom from the cocoon.





    Macho

    Beste macho, met plezier is het dat ik mij tot jou richt;
    regelrechte waarheid in jouw gezicht.
    Het begon toen je nog een kleine baby was;
    je sliep toen nog in je eigen plas,
    Huilen deed je als een klein kind,
    melk, luiers en slapen waren je enige vriend.

    Toen begon je te zitten, kruipen en stappen,
    en kon jij, o macho, nog niet met de remote zappen.
    Daarna kreeg je je melktanden en je eerste pen,
    je kon niet schrijven; je had geen enkele fan.
    Daarna kwamen je puisten in de pubertijd,
    met domme discussies achtte je je gedachten als enige werkelijkheid.

    Toen werd je groot en ging je met een stoer gedrag iedereen weren,
    een zonnebril, ketting en een ringbaardje scheren.
    Met vooruitgestoken borst en een rechte rug,
    keek je nooit meer naar vroegere tijden terug.
    Als een ondankbare, egoïstische rat
    ging je verder, totdat je zelfs je moeder vergat.
    Zelfingenomen ontdekte je jouw nieuwe wereld; macholand,
    jij waande jezelf koning; zo kwam jouw ego tot stand.
    Niet beseffend dat de mensen die naar jou keken
    in werkelijkheid voor jouw geld i.p.v. persoonlijkheid bezweken!

    O arme man; wie ben jij wel?
    binnen een paar jaar ben jij een poubelle.
    Dan begint vanzelf een metamorfose,
    en is je vooruitgestoken borst uit den boze.
    Die grote spieren beginnen dan te hangen,
    en niemand die nog naar je zal verlangen.
    Ouder zul je worden en dan word je vergeten,
    en geloof mij, macho, dan zul je het weten.
    En zul je denken: had ik alles maar anders gedaan,
    was ik maar een andere weg in gegaan.
    Die van werken aan mijn karakter i.p.v. aan mijn ijdelheid,
    dan zat ik nu niet alleen met zoveel verdriet en spijt.

    Werk, o macho, aan je ziel en je hart,
    ik weet het, het leven in deze wereld is hard!
    Maar laten wij proberen betere mensen te gaan zijn,
    mensen met gevoelens van geluk en van pijn.
    Pijn die we verwerken op de juiste manier,
    O macho, luister naar mij; zet de deur van je hart op een kier.
    Laat je gevoelens van menselijkheid spreken,
    en wil niet langer je verleden wreken.
    Want macho zijn, komt voort uit een slecht verleden,
    maar innerlijke onzekerheid speelt niet meer in dit heden.

    Wanneer wij onze maskers van leugens nu hebben afgezet,
    is het zo dat een ander niet meer wordt belet. 
    Op deze manier zullen wij de macho anders bekijken,
    en begrijpen dat wij niet op hem moeten lijken.
    Maar dat hij in nood is; geef hem een stevige hand,
    die hem mee neemt uit het dure macholand!





    Gossip, Nobody's friend, by Anonymous

    My name is Gossip.
    I have no respect for justice.
    I maim without killing.
    I break hearts and ruin lives.
    I am cunning and malicious and gather strength with age.
    The more I am quoted the more I am believed.
    I flourish at every level of society.
    My victims are helpless.
    They cannot protect themselves against me because I have no 
    name and no face.
    To track me down is impossible for you.
    The harder you try, the more elusive I become.
    I am nobody's friend.
    Once I tarnish a reputation, it is never the same.
    I topple governments and wreck marriages.
    I ruin careers and cause sleepless nights, heartache and 
    indigestion.
    I spawn suspicion and generate grief.
    I make innocent people cry in their pillows.
    Even my name hisses. I am called Gossip.
    Office gossip. Shop gossip. Party gossip. Telephone gossip.
    I make headlines and headaches.
    Before you repeat a story ask yourself, is it true?
    Is it fair? Is it necessary? If not, keep it to yourself.
    If you spend as much time praying as you do talking about others
    behind their backs,
    you would be further ahead spiritually.




    I asked Allaah
    I asked Allaah to take away my habit 
    Allaah said: ‘No, 
    it is not for Me to take it away, but for you to give it up.’ 

    I asked Allaah to make my handicapped child whole 
    Allaah said: ‘No, 
    his spirit is whole, his body is only temporary.’ 

    I asked Allaah to grant me patience 
    Allaah said: ‘No, 
    patience is a by-product of tribulations; 
    it isn’t granted, it is learned.’ 

    I asked Allaah to give me happiness 
    Allaah said: ‘No, 
    I give you blessings. Happiness is up to you.’ 

    I asked Allaah to spare me pain 
    Allaah said: ‘No, 
    suffering draws you apart from worldly cares and brings you closer to me.’ 

    I asked Allaah to make my spirit grow 
    Allaah said: ‘No, 
    you must grow on your own, 
    but I will prune you to make you fruitful.’ 

    I asked Allaah for all things that I might enjoy life 
    Allaah said: ‘No, 
    I will give you life, so that you may enjoy all things.’ 
    03-02-2012 om 08:19 geschreven door karima106  
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 4
    Een plaats, Mina.

    Er is me een plaats aangeboden welke lange tijd niet in mijn leven 
    aanwezig was.
    Een plaats waar ik mezelf kan zijn, waar ik kan huilen, waar ik kan  
    janken,
    waar ik mijn tranen de vrije loop kan laten, zonder me ervoor te 
    schamen.
    Waar ik me laat omhelzen, wegzinken in iemands warme armen
    diepkijkend in haar zachte ogen, ook vol met tranen om mij

    Er is me een plaats aangeboden, waar ik mag aaien en geaaid kan 
    worden.
    Aanraking na aanraking, liefkozend, er helemaal van genietend.
    Zacht, warm en zoet net als de geurende Marokkaanse thee
    zonder in verdediging te komen, zonder uit mijn balans te raken, 
    zonder weg te lopen.

    Ik heb een thuis gevonden waar ik jaren en jaren naar heb gezocht.
    Ik zocht zonder een met een brandende kaarslichtje erin te vinden,
    maar nu heb ik een thuis gevonden, een die mijn taal beheerst, die 
    mijn gevoelens beheerst...
    Mij in mijn waarde laat, zonder me om te buigen, te veranderen,        
    te breken...
    Oh, mijn bloedband waarom is het jullie niet gelukt om mij die  
    plaats te geven?
    Waarom hebben jullie me niet geleerd om lief te hebben in dit 
    leven?
    Waarom is mijn hart al op een jonge leeftijd weggedreven, 
    verdronken, weggezonken?
    Ik heb liefde gekregen van een bloem, geproefd... ben er verslaafd 
    aangeraakt
    kan er niet meer zonder, heerlijk om haar arm om me heen te 
    hebben!
    Om zachte woorden te horen in mijn oren net als een ware bries.
    'Jij bent mooi zoals jij bent, jij bent lief hoe je glimlacht, ik hou van 
    je om wie je bent'.
    Wat heerkijk om een thuis te hebben zonder veroordeling, zonder 
    beoordeling.
    Datgene wat pijn doet, wat verdriet doet, zo erg dat het me martelt 
    en verstikt.
    Dat alles kan je wel dragen als je maar liefde krijgt,
    Van eerlijke meiden die keihard werken om het naar je zin te 
    maken.
    Je kan alles dragen als je maar een thuis hebt waar je jezelf kan 
    zijn.
    En waar je je opgevangen laat worden in iemands armen.
    Waar je wel bereid moet zijn je masker af te zetten en bloot te 
    lopen met je gevoelens.
    om die diepste wonden te kunnen genezen,
    de wonden die je hebt dichtgedaan zonder dat ze genezen waren.
    Je moet je masker af doen om je oude wonden tijd te geven om 
    opnieuw te genezen.
    op hun eigen tempo,
    Je kan alles dragen in dit leven als je je hart maar open doet en 
    liefde wil ontvangen.
    van lieve mensen die er klaar voor staan om je die liefde te geven 
    warm als de zon.
    Ben je er klaar voor om opgevangen te worden met zachte woorden 
    en liefkozende handen?
    Ben je er klaar voor om liefde te proeven, helder als water, warm 
    als een mantel?
    We hebben een thuis voor je gemaakt, zoals je hart het wil, met 
    warme kleuren, met warme geuren!
    Het is nu aan jou om die binnen te treden.
    Zonder masker, zonder angst, zonder eenzaamheid.
    Er is me een plaats aangeboden dat voor lange tijd niet in mijn 
    leven aanwezig was.





    De lange tocht

    Misschien hebben wij het ons
    te eenvoudig voorgesteld
    toen we destijds vertrokken
    voor de lange tocht door de woestijn
    om betere methoden te vinden
    voor het leven voor elkaar

    Wij dachten maak ons o heer
    een werktuig van uw vrede
    maar toen kwam de moeizame strijd met de autoriteiten
    die orde wensen en geen vrede
    het dagelijks zwoegen om kleinigheden
    het ontzettende alleen gelaten worden
     
     weinig hulp van beneden
    geen begrip van opzij
    en van boven de oeroude truc
    bij elke concrete vraag met de leertucht aan te komen
    om macht te handhaven en orde
    en de fatsoenlijke taal van het gewone volk
    ver te houden van alle kansels

    de woestijn waar wij doorheen gaan
    vol onvrede en vol angst
    vol onmacht vol verhulling 

    o heer maak ons een werktuig van uw vrede
    werktuig van conflicten en niet van harmonie
    werktuig van de waarheid en niet van de was van woorden
    werktuig van geluk en niet van slaperigheid

    bewaar ons god voor de romantische vergissing
    dat vriendschap een geschenk uit de hemel is
    en voor de conservatieve vergissing
    dat ze groeit in lange jaren zoals bomen
    leer ons inzien dat vriendschap arbeid is
    een bouwwerk zoals alles wat goed is voor ons

    wij hebben vrienden nodig die weten
    dat ze niet alles met zich laten doen
    die een stem hebben en meebeslissen
    die solidair zijn met de onderdrukten
    die hun angst steeds meer overwinnen
    en zo de vrede verbreiden




    Moe van het geven, Maimunah.

    Wanneer je moe bent van het geven
    Gelief koost wilt worden, al is het maar even.
    Wanneer je lichaam pijn doet van het rennen
    en je verlangt dat ook anderen je eens verwennen
    Dan bij het stille nadenken kom je tot bezinnen
    en realiseer je je plots wat je probeert te overwinnen
    Ik was een klein meisje van een jaar of acht
    ik ontving thuis meer liefde dan ik ooit had gedacht
    Mijn moeder begon ik heel langzaam te verliezen
    omdat zij na jaren lang zorgen voor zichzelf begon te kiezen
    Toen dit teweeg bracht dat zij van mijn vader vervreemdde
    werd ik het kind dat van haar thuis ontheemde
    Toen ik elf was vertrok mijn vader en liet z’n kamer leeg achter
    mijn leven veranderde plots en werd minder zachter
    Ik belandde in een wereld van alleen-zijn en verdriet en pijn
    ik was nog niet volgroeid om al zo jong volwassen te zijn
    Daarom probeer ik ieder meisje dat ik ontmoet voorzichtig te dragen
    wanneer haar jonge vrouwenogen me er zonder woorden om vragen
    misschien zijn we wel hetzelfde en is er weinig verschil
    dus omarm ik haar hand, heel zachtjes, heel stil. 

    Why?
    Why a jew can grow his beard and he is just practicing his faith and he has his freedom? But when a muslim does the same, he is an extremist and terrorist! Why a nun can be covered from head to toe and she is respected for devoting herself to God? But when a muslimah does the same she’s oppressed and they are reactionary! When a western woman stays at home to look after her house and kids she is respected because of sacrificing herself and doing good for the household? But when a muslim woman does so by her will, because islaam don't prevent muslim women from work they say: 

    "She needs to be liberated!" Any girl can go to university wearing as she need and have her rights and freedom. But when a muslimah wears a hijaab they prevent her from entering university! When a child dedicates himself to a subject he has potential. But when he dedicates himself to islaam he is hopeless.

    When a christian or jew kills someone, religion is not mentioned. But when a muslim is charged with a crime, it is islaam that goes to a trial! When someone sacrificing himself to keep others life, he is a noble one and all respects him. But when a Palestinian does that to save his son from being killed, his brother's arm being broken, his mother being raped, his home being destroyed, and his mosque being violated. He gets the title of terrorist! Why? Because he is a muslim! When there is a trouble we accept any solution. But when the solution is in islaam, we refuse without having a look at this solution. When someone drives a perfect car in a bad way no one blame the car. But when any muslim makes a mistake or treats people in a bad manner, people say "Islaam is the reason" without looking to the tradition of islaam. Why people believe what the newspaper says, but question what islaam says?





    Mummy went to heaven.

    Mummy went to heaven 
    But I need her here today 
    My tummy hurts and I fell down 
    I need her right away 

    Operator can you tell me how 
    To find her in this book? 
    Is Heaven in the yellow part 
    I don't know where to look 

    I think my daddy needs her too 
    At night I hear him cry 
    I hear him call her name sometimes 
    But I really don't know why 

    Maybe if I call her 
    She will hurry home to me 
    Is Heaven very far away 
    03-02-2012 om 08:18 geschreven door karima106  
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 3

    Ramadaan

    De maand van Ramadaan is voorbij,
    waarin wij vastten, zowel ik als jij. 
    Hoe snel is die heilige maand afgelopen, 
    we kunnen slechts op de volgende hopen. 
    Nu gaan we weer door; van alles weer eten,
    maar de bedoeling van vasten zijn we toch niet vergeten? 
    Blijven we een; met elkaar verbonden? 
    herinneren we al die gebeden waarin we naast elkaar stonden? 
    We huilden bij de du'aa's; voelden ons voldaan, 
    om iedere nacht naar de moskee te gaan! 
    Dat was onze voeding; meer nog dan eten. 
    we verlangden ernaar om "al-mutaquun" te heten. 
    We voelden een band met onze broers en zussen, 
    kwamen naar de jamaa'ah om onze zonden te blussen. 
    We probeerden de qur'aan te lezen en overdenken, 
    en onze harten eindelijk meer aandacht te schenken. 
    We merken meer dan ooit, dat we onze tijd hebben vergooid.
    Onszelf tekort hebben gedaan; stil hebben gestaan. 
    Deze maand liet ons wakker worden; plotseling ontwaken, 
    en hielp ons om onze zonden te staken.

    En nu is het tijd om eerlijk binnenin onszelf te kijken;
    zal uit ons gedrag nu iemaan en taqwaa' blijken? 
    Blijven we nu met onze zusters verbonden? 
    Hebben we onze harten gereinigd: ook in diepere gronden? 
    Hebben we ruzies met vijanden bijgelegd, 
    onze handen in die van hun gelegd? 
    Hebben onze tranen ons innerlijk vuil eruit gehuild? 
    Hebben we onze maskers voor ware gezichten verruild? 
    Nu Ramadaan plots van ons is heen gegaan, 
    Zal gaan blijken wat we echt hebben gedaan. 
    Hebben we slechts honger en dorst geleden, 
    of ook tegen onze nafs gestreden? 
    Een heilige maand om aan onszelf te werken, 
    was pas het begin zullen we nu gaan merken.
    Nu moeten we door met onszelf te trainen 
    en laten zien of we het wel echt serieus menen.


    Ramadaan is here, Asma Sadia

    One night I heard a knock on my door.
    Who can it be, I wasn't quite sure.
    I open the door and am filled with glee.
    The visitor ahead is no stranger to me.

    I welcome the guest with utmost delight.
    For I know it has come to give me respite.
    An air of happiness fills the space.
    My home now seems, a better place!

    Have you any clue who this visitor could be?
    Yes! It’s Ramadaan, the month of mercy.
    The pious and righteous can't await its arrival.
    Others seem to greet it, with waves of denial.

    For Allaah we fast from dawn to dusk.
    For Him our breath is the fragrance of musk.
    The muslims who pray and fast with zest.
    Are aware of the rewards of this month manifest.

    Throughout this month we weep and repent.
    Now is the time to strongly lament.
    And those who shun this sacred month.
    on the Day of Reckoning will face the brunt.

    In the last ten nights, hides the Night of Decree.
    Allaah then awaits for his slaves to plea.
    The angels descend with Gabriël in the lead.
    To check on the steadfast and record every deed.

    A feeling of grief now fills my heart.
    As the month of Ramadaan will soon depart.
    So lets make a start and worship Him alone.
    Now that the worth of this month is known.





    De gevangenis, Maimunah. 

    Mijn hart trilt van binnen, 
    wat moet ik beginnen? 
    Zelfs mijn handen beven, 
    Ik wil het geen aandacht geven. 
    Ik ga rennen; wil niet meer lopen, 
    omdat ik zes dagen op dit moment ging hopen 
    om jou mijn liefste weer te ontmoeten 
    met ‘salaam alaikum’ je te kunnen begroeten 
    op de plek waar je gevangen bent 
    alleen en eenzaam waar niemand je kent. 
    Ik ga op een stoel op jou zitten wachten 
    en zie je dan komen; verlies al mijn krachten.
    Ik wil in je armen mezelf verliezen,
    maar moet voor sterk zijn en moedig zijn kiezen.
    Jouw handen en de mijne zoeken elkaar 
    en dan voel ik hoe ik langzaamaan bedaar 
    door je aanraking die ik maar al te goed ken 
    of omdat ik nu eindelijk dichtbij je ben. 
    Ik kan maar een uurtje per week bij je wezen 
    en probeer zoveel als ik kan in je ogen te lezen; 
    Zorgen en verdriet, angst en verlangen,
    ik behoed je gevoelens en al je belangen.
    Dan moet ik gaan, opeens ga je staan 
    iedereen in de rij; het is alweer voorbij. 
    De tranen in je ogen maken me zwak 
    waardoor ik nog even op de stoel neerzak.
    Dan loop ik door de gangen naar de wereld daar buiten,
    de ene deur gaat pas open als de ander gaat sluiten. 
    Over mijn wang rolt een traan 
    nu we opnieuw uit elkaar moeten gaan 
    en ik je achter moet laten; 
    wie heeft het in de gaten? 
    Onschuldig tussen mensen die moordden en verkrachtten,
    ik kan het niet accepteren in mijn gedachten!
    Wat kan ik nu doen behalve wachten? 
    Onmachtig ben ik, verloren in de tijd.
    Kon ik maar iets doen; iets dat jou verblijdt.
    Ik huil als ik kijk naar ons kleine kind;
    hij die me zo diep met jou verbindt.
    Hij zei laatst: "Ik hoef niet jij huilen." 
    Toen wou ik niets liever dan met jou ruilen; 
    ik op jouw plek en jij op die van mij. 
    In jouw armen werd hij vast weer blij. 
    Je bent meer dan wat ook in mijn gedachten,
    het duurt alleen zo lang om op je te wachten.




    Wanneer iemand neerknielt, Maimunah. 

    Wanneer iemand neerknielt om mij aan te kijken
    en vervolgens zachtjes over mijn haar te strijken

    waardoor ik mijn ogen stilletjes aan kan sluiten
    en de diepere bronnen in mijn ziel voel ontspruiten
     
    ik ben moe en heb pijn; verlang mezelf over te geven
    een traan glijdt naar mijn haar ik veeg hem even

    een andere volgt uit een heel diepe bron
    ik weet niet waarom ik er lang niet bij kon

    bijna niemand zag hem, zo snel als hij ging
    maar het was zijn vinger die hem zachtjes opving

    het was nodig dat hij stopte en naast me ging staan
    ik dacht sterk te zijn, hield mezelf in die waan

    als wij die zoveel dragen er zelf niet om vragen
    komen we elkaar tegen om de balans te gaan wegen




    Verdriet, Maryam.

    Als je de tranen in je ogen voelt branden,
    Maar je wilt niet dat ze voor de voeten van een ander belanden.
    Je wilt niet dat ze het zien; de pijn en het verdriet.
    Want je weet; troosten zullen ze je toch niet.

    Ik hou me groot want niemand zegt dat 't oké is om klein te zijn.
    Om het soms gewoon even bloot te geven al die pijn,
    Gewoon even uit kunnen huilen,
    Maar niemand geeft me een warm plekje om even in weg te 
    schuilen.

    Niemand slaat ooit een arm om mij heen
    En als ze het al doen verwijderen ze hem ook weer meteen.
    Bovendien voel ik dat het zo nodig moet,
    Niemand die het ooit eens uit liefde en genegenheid doet.

    En als iemand het wel doet, dan doet het pijn,
    Omdat het vreemd is dat er opeens mensen voor je zijn.
    Dan kan je de woorden niet meer vinden en voel je je naar,
    En die tranen achter je ogen blijven nog steeds daar.

    Al die verborgen pijn die mij verscheurt,
    Een schrijnend verdriet wat maar zeurt en zeurt,
    Een plek kan ik het niet geven en erover praten al helemaal niet.
    Niemand mag het zien, maar wanneer ik het wel wil, zien ze het 
    evengoed niet.

    Ik voel me gewoon zo rot en alleen,
    Nooit had ik mensen die er voor mij waren om mij heen.
    En nog steeds zijn ze heel ver bij mij vandaan.
    Leer ik ooit de pijn, het verdriet en de tranen te laten gaan?

    Kan ik het ooit loslaten al deze pijn en dit verdriet?
    Zal er ooit iemand zijn die het meteen aan me ziet?
    Zal ik ooit leren om niet bang te zijn voor iemand die om me geeft?
    En om te praten over alles en te genieten van alles wat leeft?





    Kun je je voorstellen? Maimunah.

    Kun je je voorstellen; jezelf inleven 
    hoe het voelt om jezelf over te geven
    aan een ziekte door Allaah voor jou bepaald 
    waardoor je weet dat je volgend jaar niet meer haalt? 
    's nachts je hoofd op je kussen te leggen 
    met de angst nooit meer iemand gedag te zeggen 
    en de mensen waar je van houdt in hun ogen te kijken 
    en bij het omarmen door hun haren te strijken 
    met in je hart zo'n intense pijn 
    omdat het voor het aller laatst kan zijn. 

    Hoe het voelt om op Allaah’s genade te hopen 
    maar ook angst komt steeds weer binnen geslopen.
    Of om je geliefden emotioneel te dragen, 
    langdurig te liegen wanneer ze blijven vragen, 
    alleen maar om hen het verdriet te besparen, 
    wat toch wel aanwezig is de komende jaren. 
    Om de weg naar Allaah te weten te vinden, 
    en je vanwege Hem aan anderen te binden. 
    Om steeds weer opnieuw in de moskee te ervaren 
    dat je verdriet en je angsten alleen daar bedaren, 
    om bewust, alleen jezelf terug te trekken 
    van al die druk bezochte plekken. 

    Om na te denken over je eigen leven, 
    naar berouw en vergeving te willen streven, 
    en toch nog steeds fouten te maken 
    omdat je niet iedere keer geconfronteerd wil raken. 
    Hoe het voelt niet te willen voelen of denken, 
    of alles op te geven en jezelf geen waarde te schenken? 
    Om Allaah toch weer om hulp te smeken, 
    omdat in het verleden vaak genoeg is gebleken 
    dat Hij meer nabij is dan iedereen denkt 
    en Hij Zijn enorme rahmah schenkt! 


    Van cocon naar een vlinder!

    Ergens, achter in een donker woud,
    heeft een rups een cocon om zich heen gebouwd.
    Het eeuwige kruipen maakte haar vreselijk moe.
    Ze sleepte zichzelf naar dit veilige plekje toe.

    In haar cocon heeft ze kracht en warmte gekregen,
    maar ze voelde zich ook eenzaam en kon zich niet bewegen.
    In de cocon bleef ze klein, maar ze wou heel graag een vlinder zijn.
    Ze is alleen bang voor de enorme verandering die ze zal ondergaan;
    voor wat haar straks te wachten zal staan.

    Dapper als ze was, besloot ze zich aan de natuur over te geven.
    En te vechten voor een gelukkig leven.
    Ze voerde in haar cocon een zware strijd en raakte de controle over 
    haar leven kwijt.
    Op een dag scheen er een zonnestraal door haar cocon,
    dat was voor haar het moment waarop haar nieuwe leven begon...

    Ze ontpopte zich in de warmte van de zonnestralen.
    Ze voelde dat dit de bron was waaruit ze echte liefde kon halen.
    Haar kleurrijke vleugels spreidde ze uit in het licht, ze vloog over 
    zeeën, langs bergen en dalen.
    Ze rustte op bloemen en durfde nectar te halen.

    Ook hield ze van sterren en vloog graag bij nacht.
    De aangename stilte heeft haar tot eindeloos dromen gebracht.
    De wereld lag voor haar open; ze voelde zich vrij.
    Diep in jouw hart zit deze vlinder...

    Die vlinder; dat ben jij..




    Je kinderen zijn je kinderen niet, Kahlil Gibran.

    Je kinderen zijn je kinderen niet.
    Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering
    naar zichzelf.
    Zij komen door je, maar zijn niet van je,
    en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
    Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
    want zij hebben hun eigen gedachten.
    Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
    want hun zielen toeven in het huis van morgen,
    dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
    Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet
    hen aan jou gelijk te maken.
    Want het leven gaat niet terug,
    noch blijft het dralen bij gisteren.
    Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen
    worden weggeschoten.
    De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige,
    en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen
    snel en ver zullen gaan.
    Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter
    een vreugde voor je zijn:
    want zoals hij de vliegende pijl liefheeft,
    zo mint hij ook de boog die standvastig is.

    03-02-2012 om 08:17 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten 2
    Verdriet hebben ze gezien

    Verdriet hebben ze gezien in de ander haar ogen,
    al hebben haar woorden er vaak om gelogen.
    Lijden was zichtbaar in uiterlijk en gedrag,
    het was heus wel aanwezig achter die vrolijke lach.
    Alleen wie wou het zien en zichzelf in haar plaats inleven
    en haar onvoorwaardelijk liefde en steun gaan geven?

    "Ze luisteren even maar doen er niks mee,
    hun leven gaat door; ze zijn wel tevree.
    Soms word ik benauwd; wie is het die echt van me houdt?
    dan zit mijn adem klem" zei ze met trillende stem.
    Tranen rollen weer over mijn wangen,
    ieder heeft z'n leven; z'n eigen belangen.

    Het leven gaat door; de tijd gaat voorbij,
    ieder los van elkaar; slechts een paar zij aan zij,
    Hand in hand; in elkaars armen beland
    door het lot van verdriet naar elkaar toe gedreven
    en kijk wat we vinden; wat we beleven;
    samen delen is jezelf daarmee helen.

    Wat een eer en geluk om met jou te kunnen zijn.
    Jij die ondanks je ziekte en je pijn,
    of juist daardoor onze lerares kan zijn,
    omdat jij door dingen heen gaat waar wij niet eens aan denken,
    of sommigen van ons geen eens aandacht aan durven schenken.

    Door de vensters van je ziel durven kijken,
    want dan zou er voor hun gaan blijken
    dat er zoveel meer is dan waar zij aan denken,
    hun tijd aan verspillen; hun aandacht aan schenken.





    You say
    You say: “I’m too tired.” 
    Allaah says: I will give you rest. 

    You say: “I can’t go on.” 
    Allaah says: My grace is sufficient. 

    You say: “I can’t figure things out.” 
    Allaah says: I will direct your steps. 

    You say: “I can’t do it.”
    Allaah says: You can do all things. 

    You say: “I’m not able.” 
    Allaah says: I am able.

    You say: “It’s not worth it.” 
    Allaah says: It will be worth it. 

    You say: “I can’t forgive myself.” 
    Allaah says: I forgive you.

    You say: “I can’t manage.” 
    Allaah says: I will supply all your needs. 

    You say: “I’m afraid.” 
    Allaah says: I have not given you a spirit of fear. 

    You say: “I’m always worried and frustrated.” 
    Allaah says: Cast all your cares on Me. 

    You say: “I don’t have enough faith.” 
    Allaah says: I’ve given everyone a measure of faith. 

    You say: “I’m not smart enough.” 
    Allaah says: I give you wisdom. 

    You say: “I feel all alone.” 
    Allaah says: I will never leave you or 
    forsake you. 

    You say: “Nobody really loves me.” 
    Allaah says: I love you.





    Have you ever
    Have you ever watched kids
    on a merry-go-round
    Or listened to the rain
    slapping on the ground?

    Ever followed a butterfly's erratic flight
    Or gazed at the sun into the fading night?
    You better slow down
    Don't dance so fast

    Time is short
    The music won't last
    Do you run through each day on the fly
    When you ask "How are you?"
    do you hear the reply?

    When the day is done,
    do you lie in your bed
    With the next hundred chores
    running through your head?

    You'd better slow down
    Don't dance so fast
    Time is short
    The music won't last

    Ever told your child,
    We'll do it tomorrow
    And in your haste, not see his sorrow?

    Ever lost touch,
    Let a good friendship die
    'Cause you never had time
    to call and say "Hi"?

    You'd better slow down
    Don't dance so fast
    Time is short
    The music won't last

    When you run so fast to get somewhere
    You miss half the fun of getting there. 


    Een stukje aanbidding, Mina.

    Water laat Ik voor jullie uit de hemel neer dalen,
    de zon beveel Ik om het weer naar Mij toe te halen,
    In heldere nachten schitteren Mijn sterren pracht en praal,
    als bewakers van de maan; beschamend mooi; ovaal.
    Jullie zien bergen en valleien en denken:
    Waar komt dit moois toch allemaal vandaan?
    Ik ben het De Almachtige, Die hen beveelt op te staan.
    De aarde heb Ik rijkelijk bedekt met bossen vol bomen,
    Waar Ik in overvloed zuurstof voor jullie uit laat komen.
    Hoeveel tekenen moet Ik jullie nog tonen
    Voordat jullie eindelijk kunnen zien?
    Voordat jullie eindelijk kunnen herkennen:
    Subhaanallaah walhamdulillaahi Rabbiel ‘Aalamien!
    Vraag het hen die Mijn zeeën hebben mogen bekijken,
    Hoe mooi hun tocht is wanneer zij Mijn koralen bereiken.
    Vraag het de medici hoe onvoorstelbaar geniaal jullie zijn gemaakt,
    Hoe iets kleins als het hart, fataal is wanneer het haar werk staakt.
    Zoveel moois heb Ik jullie nu al gegeven,
    Een ding vraag ik er maar voor terug:
    Een stukje aanbidding in dit wereldse leven.




    There once was an oyster

    There once was an oyster
    Whose story I tell,
    Who found that some sand
    Had got into his shell.

    It was only a grain,
    But it gave him great pain.
    For oysters have feelings
    Although they're so plain.

    Now, did he berate
    The harsh workings of fate
    That had brought him
    To such a deplorable state?

    Did he curse at the government,
    Cry for election,
    And claim that the sea should
    Have given him protection?

    "No," he said to himself
    As he lay on a shell,
    Since I cannot remove it,
    I shall try to improve it.

    Now the years have rolled around,
    As the years always do,
    And he came to his ultimate
    Destiny . . . stew.

    And the small grain of sand
    That had bothered him so
    Was a beautiful pearl
    All richly aglow.

    Now the tale has a moral,
    For isn't it grand
    What an oyster can do
    03-02-2012 om 08:16 geschreven door karima106  
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedichten

    Compassion

    A beggar in the street I saw,
    Who held a hand like withered claw,
    As cold as clay;
    But as I had no silver groat
    To give, I buttoned up my coat
    And turned away.

    And then I watched a working wife
    Who bore the bitter load of life
    With lagging limb,
    A penny from her purse she took,
    And with sweet pity in her look
    Gave it to him.

    Anon I spied a shabby dame
    Who fed six sparrows as they came
    In famished flight;
    She was so poor and frail and old,
    Yet crumbs of her last crust she doled
    With pure delight.

    Then sudden in my heart was born
    For my sleek self a savage scorn,
    Urge to atone;
    So when a starving cur I saw
    I bandaged up its bleeding paw
    And bought a bone.

    For God knows it is good to give;
    We may not have so long to live,
    So if we can,
    Let's do each day a kindly deed,
    And stretch a hand to those in need,
    Bird, beast or man.


    jemah


    Je zus in islaam
    , Maimunah

    Dit is je zus; je zus in islaam, 
    je kent haar niet, niet eens haar naam.
    Zie hoe onze blikken naar haar kijken, 
    of haar kleren wel islamitisch lijken.

    Onze hoofden zijn vol met gedachten, 
    over wat wij van een moslima verwachten; 
    hoofddoek, jelleba, bescheiden gedrag, 
    geen geroddel, strakke kleren of luid gelach. 
    Geen gedrag waarmee zij mannen bekoort, 
    iedereen weet wel hoe het eigenlijk hoort.

    Maar dat jouw zus; je zus in islaam, 
    die dat alles ver van zich af voelt staan, 
    geen hand naar zich krijgt toegereikt, 
    dat is toch iets waaruit geen zusterschap blijkt?

    Waarom niet zeggen "Lieve zus, ik kan je begrijpen, 
    ik weet wel dat je stap voor stap zal rijpen.
    Als je warmte en liefde met ons gaat delen, 
    zal de harde buitenwereld je minder schelen!

    Als islaam ook jouw basis worden gaat, 
    dan loop je straks niet meer met jongens op straat.
    Samen zullen we iets in islaam gaan bouwen, 
    zodat Allaah van ons zal houden."

    Vergeving, geduld, liefde en kennis in praktijk, 
    maakt dat niet ieder van ons enorm rijk? 
    Denk na: wat maakt jou echt tevreden? 
    Een film? Een feest? Of meisjes helpen die ooit erg leden?

    Alleen zijn is niet goed, dan sta je niet sterk 
    Samen in islaam, dat is ons werk!


    verborgen


    Isn't the woman there my sister

    Isn't the woman there my sister?
    in Islaam, I mean to say.
    For I just took my shahaadah
    at the masjied here today.

    Isn't the woman there my sister?
    I openly ask without any qualms.
    The one who just walked past me
    without offering me her salaams.

    Isn't the woman there my sister,
    though she stands alone to pray.
    Each time I move to touch her shoulder
    she takes a step and pulls away.

    Isn't the woman there my sister,
    the lady that is not of my race.
    For both of us are muslim women
    with varied hues making up our face.

    Isn't the woman there my sister,
    who laughed and made fun of me.
    And those other sisters of mine who listened,
    doesn't their silence make them also guilty?

    Isn't the woman there my sister,
    who didn't call me when I was sick.
    For she seems to only show concern
    for those special sisters, in her own click.

    Isn't the woman there my sister,
    who I invited for iftar in my home.
    But unfortunately she did not make it,
    how I wish she had bothered to phone.

    Isn't the woman there my sister,
    don't we both love our religion; this Deen?
    Then why am I sharing my lament
    about her being uncaring, indifferent and mean?

    Isn't the woman there my sister?
    Won't she open up and try to treasure
    the love I want and need to share with her
    as we both seek Allaah’s Merciful Pleasure.


    Mijn moeder kan beter dan ik dichten, Mina.

    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd tijdens het hoeden 
    van de koeien en de schapen. 
    Dat heeft ze geleerd wanneer ze 'rha' moest draaien 
    voordat de zon opkwam. 
    Dat heeft ze geleerd bij het halen van water uit de put 
    kilometers verderop.

    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd slapend op het open dak 
    kijkend naar duizend heldere sterren. 
    En tussen de doodse stilte van de graven, 
    luisterend naar de recitatie van de qur'aan.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd tijdens het melken van de geiten 
    's morgens vroeg voor de hele familie. 
    En het bakken van een dozijn broden in de oven. 
    Dat heeft ze ook geleerd tijdens het dragen van tonnen water 
    op haar tere rug voor haar zieke kinderen.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd bij het wassen van kleren in de stromende rivier 
    en het schilderen van hennah op handen van de bruiden. 
    Dat heeft ze geleerd door ritmisch met haar schouders te dansen 
    en met haar voeten te stampen.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd toen ze haar geliefde dorp achter liet 
    en naar Tanger verhuisde voor een paar dirhams.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten. 
    Dat heeft ze geleerd toen ze Marokko achterliet 
    en in Nederland kwam wonen voor een paar guldens. 
    En haar dierbare zoon daar alleen achterliet.
     
    Mijn moeder kan beter dan ik dichten, 
    hoewel ze nooit een pen heeft vast gehad.




    Ik groeide op tot een volwassen meid, Maimunah.

    Ik groeide op tot een volwassen meid, 
    en besteedde aan mijn familie maar weinig tijd.
    Ik voelde me van mijn ouders vervreemd 
    en van mijn cultuur, mijn wortels ontheemd.
    Mijn moeder kwam nooit naar de ouderbezoeken, 
    mijn vader negeert me vanwege mijn broeken.
    Mijn broer, met wie ik vaak goed kon praten, 
    heeft ons huis laatst plotseling verlaten.
    Van kleins af aan had ik altijd een droom;
    een gezellig huis, sfeervol, een home! 
    Maar we leven al jaren langs elkaar heen, 
    het voelt thuis zo koud, zo kil als een steen.

    Ik draag sinds mijn dertiende al deze kleren, 
    zoek liefde van jongens, van mannen, van heren.
    Ik hoopte altijd dat ik met mijn zichtbare string 
    op een dag de blik van een mooie jongen opving 
    en vervolgens in zijn armen alles zou gaan vergeten 
    wat ik in mijn bewustzijn niet langer wil weten.
    Eindelijk voelen wat liefde, wat warmte is, 
    na al die jaren van vreselijk gemis.
    Nadat ik mij aan hem had gegeven 
    wilde ik voor altijd met hem samen leven.
    Het bleef maar spelen in mijn gedachten, 
    maar hij zei iedere keer dat ik nog moest wachten.
    Ik ging van hem houden, me diep aan hem hechten, 
    wou voor een leven met hem samen vechten.
    Ik raakte zwanger, het was niet zo bedoeld.
    Ik was zo blij, had me nooit zo gevoeld!
    Toen de vreugde opwelde en ik het hem vertelde 
    sloeg hij in mijn gezicht, ik verloor evenwicht, 
    viel op de grond, hoorde toen uit zijn mond: 
    "Ik zal wel betalen, maar je moet 't weghalen, 
    ik ben er niet klaar voor om me te binden, 
    ik denk dat je maar een andere jongen moet vinden."

    Zo heb ik mijn liefste en mijn baby verloren 
    en kan geen een man mij ooit nog bekoren.
    Ik besloot te gaan leren, heel hard te studeren, 
    mijn hoofd van mijn hart te laten gaan winnen, 
    een heel nieuw leven voor mijzelf te beginnen, 
    niemand te vertrouwen; ze zullen niet van me houwen...
    Maar vandaag kwam ik mee naar deze moskee, 
    Ik wou niet gaan, ik had geen tijd.
    Maar ik voel hier iets dat mijn hart verblijdt.
    Ik wist niet dat hier meisjes kwamen zoals mij, 
    die zitten dicht naast je, voor je, zij aan zij.
    Ik zie in hun ogen iets dat ik herken, 
    en merk dat ik niet langer de enige ben.
    Ik durf niet te voelen, durf niet te kijken, 
    maar zie een hand naar m'n been uitreiken.
    De hand is warm, van een zuster die lacht, 
    ik kijk in haar ogen, ik zie zoveel kracht! 
    Ze zegt: "Ik houd van jou vanwege islaam, 
    zul je altijd hier blijven komen gaan?"

    Een traan uit mijn oog valt neer op mijn wang, 
    dit is heel wat anders dan eigenbelang.
    Dit is wat ik miste in mijn eenzame leven, 
    dat mensen elkaar vanwege Allaah kunnen geven.
    Ogen van een hart dat mij ziet hoe ik ben, 
    is een gevoel dat ik al lang niet meer ken.
    Mijn hart was te lang niet met Allaah verbonden,
    ondanks dat heeft Hij mij hierheen gezonden.
    En kijk wat ik vind en wat ik hier tref: 
    wat een prachtig gevoel; wat een heerlijk besef! 
    Ik wil mij bekeren; over mijn roots gaan leren.
    Ik heb nooit geweten, nooit eerder gedacht; 
    ik behoor tot een oud islamitisch geslacht!
    Laat ik blij zijn, er trots op gaan wezen, 
    alles over islaam gaan leren en lezen.
    Op een dag met een broeder gaan trouwen 
    die omwille van Allaah van mij zal houwen.
    Zodat ik onze kinderen een bodem kan geven 
    voor een islamitisch, succesvol leven.
    Ik hoop dat jullie er altijd zullen zijn, 
    voor ieder meisje met verdriet en pijn.
    Zodat jullie haar alles leren, 
    en zij met zelfvertrouwen terug kan keren 
    naar de harde buitenwereld die op haar wacht, 
    geef elkaar die liefde, die warmte, die kracht!


    Moeders en dochters

    In een volksuniversiteit
    verkocht een vrouw brochures en zei
    ik ben de moeder van Frigga
    die straks de lezing houdt

    Op een vergadering van vrouwen voor vrede
    smeerde een vrouw broodjes en zei
    ik ben de moeder van Eva
    die jullie allemaal kennen
    Bij een demonstratie
    droeg een vrouw het spandoek en zei
    ik ben de moeder van Maria
    dat had ze zo bedacht

    Toen ik het voor de derde keer hoorde
    moest ik huilen
    omdat mijn moeder niet achter me staat

    En ik die mooie woorden
    alleen van anderen heb gehoord
    die mij omhelsden en zeiden
    ik zou je moeder kunnen zijn

    je bent het heb ik eens gemompeld
    ach het was niet waar
    maar ze gaf mij een vest
    omdat ze zag hoe koud ik het had


    Even iets van God

    Een arm om je heen 
    als je moe bent en koud.
    Een mens die je troost 
    en die veel van je houdt.
    Een hand in jouw hand 
    als je niet durft te gaan.
    De stem die je roept 
    als je eenzaam blijft staan.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God.

    Een blik vol begrip 
    als je voelt het gaat mis.
    Een mens die juist komt 
    als er niemand meer is.
    Een woord dat je raakt 
    dat je moed geeft en kracht.
    Een kans die je krijgt 
    die je nooit had verwacht.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God.

    Een mens die je zegt: 
    Toe, je kunt het, komaan!
    Een droom die je helpt 
    om weer verder te gaan.
    Een teken van leven 
    dat maakt je dag weer goed.
    Als jij het niet kan 
    komt er iemand die het doet.

    Soms zie je even in je leven 
    zomaar iets van God,
    even iets, even iets van God.




    She smliled...
    She smiled at a sorrowful stranger.
    The smile seemed to make him feel better.

    He remembered past kindness of a friend
    And wrote him a thank you letter.

    The friend was so pleased with the thank you
    That he left a large tip after lunch.

    The waitress, surprised by the size of the tip,
    Gave part to a man on the street.

    The man on the street was grateful,
    For two days he'd had nothing to eat.

    After he finished his dinner,
    He left for his small dingy room.

    He didn't know at that moment
    that he might be facing his doom.

    On the way he picked up a shivering puppy
    And took him home to get warm.

    The puppy was very grateful
    To be in out of the storm.

    That night the house caught on fire.
    The puppy barked the alarm.

    He barked till he woke the whole household
    And saved everybody from harm.

    One of the boys that he rescued
    Grew up to be president.

    All this because of a simple smile
    That hadn't cost a cent.

    03-02-2012 om 08:15 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gunsten van du'aa & dhikrullaah
    Met uitleg van Ibn Haadjar, An-Nawaawie, Al-Mubaarakpurie, Al-Munnawie, Al-Albaanie, 
    Al-‘Uthaymien, Al-‘Abbaad en anderen…
    Vertaald door Um sadjaad
    Introductie
    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 102:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”2
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                            
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeet’s  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hen het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”3
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit schrijfwerk is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 4
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah)                                                           
    en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen)                                                                                                      
    en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben 
    welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de 
    rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen. Wanneer de moslims 
    de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de waarheid onpartijdig te 
    gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen sektes en wetscholen.
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie5
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is 
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft,                                               
    en volg niet hun begeerten.”
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.6
    Om verder te gaan:
    Waarlijk, de meest ware toespraak is het Boek van Allaah en de beste leiding is de leiding van 
    Muhammad.  En de slechtste zaken zijn de nieuwe toegevoegde zaken (‘bid’ah’)                                                  
    en alle nieuwe zaken zijn toevoegingen in de religie en alle toevoegingen zijn misleiding                                          
    en alle misleiding leidt naar het Vuur.
    Waarlijk, niemand kan de uitmuntendheid van het Boek ontkennen, waarvan de beschrijving is,                                         
    zoals de Almachtige heeft gezegd:
    “Dit is het Boek (de Qur’aan) waaraan geen twijfel is, een leidraad voor de moettaqoen.”                                                                                                                                                                       
    (soerah Al-Baqarah 2: 1-2)
    Geprezen is Hij, waarlijk dat is een grote zegen, en Hij heeft dat uitgelegd:
    “Voorzeker, Allaah gaf een grote gunst aan de gelovigen, toen Hij tot hen een Boodschapper uit 
    hun midden stuurde. Hij draagt hen Zijn verzen voor. En hij reinigt hen (de gelovigen)                                                         
    en hij onderwijst hun het Boek en de Wijsheid, terwijl zij daarvoor zeker in duidelijke dwaling 
    verkeerden.”                                                                                                                                                                               
    (soerah Aal-‘Imraan 3: 164)
    En Hij, de Ware heeft gezegd:
    “(Dit is) een Boek dat Wij aan jou (O Muhammad  ) hebben neer gezonden,                            
    opdat jij de mensen uit de duisternissen naar het licht zult voeren, met verlof van hun Heer,                                               
    naar het Pad van de Almachtige, de Geprezene.”                                                                                                                               
    (soerah Ibraahiem 14: 1)
    Al-Allaamah as-shaikh ‘Abdur-Rahmaan as-Sa’die (rahimahullaah) heeft in zijn uitleg van dit vers 
    gezegd:
    “De Meest Verhevene laat weten dat Hij Zijn Boek als een voordeel voor de schepping heeft gestuurd 
    aan Zijn Profeet Muhammad;  om de mensen van de donkerte van onwetendheid en ongeloof                              
    en armzalige normen en alle soorten zonden te halen, naar het licht van kennis en iemaan (geloof)                   
    en goed karakter…”
    En de Meest Glorierijke zegt ook:7
    “En Wij hebben jou het Boek neer gezonden, als een uitleg van alle zaken en als leiding                                                    
    en barmhartigheid en een verheugende tijding voor de moslims.”                                                                                
    (soerah An-Nahl 16: 89)
    Al-iemaam Ibn Kathier brengt in zijn uitleg van dit vers een hadieth naar voren van de nobele 
    metgezel Ibn Mas’ud  die in zijn uitleg van dit vers zei:
    “(Een Boek dat is) uitgebreid en omvattend; waarlijk, de Qur’aan omvat alle soorten voordelige 
    kennis, over wat vooraf is gegaan en over wat gaat komen en het oordeelt over alles wat verboden                   
    en wat toegestaan is en het is een opheldering van dat wat de mensen nodig hebben in hun religieuze 
    en wereldse zaken en in hun levens en hun Hiernamaals.”
    Geprezen is Allaah, Die deze grote gunst aan ons heeft gestuurd. En waarlijk, haar uitmuntendheid 
    eindigt nooit en niets is gelijk aan haar. Het is de beste soort leiding voor degenen die leiding zoeken. 
    Het leidt naar het rechte pad en de juiste manhadj (geloofsleer): 
    “Voorwaar, de Qur’aan leidt naar wat rechter is en brengt de goede tijdingen aan de gelovigen die 
    goede werken verrichten; dat er voor hen een grote beloning is.”                                                                                                  
    (soerah Al-Israa’ 17: 9)
    In zijn uitleg van dit vers zegt Al-Allaamah as-shaikh As-Sa’die (rahimahullaah):
    “De Meest Verhevene informeert over de nobelheid van de Qur’aan en haar majesteit.                                             
    En dat ‘het leidt naar wat rechter is’, dat wil zeggen: datgene wat het meest oprecht is                                                
    en het meest verheven in termen van geloofsovertuiging en daden en moraal (deugdzaamheid).                                               
    Degene die de leiding aanneemt die de Qur’aan aanreikt wordt de meest complete onder de mensen 
    en het meest rechtvaardig en standvastig onder hen en de meest geleide onder hen, in alle zaken…”
    Waarom nemen de moslims de Qur’aan niet als hun leider en houden zij er niet aan vast na al deze 
    verzen en veel meer die we lezen? Inderdaad, we dienen onze prioriteiten opnieuw te overdenken! 
    Of misschien behoren wij tot degenen die beschreven en berispt zijn:
    “Denken zijn niet diep na over de Qur’aan? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”                                                                            
    (soerah Muhammad 47: 24)
    We zoeken Allaah’s bescherming hiertegen. Of misschien vergeten wij wat er op de Dag des Oordeels 
    zal gebeuren:8
    “En de Boodschapper  zei: “O mijn Heer, voorwaar, mijn volk heeft deze Qur’aan achter 
    gelaten.” (zij luisterden er niet naar noch leefden zij volgens haar wetten en bevelen)                                                                                                                                                                                     
    (soerah Al-Furqaan 25: 30)
    Ibn Kathier heeft in zijn uitleg van dit vers en het beschrijven van de methodes van mensen die de 
    Qur’aan hebben verlaten gezegd:
    “En het verlaten betekent ook het niet leren en herhalen ervan. En niet nadenken over de 
    betekenissen en het (niet)begrijpen behoort ook tot het verlaten. En haar bevelen niet uitvoeren en 
    haar verboden niet nalaten behoort ook tot het verlaten ervan. En ook het vervangen ervan met 
    poëzie of kletsen of muziek of nutteloos gepraat of iets anders ervoor in de plaats, behoort ook tot het 
    verlaten ervan. Dus wij vragen Allaah, de Meest Nobele Schenker van Gunsten, Degene Die alles kan 
    doen wat Hij wil, om ons weg te houden van datgene wat Hij veracht en om ons te leiden naar 
    datgene waar Hij tevreden mee is; van het leren en begrijpen van Zijn Boek en dag en nacht 
    standvastig te zijn met wat het vereist op een manier waar Hij tevreden mee is en waar Hij van houdt.                                                            
    Waarlijk, Hij is de Meest Vriendelijke, de Schenker.”
    En daarom zag ik het belang van het samenstellen van betrouwbare overleveringen die over de 
    uitmuntendheid gaan van de Qur’aan; recitatie, herinnering, overdenking, begrijpen en ernaar 
    handelen.
    En om de voetstappen van onze geleerden te volgen besloot ik om veertig ahaadieth samen te 
    stellen. Maar zoals de lezer zal zien bevat het boek meer dan dat, alhamdulillaah.                                                        
    En in voordeel van de hadieth heb ik korte uitleg en fragmenten van de geleerden toegevoegd op 
    plekken waar het paste. Ik heb dit werk (in haar Arabische versie) doorgestuurd aan onze shaikh; 
    shaikh Khaalid al-Anbarie (hafidhahullaah) en hij was er alhamdulillaah tevreden over.
    Al het goede van dit werk is een zegen van Allaah en als er fouten zijn dan is het van mijzelf en de 
    shaytaan.
    Ik wil mijn broer Abu Imraan en mijn zus Umm ‘Aa’ishah bedanken voor het nakijken en bewerken 
    van het werk. En ook mijn broer Taalib al-Britaanie voor al zijn hulp en advies.
    Moge Allaah hen met al het goede belonen en ons allen standvastig maken op de Qur’aan en de 
    soennah en de gezegende methode van de Vrome Voorgangers.
    Ik vraag Allaah om ons te leiden en ons tot Zijn speciale mensen t e laten behoren; de Ahlul Qur’aan., 
    om het dag en nacht te reciteren, onze borsten ermee te verlichten, onze religie erdoor te begrijpen 
    en het in alle zaken onze iemaam te laten zijn. Waarlijk, Hij is Degene Die leidt naar al het goede. 
    Abu Waheeda as-Salafie (admin@almuflihoon.com)9
    De mensen van de Qur’aan zijn de beste mensen
    ‘Uthmaan  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De beste van jullie zijn degenen die de Qur’aan leren en (degenen die) het onderwijzen.”   
    Verzameld door Al-Bukhaarie (4739), Ibn Hibbaan (118), At-Tirmidhie (2907),                                                                 
    An-Nasaa’ie in ‘Al-Kubra’(8037), Abu Daawuud (1452), Ahmad (500), en Ad-Daarimie (3337)
    En in de verzameling van Al-Bukhaarie staat ook dat ‘Uthmaan  heeft overgeleverd dat de Profeet 
    heeft gezegd:
    “De meest deugdzame van jullie zijn degenen die de Qur’aan leren en (degenen die) het 
    onderwijzen.”
    Al-Haafidh Ibn Haadjar zei:
    “Wij zeggen: de Qur’aan is de meest nobele van alle soorten kennis. Dus degene die het leert                                          
    en het aan anderen onderwijst wordt meer nobel dan degene die iets anders dan dat onderwijst,                                   
    zelfs al onderwijst hij iets dat goed wordt vastgesteld voor zijn leerling. En er is geen twijfel dat het 
    leren van de Qur’aan en het onderwijzen ervan completer is voor iemands ziel en voor anderen…”                                      
    ‘Fath ul-Baarie’ 14/ 244
    Al-Iemaam Al-Albaanie zei in ‘Silsilah as-Sahiehah’ (1173) in zijn notities onder deze hadieth:
    “En in deze hadieth is een bevel om de Qur’aan te leren en dat de beste leraar de leraar van de 
    Qur’aan is en dat de beste kennis die iemand kan leren de kennis van de Qur’aan is.                                                  
    Dus hoe wenselijk is het dat de studenten van kennis zich dit realiseren, want er is groot voordeel in. 
    En tot de rampen die ons tijdperk hebben geraakt, behoort dat je vele van de oproepers of 
    beginnelingen onder de studenten van kennis ziet die fatwa’s geven en vragen van mensen 
    beantwoorden terwijl zij niet eens hun recitatie van soeratul-Faatihah correct hebben gemaakt
    volgens de juiste manier van reciteren…”
    Vervolgens zei hij:
    “Dus het advies aan mijzelf en vervolgens aan hen, is dat het beste waar de student van kennis mee 
    kan beginnen, het uit het hoofd leren van de Qur’aan is.”
    Het is leiding en licht
    Zayd ibn Arqam  heeft (in een lange overlevering) gezegd:10
    “De Profeet  gaf een waarschuwing en zei toen:
    “O mensen! Waarlijk ik ben een mens en het wordt gevreesd dat de boodschapper van mijn Heer 
    tot mij komt en ik zal antwoorden (aan de dood) en dus laat ik waarlijk twee grote dingen bij jullie 
    achter; de eerste daarvan is het Boek van Allaah; er is leiding en licht in.                                                     
    Houd jullie daarom aan het Boek van Allaah vast en houd er stevig aan vast.”
    Zayd zei: “Dus hij  spoorde krachtig aan tot het Boek van Allaah en hij moedigde ertoe aan…”
    Verzameld door Muslim (7/ 123), At-Tirmidhie (3790), Ahmad (3/ 14, 17, 26, 59,                                                             
    Al-Albaanie in ‘Silsilah as-Sahiehah’ 5/ 37
    De beste kennis en de bron van rahmah en genoemd worden bij Allaah
    Abu Hurairah  heeft (in een lange hadieth) gezegd: “De Profeet  zei:
    “Allaah zal een weg naar het Paradijs vergemakkelijken voor degene die op een pad loopt om 
    kennis te vergaren. En waarlijk, geen groep verzamelt in een van de huizen van Allaah,                                                        
    het Boek van Allaah reciterend en het onderling bestuderend, zonder dat rust op hen neerdaalt, 
    rahmah hen omhult en de engelen hen omringen en Allaah noemt hen bij degenen die in Zijn 
    aanwezigheid zijn.”                                                                                                                                                                   
    Musnad van Iemaam Ahmad (2/ 252), Sahieh Muslim (2699), Sunan Abie Daawuud (1455)
    Shaikh al-‘Allamah ‘Abdul-Muhsin al-‘Abbaad zegt:
    “In zijn ( ) uitspraak: “Allaah zal een weg naar het Paradijs vergemakkelijken voor degene die op 
    een pad loopt om kennis te vergaren” bevindt zich de aanmoediging om wettige kennis te vergaren 
    en het pad te bewandelen dat jou daar naartoe leidt. Of door te reizen om kennis te vergaren                                            
    of door de middelen tot je beschikking te nemen zoals lezen in boeken waar je voordeel uit kunt halen                                         
    of door je regelmatig in het gezelschap van geleerden te bevinden en kennis van hen te verkrijgen                                    
    en andere middelen…
    En de beloning hiervoor is het gemak dat Allaah schept waarmee de student van kennis naar het 
    Paradijs wordt geleid.
    En dat wordt gerealiseerd door zijn sterke wil dat hij datgene wil bereiken wat hij van plan was en dat 
    is kennis. En het wordt ook gerealiseerd door zijn sterke wil om te handelen volgens datgene wat hij 
    leert, wat betreft de wetgevingen. En dat zal de reden zijn waarom hij het Paradijs zal binnen treden.
    En in zijn ( ) uitspraak: “En waarlijk, geen groep verzamelt in een van de huizen van Allaah,                                                        
    het Boek van Allaah reciterend en…” bevindt zich een aanmoediging voor het samen zijn in de 
    masdjid; de Qur’aan te reciteren en te bestuderen. De een reciteert en de ander luistert;                                                       
    om de beurt reciterend zodat zij elkaar kunnen corrigeren en versterken in het reciteren op de juiste 
    manier en zodat zij allemaal voordeel bij elkaar hebben.”11
    Tot waar hij zei:
    “En de beloningen van het samen komen in de masdjid, het reciteren en studeren van de Qur’aan 
    bestaat uit vier zaken:rust daalt op hen neer, rahmah omhult hen en de engelen omringen hen                                   
    en Allaah noemt hen onder de engelen.”                                                                                                                                                          
    ‘Fath-ul-Qawiyyul-matien fie Sharh arba’ien’; hadieth 36
    Degene die het als een leider aanwijst zal erdoor geleid worden naar het Paradijs
    Djaabir  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De Qur’aan is een bemiddelaar en het bemiddelt (met Allaah’s toestemming).                                                                                                                               
    En het is een tegenstander die waarheidsgetrouw is. Dus degene die het als zijn leider aanwijst                           
    zal (erdoor) naar het Paradijs worden geleid. En degene die het achter zich plaatst zal (erdoor) naar 
    het Vuur worden geleid.”                                                                                                                                                            
    Verzameld door Ibn Hibbaan; 1793, Al-Albaanie in ‘Silsilah as-Sahiehah’; 2019,                                                              
    en in ‘Sahieh al-Djaamie’ as-Saghier’; 4443
    Al-Allamah Al-Munnawie heeft gezegd:
    “Dit is vanwege de (andere) principes van de Sharie’ah; (dat is) de soennah,                                                                          
    de idjmaa’(de overeenstemming) en de qieyaas (analogische conclusie van geleerden);                                                                                 
    deze zijn allemaal op de Qur’aan gebaseerd. Dus degene die het niet als zijn leider maakt heeft 
    andere dan de exacte basis gebouwd en hierdoor zal het hem naar het Vuur leiden.”                                                                                                                                                                                                         
    ‘Faydhul-Qadier’; 4/ 699
    Het advies van de Profeet 
    Abu Dharr  heeft gezegd: “O Boodschapper van Allaah!  Adviseer mij.” Dus zei hij:
    “Ik adviseer jullie om taqwaa’ tegenover Allaah te hebben, want dat is inderdaad de piek van alle 
    zaken.” Dus zei ik: “O Boodschapper van Allaah,  adviseer mij meer.”                                                                                        
    Dus zei hij:  “(Ik adviseer jou) de recitatie van de Qur’aan is aan jou.                                                                                             
    Waarlijk, het is een licht voor jou in deze wereld en het is een licht voor jou in het Hiernamaals.”
    Overgeleverd door Ibn Hibbaan (in een lange hadieth) en hij heeft het betrouwbaar verklaard                                                                
    en ook ‘Sahieh at-Targhieb wat-Tarhieb’ van Al-Albaanie; 1422
      
    Het is het teken/wonder geopenbaard aan de Profeet 
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:12
    “Er is nooit een profeet onder de profeten geweest, zonder dat hij (met een teken) van onder de 
    tekenen was begunstigd, waardoor de mensen werden aangespoord om (in hem) te geloven.                              
    En waarlijk, aan mij is de openbaring (van de Qur’aan) geschonken die Allaah aan mij geopenbaard 
    heeft. Ik hoop dat ik het grootste aantal volgelingen zal hebben op de Dag der Opstanding.” 
    Verzameld door Muslim; 217
    Iemaam An-Nawaawie heeft overgeleverd:
    “Een van de interpretaties van de hadieth is dat aan iedere profeet wonderen werden gegeven                                           
    die bijna op die van de profeet die voor hem kwam leken, waardoor de mensen in hem geloofden.                                                                                           
    Wat het grootste wonder betreft, de meest zichtbare, dat is de Qur’aan; aan geen van de profeten 
    werd ooit iets soortgelijks geschonken. En vanwege dit zei hij: “Ik zal het grootste aantal volgelingen 
    hebben.”                                                                                                                                                                                                                        
    ‘Sharh Sahieh Muslim’ 1/ 278  
    Het karakter van de Boodschapper van Allaah 
    Sa’d bin Hishaam vroeg in een lange hadieth over enige kennis van degene die tot de mensen 
    behoort die de meeste kennis hebben…
    “Ik zei: “O moeder der gelovigen, vertel mij over het karakter van de Boodschapper van Allaah.”                                          
    Zij (‘Aa’ishah ) vroeg: “Lees je de Qur’aan niet?” Ik zei: “Ja, dat doe ik.” Hierop zei zij:                                                      
    “Het karakter van de Boodschapper van Allaah was de Qur’aan.”                                                                                              
    Hij zei: “Ik voelde me geneigd om op te staan en (verder) niets te vragen tot ik sterf.”                                                                                                          
    Verzameld door Muslim; 1233
    Iemaam An-Nawaawie zei:
    “De betekenis ervan is handelen naar de Qur’aan en stoppen bij de voorgeschreven grenzen ervan            
    (de verboden zaken) en gedragen volgens de manier die het voorschrijft en de voorbeelden 
    (vergelijkingen) overdenken en de verhalen die het bevat en bezinnen op de betekenissen ervan                              
    en de recitatie ervan mooi maken.”                                                                                                                                  
    ‘Sharh Sahieh Muslim’; 3/ 86
    Zij zijn de mensen van Allaah en zij zijn Zijn speciale mensen
    Anas ibn Maalik  heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allaah  zei:
    “Waarlijk, Allaah heeft Zijn (speciale) mensen op de aarde.” Zij (de metgezellen) zeiden:                                         
    “O Boodschapper van Allaah,  wie zijn zij?” Hij  zei: “Zij zijn de mensen (die de metgezellen 
    zijn) van de Qur’aan. Zij zijn de mensen van Allaah en zij zijn Zijn speciale mensen.”                                                                              13
    Verzameld door Ibn Maadjah; 215, Ahmad; 13566; Ad-Daarimie; 3326;                                                                          
    en ‘Sahieh at-Targhieb wa-Tarhieb’ van Al-Albaanie; 1432
    Al-‘Allaamah al-Munnawie heeft gezegd:
    “Het betekent: degenen die de Qur’aan onthouden; degenen die ernaar handelen zijn de awliyaa’
    (dichtbijzijnde vrienden) van Allaah. Zij zijn speciaal voor Hem van onder de gehele mensheid.                             
    Zij worden zo (‘de mensen van Allaah’) genoemd om hun verhevenheid aan te tonen,                                               
    zoals er gezegd is; het Huis van Allaah (Makkah).”                                                                                                                                        
    ‘Faydhul-Qadier’; 3/ 87
    Het is beter dan de beste wereldse bezittingen
    ‘Uqbah ibn ‘Aamir  heeft gezegd: “De Boodschapper van Allaah  kwam naar buiten terwijl wij 
    in het hogere deel van de moskee zaten, dus zei hij:
    “Houd iemand van jullie ervan om iedere dag wakker te worden en naar Buthaan of al-‘Aqieq te 
    gaan (bepaalde plaatsen) en twee vette (goede) kamelen te krijgen, zonder enige zonde te begaan, 
    noch enige relaties af te snijden?” Wij zeiden: “Wij zouden dat zeer zeker willen,                                                                  
    O Boodschapper van Allaah.”  Dus zei hij:  “Zal niemand van jullie naar de moskee gaan                                                   
    en twee verzen van het Boek van Allaah, de Meest Glorierijke, de Meest Machtige, leren of lezen?” 
    Want dat is beter voor hem dan twee vrouwtjeskamelen. En drie (verzen)zijn beter voor hem dan 
    drie (vrouwtjeskamelen) en vier (verzen) zijn beter voor hem dan vier (vrouwtjeskamelen).                                          
    En het aantal (verzen in totaal) is beter dan hetzelfde aantal kamelen.”                                                                           
    Verzameld door Muslim; 1332
    De Qur’aan is een bewijs voor of tegen jou
    Abu Maalik al-Asha’rie  heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allaah  zei: 
    “Reinheid is de helft van geloof (iemaan). En ‘Alhamdulillaah’ vult de schalen en ‘SubhaanAllaah’                            
    en ‘Alhamdulillaah’ vullen wat tussen de hemel en de aarde is. En de salaah (het gebed) is een licht 
    en sadaqah (liefdadigheid) is een bewijs en geduld is (geestelijke) verlichting en de Qur’aan is een 
    bewijs voor of tegen jou. Iedere persoon begint zijn dag als een verkoper voor zijn ziel;                                                         
    het bevrijdend of zijn ondergang veroorzakend.”                                                                                                                          
    Verzameld door Muslim; 328, Al-Albaanie in ‘Sahieh al-Djaamie’ as-Saghier’; 3857; At-Tirmidhie; 
    3517 en hij zei dat de hadieth Hasan Sahieh is
    Al-‘Allaamah al-Mubaarakpuurie zegt in de uitleg van de uitspraak: “En de Qur’aan is een bewijs voor 
    of tegen jou”: “En de betekenis ervan is duidelijk en dat is: het zal tot jouw voordeel zijn als je het 14
    reciteert en ernaar handelt en als je dat niet doet dan is het een bewijs tegen jou.”                                                              
    ‘Tuhfatul ahwaadhie’; 8/ 414
    Shaikh al-‘Allamah ‘Abdul-Muhsin al-‘Abbaad heeft gezegd:
    “Tot de voordelen van deze hadieth behoren:
    - De aanmoediging om ijverig en met inzicht met de Qur’aan te zijn. Het leren, over de betekenissen 
    ervan nadenken en ernaar handelen zodat het een bewijs voor iemand kan zijn.                                                                     
    - Een waarschuwing tegen ongehoorzaamheid wat betreft datgene wat de Qur’aan vereist                                      
    zodat het geen bewijs tegen iemand zal zijn.”                                                                                                                                                      
    ‘Fath-ul-Qawiyyul-matien fie Sharh ara’ien’; hadieth 23
    Rust daalt neer vanwege de recitatie van de Qur’aan
    Al-Baraa’ bin ‘Aazib  heeft gezegd: 
    “Iemand van onder de metgezellen reciteerde soerah Al-Kahf en er was een paard aan zijn zijde 
    met twee touwen vast gebonden. Toen overschaduwde een wolk hem en terwijl het steeds 
    dichterbij kwam begon zijn paard er bang voor te worden. In de ochtend vertrok hij en vertelde het 
    aan de Profeet  en hij  zei: “Dat was de rust (‘sakinah’) die neer daalt vanwege de recitatie 
    van de Qur’aan.”                                                                                                                                                                                       
    Verzameld door Muslim; 1325
    Iemaam An-Nawaawie zei:
    “En tot de lering in de hadieth behoort de gunst van recitatie. En dat het een reden is voor het 
    neerdalen van rahmah en de aanwezigheid van de engelen. En er is ook de gunst van luisteren naar
    de Qur’aan in (de hadieth).”                                                                                                                                                                            
    ‘Sharh Sahieh Muslim’; 3/ 148
    De Qur’aan is het perfecte Woord van Allaah, ongeschapen, een middel om toevlucht te zoeken
    Sa’d ibn Abie Waqqaas  heeft overgeleverd van Khawlah bint Hakiem  dat de Boodschapper 
    van Allaah  heeft gezegd:
    “Degene die een plek heeft bereikt en vervolgens zei: “A’udhu bikalimaatillaahi taammaati min 
    sharri maa khalaq” (“Ik zoek toevlucht in Allaah’s perfecte woorden tegen het kwaad van Zijn 
    schepping.”); niets zal hem raken totdat hij die plek verlaat.”                                                                                                         
    Verzameld door Muslim; 4881 en At-Tirmidhie; 3437  15
    Al-‘Allaamah al-Mubaarakpuurie heeft gezegd: “Al-Harraawie en anderen hebben gezegd:
    “De woorden zijn de Qur’aan en zij zijn perfect. En de betekenis is dat geen defecte of slechte 
    eigenschappen ooit erin gaan, in tegenstelling tot de woorden van mensen.                                                                  
    En er is gezegd dat zij nuttig zijn, voldoende en een genezing van al datgene waar toevlucht tegen 
    wordt gezocht.”                                                                                                                                                                   
    ‘Tuhfatul ahwaadhie’; 8/ 333
    De vergelijking van de gelovige die de Qur’aan reciteert
    Abu Musaa al-Ash’arie  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “De vergelijking van de gelovige die de Qur’aan reciteert is als de citrusvrucht; haar geur is goed                                           
    en haar smaak is goed. En de vergelijking van de gelovige die de Qur’aan niet leest is als de dadel; 
    er is geen geur en haar smaak is zoet. En de vergelijking van de hypocriet die de Qur’aan leest is als 
    de ui; haar geur is goed en haar smaak is zuur. En de vergelijking van de hypocriet die de Qur’aan 
    niet leest is als de tarwe; het heeft geen enkele geur en de smaak ervan is bitter.”                                                 
    Overeen gestemd
    Iemaam An-Nawaawie heeft gezegd:
    “In de hadieth is de aanbeveling om de Qur’aan uit het hoofd te leren.                                                                                                     
    En een aanbeveling om voorbeelden te geven om zodoende de bedoelde betekenis van iets weer te 
    geven en duidelijk te maken.”                                                         &

    03-02-2012 om 08:14 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Totdat jullie terugkeren naar het praktiseren van jullie deen
    SHAIKH MUHAMMAD ‘ABDUL WAHAB MARZOEQ AL-BANNA
    Vertaald door Um Sadjaad
    Introductie
    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 102:2
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                           
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeets  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:3
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de  islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 4
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah)                                                                            
    en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen)                                                                                    
    en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben 
    welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de 
    rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen.                          
    Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de 
    waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen 
    sektes en wetscholen.5
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is 
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft, en volg niet hun 
    begeerten.”6
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.
    Inleiding:
    “Ik begin in de Naam van Allaah, de Meest Genadevolle, de Meest Barmhartige.                                                  
    Alle lof is aan Allaah, de Heer van de werelden, ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden 
    te worden, behalve Allaah en dat Muhammad  Zijn dienaar en laatste Boodschapper is;                                    
    gestuurd aan de mensheid. 
    Ik wou al sinds lange tijd aan dit project beginnen; al sinds ik shaikh Muhammad Marzoeq al-Banna in 
    1995 ontmoette, (toen ik voor het eerst naar dit land; Saoedi-Arabië, kwam).                                                              
    Hij was mijn eerste leraar en alhamdulillaah lukte het mij om veel opnames van de lessen van de 
    shaikh te maken. Hij gaf vier keer per week les in zijn moskee, die hij in Jeddah, dicht bij zijn huis in
    het Safa district had gebouwd. Hij ging ook naar andere moskeeën in Jeddah omwille van de da’wah.
    Deze tapes zijn waardevol en hebben waardevolle kennis van een oudere, vader en grootse leraar in 
    de islaam, zowel in spraak als daden. Wat volgt is inshaa’Allaah een biografie van de shaikh en dan de 
    eerste van de manhadj series, gebaseerd op een lezing die hij in Jeddah gaf, welke over verschillende 
    aspecten van de geloofsleer van de Profeet  en zijn metgezellen ging.
    Ik benaderde de shaikh voor toestemming om zijn werk te vertalen en publiceren en de shaikh gaf 
    mij een geschreven brief met een aanmoediging. Moge Allaah hem genezen en hem een gemakkelijk 
    einde geven, want de shaikh is nu vierennegentig jaar oud en onder medische behandeling in zijn 
    huis in Jeddah. Ik vraag Allaah dat dit oprecht voor Zijn Zaak is, want daden zijn volgens iemands 
    intentie en iedere persoon zal datgene ontvangen wat hij als intentie had.”                                                                
    ‘Abdullaah ibn Rabah Lahmami. Madinah Nabawiyyah. 22
    nd
    Radjab 1430. 15 July 2009
    De herziende biografie van shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhab Marzoeq al-Banna
    Zijn geboorte
    Hij werd op 16 februari 1916 (1333 H) in Cairo geboren. Volgens de Hidjri- kalender is hij 
    zevenennegentig jaar oud en volgens de Gregoriaanse kalander vierennegentig.                                                                
    Hij leefde in Riyaadh, Ahsaa, Madinah, Makkah en leeft nu in Jeddah. 
    Shaikh Muhammad al-Banna spreekt over waar hij opgroeide
    Shaikh Muhammad Al-Banna zegt:
    “Hoe dan ook, was de atmosfeer waar ik in leefde niet goed vanwege de misverstanden van de 
    Soefies. Zij verrichtten takfier (zij bestempelden anderen als ongelovigen; als ‘kufaar’) over degenen 7
    die de Eigenschappen van Allaah bevestigen. Ik studeerde in de scholen en gewoonlijk de madhab 
    (wetschool) van Abu Haniefah en iemaam Ash Shafi’ie. Mijn vader volgde Ash-Shafi’ie en mijn 
    moeder Hanafie. Ik volgde de geloofsleer van de Salaf vanwege deze reden; mijn vader als een 
    Shafi’ie had de visie dat het aanraken van een vrouw de wudhuu’ verbreekt en mijn moeder als een 
    Hanafie dat dit niet zo was. Mijn vader werd overstuur wanneer hij vertrok om te gaan bidden en 
    mijn moeder hem aanraakte. Hij had een handdoek tussen hun handen zodat zij elkaar niet 
    aanraakten. Toen zei ik tegen mijzelf dat islaam èèn is. 
    Ik begon hierover na te denken en hoe het dit of dat kon zijn. Ik ging naar een van mijn ooms die 
    religieus was en klaagde bij hem dat islaam èèn is en dat mijn vader het een zegt en mijn moeder het 
    andere. Hij gaf mij een boek over de vier madhabs en maakte mij zelfs nog meer in de war.                                   
    Terwijl ik in deze toestand was, wou Allaah dat ik in het jaar 1936 denk ik, afstudeerde.                                        
    Mijn vader was strikt met onze gebeden, ik was gewend om te bidden en dit was ongebruikelijk bij 
    veel jongeren van die tijd in Cairo. Er was iemand van dezelfde leeftijd als mijn vader, die een 
    gedichtenschrijver was. Zijn naam was Muhammad Arnus, een vriend op het werk.                                                      
    Hij schreef enkele boeken over poëzie. Hij zag mij bidden en zei: “Ik zal met jou bidden.”                                
    We baden samen en lazen vervolgens ‘Zaad al-Ma’aad’ van Ibn Qayyum samen.                                                  
    Ik begon van lezen te houden en ging steeds boeken kopen. Wanneer Allaah het goede voor iemand 
    wil, toont Hij hem de weg. Dicht bij de Azhar universiteit was een kleine boekwinkel.                                                  
    De winkelier shaikh Munier Dimishqui (die de juiste geloofsleer had), adviseerde mij welke boeken ik 
    moest lezen, nadat ik bij hem had geklaagd dat ik niet wist wat ik moest lezen. 
    Hij gaf mij die betrouwbare boeken en iedere maand kocht ik voor vijftig muntstukken boeken.                                                                                  
    Ieder Salafiboek dat er was gaf hij aan mij om te lezen. Ik was goed in lezen, mijn geheugen was heel 
    goed, maashaa’ Allaah. Ik hield van de groep ‘Djamieyah Sharie’ah.’ Shaikh Muhammad Aamien 
    Khattaab Al-Kabier trouwde ook met een van mijn familieleden. Hun gebed was heel goed                             
    (volgens de soennah), dus bad ik altijd met hen. Ik bezocht een moskee aan de tiende straat;                               
    de ‘Djaamieyah Sharie’ah’ moskee, waar shaikh ‘Alie Helwah verantwoordelijk over was.                                  
    Hij onderwees volgens mij op woensdagavond en ik volgde zijn lessen. Hij had de gewoonte om te 
    zeggen dat degene die beweert dat Allaah boven de hemelen is een ongelovige is; dat Allaah noch 
    boven, noch links, noch rechts is! Dat is het ‘Asha’rie; Maturiediegeloof.’ Onder de boeken die shaikh 
    Munier Dimishqie mij te lezen had gegeven, bevond zich het boek van Ibn Khuzaimah:                                        
    ‘Tawhied wa ithbaat Sifaat Rabb.’ Ik herinnerde me een hadieth daaruit van Mu’aawiyah ibn Hakam 
    As-Sulamie (de hadieth van het slavinnenmeisje). Dus zei ik tegen hem (shaikh ‘Alie Helwah) dat hij 
    het woord ‘ongelovige’ gebruikte, terwijl de Boodschapper (nadat zij had getuigd dat Allaah boven de 
    zevende hemel is) zei: “Bevrijd haar, want zij is een gelovige.” Hierdoor werd ik uit de moskee 
    gegooid, vanwege het spreken van de waarheid tegen deze persoon die de mensen misleidde.                         
    Zij noemden mij een ‘wahhaabie’ en zeiden: “Jij bent van de djamaa’ah van shaikh Haamied Faqhie.        
    Ik hoorde deze naam voor de eerste keer en dacht: ‘Hij moet wel goed zijn als zij tegen hem spreken.’ 
    Ik besloot hem te gaan ontmoeten, alhamdulillaah. Allaah wees hem aan ons en sindsdien leerde ik,
    sinds jonge leeftijd, van hem en andere Salafigeleerden, totdat ik een van de predikkers werd van 
    Ansaarus-soennah al-Muhammadiyyah in Egypte. Ik was met shaikh ‘Abdur-Razzaaq, Al-‘Afifie,                        
    shaikh Muhammad Khaliel Al-Harras en anderen. Toen maakte Allaah het voor mij mogelijk om in 
    Riyaadh te onderwijzen, op aanbeveling van shaikh ‘Abdur-Razzaaq Al-‘Afifie (aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz rahimahullaah).”8
    Zijn leraren
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna zei:
    “Ik was gewend om veel te studeren en om met sommige van de geleerden samen te zijn,                 
    zoals shaikh ‘Abdur-Razzaaq, Al-‘Afifie en shaikh Muhammad Khaliel Al-Harras.                                                           
    Ik werd in een religieuze familie geboren.
    De beroemde shaikh Ahmad Shakie (de geleerde van hadieth, die ‘Ba’ith Al-Hadieth’ van Ibn Kathier 
    en Musnad Ahmad nakeek) was ook om mij heen, hij is de echtgenoot van een van mijn tantes.”
    Zijn leerlingen
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna zei:
    “Shaikh Rabie’ Ibn Al-Madhkhalie, was de beste van hen, shaikh Muhammad Amman (rahimahullaah)
    was ook goed, shaikh ‘Abdur-Rahmaan ‘Abdul-Khaaliq was ook een goede, maar hij volgde later de 
    weg van de ‘Ikhwaanul-Muslimien’, zoals ‘Umar Ashqar dat in mindere mate deed.
    Zijn kennis
    Shaikh Muhammad ‘Abdul Wahhaab Marzoeq Al-Banna werd door shaikh ‘Abdur-Razzaaq Al-‘Afifie 
    aanbevolen om op het educatieve instituut in Riyaadh les te gaan geven toen het open ging.                              
    Deze aanbeveling werd aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz Bin Baaz voorgelegd, die ermee instemde.                          
    Na vijf jaar les gegeven te hebben in Riyaadh, vertrok de shaikh naar Al-Ahsa in de oostelijke 
    provincie van Saoedi-Arabië om daar de volgende acht jaar les te geven aan een islamitisch instituut. 
    Zijn vrijdagmiddaggebedsbijeenkomsten werden goed bezocht en hij legde de geloofsleer van de 
    Salaf us-Saalih (de vrome voorgangers) uit en verwierp de valse interpretaties  van de Shie’ah*                                   
    die daar leefden. Na enige moeilijkheden met de mensen daar werd de shaikh gevraagd om voor 
    twee jaar les te komen geven aan het instituut voor islamitische zaken in Madinah.                                     
    Dit was voordat hij op de universiteit in Madinah ging les geven, tegelijkertijd met shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz, shaikh Al-Abaanie (die zijn buurman was in Madinah) en shaikh Muhammad Aamien                          
    Ash-Shanqietie (rahimahullaah)
    (*De Shie’ah was een van de eerste groepen die zich afscheidden van de algemene stroming van de 
    islaam, zij prijzen de vierde khalief ‘Alie; de neef van de Profeet, op een overdreven manier en vinden 
    dat hij de eerste khalief had moeten worden. Zij beschuldigen alle metgezellen van de Profeet,                      
    op enkelen na.)9
    Na het volbrengen van de lesperiode van drie jaar in de universiteit kwam de shaikh naar Jeddah en 
    begon in veel moskeeën te onderwijzen. De shaikh had ook een stoel in de Haram van Makkah,                              
    en in de Haram in Madinah, waar hij een tijd lang les gaf. In zijn tachtiger jaren verbleef de shaikh het 
    meeste in Jeddah tot aan het latere deel van zijn leven waarin hij veel jaren in Makkah doorbracht en 
    heen en weer pendelde naar Jeddah om zorg voor zijn moskee in het Safa -district te dragen.                                          
    De shaikh is nu, op vierennegentig jarige leeftijd bedlegerig in zijn huis in Jeddah, vanwege zijn ziekte, 
    moge Allaah hem beschermen.
    In Jeddah onderwees hij ‘Usuul ath-Thalatha, Kietaab at-Tawhied (20 tapes), ‘Aqiedatul-Wasittiyah, 
    Kashf Shubuhaat, ‘Usuul Sittah (de 6 principes), Tafsier Ibn Kathier, Sahieh Muslim, ‘Umdatul Ahkaam 
    en vele andere boeken. De shaikh beantwoordde vragen altijd met bewijs vanuit de Qur’aan en de 
    soennah, vanuit het begrip van de metgezellen. Hij deed zijn uiterste best om de mensen te 
    onderwijzen, zelfs als er maar weinig waren en hij zei dan: “Als er verder geen vragen meer zijn 
    sluiten we de winkel (om vragen te stellen)” en degenen die aanwezig waren lachten hierom.                              
    Hij was heel vriendelijk en vermakend, maashaa’ Allaah en zijn aanwezigheid was geliefd bij de 
    mensen in zijn moskee. Ondanks zijn oude leeftijd zorgde de shaikh voor zijn moskee die hij op zijn 
    eigen land bouwde naast zijn huis in Jeddah. Eerst was het klein en moest het gerepareerd worden, 
    maar de shaikh wou geen geld van de mensen aan nemen omdat diegenen dan de gang van zaken in 
    de moskee zouden bepalen. De shaikh wou geen invloeden vanuit Ikhwaan ul Muslimien om de 
    moskee over te nemen, dus hij was heel voorzichtig. Toen de shaikh ertoe in staat was, vergrootte hij 
    de moskee en sinds de moskee gebouwd was, was hij verantwoordelijk voor het onderhoud en loon 
    van de iemaam. De shaikh bracht een iemaam die oprecht in zijn geloof en geloofsleer was binnen. 
    Toen iemand anders in de moskee kwam les geven en op een gegeven moment werd gezien met de 
    misleide ‘Abul Hasan al-Ma’rabi, vroeg de shaikh hem vriendelijk om met les geven te stoppen, 
    omdat de shaikh bang was voor de invloed die diegene op de menigte zou hebben.                                                
    De shaikh accepteerde geen folders in zijn moskee, tenzij de sprekers bekend waren met de Salafi
    geloofsleer, en zich vast hielden aan de Qur’aan en de soennah en het begrip van de metgezellen.
    Zijn karakter
    De shaikh was oprecht, maashaa’Allaah. Hij wenste voor zijn broeder wat hij voor zichzelf wenste.            
    Hij offerde zijn huis vaak wanneer hij naar Makkah ging met de familie. Hij bood de broeders geld aan 
    om te lenen zodat zij een auto konden kopen. De shaikh opende zijn huis voor vreemden in de hoop 
    dat zij naar de Waarheid zouden worden geleid. Hij was heel geestig, maashaa’Allaah.                                         
    Ik herinner me dat er een man naar de shaikh toe kwam in de Haram in makkah en hij zei tegen hem: 
    “Ik ben een Egyptenaar zoals u” waarop de shaikh antwoordde: “Ik ben een moslim zoals jou!” 
    Tijdens een bijeenkomst in zijn moskee vroeg iemand hem een keer waarom hij geen minaret op zijn 
    moskee had, waarop de shaikh antwoordde dat het zou kunnen vallen en iemand zou kunnen doden 
    en vervolgens overleverde hij dat dit echt met iemand was voorgevallen en dat hij daarom die last 
    niet wou dragen. Hij zei: “Toon mij het bewijs vanuit de soennah dat je er een moet hebben en ik zal 
    er een plaatsen.”
    Zijn vroomheid10
    Hij had de gewoonte om de Qur’aan binnen drie dagen uit te lezen, zoals de iemaam van zijn moskee 
    zei, die met shaikh Muhammad ibn Saalih al-‘Uthaymien studeerde.                                                                                    
    Shaikh Muhammad Al-Banna vastte volgens de soennah altijd iedere maandag en donderdag                                   
    en de 13
    de
    , 14
    de
    , en 15
    de
    van iedere maand, ondanks zijn oude leeftijd.                                                                         
    De shaikh is heel nederig, maashaa’Allaah. Hij houdt van de studenten van kennis en verwelkomt hen 
    alsof ze zijn eigen kinderen zijn. Een keer werd de shaikh door een student van kennis van de 
    universiteit van Madinah gevraagd om hem te bezoeken terwijl hij in Jeddah was.                                                              
    De shaikh kwam er achter dat de broeder heel ver weg was en dus reed hij zelf naar hem toe om hem 
    op te halen en thuis te brengen om hem te bedienen. De shaikh bedient altijd zijn gasten voordat hij 
    zelf zit en eet. Dit is zelfs zo gebleven totdat hij negenentachtig jaar was.                                                                          
    De shaikh verrichtte hadj tot de leeftijd van eenennegentig jaar. De goede manieren van hem waren 
    in zijn leven duidelijk zichtbaar, maashaa’Allaah. Hij bediende voorbijgangers in de Haram met thee 
    wanneer het tijd was voor iftaar om het vasten te verbreken. Mensen kwamen voor zijn 
    aardbeienthee met melk en grote dadels. De shaikh nodigde altijd iedere donderdag na ‘ishaa gasten 
    uit om met hem in zijn huis in Makkah te eten. Een lange dag vasten en dan niet zitten totdat hij de 
    laatste gast bediend had, waarbij hij zei: “Eet en drink en dit is een bevel van jullie Heer!”
    Maashaa’Allaah! Hij zei vaak: “Geef jullie maag verschillende kleuren (voedsel) en het zal jullie 
    voordeel geven.” Na de maaltijd zat de shaikh dan met zijn gasten en beantwoordde hun vragen, 
    terwijl hij hen met fruit bediende. Moge Allaah hem beschermen en genezen.
    De laatste keer zag ik de ogen van de shaikh gevuld met tranen toen hij Allaah om een goed einde 
    vroeg. Ik bid dat hij een goed einde zal krijgen, aamien. Hij maakte veel du’aa voor degenen die hij 
    ontmoette, groette hen altijd met een lach en adviseerde hen altijd om de soennah te volgen.                              
    Ik prijs hem niet boven Allaah’s lof en Allaah is Degene Die afrekent.
    Zijn reizen omwille van de da’wah    
    De shaikh reisde met shaikh Muhammad Nasr ud-Dien al-Albaanie (rahimahullaah).                                                      
    Hij zegt dat dat gouden jaren waren. De shaikh organiseerde uitjes voor de studenten, die bedoeld 
    waren om hen te onderwijzen. De shaikh sliep een beetje na een lange dag les geven aan de 
    studenten en stond dan op voordat de studenten opstonden en waste hun kleren en maakte hun 
    ontbijt. De shaikh reisde naar Amerika, Japan, Uk en Marokko vanuit het verzoek van shaikh Bin Baaz.    
    Degenen die hem geprezen hebben
    Shaikh ‘Abdur-Razzaaq al-‘Afifie, de onderdirecteur van het Shoura council onder shaikh ‘Abdul-‘Aziz 
    Bin Baaz, vroeg of shaikh Muhammad al-Banna tot de eerste predikkers kon behoren van het 
    educatief instituut van Riyad. Shaikh Rabie’ Ibn Haadie zei toen hij hem bezocht in september 2001 
    (Djumaada 2 1422): “Shaikh Al-Banna verrichtte zestig jaar lang de dawa’h as-Salafiyyah,                                   
    leer zijn manieren want je zult er baat bij hebben.” Shaikh Taqui-ud-Dien al-Hilaali (rahimahullaah) 
    schreef een brief aan shaikh ‘Abdul-‘Aziz Bin Baaz (rahimahullaah) en andere geleerden en sinds kort 
    is deze brief te lezen.11
    Degenen die hij heeft geprezen
    De shaikh prees shaikh Bin Baaz (rahimahullaah), shaikh al-Albaanie (rahimahullaah)                                     
    en shaikh Muhammad Ibn Saalih al-‘Uthaymien (rahimahullaah). Hij prees ook shaikh ‘Ubayd,                                     
    die hij in de Haram van Makkah ontmoette en shaikh Muhammad zei wat betreft shaikh ‘Ubayd dat 
    degenen die hem tegenspreken geen stevige grondslag hebben voor hun beweringen.                                            
    (dit was tijdens de laatste ontmoeting met de shaikh vorig jaar) In het verleden prees hij ‘Alie Hasan 
    en ‘Abul Hasan al-Misrie, maar dit veranderde aan het einde van zijn leven, toen zij samenwerkten 
    met de groep van ‘Abdur-Rahmaan ‘Abdul Khaaliq; ‘Ihyah Turath’ en fitnah overviel hen in een 
    zodanige erge mate dat hun houding ten opzichte van degenen die verkeerd bezig waren niet goed 
    was. Dus shaikh Muhammad al-Banna adviseerde de mensen om shaikh Rabie’ over hun zaak te 
    vragen en was niet blij met hun samenwerking met en verdediging van degenen die waren 
    afgedwaald. Shaikh Muhammad al-Banna adviseerde ‘Abul Hasan Al-Misrie om zijn fouten recht te 
    zetten wat betreft het slecht spreken over de metgezellen en adviseerde hem om naar shaikh Rabie’ 
    te gaan en zichzelf te excuseren over wat hij over hem had verspreid. ‘Abul Hasan al-Misrie ging naar 
    het huis van shaikh Rabie’, maar verhief zijn stem en was respectloos tegen hem                                                              
    (ik was daar aanwezig, want het was vlak voor de vrijdagklas van ‘Adjurie van shaikh Rabie’).                                
    Toen shaikh Muhammad al-Banna dit ontdekte was hij erg overstuur en adviseerde de mensen om 
    niet met shaikh Muhammad al-Banna te zitten en van zijn kennis te nemen, want hij zei dat hij 
    zichzelf boven de geleerden plaatste vanuit arrogantie. Hij verbond zijn zaken aan ‘Abdur-Rahmaan 
    ‘Abdul-Khaaliq, die dwaalde omdat de mensen hem vereerden en hij gaf veel geld uit aan de 
    dwalende groeperingen en personen die beschouwd werden als van de Ahl-us-soennah walDjamaa’ah en die niet behoorden tot een van de tweeënzeventig groeperingen die bedreigd worden 
    door het Vuur, om hen excuses te geven. Dus ik getuig dat dit is wat de shaikh in het laatste deel van 
    zijn leven volgde, totdat ik hem laatst in zijn huis in Jeddah zag. Hij zei dat shaikh Rabie’ de Yahyaa 
    ibn Ma’ien van zijn buurt was en dat shaikh Bin Baaz de ‘Umar ‘Abdul-‘Aziz van zijn buurt was qua 
    rechtvaardigheid. Shaikh al-Albaanie zag hij als de Ibn Taymiyyah van zijn buurt.
    Bismillaahir-Rahmaan-nir-Rahiem
    Ik begin in de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.                                                  
    Alle lof is aan Allaah, de Heer der werelden. We prijzen Hem en zoeken Zijn steun en vergeving.                                 
    We zoeken toevlucht bij Allaah tegen het kwade van onze daden en tegen het kwade binnenin 
    onszelf. Degene die Allaah leidt kan niet misleid worden en degene die Allaah misleidt kan door 
    niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve 
    Allaah en dat Muhammad Zijn dienaar is en Boodschapper.  In soerah Aal-‘Imraan 3: 102 staat:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    In soerah An-Nisaa’ 4: 1 staat: 12
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    In soerah Al-Ahzaab 33: 70-71 staat:
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                        
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Redding ligt in de Qur’aan, de soennah en het begrip van de metgezellen
    Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 110:
    “Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, (zolang) jullie tot het goede 
    oproepen en jullie het verwerpelijke verbieden en jullie in Allaah geloven.”
    Dit vers werd over de besten van onder de mensen geopenbaard; de metgezellen van de Profeet 
    Muhammad.  Zij waren de beste mensen toen zij het goede bevolen en het slechte verboden.                            
    Het grootste goed dat zij verrichtten, was (oproepen tot) at-Tawhied; de Eenheid van Allaah.                          
    Het grootste kwaad dat zij verboden, was het kwaad van shirk (afgoderij).                                                                 
    Het vers eindigt met de woorden: dat zij geloofden in Allaah; d.w.z. dat zij op de juiste manier in 
    Allaah geloofden. Toen zij eenmaal de geboden vervulden van het goede bevelen en het slechte 
    verbieden, werden zij de beste van onder alle naties. Vergelijk dit met veel van de moslims van 
    tegenwoordig; bevelen zij het goed en verbieden zij het kwade bij zichzelf en degenen onder hun 
    verantwoordelijkheid? Hebben zij de juiste geloofsleer? Dus hoe kunnen zij worden gezien als de 
    beste van alle naties? Allaah zegt in soerah Aal-‘Imraan 3: 103:
    “En houd jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld. 
    Gedenk de gunst die Allaah jullie schonk toen jullie vijanden waren en Hij jullie harten tot elkaar 
    bracht en jullie door Zijn gunst broeders werden.”
    Dit toont aan dat de metgezellen allen gezamenlijk aan de Qur’aan vast hielden en dat zij nadachten 
    over de Qur’aan. In soerah Muhammad 47: 24 zegt Allaah:
    “Denken zij dan niet na over de Qur’aan? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”13
    Niet zoals de mensen deze dagen doen; zij proberen het en lezen de Qur’aan voor de dode mensen 
    om de beloning ervoor te krijgen. Zij hebben de ware bedoeling van de openbaring gemist, en dat is: 
    het lezen, erover nadenken en het volgen. In soerah Ash-Shoera 42: 52 zegt Allaah:
    “Zo hebben Wij aan jou een openbaring neer gezonden, een zaak van Ons.                                                                       
    Jij wist toen niet wat het Boek (de Qur’aan) was en wat het geloof (iemaan) was,                                                                                                                
    maar Wij hebben hem tot een licht gemaakt waarmee Wij van Onze dienaren leiden wie Wij 
    willen. En voorwaar, jij leidt zeker naar een recht Pad.”
    Deze Qur’aan werd door Allaah als een licht geopenbaard, d.w.z. het bevat leiding waarmee Allaah
    naar het Rechte Pad leidt wie Hij wil en waarlijk, de Boodschapper  kende deze Qur’aan niet, 
    noch kende hij geloof (iemaan) voordat Allaah het aan hem openbaarde. Hij werd door Allaah als 
    leider voor de mensheid gekozen. Hier worden twee soorten leiding genoemd; de leiding van 
    verlichting (‘tawfieq’), welke alleen tot Allaah behoort en de leiding van de mensen wijzen naar de 
    juiste weg (‘bayan wal irshaad’), welke de leiding is van de boodschappers en de oproepers.                            
    Hier is een voorbeeld van de leiding van het wijzen van de rechte weg aan de mensen.                                                   
    In soerah Ash-Shoera 42: 52 zegt Allaah:
    “En voorwaar, jij leidt zeker naar een recht Pad.”
    Hier is een voorbeeld van de leiding van verlichting van Allaah. Allaah heeft in soerah Adh-Dhuhaa
    93: 7 tegen Muhammad  gezegd:
    “En Hij heeft jou dwalend gevonden en jou geleid.”
    De metgezellen begrepen deze Qur’aan door de uitleg ervan direct van de Boodschapper  te 
    nemen, zoals Allaah zegt in soerah An-Nahl 16: 44:
    “(Wij zonden hen) met duidelijke (Tekenen) en de Zaboer. En Wij deden aan jou de Vermaning                  
    (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te maken wat aan hen is neer gezonden.”
    Deze openbaring werd aan de gehele mensheid en de wereld van de djinn geopenbaard,                                       
    zoals Allaah in soerah Al-Ahqaaf 46: 29 zegt:
    “En (gedenk) toen Wij een paar van de djinns bij jou brachten, om naar de Qur’aan te luisteren.                  
    Toen zij daarbij aanwezig waren, zeiden zij: “Luister in stilte!” Toen (de voordracht) beëindigd was,                              
    keerden zij tot hun volk terug als waarschuwers.”
    Toen de djinn de Qur’aan hoorden, zeiden zij (in soerah Al-Ahqaaf 46: 30:)14
    “Zij zeiden: “O volk van ons, voorwaar wij hebben over een Boek gehoord dat tot Musaa is neer 
    gezonden, ter bevestiging van wat daarvoor was, het leidt naar de Waarheid en de rechte Weg.” 
    Zelfs de djinn wisten dat het rechte pad volgen, het volgen van de Qur’aan en de Boodschapper 
    is. In soerah An-Nahl 16: 44 staat:
    “En Wij deden aan jou de Vermaning (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te 
    maken wat aan hen is neer gezonden.”
    De metgezellen vroegen de Boodschapper om islaam  aan hen uit te leggen
    De metgezellen namen de betekenis van de Qur’aan rechtstreeks van de Boodschapper,                       
    zoals in de authentieke hadieth uit Sahieh Al-Bukhaarie en Sahieh Muslim staat wat betreft het vers 
    in soerah Al-Ahzaab 33: 56: 
    “Voorwaar, Allaah en Zijn engelen sturen ‘salaah’ voor de Profeet.                                                                              
    O jullie die geloven, smeek om ‘salaah’ en ‘salaam’ voor hem.”
    De metgezellen zeiden tegen de Boodschapper:  “Wij weten hoe we de ‘salaam’ (vredewensen) 
    naar u moeten sturen, maar hoe sturen wij de ‘salaah’ (de gebeden) naar u?”                                                                              
    De Boodschapper  zei tegen hen: “Zeg: 
    “Allaahoemma salli ‘ala Muhammadin wa ‘ala aali Muhammad, kama salayta ‘ala Ibraahiem                                  
    wa ‘ala aali Ibraahiem, innaka hamiedum-madjied. Allaahoemma baarik ‘ala Muhammad                                        
    wa ‘ala aali Muhammad kama baarakta ‘ala Ibraahiem wa ‘ala aali Ibraahiem,                                                   
    innaka ‘hamiedum madjied.”                                                                                                                                                                              
    Sahieh Al-Bukhaarie en Sahieh Muslim
    (Toevoeging van de vertaalster: Abu al-‘Aaliyah heeft gezegd (in verband met soerah Al-Ahzaab 33: 
    56): “Allaah’s sturen van gebeden naar de Profeet  betekent Zijn verheffing van hem en het 
    verhogen van zijn rang; het sturen van gebeden van de engelen en anderen betekent hun poging dit 
    van Allaah te krijgen en hier is het bedoeld als vragen om toename van de gebeden en niet vragen om 
    de eigenlijke gebeden zelf.” Ibn Haadjar; ‘Fath al-Baarie’)
    Sommige mensen kiezen ervoor om op hun eigen manier gebeden naar de Profeet  te sturen,                               
    maar de metgezellen gingen in al hun zaken terug naar de Boodschapper.                                                                      
    Het is niemand toegestaan om deze religie op zijn eigen wijze te begrijpen. Om de Qur’aan te 
    begrijpen dient iemand terug te gaan naar de uitleg van de Boodschapper, die de meest gehoorzame 
    persoon is (aan Allaah’s bevelen). Allaah beval de Boodschapper om de mensen uit te leggen en 15
    Allaah beval alle mensen om tijdens de Profeet  zijn leven en na zijn dood zijn pad te volgen.                                                           
    Iemand kan zeggen: ‘Ik houd van Allaah’, dan wordt er tegen hem gezegd wat er in soerah                       
    Aal-‘Imraan 3: 31 staat:
    “Zeg: (O Muhammad): “Als jullie van Allaah houden, volg mij dan; Allaah zal van jullie houden                      
    en jullie zonden vergeven. En Allaah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.”
    Dit wordt ‘het getuige vers’ genoemd. Iemand kan zeggen: ‘Ik houd van de Profeet’                        
    maar toch bijvoorbeeld in hun dhikrullaah volgen zij de Profeet  niet. Zodoende maken zij eerder 
    hun eigen vorm van dhikrullaah door “Allaah, Allaah, Allaah” te herhalen, of door “Hu, hu, hu”                      
    (“Hij is”) te zeggen. Van waar hebben zij dit soort dhikr? Gingen de Boodschapper van Allaah                          
    en zijn metgezellen dit zeggen wanneer zij Allaah herdachten?                                                                                               
    Allaah heeft iedere persoon die bidt bevolen om in het gebed te zeggen:                                                                                         
    “Leid ons naar de Rechte Weg.” (soerah Al-Faatihah 1: 5) Moslims zeggen dit minstens zeventien keer 
    op een dag (in hun gebeden). Nadat zij de nabijheid van Allah hebben gezocht via het noemen van 
    Zijn Schone Namen en Eigenschappen, door te zeggen: “Alhamdulillaahi Rabbil-‘Aalamien,                                                
    ar-Rahmaan, nir-Rahiem, Maaliki-yawmidien.” Vervolgens zoeken de moslims Allaah’s nabijheid met 
    hun goede daden door niemand anders te aanbidden, wanneer zij zeggen:                                                    
    “Iyaaka na’budu wa iyaaka nasta’ien.” (“U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.”)
    Alleen hierna zoeken de moslims leiding van Allaah naar het rechte pad, (tonen zij de correcte manier 
    van leiding zoeken).Wat is het pad dat zij zoeken? In soerah Al-An’aam 6: 153 staat:
    “En dat dit Mijn Pad is, een recht Pad, volg het dan en volg geen andere paden,                                      
    want die zullen jullie doen afdwalen van Zijn Pad. Dat is wat jullie heeft opgedragen,                       
    hopelijk zullen jullie (Allaah) vrezen.” 
    Deze gemeenschap is in sektes en groeperingen verdeeld   
    Deze ummah is in sektes en groeperingen verdeeld. Ieder ziet zichzelf op de Waarheid,                                     
    totdat datgene wat wij verdienen ons overkomt! Allaah openbaarde aan Zijn Profeet  wat er 
    gebeurd is met degenen die voor hem kwamen, en desondanks raken wij verward alsof we ons in 
    donkerte begeven, zonder ons te realiseren wat de redenen zijn van deze beproevingen en de 
    genezing ervan. Thawbaan  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  zei:
    “De gemeenschappen zullen elkaar spoedig oproepen om jullie aan te vallen,                                                                        
    zoals mensen die eten anderen uitnodigen om hun voedsel van een schaal te eten.”             &nb

    03-02-2012 om 08:12 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beproevingen van het leven
    Shaikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan
    Vertaald door: Um Sadjaad
    Introductie

    In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
    Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.                                   
    De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen                                   
    en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.                                                 
    We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.                                      
    Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door 
    Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te 
    worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-                  
    Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. 
    Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste 
    Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed 2
    te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet 
    Muhammad  schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en 
    degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.                                                                                  
    Allaah, de Verhevene zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 102:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims.”
    En in soerah An-Nisaa’ 4: 1: 
    “O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep.                                                                                            
    En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort 
    komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen.                                                                                      
    En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”  
    “O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid.                                                                                  
    Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven.                                                         
    En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf 
    behaald.”                                                                                                                                                                                 
    Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71                                                                           
    De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van 
    Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere 
    toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere 
    vorm van misleiding is in het vuur.
    Onze missie: zuivering en welgemanierdheid
    Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah 
    van Zijn Boodschapper  af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip 
    van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor 
    de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. 
    Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan.                                        
    Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee 
    elementen te bevatten:
    1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en 
    mensen er naar toe te leiden.
    2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad 
    te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden.3
    Deze twee elementen waren centraal in de Profeets  missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
    “Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper  uit hun midden zond, 
    die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, 
    terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
    Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde 
    schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de  islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat 
    twee aspecten:
    1) Gezuiverde islamitische leerstellingen.
    2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
    Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting.
    1) Zuivering
    Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis,                                
    ons geloof en onze praktijken. 
    a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
    Overleveringen die vals aan de Profeet  of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als 
    bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen 
    tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze 
    kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en 
    ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah  prees degenen die er naar streven om de 
    islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
    “Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen.                                     
    Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde 
    interpretaties van de arrogante uit weg halen.”                                                                                                               
    Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere 
    metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239)
    b. Ons geloof zuiveren  
    Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen 
    en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof 4
    zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is 
    van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah 
    welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137:
    “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” 
    c. Onze daden zuiveren
    Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) 
    die niet door Allaah of Zijn Boodschapper  zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 
    inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen 
    met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de 
    sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding,                                                
    zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een 
    andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd 
    had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!”
    2) Welgemanierdheid
    Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. 
    Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren.
    a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
    De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden 
    uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen,                          
    waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf;                                     
    de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah:
    “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah) en de Ansaar 
    (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen) en degenen die hen volgden in goede 
    daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben welbehagen met Hem.                                                           
    Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen,                                         
    zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
      
    De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet  te 
    vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de 
    Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap 
    en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen.                          5
    Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de 
    waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen 
    sektes en wetscholen.
    b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
    Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede 
    voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en 
    vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we 
    dragen. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 104:
    “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot 
    deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
    Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen,                                                         
    zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt:
    “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en 
    overtreding.”
    Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken.                                                  
    Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3:
    “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden 
    verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
    En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die 
    een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 103:
    “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.”
    c. De islamitische oplossing presenteren
    Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor 
    veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is
    voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. 
    Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49:
    “En oordeel (O Muhammad  ) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft, en volg niet hun 
    begeerten.”6
    Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om 
    onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest 
    tevreden stelt. Aamien.
    Inleiding:
    Alle lof is aan Allaah, de Heer van alle schepping en de salaah en salaat aan onze Profeet 
    Muhammad,  degene die als een rahmah naar de werelden werd gestuurd.                                                                                     
    Vrede en zegeningen zijn met zijn familie, metgezellen en degenen die aan zijn soennah vast houden 
    en die zijn manhadj (geloofsleer) volgen tot aan de Dag des Oordeels. Waarna volgt:
    Allaah heeft ons met islaam gezegend. Allaah zegt in soerah ‘Aali-‘Imraan 3: 102-105:
    “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem,                                                                                               
    en sterf niet anders dan als moslims. En houdt jullie allen stevig vast aan het touw van Allaah                                  
    en wees niet verdeeld. Gedenk de gunst die Allaah jullie schonk toen jullie vijanden waren                                       
    en Hij jullie harten tot elkaar bracht en jullie door Zijn gunst broeders werden, toen jullie op de 
    rand van de afgrond van de hel waren en Hij jullie ervan redde. Zo heeft Allaah Zijn tekenen voor 
    jullie duidelijk gemaakt. Hopelijk zullen jullie leiding volgen. En laat er uit jullie een groep voort 
    komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke 
    verbiedt, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn. En wees niet als degenen die (onderling) 
    verdeeld zijn en gaan redetwisten nadat duidelijke tekenen tot hen zijn gekomen.                                                      
    En zij zijn degenen voor wie er een geweldige bestraffing is.”
    En in soerah Al-Maa’idah 5: 3:
    “Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig 
    gemaakt en heb Ik de islaam voor jullie als godsdienst gekozen.”
    En in soerah ‘Aali-‘Imraan 3: 19:
    “Voorwaar, de (enige) godsdienst (levenswijze) bij Allaah is de islaam.”
    En in soerah Aali-‘Imraan 3: 85:
    “En wie een andere godsdienst dan de islaam zoekt; het zal niet van hen aanvaard worden                                         
    en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.”
    En in soerah Al-Hadj 22: 78:7
    “En streeft naar Allaah volgens het streven waar Hij recht op heeft. Hij heeft jullie gekozen                                        
    en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt: (volg) de godsdienst van jullie vader 
    Ibraahiem. Hij is degene die jullie moslims genoemd heeft, vroeger en hierin (de Qur’aan);                                           
    opdat de Boodschapper getuige is voor jullie en opdat jullie getuigen zijn voor de mensen. 
    Onderhoud dus de salaah en geef de zakaah en houdt jullie vast aan Allaah, Hij is jullie Meester;                                            
    de beste Meester en de beste Helper!”
    Geen andere zegening kan gelijk zijn aan de leiding tot islaam, zelfs als sommigen de zegeningen van 
    Allaah kleineren en als onbelangrijk zien. Iemand dient eerder de zegeningen van Allaah te 
    herdenken en er dankbaar voor te zijn. Islaam is de manier van leven waar Allaah Muhammad 
    mee heeft gestuurd. Dit is op zichzelf een grote zegening, omdat hij degene is die met islaam is 
    gekomen en het heeft uitgelegd en ernaar heeft opgeroepen.                                                                                             
    Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 164:
    “Voorzeker, Allaah gaf een grote gunst aan de gelovigen, toen Hij hen een Boodschapper                                       
    uit hun midden stuurde. Hij draagt hen Zijn verzen voor. En hij reinigt hen (de gelovigen)                                                  
    en hij onderwijst hun het Boek (de Qur’aan) en de Wijsheid, terwijl zij daarvoor zeker in duidelijke 
    dwaling verkeerden.” 
    Obstakels in het leven
    Er zijn obstakels in het leven, die iemand buiten de islaam kunnen plaatsen als hij moslim is,                                      
    of die zijn geloof verzwakken. Als hij geen moslim is, kunnen deze obstakels zelfs ervoor zorgen dat 
    hij de islaam niet binnen treedt. Er zijn grote beproevingen die iemand kan ondergaan,                                             
    dus het is verplicht voor hem om er kennis over te hebben, zodat hij ertoe in staat is om erover heen 
    te komen. Vanuit dit standpunt zei de gerespecteerde metgezel Hudayfah ibn al-Yaman:
    “De mensen waren gewend om de Boodschapper van Allaah  over goede dingen te vragen, 
    terwijl ik gewend was om hem over slechte dingen te vragen, vanuit de angst dat zij mij zouden 
    overkomen.”                                                                                                                                                                                 
    (Sahieh Al-Bukhaarie nr. 3606, kietaab al-manaaqib (Boek van de tekenen van profeetschap in 
    islaam). Sahieh Muslim nr. 4761, kietaab al-imara (Boek van leiderschap).                                               
    (Het bevel om aan de djamaa’ah vast te houden wanneer beproevingen en waarschuwingen van de 
    oproepers naar kufr verschijnen.)  
    Dus iemand dient eerst kennis en inzicht in islaam te hebben, in haar regels en wetten.                                 
    Iemand dient over de dingen te weten die ons van de islaam afkeren en de barrières die de dienaar 
    van Allaah in de weg staan om Hem te aanbidden. Iemand moet de dingen kennen die effect op zijn 
    geloof hebben, zoals zonden, om van de schade weg te blijven en voordeel te halen uit 
    standvastigheid. Als iemand de zaken niet kent die hem kunnen schaden en misleiden,                                8
    kunnen ze hem vernietigen. Allaah heeft ons bevolen aan deze religie vast te houden tot wij sterven. 
    Hij heeft in soerah ‘Aali-Imraan 3: 102 gezegd:
    “En sterf niet, behalve in een staat van islaam.”
    Tegenover gesteld zijn aan de Boodschapper
    Zonder twijfel is het blijven van iemand in islaam in de Handen van Allaah. Wij hebben het niet onder 
    controle of wij wel of niet binnen de islaam blijven tot wij sterven. Hoe dan ook, dienen wij datgene 
    te praktiseren wat ons hierbij kan helpen. Als wij dat doen zal Allaah ons met Zijn gunsten en Zijn 
    zegeningen verlichten, waardoor wij sterven in islaam vanwege ons streven op het pad van het 
    verkrijgen van redding en waarlijk, Allaah is Vrijgevig en Vriendelijk. Als Hij ziet dat Zijn dienaar een 
    zorg heeft en het verlangen heeft om goede daden te verrichten en een afkeer heeft tegen het 
    slechte en vreest om erin te vallen, dan zal Hij, de Meest Hoge, hem sterken, beschermen, leiden en 
    zijn Dien (islamitische levenswijze) veilig maken en compleet met alles dat goed is.                                                              
    Als Allaah ziet dat Zijn dienaar zich weg keert zonder de wens om goed te doen en zonder afkeer 
    tegen het slechte te hebben, laat Hij hem op het pad dat hij heeft gekozen als straf vanuit Zijn 
    rechtvaardigheid, zoals Hij in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt:
    “En wie de Boodschapper  tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden                                              
    en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich 
    afgekeerd had en Wij zullen hem in de hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming.”
    Dus de oorzaak kwam van de dienaar zelf, omdat hij tegenovergesteld was aan de Boodschapper van 
    Allaah  en een ander pad volgde dan de weg van de gelovigen, en hiermee liet hij zien dat hij de 
    oorzaak creëerde, waarna de bestraffing van Allaah volgde. In soerah An-Nisaa’ 4: 115 staat:
    “En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een andere 
    weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had                                            
    en Wij zullen hem in de hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming.”
      
    Zijn beproevingen als de bestraffing van Allaah?
    Het woord ‘fitan’ is meervoud van ‘fitnah’, wat ‘getest worden’ betekent en ‘beproefd’ op een manier 
    dat de waarheid of hypocrisie van iemands geloof zichtbaar wordt gemaakt.                                                         
    Allaah zegt in soerah Al-Ankaboet 29: 10:
    “En er zijn er onder de mensen, die zeggen: “Wij geloven in Allaah,” en als zij dan door                                          
    (te geloven in) Allaah gekweld worden, beschouwen zij de beproeving van de mensen als een 
    bestraffing van Allaah.” 9
    Dus diegene is niet geduldig in de moeilijkheden die hem overkomen, die hem sterk op de waarheid 
    zouden hebben gemaakt. Hij rent weg van zijn Dien en volgt de zaken die hem ervan af keren.                                      
    Hij doet dit, denkend dat hij veilig zal zijn. Hoe dan ook verlaat hij iets alleen om in iets dat nog 
    slechter is te vallen; zoals degene die bescherming probeert te zoeken tegen drijfzand                                    
    (hij tilt een voet van de grond om een andere erin te plaatsen). Hij beschouwt de beproevingen van 
    de mensen als bestraffing van Allaah. Maar kunnen de beproevingen van de mensen als de straf van 
    Allaah zijn?
    Als hij zijn Dien zou verlaten en ermee zou instemmen om met degenen te blijven die hem misleiden, 
    zal hij richting de bestraffing van Allaah neigen. Als hij echter geduldig zou zijn met de moeilijkheden 
    van de mensen en aan zijn Dien zou vast houden, zou deze pijn die hem raakt alleen tijdelijk zijn.                         
    Een uitweg zou dichtbij zijn en het eindresultaat goed. Hoe dan ook volgde diegene een 
    tegenovergestelde koers. Hij was niet geduldig met de moeilijkheden van de mensen en hun 
    beproevingen, maar volgde hen juist in ongehoorzaamheid aan Allaah. Hij volgde hen in datgene 
    waar zij hem naar opriepen, in termen van ongeloof in Allaah, dus ging hij richting de bestraffing van 
    Allaah. 
    Fitnah betekent een test; een beproeving. De gelovige en waarachtige die eenmaal getest wordt,                               
    zal onderscheiden worden van degene die niet stabiel en niet standvastig is.                                                              
    De waarachtige en gelovige die een goed begrip van zijn Dien heeft is tegenovergesteld aan degene 
    die bij de eerste beproeving die hem overkomt door elkaar geschud wordt.     
          
    Begrip van islaam verkrijgen zal helpen bij beproevingen
    ‘Fiqh’ betekent in de Arabische taal ‘begrip’ en in islamitische termen verwijst het naar de regels en 
    wetten van Allaah, de Meest Hoge, goed begrijpen. Deze regels zijn weer gegeven in het Boek van 
    Allaah en de soennah van Zijn Boodschapper.  Allaah heeft zowel de Qur’aan en de profetische 
    soennah (weg) als leiding neer gezonden naar de mensen. Er ligt leiding in hen en een uileg van alles 
    wat de dienaren in hun religie nodig hebben en wat hen tevredenheid schenkt in dit leven en in het 
    Hiernamaals. Allaah heeft alles in het Boek geplaatst wat de mensen nodig hebben.                                                        
    Het is voldoende, en het is de verduidelijking van de Boodschapper van Allaah.                                                 
    Allaah heeft in soerah An-Nahl 16: 44 gezegd:
    “Wij zonden hem duidelijke tekenen en de Zaboer. En Wij deden aan jou de Vermaning                                      
    (de Qur’aan) neerdalen om aan de mensen duidelijk te maken wat aan neer gezonden is.”
      
    Dus de Boodschapper  is een informant en een uitlegger van dit grote Boek.                                                            
    Het Boek en de soennah onderscheiden leiding van misleiding. In hen is een verduidelijking van de 
    goede paden en de slechte paden. Fiqh in de religie is begrip hebben van het Boek van Allaah en de 
    soennah van de Boodschapper van Allaah met betrekking tot de problemen die ons overkomen. 
    Het helpt ons ook door beproevingen heen, door ons ertoe in staat te laten zijn om van 
    moeilijkheden weg te blijven en het pad van de redding te kiezen. 10
    Allaah, de Verhevene, heeft bevolen dat iemand begrip van de religie dient te verkrijgen en heeft 
    degenen die niet begrijpen niet geprezen. In soerah At-Tawbah 9: 122 zegt Allaah, de meest Hoge:
    “Waarom rukt niet van elke groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) begrip verkrijgen 
    over de godsdienst, opdat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is terug gekeerd. 
    Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden.”
    Allaah beschreef de hypocrieten als degenen die geen begrip hebben, dat wil zeggen dat zij geen 
    kennis hebben van de regels van Allaah’s religie. Dit is omdat zij geen kennis vergaren en zij hebben 
    hier ook geen zorg voor. Hun gebrek aan zorg heeft ervoor gezorgd dat zij mensen zonder begrip zijn 
    geworden.      
    Rijkdom, kinderen en iemands echtgenote zijn allemaal beproevingen
    Beproevingen zijn er velen en zij zullen aan het einde der tijden vaker toenemen en vaker 
    verschijnen. Iedereen gaat in zijn leven door beproevingen heen, maar sommigen ervaren hen meer 
    dan anderen. Allaah heeft gezegd dat bezittingen en kinderen beproevingen zijn,                                                           
    in soerah At-Taghaaboen 64: 15 staat:
    “Voorwaar, jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving.                                                                       
    En bij Allaah is een geweldige beloning.”
    En in soerah Al-Munaafiqoen 63: 9:
    “O jullie die geloven, laat jullie bezittingen en jullie kinderen niet afleiden van het gedenken van 
    Allaah. En wie dat doen; zij zijn degenen die de verliezers zijn.”
    Dus rijkdom en kinderen zijn een beproeving. Degene die de voorkeur aan rijkdom, land, en familie
    geeft, en die hieraan de voorkeur geeft boven liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper,  dient 
    zich voor te bereiden op de ergste gevolgen, want Allaah zegt in soerah At-Tawbah 9: 24:
    “Zeg: “Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de 
    bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die 
    jullie behagen, jullie dierbaarder zijn dan Allaah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, 
    wacht dan tot Allaah met Zijn beschikking komt. En Allaah leidt het zwaar zondige volk niet.” 
    Dus rijkdom en kinderen zijn een beproeving en iemands echtgenote (of echtgenoot) kan ook een 
    beproeving zijn. In soerah At-Taghaaboen 64: 14 staat:11
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig.”
    Geef niet de voorkeur aan liefde voor hen boven liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper.                                          
    Geef niet de voorkeur aan gehoorzaamheid aan hen boven gehoorzaamheid aan Allaah en Zijn 
    Boodschapper.  Word niet in beslag genomen door hen tot het niveau dat het je afleidt van 
    datgene wat jou dichter bij Allaah brengt. Pas op, want Allaah zegt in soerah At-Taghaaboen 64: 14:
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig.”
    “Pas op voor hen” betekent niet dat je vijanden van hen wordt en van hen weg blijft en de band met 
    hen snijdt, maar eerder dat je moet op passen om niet met hen getest te worden.                                                     
    Het betekent dat je ervoor moet uitkijken dat je niet ook hun weg kiest in hun liefde die 
    tegenovergesteld is aan liefde voor Allaah en Zijn Boodschapper.  Je dient immers meer liefde 
    voor Allaah en Zijn Boodschapper  te hebben dan voor bezittingen en kinderen.                                                           
    Het resultaat hiervan zal zijn dat Allaah je rijkdom en je kinderen zal beschermen,                                               
    zoals Allaah in soerah At-Taghaaboen 64: 14-16 zegt:
    “O jullie die geloven, voorwaar, er zijn onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor 
    jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven,                                    
    dan is Allaah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig. Voorwaar, jullie bezittingen en jullie 
    kinderen zijn slechts een beproeving. En bij Allaah is een geweldige beloning. Vreest daarom Allaah 
    volgens jullie vermogen; en luistert en gehoorzaamt; en geeft bijdragen, het is beter voor jullie zelf. 
    En wie wordt behoed voor zijn eigen gierigheid; zij zijn degenen die de welslagenden zijn.”
    In deze situatie is het verplicht voor een moslim dat hij of zij Allaah vreest op de best mogelijke 
    manier en dat diegene liefde voor kinderen, rijkdom, echtgenoten niet boven liefde voor Allaah en 
    Zijn Boodschapper  verkiest. Als hij oprecht is in deze zaak dan zal Allaah het beschermen.   
    Het goede en slechte zijn een beproeving
    Allaah zegt in soerah Al-Anbiyaa 21: 35:
    “Iedere ziel zal de dood ervaren en Wij stellen jullie op de proef met het slechte en het goede,                                
    als een beproeving en tot Ons worden jullie teruggekeerd.”12
    De goede dingen zoals rijkdom, bezittingen, regen, overwinning, zijn zegeningen, evenals de slechte 
    dingen zoals droogte, honger en ziekte. Het zijn allemaal testen die iemand kunnen overkomen.                              
    De keuze om wel of niet te gehoorzamen is ook een beproeving. Gehoorzaamheid is bevolen en 
    ongehoorzaamheid is verboden. Iemand wordt ontmoet met daden van gehoorzaamheid zoals de 
    tijd van het gebed en aanbidding, maar als iets waar hij naar verlangt als een obstakel komt,                            
    zoals genotsmiddelen zoals eten en drinken, wat zal hij dan voorop plaatsen?                                                                 
    Dit is een test van Allaah. 
    Mensen zijn een beproeving voor elkaar
    Allaah zegt in soerah Al-Furqaan 25: 20:
    “En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt;                                                                       
    zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.”
    Allaah test de mensen met elkaar. De mu’min (ware gelovige) wordt getest met ongelovigen, 
    munaafiqien (huichelaars) en andere gelovigen. Allaah zegt in soerah Muhammad 47: 4:
    “En als Allaah het wil, dan vernietigt Hij hen zeker. Maar Hij wil een groep van jullie beproeven met 
    een andere groep.”
    Dus een moslimgelovige zal met zijn vijanden van onder de ongelovigen, munaafiqien (huichelaars) 
    en de gehoorzamen worden getest, dus zijn standvastigheid wordt zichtbaar via zijn da’wah,                                         
    het goede bevelen en slechte verbieden en zijn streven op Allaah’s Pad, of hij geeft op zonder moeite 
    gedaan te hebben. Als hij tot de eerste categorie behoort die oproept tot Allaah en die het goede 
    beveelt en het slechte verbiedt en strijdt voor de Zaak van Allaah, zal hij op goedheid zijn en 
    succesvol in zijn test. Maar als hij tot de tweede categorie behoort en de mensen niet oproept tot 
    Allaah, noch het goede beveelt en het slechte verbiedt, noch strijdt op het Pad van Allaah en hij geeft 
    op terwijl hij vasthoudt aan comfort, dan heeft hij de test verloren.                                                                                                
    Dit is de betekenis van soerah Al-Furqaan 25: 20:
    “En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt;                                                                
    zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.”
    Een rijk persoon zal ook met een arme worden getest, zoals in soerah Al-An’aam 6: 53 staat:
    “En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen:                                      
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?” Is het niet Allaah Die de dankbaren het beste 
    kent?”13
    De ongelovigen kunnen arme moslims vernederen en zeggen: “Zijn zij degenen waar Allaah de 
    voorkeur aan heeft gegeven boven ons? Zij zijn arm, bezitten niets, hoe kunnen zij geleid zijn en wij 
    misleid? Wij zijn de mensen van veel rijkdom, status en autoriteit. Wij nemen beslissingen terwijl zij 
    arm zijn.” Zij veronderstellen daarom dat zij beter zijn dan hen en zeggen in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?”
    Allaah antwoordt hen in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “Is het niet Allaah Die de dankbaren het beste kent?”
    Allaah kijkt niet naar jullie uiterlijk of bezittingen, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden.                                      
    De arme, dankbare gelovige in Allaah; degene die streeft naar het goede, is de vriend van Allaah.                           
    Wat de arrogante betreft en degene die de waarheid negeert en die verblind is door zijn rijkdom, 
    zichzelf en zijn status; hij is niets waard bij Allaah, zelfs al ziet hij zichzelf als iets groots.                                               
    Het vers in soerah Al-An’aam 6: 53 betekent dat de ongelovigen verbaasd zijn dat deze arme, 
    behoeftige mensen leiding hebben ontvangen in plaats van zij zelf, terwijl zij beweren meer 
    gerespecteerd en groter dan hen te zijn. Dit is volgens hun uiterlijk en vanwege hun oordeel 
    gebaseerd op rijkdom en status, niet de staat van iemands hart en daden.                                                                          
    Het oordeel van Allaah is hoe dan ook gebaseerd op het kijken naar iemands hart en daden,                                        
    zoals de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Waarlijk, Allaah kijkt niet naar jullie uiterlijk of bezit, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden.”                                                                                                                                                                                 
    Sahieh Muslim, kietaab al-birr wa sila wal adab (goedheid, bloedband en manieren) nr. 6489
    Allaah geeft rijkdom zowel aan degenen waar Hij van houdt als aan degenen waar Hij niet van houdt, 
    maar Hij geeft de leiding van islaam aan degenen waar Hij van houdt.                                                                       
    Allaah zegt in soerah Al-An’aam 6: 53:
    “En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen:                                      
    “Zijn zij het dan, die Allaah van ons begunstigt?” 
    In groeperingen verdelen en verschillen en sektes zijn beproevingen
    Tot de grootste beproevingen behoren die van splitten en met elkaar verschillen en het verschijnen 
    van sektes en groeperingen. Dit is iets waar de Boodschapper  over sprak.                                                              
    Iemaam Ahmad en de ulamaa van de boeken van hadieth (zoals Sunan Abu Daawuud, Sunan Ibn 
    Maadjah en Sunan At-Tirmidhie) hebben de hadieth van ‘Irbaad ibn Saariyah  overgeleverd 
    waarin ‘Abdur-Rahmaan ibn ‘Amr as-Sulaamie en Hudjr ibn Hudjr  beiden zeiden:14
    “Wij kwamen naar ‘Irbaad ibn Saariyah. Wij groetten hem en zeiden:                                                                    
    “Wij kwamen naar jou als bezoekers, bezoekers van de zieken en om voordeel te hebben van jouw 
    kennis.” ‘Irbaad zei: “De Profeet  leidde ons op een dag in gebed en na het beëindigen van het 
    gebed keerde hij zich naar ons. Hij gaf ons toen een toespraak waardoor de ogen overstroomden 
    met tranen en de harten werden bewogen. Dus een van ons zei: “O Boodschapper van Allaah,                                     
    het is alsof dit een afscheidsceremonie is, dus waar adviseert u ons mee?” Hij zei:                                                               
    “Ik adviseer jullie met taqwaa’ voor Allaah en om te horen en te gehoorzamen (aan jullie leiders), 
    zelfs als het een Ethiopische slaaf is. Want degenen die na mij zullen leven, zullen veel verschillen 
    zien. Dus volg mijn soennah en de soennah van de rechtgeleide khaliefa’s na mij.                                                               
    Houd vast en bijt erin met de kiezen en wees gewaarschuwd voor de nieuwe toegevoegde zaken, 
    want waarlijk, iedere nieuw geïntroduceerde zaak is een bid’ah (vernieuwing/ toevoeging)                                 
    en iedere bid’ah is een misleiding.”                                                                                                                                                      
    Sahieh Sunan Abu Daawuud (nr. 4607) ‘Baab fi luzoom as-sunnah’; Sunan At-Tirmidhie (2676),                                     
    ‘Baab ma djaa fil akhdh bis-sunnah wa idjtinaab al-bid’ah’; Sunan Ibn Maadjah (43, 44)                                           
    ‘Al-Muqaddimah’
    “Horen en gehoorzamen” verwijst naar de leiders van de moslims. Verzamelen onder de gelovige 
    leiders leidt naar eenheid en kracht en het leidt naar toename van vrees bij de vijand voor de 
    moslimnatie. Het betekent dat de moslims een leider niet dienen te verachten, ongeacht waar hij 
    vandaan komt, zolang hij beveelt met de gehoorzaamheid aan Allaah. Met de uitspraak:                                  
    “Degenen die na mij zullen leven, zullen veel verschillen zien” laat de Profeet  ons zien dat 
    verschillen zullen verschijnen tussen de moslims en hij sprak niet vanuit verlangens.                                                                
    Wat hij noemde zal vroeg of laat plaats vinden. Hij zij niet alleen “zullen verschillen zien”, maar hij zei: 
    “zullen VEEL verschillen zien.” Toen toonde de Profeet  aan waar succes ligt bij dit kwaad van 
    verschillen door te zeggen:   
    “Dus volg mijn soennah en de soennah van de rechtgeleide khaliefa’s na mij.                                                               
    Houd vast en bijt erin met de kiezen en wees gewaarschuwd voor de nieuwe toegevoegde zaken, 
    want waarlijk, iedere nieuw geïntroduceerde zaak is een bid’ah (vernieuwing/ toevoeging)                                      
    en iedere bid’ah is een misleiding.”     
    Dit is hoe de Profeet  aantoonde dat verschillen zullen verschijnen, of in meningen,                                                      
    of in gedachten, scholen van denkwijzen, groepen of sektes. Dus hij adviseerde dat men dient vast te 
    houden aan het Boek van Allaah en de soennah van Zijn Boodschapper  en dat waar zijn 
    rechtgeleide khaliefen op waren, want dat is de garantie voor succes voor degene die ernaar handelt.                                                                  
    Wat degene betreft wiens handen slippen van vasthouden aan de soennah van de Boodschapper 
    en de weg van de rechtgeleide khaliefen, hij zal verloren gaan tussen deze verschillende sektes.                                
    De Profeet  zei in zijn toespraken: 15
    “Waarlijk, de beste toespraak is het Boek van Allaah en de beste leiding is de leiding van de 
    Boodschapper van Allaah  en het ergste van zaken zijn de nieuw toegevoegde zaken,                                      
    want iedere bid’ah is misleiding, dus volg de djamaa’ah, want de Hand van Allaah is over de 
    djamaa’ah. Degene die zich naar extremisme keert zal gestraft worden in het vuur.”                                                                                                                                                                                 
    Gelijkwaardige woorden worden gevonden in: Sahieh Sunan At-Tirmidhie nr. 2166/ 2167.                               
    Kietaab al-fitan
    De Profeet  toonde de redenen van redding in tijden van beproevingen; vasthouden aan het 
    Boek van Allaah en de soennah van de Boodschapper van Allaah  en waarschuwen tegen nieuwe, 
    toegevoegde zaken. Hij zei ook: “Volg de djamaa’ah” want dit is ook een reden voor succes. 
    Wanneer splitten en verschillen verschijnen en verschillende groeperingen verschijnen,                                         
    dient de moslim zich vast te houden aan de djamaa’ah van de moslims; de groep die de manhadj van 
    Rasuulullaah  bewandelt en niet van de mensen van bid’ah en eigen meningen, zelfs al geven zij 
    zichzelf misleidende namen.  Ware gelovigen zijn niet verdeeld want zij volgen het advies van de 
    Profeet  “Dus volg de djamaa’ah.” De groep van moslims die hier beschreven wordt zijn dezelfde 
    als degenen waar naar verwezen wordt in de uitspraak van de Profeet: 
    “De joden splitten in eenenzeventig sektes, de christenen in tweeënzeventig sektes                                                                     
    en mijn ummah zal in drieënzeventig sektes splitten. Allen zullen in het vuur zijn, behalve een.”                                                                     
    Zij zeiden: “Welke is het, O Boodschapper van Allaah?”                                                                                                     
    Hij zei: “Die waar ik en mijn volgelingen op zijn.”                                                                                                                                                                                                                                        
    Hadieth hasan vanwege verschillende overleveringen. Zie: Sahieh Sunan At-Tirmidhie nr. 2640, 2641. 
    ‘Baab ma djaa fee iftiraaq hadhihil-ummah.’
    De djamaa’ah is dat waar de Profeet  en zijn metgezellen op waren, zelfs als de volgelingen 
    weinig zijn, want het is geen voorwaarde dat de djamaa’ah groot in aantal is,                                                                    
    maar eerder dat het vasthoudt  aan de waarheid.  Allaah zegt in soerah Al-An’aam 6: 116:
    “En als jij de meesten van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg 
    van Allaah. Zij volgen slechts een vermoeden en zij vertellen slechts verzinsels.”
    Zolang zij meningen en conclusies volgen zullen zij misleid zijn van het pad van Allaah,                                                 
    zelfs als zij honderden of duizenden zijn, of zelfs miljoenen. Degene die op de waarheid is,                                 
    is de djamaa’ah, en dit is de veilige en beschermde groep. Dit is zelfs het geval als hij een persoon op 
    zichzelf is of als hij slechts een paar volgelingen heeft. Zij zijn de ‘Ahl us soennah wal djamaa’ah.”                                         
    ‘Abdullaah ibn Mas’ud  zei:
    “De djamaa’ah is datgene wat volgens de gehoorzaamheid aan Allaah is, zelfs als jij alleen bent.”                   
    ‘Al-Laalikaa’ie’ (nr. 160), Ibnul Qayyum van ‘I’laam al-Muwa

    03-02-2012 om 08:09 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gunst van du’aa en dhikrullaah
    EEN VERTALING VAN:
    ‘THE EXCELLENCE OF SUPPLICATION TO ALLAAH & CONSTANTLY REMEMBERING HIM’

    The revered scholar & shaikh Saaleh Al-Fawzaan
    Vertaald door Um Sadjaad
    De gunst van du’aa en dhikrullaah
    Alle lof is aan Allaah, vanwege Zijn zegeningen en gunsten. Hij heeft ons bevolen om Hem te 
    herdenken en Hem met vrees voor Hem en hoop op Hem te smeken.                                                                     
    Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allaah alleen,                                           
    Hij heeft geen partner in Zijn Heerschappij, in Zijn Aanbidding en in Zijn Namen en Eigenschappen.                   
    En ik getuig dat Muhammad  Zijn dienaar en Boodschapper is; de beste van Zijn oprechte, 
    intieme en nabije vrienden. Moge de overvloedige begroetingen van vrede en zegeningen met hem 
    zijn, met zijn familie, met zijn metgezellen en met al degenen die oprechte genegenheid en 
    verbintenis met hem hebben. 
    Om te beginnen:
    (Deze vertaling is genomen van ‘Al-Khutaab al-Minbariyyah fil-Munaasibaatil-‘Asriyyah’                                               
    van shaikh Saalih Al-Fawzaan,  moge Allaah hem behouden.                                                                         2
    Alle voetnoten zijn toegevoegd door de vertaler (van het Arabisch naar het Engels; Abu Khadeejah 
    ‘Abdul-Waahid Ibn Saalih) om de lezer te steunen in het begrijpen van deze voortreffelijke 
    verhandeling.)  
    O mensen! Heb taqwaa’ * voor Allaah, de Meest Hoge, en weet dat Allaah, de Meest Perfecte,                  
    jullie heeft bevolen om Hem te herdenken en te smeken. Hij, de Meest Perfecte zei:
    “O jullie die geloven, gedenk Allaah veelvuldig!”                                                                                                                         
    (soerah Al-Ahzaab 33: 41)
    *Ibn Abie Shaibah overlevert in zijn ‘Kietaabul-Iemaan’ (nr. 99) dat de Taabi’ie (een opvolger van de 
    Metgezellen), Talq bin Habieb  werd gevraagd om taqwaa’ de definiëren, dus zei hij:
    “Taqwaa’ betekent handelen in gehoorzaamheid aan Allaah, hopend op Zijn genade op een licht van 
    Hem en taqwaa’ is het verlaten van daden van ongehoorzaamheid aan Allaah,                                                                    
    vanuit vrees voor Hem, op een licht van Hem.”                                                                                                                                         
    Sahieh verklaard door de nobele hadiethgeleerde Al-Albaanie
    “En prijst Zijn glorie in de ochtend en in de avond.”                                                                                                               
    (soerah Al-Ahzaab 33: 42)
    En Hij, de Meest Perfecte zei:
    “En jullie Heer zei: “Roep Mij aan, ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn 
    om Mij te Dienen zullen de Hel binnengaan als vernederden.”                                                                            
    (soerah Ghaafir 40: 60)
    En Hij, de Meest Perfecte zei:
    “En  wanneer Mijn dienaren jou (O Muhammad) vragen stellen over Mij:                                             
    voorwaar, Ik ben nabij, Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt. 
    Laten zij aan Mij gehoor geven en in Mij geloven. Hopelijk zullen zij de juiste Leiding volgen.”                                                                                                                                                                              
    (soerah Al-Baqarah 2: 186)
    O dienaar van Allaah! De herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en de Meest Hoge,                                          
    wordt op de tong verricht door Zijn Perfectie te loven (‘Tasbieh’  is ‘SubhaanAllaah’ te zeggen;                                    
    Allaah is de Meest Perfecte en ver verheven boven alle imperfectie) en door Hem te prijzen,
    (‘Tahmied’  is  ‘Alhamdulillaah’ te zeggen; alle lof is aan Allaah) door Zijn grootsheid te noemen                                   3
    (‘Takbier’ is  ‘Allaahu Akbar’ zeggen; Allaah is groter) en door de Qur’aan te reciteren.                                           
    En het herdenken van Allaah wordt in het hart verricht door vrees, hoop en eerbiedig ontzag voor 
    Hem en anderen daden van het hart zoals verlangen naar Hem, vrees voor Hem en toevlucht en 
    bescherming zoeken bij Hem, de Meest Perfecte en de Meest Hoge.
    En herdenking (‘dhikr’) van Hem wordt uiterlijk met de ledematen verricht door de gebeden te 
    verrichten, het vasten, de hadj en de ‘umrah te verrichten en djihaad en andere van de verschillende 
    soorten gehoorzaamheid. Dus iedere aanbidding; zowel de  uitspraak op de tong of daad van de 
    ledematen of in het hart, wordt als herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge 
    beschouwd.   
    De herdenking van Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, bevat grote en immense voordelen voor de 
    dienaar, de grootste van hen is dat degene die Allaah herdenkt door Allaah, de Meest Perfecte en 
    Meest Hoge, wordt herdacht. 
    “Gedenk Mij daarom, dan zal Ik jullie gedenken…”                                                                                                                                
    (soerah Al-Baqarah 2: 152)
    En in de hadieth qudsie* heeft Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, gezegd:
    “Degene de Mij in zichzelf herdenkt, zal Ik in Mijzelf herdenken. En degene de Mij in het gezelschap 
    van mensen herdenkt, Ik zal hem in een gezelschap beter dan hen herdenken.”                                                      
    (de engelen bedoelend)                                                                                                                                                                                    
    Sahieh verklaard door Shaikh Al-Albaanie. Zie: ‘Sahiehul-Djaamie’ (4337), ‘As-Silsilatus-Sahiehah’
    (2012)
    *‘Hadieth qudsie’ is een hadieth of uitspraak welke door Allaahs Boodschapper  is overgeleverd 
    van Zijn Heer in woorden en betekenis. Het is een categorie van de soennah met een bijzonder 
    onderscheid dat het is toegeschreven aan Allaah. Dus Allaah sprak ermee en openbaarde het aan de 
    Boodschapper  zodat hij het aan de mensen zou duidelijk maken als een uitspraak van Allaah                                          
    en het wordt niet als een deel van de Qur’aan beschouwd. Wat de rest van de ahaadieth betreft 
    (uitzonderlijk bekend als ‘al-hadieth an-nabawie’), hun bewoordingen zijn de spraak van de 
    Boodschapper  en hun betekenissen zijn van Allaah, de Meest Hoge.                                                                       
    Daarom wordt de soennah of de Profetische traditie in haar totaliteit als openbaring beschouwd van 
    Allaah, de Meest Hoge. De Machtige en Majestueuze heeft gezegd:
    “En hij spreekt niet uit begeerte. Het is niets anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard 
    is.”                                                                                                                                                                              
    (soerah An-Nadjm 53: 3-4)    
    (Verwijs naar ‘Duruus min  al-Qur’aanul-Kariem was-Sunnah al-Mutahharah’                                                                      
    van shaikh Al-Fawzaan, moge Allaah hem behouden.)4
    De herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, ontmoedigt de shaytaan                        
    en laat hem afstand van degene die het verricht nemen. De shaytaan is als een wolf tegenover de 
    mensheid, dus wanneer iemand Allaah herdenkt, keert Hij hem van hem weg.                                                   
    Vanwege deze reden beschrijft Allaah shaytaan als de ‘waswaasun khannaas’; de fluisteraar die zich 
    terugtrekt. Shaytaan is een ‘fluisteraar’ wanneer de dienaar nalatig is met de dhikr van zijn Heer.                                                                   
    Hij komt dichtbij hem, (slechte gedachten) bij hem influisterend. En hij is een ‘terugtrekker’ die 
    afstand van de dienaar neemt zodra de dienaar zijn Heer herdenkt.                                                                                          
    Dus er is geen redding van de zoon (of dochter) van Aadam van de gezworen vijand shaytaan, 
    behalve door middel van dhikrullaah. ‘Abdullaah Ibn ‘Abbaas  zei:
    “De shaytaan is neergestreken op het hart van de zoon van Aadam, dus wanneer hij niet oplet                             
    en nalatig is, fluistert de shaytaan hem in. En wanneer hij dhikr verricht van Allaah, de Meest Hoge,                           
    trekt hij zich terug.”                                                                                                                                                           
    Al-Bukhaarie van de hadieth van Ibn ‘Abbaas (8/570) in ta’lieq vorm  
    En Ibnul-Qayyim, rahimahullaah, zei:
    “Hij ‘trekt zich terug’ betekent: afzien van, verlaten en hij wordt moedeloos, terneer geslagen.”                        
    Zie: ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah, p. 74, 
    uitgegeven door Daar Ibnul-Djawzie
    Waarlijk, dhikr is een ontoegankelijk fort waarmee een moslim zichzelf tegen shaytaan beschermt. 
    Allaah’s Boodschapper  heeft gezegd:
    “Ik beveel jullie met de dhikr (herdenking) van Allaah, want waarlijk, de vergelijking ervan is als de 
    vergelijking van een man die op zijn hielen door de vijand wordt achtervolgd,                                                                    
    totdat hij een ondoordringbaar fort bereikt waardoor hij zichzelf van hen bevrijdt.                                                             
    Soortgelijk kan de dienaar zichzelf niet tegen de shaytaan beschermen,                                                                
    behalve door de dhikrullaah.”                                                                                                                                                                                           
    ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah, p. 74
    Door de herdenking van Allaah, de Meest Hoge, wordt de rust en tevredenheid van de harten 
    verkregen. Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, heeft gezegd:
    “(Zij zijn) degenen die gelovigen zijn en wiens harten tot rust komen door het gedenken van Allaah. 
    Weet: door het gedenken van Allaah komen de harten tot rust.”                                                             
    (soerah Ar-Ra’d 13: 28)
    Door de herdenking van Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, verkrijgt de dienaar eerbied                             
    en vrees voor Allaah. Allaah, de Meest Perfecte, heeft gezegd:5
    “Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen wiens harten sidderen wanneer Allaah genoemd 
    wordt en wanneer Zijn verzen aan hen worden voorgedragen:                                                                                  
    hun geloof neemt dan toe en op hun Heer hebben zij hun vertrouwen gesteld.”                                                                                                                   
    (soerah Al-Anfaal 8: 2)
    Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, herdenken is makkelijk voor de moslimdienaar;                                  
    hij kan Allaah herdenken in iedere staat waarin hij zichzelf bevindt.                                                                                     
    De Profeet  maakte dhikrullaah op ieder moment en in iedere conditie en hij was nooit nalatig 
    wat de dhikrullaah betreft. Aa’ishah  heeft gezegd:
    “Allaah’s Boodschapper  maakte ieder moment dhikr van Allaah, de Meest Hoge.”                                
    Overgeleverd door Muslim (373), At-Tirmidhie (3381). ‘Sahiehul-Djaamie’ van Al-Albaanie (4943)                              
    en ‘Sahieh Sunan Abie Daawuud’ (15)
    De hadieth maakt geen uitzondering met betrekking tot zijn staat, dus dat duidt erop dat hij Allaah
    herdacht in een staat van rituele reinheid of rituele onreinheid. Het is door geen een metgezel 
    overgeleverd dat hij dhikrullaah verrichtte wanneer hij zijn behoefte deed.                                                                   
    Het is hoe dan ook authentiek overgeleverd dat hij zijn gemeenschap opdroeg om een bepaalde 
    dhikr voor en na het bezoeken van het toilet te verrichten. Soortgelijk droeg hij zijn gemeenschap op 
    om een specifieke dhikr te verrichten bij het benaderen van de echtgenote voor seksuele 
    gemeenschap.                                                                                                                                                                                      
    Zie: ‘Sahieh Al-Waabilis-Sayyib minal-Kalaamit-Tayyib’ van Ibn Qayyim Al-Djawziyyah                                        
    (p.128. Uitgegeven door Daar Ibnul-Djawzie)
    “Degenen die Allaah gedenken terwijl zij staan en zitten en op hun zij liggen…”                                                                
    (soerah Aal-‘Imraan 3: 191)  
    “En als jullie dan de salaah hebben verricht, gedenk dan Allaah, staand en zittend en liggend.”                                 
    (soerah An-Nisaa’ 4: 103)
    Dus het is gewenst dat de dienaar Allaah altijd en voortdurend gedenkt; in zijn huis, in de moskee,                       
    in zijn winkel, in zijn kantoor, in de straat, en dat hij Allaah staand, zittend en liggend gedenkt,                         
    en dit alles is niet moeilijk of zwaar voor hem en het brengt hem dichterbij zijn Heer,                                                      
    de Meest Perfecte en Meest Hoge. Vanwege dit zullen voor een dergelijk persoon bomen in het 
    Paradijs geplant worden en huizen zullen voor hem worden gebouwd, zoals authentiek is 
    overgeleverd door de Profeet.  De Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:6
    “Voor degene die ‘SubhaanAllaah wa bihamdihi’* zegt, zal een dadelpalmboom in het Paradijs 
    worden geplant.”                                                                                                                                                                                                       
    * Dat betekent: ‘Allaah is de Meest Perfecte, ver verwijderd is Hij van al het onperfecte                                                 
    en alle lof is aan Hem.’                                                                                                                                                                                                
    Een hasan hadieth overgeleverd door At-Tirmidhie (3460, 3461), Ibn Hibbaan (2335).                                            
    Al-Mundhirie zei in ‘At-Targhieb wat-Tarhieb’: ‘Overgeleverd door Al-Bazzaar met een djayyid 
    (goede) overleveringsketen.’ Zie: ‘Sahieh At-Tirmidhie’ van shaikh Al-Albaanie (3711, 3712)                                        
    En hij  zei ook:
    “De zonden van degene die honderd keer per dag ‘SubhaanAllaah wa bihamdihi’ zegt                                          
    zullen vergeven worden, zelfs al waren zij (zoveel) als het schuim van de zee.”                                                                                        
    Zie: Al-Albaanie’s ‘Sahieh Al-Kalim At-Tayib’ van Ibn Taymiyyah, p.7, p.25
    En Hij, de Meest Hoge zei:
    “En gehoorzaam niet degene wiens hart Wij Onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen                             
    en (die) zijn begeerten volgt; en hij is in overtreding in zijn zaak.”                                                                                              
    (soerah Al-Kahf 18: 28)
    Dus het hart van degene die het herdenken van Allaah achterwege laat zal sterven.                                                
    Allaah’s Boodschapper  heeft gezegd:
    “De vergelijking van degene die Allaah herdenkt en degene die Allaah niet herdenkt,                                            
    is als de vergelijking van de levende en de dode.”                                                                                                                            
    Verzameld door Al-Bukhaarie (11, 175, 176), Muslim (779) overgeleverd door Abu Musaa al-Ash’arie
    Dus vrees Allaah, O dienaar van Allaah en wees veelvoudig in de dhikr van Allaah,                                                          
    de Machtige en Verhevene.  
    Aanroepen en smeken
    Du’aa; het aanroepen en smeken is aanbidding, zoals Allaah, de Verhevene en Meest Hoge,                                                                                                
    heeft gezegd:
    “En jullie Heer zei: “Roep Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn 
    om Mij te dienen zullen als vernederden de Hel binnen gaan.”                                                                              
    (soerah Ghaafir 40: 60) 7
    Degene die minachtend tegenover het smeken van Allaah is, zal tot de bewoners van de Hel behoren 
    en degene die Allaah herdenkt, zal door Allaah beantwoord worden en hij zal tot de bewoners van 
    het Paradijs behoren. De Profeet  zei:
    “Du’aa (smeken) is aanbidding.”                                                                                                                                              
    Ahmad (4/ 267), Abu Daawuud (1479), At-Tirmidhie (2969). Ibn Hibbaan (3/ 172),                                                   
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (3407)
    Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, houdt ervan dat Zijn dienaren Hem aanroepen                                               
    en Hem smeken om hun behoeften en Hij wordt boos op degenen die Hem niet aanroepen                                       
    en smeken en dat is omdat Hij, de Meest Perfecte en Meest Hoge, Vrijgevig is, Gul, Royaal, Schenker 
    van rahmah. Hij houdt ervan als Zijn dienaren Hem aanroepen zodat Hij ze kan beantwoorden,                                    
    hen rahmah, vriendelijkheid en vrijgevigheid kan tonen en dit behoort allemaal tot Zijn Perfectheid.
    Du’aa (smeekgebed) bestaat uit twee soorten; het smeken als vorm van aanbidding                                                
    (‘du’aa ‘ibaadah’) en dat is het prijzen en verheerlijken van Allaah, de Meest Perfecte en Meest 
    Hoge. En de tweede soort is het smeken vanuit een verzoek (‘du’aa mas’alah’) en dat is het smeken 
    van Allaah om iemands behoefte te vervullen. En deze twee soorten worden samen genoemd in 
    soeratul-Faatihah, dus het eerste deel ervan bevat lof en verheerlijking van Allaah en dat is de ‘du’aa 
    van aanbidding.’ En het laatste deel ervan bevat verzoek aan Allaah, Allaah smekend om leiding naar 
    het Rechte Pad en bescherming tegen het pad van degenen die dwalend zijn en degenen waar Allaah 
    boos op is en dat is de ‘du’aa van verzoek.’* 
    *Het eerste deel van soerah Al-Faatihah dat de ‘du’aa ‘ibaadah’ bevat is:                                                                                
    “Alle lof zij Allaah, de Heer der Werelden. De Erbarmer, de Meest Barmhartige.                                                                    
    De Heerser op de Dag des Oordeels. U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.”                                                                                                                         
    (soerah Al-Faatihah 1: 2-5)    
    Het tweede deel van soerah Al-Faatihah dat de ‘du’aa mas’alah’ bevat is:                                                                     
    “Leid ons op het rechte Pad. Het Pad van degenen aan wie U gunsten hebt geschonken,                                     
    niet van degenen op wie de woede rust en niet van de dwalenden.” 
    Dus wees veelvuldig in de herdenking van jouw Heer. Allaah, de Verhevene en Meest Hoge,                                    
    daalt in iedere nacht neer naar de lucht van de wereld, in het laatste deel van de nacht, zeggende:
    “Is daar iemand die smeekt, zodat Ik hem kan schenken? Is daar iemand die roept, zodat Ik hem 
    kan antwoorden? Is daar iemand die om vergeving vraagt, zodat Ik hem kan vergeven?”                                           
    Verzameld door Al-Bukhaarie in ‘Kietaabut-Tawhied’ en Muslim                                                             8
    Dus grijp deze momenten en roep jouw Heer aan, nederig zijnde tegenover Hem. 
    *De Boodschapper van Allaah  heeft verschillende situaties genoemd waarin de du’aa wordt 
    geaccepteerd, hiertoe behoren:
    “Een du’aa die tussen de adhaan en de ‘iqaamah wordt gemaakt is niet geweigerd.”                                            
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Al-Irwaa’ (nr. 244)  
    Hij  zei:
    “Er zijn drie smeekgebeden die beantwoord zijn en er is geen twijfel hierover;                                                               
    de du’aa van de ouder, de du’aa van de reiziger en de du’aa van de onderdrukte.”                                                                                                
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (nr. 3030) 
    En hij  zei:
    “Zorg dat jullie smeekgebeden worden beantwoord wanneer de legers elkaar ontmoeten,                                   
    wanneer de ‘iqaamah wordt verricht en wanneer regen neer daalt.”                                                                                              
    Ash-Shaafi’ie in ‘Al-Umm’ (1/ 420). Sahieh verklaard door shaikh Al-Albaanie in ‘As-Sahiehah’                                       
    (nr. 1469)
    Hij  zei ook:
    “Wanneer je in sudjuud bent, verricht dan veel smeekgebeden, want je bent het waard om 
    beantwoord te worden.”                                                                                                                                                                                                          
    Verzameld door Muslim (nr. 1074) overgeleverd door Ibn ‘Abbaas
    Dus vrees Allaah, O dienaar van Allaah! En smeek Hem veelvoudig en herdenk Hem veelvoudig                                 
    zodat je een connectie met jouw Heer, de Verhevene en Meest Hoge, hebt                                                                                 
    en smeek Hem om jouw behoeften te voorzien en hierdoor zal je in deze wereld verkrijgen wat je 
    zocht en in het Hiernamaals. Dus zeer zeker kun je niet zonder Allaah en het herdenken en smeken 
    van Hem. Je kunt zelfs niet zonder Hem voor een moment (zo kort) als een knipoog.
    Vrees Allaah, O dienaar van Allaah! Verricht veel dhikr en du’aa en verzoek Allaah hartstochtelijk                       
    en dringend, zodat Allaah, de Meest Perfecte en Meest Hoge, jou zal beantwoorden en jou je zonden 
    zal vergeven en jou met goede voorziening zal voorzien en jij zal tot de gelukkigen gaan behoren                                                                  
    en niet tot degenen die verzuimen:
    “En herdenk jouw Heer met jouw tong en binnen in jou zelf, nederig en met vrees,                                          
    zonder luidruchtigheid van woorden in de ochtenden en de avonden en behoor niet tot degenen 9
    die verzuimen.”                                                                                                                                                                                 
    (soerah Al-A’raaf 7: 205)
    “Voorwaar, degenen (de engelen) die bij jouw Heer zijn, zijn nooit te trots om daden van 
    aanbidding te verrichten voor Hem, maar zij prijzen Zijn Glorie en werpen zich voor Hem neer.”                                                    
    (soerah Al-A’raaf 7: 206)
    Moge Allaah zegeningen schenken aan zowel mij als jullie zelf met de edele Qur’aan.
    Redenen waarom smeekgebeden wel of niet worden geaccepteerd
    O mensen! Heb taqwaa’ voor Allaah, de Meest Perfecte en Meest hoge, en weet dat er redenen zijn 
    waarom smeekgebeden worden geaccepteerd en redenen waarom ze niet worden geaccepteerd.                         
    En de grootste reden waarom smeekgebeden worden geaccepteerd is het tonen van 
    gehoorzaamheid aan Allaah, de Verhevene en Meest Hoge, en de aanwezigheid van een ontvankelijk 
    (vlug reagerend) hart. De Profeet  heeft gezegd:
    “De du’aa van ieder van jullie zal beantwoord worden, zolang zij niet haastig zijn,                                                               
    alsof hij wou gaan zeggen: “Ik verrichtte du’aa maar werd niet beantwoord.”                                                                                                       
    Verzameld door Al-Bukhaarie (nr. 6340) en Muslim (6869) en overgeleverd door Abu Hurairah
    Allaah heeft gezegd:
    “En wanneer Mijn dienaren jou (O Muhammad  ) vragen stellen over Mij;                                                           
    voorwaar Ik ben nabij. Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt. 
    Laten zij aan Mij gehoor geven en in Mij geloven. Hopelijk zullen zij de juiste leiding volgen.”                                                                             
    (soerah Al-Baqarah 2: 186)
    Wat de du’aa betreft van het hart dat nalatig en onaandachtig is, deze wordt niet beantwoord,                                
    zoals is overgeleverd in de overleveringen van de Profeet.                                                                                               
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Verricht du’aa tot Allaah terwijl je zeker bent van een antwoord. En weet dat Allaah niet 
    antwoordt op een du’aa die afkomstig is van een nalatig en afwezig hart.”                                                                                                                                              
    Verzameld door At-Tirmidhie (3545). Zie: ‘Sahiehul-Djaamie’ (245), ‘As-Silsilatus-Sahiehah’ (596)                            
    en ‘Sahieh At-Tirmidhie’ (3725)10
    Verder behoort halaal voedsel (dus dat iemands verdiende geld uit werk komt dat halaal is) tot de 
    redenen waarom smeekgebeden worden geaccepteerd en haraam voedsel (of haraam inkomsten) 
    tot de redenen waarom smeekgebeden worden geweigerd, zoals blijkt uit de hadieth over degene 
    die op reis was, met bevuilde kleding hief hij zijn handen naar de hemel op, zeggende:                                                      
    “O mijn Heer, O mijn Heer!” terwijl zijn voedsel haraam is, zijn kleding haraam is, dus hoe kan hij 
    verwachten dat zijn du’aa beantwoord zal worden?                                                                                                                  
    De hadieth is verzameld door Muslim (1015) en overgeleverd door Abu Hurairah, At-Tirmidhie 
    (2992), Al-Musnad (2/ 328), Ad-Daarimie in ‘Ar-Riqaaq’ (2720)
    Zondigen en in overtreding gaan behoort ook tot een van de barrières waardoor smeekgebeden niet 
    worden geaccepteerd wanneer men du’aa verricht. Allaah, de Meest Perfecte heeft gezegd:
    “Roep jullie Heer in nederigheid en met zachtheid aan. Hij houdt niet van overtreders.”                                       
    (soerah Al-A’raaf 7: 55) 
    Tot de betekenis van ‘overtreding’ onder het du’aa maken, behoort het verheffen van de stem,                            
    op een manier dat men ernaar verlangt om gehoord te worden of gezien te worden                                                       
    (door de mensen), om deze reden zegt Allaah: “en met zachtheid.” (of: “in het verborgene.”)
    Het verheffen van de stem bij het verrichten van du’aa kan ook andere dichtbij zijnde mensen die 
    daden van aanbidding verrichten storen, die bijvoorbeeld Qur’aan reciteren of die met du’aa bezig 
    zijn. Dus iemand dient zijn stem niet verheffen wanneer hij du’aa maakt of wanneer hij om vergeving 
    smeekt of dhikrullaah verricht. De stem dient alleen verheven te worden tot het niveau dat diegene 
    zichzelf kan horen. 
    Tot de overtredingen bij het verrichten van du’aa behoren ook vernieuwingen. (in het Arabisch 
    ‘bid’ah’ genoemd) Een vernieuwing is iedere daad, uitspraak of geloof, zowel zichtbaar als verborgen, 
    waarmee iemand Allaah’s nabijheid zoekt, die niet door Allaah en Zijn Boodschapper  is 
    voorgeschreven. (Zie: ‘Bid’ah, the unique nature of the perfection found in islaam and the grave 
    danger of innovation into it.’ van shaikh Ibn ‘Uthaymien.)
    Allaah’s Boodschapper heeft gezegd:
    “Waarlijk, degene onder jullie die na mij zal leven zal een grote hoeveelheid verschillen zien,                                                
    daarom is het voor jullie verplicht om aan mijn soennah vast te houden                                                                            
    en de soennah van de recht geleide kaliefen na mij; houd er stevig aan vast met jullie kiezen.                                                                                               
    En pas op voor nieuwe toegevoegde zaken (in aanbidding en religie),                                                                                 
    want iedere nieuwe toegevoegde zaak is een bid’ah en iedere bid’ah is misleiding.”                                                                                                                                                                     
    Verzameld door Al-Haakim in ‘Al-Mustadrak’(1/ 179), ‘Sunan At-Tirmidhie’(5/ 44 nr. 2676),                                    
    Abu Daawuud (nr. 4607). Hadieth Sahieh, zie: ‘Irwaa al-Ghaliel’ van Al-Albaanie (8/ 108)   11
    Soortgelijk is bid’ah bij smeekgebeden het verrichten van dhikr in een groep hardop,                                            
    zoals de Soefies* doen met hun vernieuwingen. Zij verheffen hun stemmen in de groep terwijl zij 
    du’aa verrichten en soortgelijk doen degenen die tawaaf (rondgang) om de Ka’bah verrichten                                                 
    en die bij de sa’ie heen en weer lopen tussen Safaa en Marwa. Deze manieren zijn niet door Allaah, 
    noch door Zijn Boodschapper  voorgeschreven. Dit zijn eerder manieren van smeken die tot de 
    mensen van bid’ah behoren en het behoort tot de overtredingen die ervoor zorgen dat de du’aa niet 
    wordt geaccepteerd.
    *Soefisme is een grote sekte van vernieuwingen die honderden, zelfs duizenden groeperingen bevat, 
    ieder wordt een ‘Soefie tarieqah’ (Soefiepad of weg) genoemd. Hun ideologieën en leerstellingen 
    kunnen als volgt worden weer gegeven:
    1)Volgelingen van de ‘Illuminist school’ van filosofie. Zij verrichten spirituele oefeningen,                                              
    trainen de ziel en straffen het lichaam om de geest te zuiveren en recht te zetten.                                                     
    Hun weg is tegenovergesteld aan de leringen van islaam en is overgenomen uit afwijkende religies 
    zoals het boeddhisme en het christelijke kloosterleven. Een heel klein deel van de Soefies gaan niet 
    verder dan dit in hun afwijking.
    2)Een algemene lijn onder de meeste Soefies is hun afwijkende manier van dhikr verrichten,                                  
    welke niet in de Qur’aan of de soennah vermeld staat. Hun afwijkende methodes van dhikr kunnen 
    als volgt worden gekenmerkt: Voortdurend dhikr verrichten met een enkele naam van Allaah, zoals: 
    “Allaah, Allaah, Allaah, Allaah…” of: “Hayy, Hayy, Hayy, Hayy…” Of met een nadruk op:                                                 
    “Hu, hu, hu, hu...” Of het gebruiken van voorwerpen om hun dhikr te tellen, zoals stenen, kralen, 
    linzen, etc. en dit is verboden via bepaalde bewijzen. Of dhikr verrichten met woorden die de 
    mensen niet begrijpen. Of dhikr verrichten waarbij anderen dan Allaah worden aangeroepen, zoals: 
    “Yaa Muhammad (O Muhammad)”, of: “Yaa ‘Alie” of: “Yaa ‘Abdul-Qaadir (Al-Djilaanie)”,                                                  
    dit alles houdt in dat men hulp vraagt aan anderen dan Allaah. Of het gezamenlijk hardop verrichten 
    van dhikr na ieder gebed, wat niet in de soennah is overgeleverd.                                                                                         
    Of dhikr verrichten met Qur’aanverzen die voortdurend worden gereciteerd, zoals:                                             
    “Alief, Laaam, Mieeem” of andere verzen zonder dat daar een bewijs voor is in de soennah.                                                        
    Of dhikr verrichten die in de soennah wordt vermeld op een nieuwe toegevoegde manier,                                           
    zoals het reciteren van soeratush-Sharh met de Bismillaah 79 keer of soerah Al-Ikhlaas 1001 keer met 
    de deur op slot, ogen dicht en de shaikh of zogenaamde heilige in gedachten.                                                                         
    Dit is een methode van dhikr die in de Naqshbandi soefie tarieqah wordt gebruikt.
    3) Degenen die in ‘huluul’ geloven; degenen die zeggen dat Allaah incarneert in mensen,                                                    
    Perfect en Hoog verheven is Allaah boven deze slechte eigenschap. Dit werd beweerd door bepaalde 
    vooraanstaande Soefies zoals Al-Halladj. Hij zei: “Wij zijn twee geesten die in een lichaam vertoeven. 
    Dus wanneer je mij ziet, zie je Hem (Allaah), en wanneer je Hem ziet, zie je ons beiden.”
    4)Degenen die geloven in ‘wahdatul-wudjuud’ dat wil zeggen dat alle bestaansvormen een realiteit 
    zijn en dat alles wat we zien aspecten van Allaah zijn. In wezen is alles Allaah; de dieren, de mensen, 
    de bomen en de afgoden. Dit was het geloof van de beroemde Soefie Ibn ‘Arabie At-Taa’ie.                                   
    Hij zei in zijn werk ‘Al-Fatuuhaatul-Makkiyyah’: “De dienaar is de Heer en de Heer is de dienaar.                     
    Ik wens dat ik wist wie degene is die gevraagd wordt om de verplichte daden te verrichten.”                                        
    En hij zei: “Degenen die het kalf aanbidden, aanbidden niets anders dan Allaah.”12
    5) De Soefies maken het voor de volgeling (‘muried’ genoemd) verplicht om geestelijk en lichamelijk 
    zijn shaikh te dienen, zonder eigen wil, als een dode persoon met degene die hem wast.                                         
    Vele Soefie sektes verbieden het dat je de shaikh vragen mag stellen, zelfs wanneer men hem iets 
    ziet doen dat verboden is door de religie, want zij plaatsen de shaikh of ‘heilige’ op een hogere 
    positie waarbij hij niet beperkt is door de uiterlijke of innerlijke voorschriften van de Qur’aan en de 
    soennah  omdat hij (zogenaamd) verlicht is met verborgen kennis. Moge Allaah Zijn dienaren 
    beschermen tegen zulke slechte paden van misleiding.      
    Zij verheffen hun stemmen gezamenlijk wanneer zij du’aa verrichten, tawaaf of ‘sa’ie’ tussen Safaa 
    en Marwa. Deze praktijken zijn niet voorgeschreven door Allaah en Zijn Boodschapper,                                            
    het zijn eerder praktijken van de afwijkende vernieuwers van smeekgebeden en dit behoort tot de 
    overtredingen waardoor de du’aa niet wordt geaccepteerd. 
    De Boodschapper van Allaah  heeft gezegd:
    “Er zal een volk zijn dat (de rechtmatige grenzen) zal overtreden in hun smeekgebeden.”                                           
    Verzameld door Ahmad (1- 171), Abu Daawuud (nr. 1480), overgeleverd door Sa’d ibn Abie Waqqaas. 
    Sahieh verklaard door Al-Albaanie in ‘Sahieh Al-Djaamie’ (3671)
    Abu Hurairah  heeft overgeleverd dat de Profeet  heeft gezegd:
    “De dienaar (zijn du’aa) zal altijd beantwoord worden, zolang hij niet om een zonde smeekt of de 
    bloedband snijdt.”                                                                                                                                                        
    Muslim (2735) 
    Een andere zaak die tot ‘overtreding’ behoort in smeekgebeden is dat Allaah wordt gesmeekt om 
    zondige zaken of wordt gevraagd om de bloedbanden te snijden of iemand te vragen die men niet 
    mag vragen. Dus men dient de juiste manieren en etiketten in dhikr en du’aa tot Allaah te hebben, 
    met de manieren en etiketten van goddelijke wetgeving zodat de du’aa wordt geaccepteerd.
    Tot de etiketten van du’aa maken behoort het zich bevinden in een staat van wudhuu’.                                                    
    De Profeet  heeft gezegd:
    “Waarlijk, ik houd er niet van om Allaah te noemen, tenzij ik in een staat van wudhuu’ verkeer.”
    Sahieh verzameld door Abu Daawuud (1- 4), Ahmad in de ‘Musnad’(4- 385), Sahieh verklaard door                            
    Al-Haakim (1- 167) en Adh-Dhahabie stemde er mee in. Het originele is verzameld door Muslim in zijn 
    ‘Sahieh’ zie: ‘Al-Irwaa’ (1- 92)13
    Het aanschouwen van de qiblah; de richting van de Ka’bah, zoals Abu Hurairah  heeft 
    overgeleverd dat “Allaah’s Boodschapper aanschouwde de qiblah in de du’aa om regen.”                                                              
    Al-Bukhaarie (11- 144) ‘Sahieh Al-Adab Al-Mufrad’(476)
    En in de ‘Sahieh’ van Muslim staat “dat hij  de qiblah aanschouwde in zijn du’aa o

    03-02-2012 om 08:06 geschreven door karima106  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Startpagina !

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • Weet je dat Heer Bubuza als een God op aarde is? (Analisia Dias)
        op De waarde van een moeder
  • dankjewel (karima)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • al uw topics zijn gewoon prachtig (brahim elmizziani)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • dankje (karima)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • merhaba (samiren)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • Foto

    Mailinglijst

    wil je informatie over de islam inshaallah, schrijf je dan in in de maillijst.



    Foto

    Startpagina !

    Foto


    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben karima, en gebruik soms ook wel de schuilnaam umm saalih.
    Ik ben een vrouw en woon in amsterdam (nederland) en mijn beroep is pedagogiek.
    Ik ben geboren op 13/05/1992 en ben nu dus 32 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: informatie zoeken over de islam.

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog info_islam
  • Dank Allah Subhana Wata3ala om wat je hebt
  • Het groepje
  • De 4 vrouwen
  • De tijd vliegt
  • De heilige en de zondaar

    Foto

    Nieuws NOS (NL)


    Foto

    twijfel niet om me te mailen

    heb je vragen of wil je wat kwijt mail me en ik reageer wel terug


    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom op mijn blog,geniet van het lezen en laat en bericht achter;)
    Foto


    Laatste commentaren
  • Weet je dat Heer Bubuza als een God op aarde is? (Analisia Dias)
        op De waarde van een moeder
  • dankjewel (karima)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • al uw topics zijn gewoon prachtig (brahim elmizziani)
        op Brief aan degene die niet bidden..
  • dankje (karima)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom
  • merhaba (samiren)
        op Een zuster uit Algerije belt de Shaykh op om hem te vertellen over een droom

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!