(wat betreft de kafaraat (daden die zonden schoon wissen)
en de darajaat (daden die het niveau in het Hiernamaals verhogen)
Origineel geschreven door Al-Hafidh Ibn Rajab Al-Hanbali
Ikhtiyar al-Awlaa fee Sharh Hadith Ikhtisaam al-Mala al-Aalaa
Vertaald door Um Sadjaad.
Introductie.
In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat.
De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen
en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving.
We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden.
Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door
Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te
worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu alaihi wa-sallam-
Zijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen.
Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de Beste
Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed
te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet
Muhammad-salla-llaahu alaihi wa-sallam- schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn
nobele metgezellen en degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels.
Allaah, de Verhevene zegt:
O JULLIE DIE GELOVEN! VREES ALLAAH EN SPREEK (ALTIJD) DE WAARHEID.
HIJ ZAL JULLIE AANSPOREN TOT HET VERRICHTEN VAN GOEDE DADEN EN JULLIE JE ZONDEN
VERGEVEN. EN WIE ALLAAH EN ZIJN BOODSCHAPPER GEHOORZAAMT:
WAARLIJK, DIE HEEFT EEN GEWELDIGE TRIOMF BEHAALD. (soerah Al-Ahzaab 33: 70-71)
De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Quraan) en de beste leiding is die van
Muhammad -salla-llaahu alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere
toevoeging (in religie) is een bidah en iedere bidah is een misleiding en iedere misleiding en iedere
vorm van misleiding is in het vuur. 2
Voor je ligt de vertaling van een waardevol boek met betrekking tot een waardevolle hadieth van
Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam-. Het onderwerp van de hadieth gaat over de engelen van
de hoogste hemel, discussiërend over de daden die zonden schoon wissen en het niveau in het
Hiernamaals verhogen. Al-Hafidh ibn Rajab (rahimahullaah) heeft de hadieth heel mooi in detail
uitgelegd. En we realiseren ons dat dit werk met de toestemming van Allaah de moslims zal helpen
om meer goede daden te verrichten, omdat het een aanmoediging is en vol van herinneringen vanuit
citaten uit de Quraan en de ahaadieth. We realiseren ons ook dat de moslim jongeren te druk bezig
zijn met spraak en de daden negeren die hen op de Dag des Oordeels zullen helpen.
We smeken Allaah om de schrijver en ons allen profijt te schenken door ons de tawfieq te geven dat
we handelen volgens datgene waar onze Heer tevreden mee is, aamien.
DE BIOGRAFIE VAN DE AUTEUR.
Zijn naam, kunya, roepnaam en afkomst:
Hij was de nobele iemaam, de hafidh, de criticus, Zayn-ud-Dien Abdur-Rahmaan bin Ahmad bin
Abdir-Rahmaan bin al-Hasan bin Muhammad bin Abil-Barakat Masud As-Salami Al-Baghdadi
(vanwege zijn geboorteplaats), Al-Hanbali (vanwege zijn madh-hab), Ad-Dimashqi (vanwege zijn
verblijfplaats en dood). Zijn kunya was Abul-Faraj, en zijn bijnaam was Ibn Rajab, wat de bijnaam van
zijn vader was, die in die maand (Rajab) was geboren.
Zijn geboorte en jeugd:
Hij was geboren in Baghdad in 736 na de hidjrah en werd opgevoed door een goed geïnformeerde
familie, stevig geworteld in kennis, nobelheid en vroomheid. Zijn vader speelde de grootste rol in het
sturen van hem richting waardevolle kennis.
Zijn leraren:
Hij leerde en nam kennis van de grootste geleerden van de ummah in zijn tijd. Van onder de meest
bekende van hen was Ibn Qayyim al-Jawziyyah, met wie hij gedurende de laatste jaren van zijn leven
verbleef totdat hij (Ibn Qayyim) in 751 na de hidjrah overlijdde. Dit is hoe hij hem beschreef:
Moge Allaah genade met hem hebben, hij was een persoon van ibaadah en tahadjud, iemand die zo
lang mogelijk in zijn salaah verbleef. Hij was altijd toegewijd aan het herdenken (van Allaah),
volledig in bezit genomen door zijn liefde voor Allaah, aldoor berouw tonend aan Hem, altijd Zijn
vergeving vragend, zijn armoede en zwakheid tonend aan Allaah, zijn ware staat van
onderworpenheid aan Hem tonend. Hij bereikte een niveau van devotie wat ik nooit eerder bij iemand
heb gezien, noch heb ik iemand gezien die geleerder was of meer kennis van de betekenissen van de
Quraan, de soennah en de innerlijke waarheden van het geloof had.
Adh-Dhayl alaa Tabaqaatal-Hanabilah (2/ 456-457).
Zijn studie afspraken:
Zayn-ud-Dien al-Iraqi, Ibn an-Naqeeb, Muhammad bin Ismail al-Khabaz, Dawud bin Ibrahim 3
at-Ataar, Ibn Qadi al-Jabal en Ahmad bin Abdil-Hadi al-Hanbali. In Makkah leerde hij van al-Fakhr
Uthman bin Yusuf an-Nawairee. Terwijl hij in Jerusalem leerde van al-Hafidh al-Alai.
In Egypte leerde hij van Sadr-ud-Deen Abul-Fath al-Maydumi en Nasir-ud-Deen ibn al-Muluk.
Zijn studie afspraken:
Ibn Rajab wijdde zichzelf aan kennis en besteedde al zijn tijd aan onderzoeken, schrijven,
onderwijzen, werken op het gebied van kennis en het uitbrengen van legale regels.
In 791 na de hidjrah werd hem een lerarenpositie gegeven in de Hanbali school.
Na de dood van Ibn Qadi al-Jabal (rahimahullaah) in 771 na de hidjrah werd Ibn Rajab dinsdags als
het hoofd van de halaqah (studie groep) aangesteld in de Centrale masdjid van Banu Umayyah.
Dit was een heel populaire halaqah die door veel mensen werd bijgewoond. Er werd over zijn
halaqaat gezegd: Zijn bijeenkomsten waren een herinnering voor de harten, het gewone volk had er
veel baat bij, hij was een persoon waar de verschillende groeperingen het over eens waren en hun
harten werden door hem beïnvloed. Minhaj Ibn Rajab fil-aqeedah (p.58)
Zijn leerlingen:
Studenten van kennis wendden zich tot Al-Hafidh Ibn Rajab (rahimahullaah) om van hem te leren,
voordeel uit zijn kennis te halen en zijn overleveringen te horen. Dit was zo omdat hij een iemaam
was in de wetenschappen van hadieth, zowel in overleveren als in onderzoeken. De reden was dat hij
een groot deel van zijn tijd -geheel in beslag genomen-besteedde aan het onderwerp dat hij niet
kende behalve via de hadieth. Er was niemand (in zijn tijd) die er bekwamer in was dan hem.
Zijn meest beroemde leerlingen:
(1) Abul-Abbas Ahmad bin Abi Bakr bin Ali al-Hanbali, bekend als Ibn ar-Risaam (d.884 H)
(2) Abul-Fadl Ahmad bin Nasr bin Ahmad, de muftie van de landen van Egypte (d.844 H)
(3) Dawud bin Sulayman al-Mawsili (d.844 H)
(4) Abdur-Rahmaan bin Ahmad bin Muhammad al-Muqri.
(5) Zayn-ud-Deen Abdur-Rahmaan bin Sulayman bin Abil-Karam, bekend als Abu Shiar.
(6) Abu Dharr az-Zarkashi (d. 846 H)
(7) De rechter Alaa-ud-Deen Ibn al-Lahaam al-BaAli (d. 803 H)
(8) Ahmad bin Sayf-id-Deen al-Hamawi, en Ibn Mulaqqin, de shaikh van Al-Hafidh Ibn Hajar
(d. 804)
De lofuitingen van geleerden over hem:
Ibn Qadee Shuhbah zei over hem in zijn biografie, zoals vermeld staat in Al-Jawhar-ul-Munaddad
(p.48): Hij las en werd een expert in de verschillende gebieden van wetenschap. Hij werd geheel in
beslag genomen door de zaken van de (Hanbali) madh-hab totdat hij het onder de knie had.
Hij wijdde zichzelf aan het bezig zijn met de kennis van de teksten, defecten en betekenissen van de
hadieth en trok zichzelf terug om te schrijven. Ibn Hajr zei over hem in Inbaa-ul-Ghamr:
Hij had een hoge expertische in de wetenschappelijke disciplines van hadieth wat betreft de namen 4
van de overleveraars, hun biografieën, hun wegen van overlevering en bewustzijn van hun
betekenissen. Ibraaheem bin Muhammad Ibn Muflih zei over hem: Hij was de shaikh, de grote
geleerde, de hafidh, degene die weg bleef van het wereldse leven. Hij was de shaikh van de Hanbali
madh-hab en hij schreef vele waardevolle boeken. Ibn al-Lahaam gaf een inzicht in zijn
nauwgezetheid toen het op oprechtheid aan kwam. Hij zei: De shaikh discussiërde een keer over een
zaak met ons en hij blonk hierbij uit tot het niveau dat wij verbaasd waren over zijn perfectie in deze
zaak. Hierna woonde hij een bijeenkomst bij waarin geleerden van verschillende madhahib
(madh-habs) aanwezig waren; hoe dan ook zei hij geen woord in deze bijeenkomst. Dus toen wij
vertrokken vroeg ik hem: Besprak u de zaak niet voorheen met ons? Hij antwoordde:
Waarlijk, wanneer ik spreek, hoop ik hierbij Zijn (Allaah) beloning te winnen en ik vreesde dat als ik in
deze bijeenkomst sprak, het voor een ander doel dan dit zou zijn.
(Ibn Hadi noemde het in zijn boek Adh-Dhayl: 40)
Zijn geloofsleer:
Ibn Rajab volgde de manhadj van de Salaf wat betreft zaken van iemaan en het verkrijgen van kennis.
Hij steunde het en beschermde het tegen valse argumenten van de tegenstanders. Zijn boeken zijn
vol daarvan en hij schreef sommige beschouwingen speciaal over dit onderwerp zoals zijn boek
Bayan Fadlu Ilm-is-Salaf alaal-Khalaf (De Waarde van de Kennis van de Salaf boven de Khalaf).
Zijn madh-hab met betrekking tot helpende zaken:
In Fiqh volgde hij de madh-hab van de eerbiedwaardige iemaam, Ahmad bin Hanbal (rahimahullaah),
die de voornaamste geleerde is van de (Hanbali) madh-hab. Zijn boek: Al-Qawaaid al-Kubraa filFuroo is een van zijn meest vooraanstaande werken op het gebied van fiqh, wat zijn enorme kennis
laat zien over de ingewikkelde details van fiqhzaken. Dit is op zo; n manier dat Al-Hafidh Ibn Hajr in
zijn boek Ad-Durar zei: Hij deed er excellent werk mee. En Ibn Qaadee Shuhba en Ibn Muflih
zeiden: Het toont zijn volledige kennis aan van de (Hanbali) madh-hab. En in Kashf-udh-Dhunoon
staat er: Het is een boek van de wonderen van zijn tijd. En het is op een manier dat hij ernaar
gezocht heeft om er veel in uit te leggen. Sommigen beweren dat hij de verspreide principes van
Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah vond en ze samen bracht, maar dat is niet het geval. Hij was eerder
boven dat. Dat is wat werd beweerd.
Al-Hafidh Ibn Rajab was diep verbonden met de werken van Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah,
want hij bracht legale regels uit volgens hen en verwees voortdurend naar zijn boeken. Dit was zo
omdat hij zich als een leerling onder Ibn Qayyim al-Jawziyyah bevond, de meest uitblinkende leerling
van Shaikh-ul-Islaam Ibn Taimiyyah, moge Allaah rahmah met hen allen hebben. Maar ondanks dit
was hij geen blinde volgeling of fanatieke aanhanger (van zijn leraar). Hij herzag en onderzocht de
betrouwbaarheid en volgde eerder de bewijzen.
Zijn geschreven werken:
Al-Hafidh Ibn Rajab werd als een van de meest bekwame en beroemde geleerden van zijn tijd 5
beschouwd. Hij heeft talrijke en waardevolle werken op het gebied van Tafsir, Hadieth, Fiqh,
Geschiedenis en Raqaaiq (hart verzachtende materie). Onder zijn boeken zijn:
Wat betreft tafsir en Quraan wetenschappen:
1. Tafsir soerah Al-Ikhlaas. 2. Tafsir soerah Al-Faatihah. 3. Tafsir soerah An-NAsr. 4. Iraab alBasmallaah. 5. Al-Istighnaa bil-Quraan.
Wat betreft hadieth en haar wetenschappen:
1. Sharh Jaami at-Tirmidhie. 2. Sharh Ilal at-Tirmidhie. 3. Fath-ul-Baarie bi-Sharh Sahieh alBukhaarie. 4. Jaamiul-Uloom wal-Hikam fee Sharh khamseena Hadithan min Jawaami il-Kalim.
Hij heeft ook een collectie van verhandelingen waarin hij apart hadieth uitlegt, zoals:
5. Sharh Hadieth: Maa Dhibaani Jaaiaan ursilaa fee Ghanam
(Het kwaad van hunkeren naar
rijkdom en status). 6. Ikhtiyar al-Awlaa fee Sharh Hadieth Ikhtisaam al-Mala al-Aalaa (De discussie
van de hoogste engelen). 7. Noor-ul-Iqtibaas fee Mishkaat Wasiyyat-in-Nabi Libn Abbas. 8.
Ghayat-un-Nafa fee Sharh Hadieth Tamtheel-ul-Mumin bi-Khaamat-iz-Zara. 9. Kashf-ul-Kurbah fee
Wasfi Haali Ahlil-Ghurbah (Verdrietige gevoelens verlichten in het beschrijven van de conditie van de
vreemdelingen). En vele anderen.
Wat betreft fiqh:
1. Al-Istikhraaj fee Ahkaam-il-Kharaaj. 2. Al-Qawaaid-ul-Fiqhiyyah. 3. Kitaab Ahkaam-ul-Khawaateem
wa maa yataalaqu bihaa.
Wat betreft biografische en historische verslagen:
1. Adh-Dhayl alaa Tabaqaat-il-Hanaabilah. 2. Mukhtasar Seerah Umar bin Abdil-Aziz. 3.
Seerah Abdul-Maalik bin Umar bin Abdil-Aziz.
Wat betreft belangrijke waarschuwingen die het hart verzachten:
1. Lataaif-ul-Maaarif feemaa Li-Mawaasim-il-Aam min al-Wadhaaif. 2. At-Takhweef min an-Naar
wat-Tareef bi-Haali Daar-il-Bawaar. 3. Al-farq bayna an-Naseehah wat-Tayeer (Het verschil tussen
adviseren en afkeuren) 4. Ahwaal Ahlil-Quboor.
Zijn dood:
Al-Hafidh Ibn Rajab (rahimahullaah) stierf op een maandagnacht, de vierde van Ramadaan, 795 na de
hidjrah. Hij stierf terwijl hij in Damascus was in een land dat al-Humayriyyah werd genoemd in een
tuingebied dat hij huurde. Zijn begrafenisgebed werd de volgende dag verricht en hij werd begraven
in de Baab as-Sagheer begraafplaats dichtbij Shaikh Abul-Faraj ash-Sheeraazee. 6
DE DISCUSSIE VAN DE HOOGSTE ENGELEN
Iemaam Ahmad heeft overgeleverd dat Muaadh radiya-llaahu anhu- zei:
Op een dag was Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam- zo laat voor het fadjr-gebed,
dat we de horen van de zon bijna konden zien. Rasuulullaah kwam haastig en de iqaamah voor de
salaah werd gemaakt. Hij bad en toen hij de salaam maakte zei hij:
Sta zoals jullie allemaal in jullie rijen zijn. Hij keerde zich toen naar ons toe en zei:
Ik zal jullie laten weten wat me tegen hield deze ochtend. Waarlijk, ik stond de afgelopen nacht in
salaah en ik bad wat voor mij geschreven was om te bidden. Ik begon me toen slaperig te voelen in
mijn salaah totdat het me overmande. Toen was ik plotseling met mijn Heer in de beste der
verschijningen. Hij vroeg: O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste engelen?
Ik zei: Ik weet het niet, mijn Heer. Hij vroeg: O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste
engelen? Ik zei: Ik weet het niet, mijn Heer. Hij vroeg: O Muhammad, over wat discussiëren de
hoogste engelen? Ik zei: Ik weet het niet, mijn Heer. Toen zag ik Hem Zijn Handen tussen mijn
schouders plaatsen totdat ik de koelte van Zijn Vingertoppen tussen mijn borst voelde en alles
werd duidelijk voor mij en ik wist. Dus vroeg Hij: O Muhammad, over wat discussiëren de hoogste
engelen? Ik zei: Over de kafaraat (daden die zonden uit wissen) en de darajaat (daden die het
niveau in al-Aakhirah verhogen). Hij vroeg: Wat zijn de kafaraat? Ik zei: De voeten richting het
djumuah-gebed bewegen, in de masaadjid zitten na de salaah en de wudhuu op de juiste manier
verrichten in moeilijke condities. Hij vroeg toen: Wat zijn de darajaat? Ik zei:
Aangename spraak hebben en bidden terwijl de mensen slapen. Hij zei: Vraag!
Ik zei: O Allaah! Ik smeek U om de mogelijkheid om de goede daden te verrichten en de
mogelijkheid om de slechte daden op te geven, de armen lief te hebben, mij te vergeven en rahmah
voor mij te hebben. En wanneer U een volk beproeft, laat mij dan sterven zonder beproeft te
worden. Ik smeek U om Uw liefde en de liefde van degenen die U lief hebben en liefde voor die
daden die mij dichter tot Uw liefde brengen. Rasuulullaah zei toen: Waarlijk, het is de waarheid,
dus studeer het en onderwijs het.
Ahmad (5/243), At-Tirmidhie (hadiethnr. 3235), Ibn Khuzaymah in zijn boek At-Tawhied (p.218)
en Ad-Darqutanie zoals beschreven in Al-Isaabah (2/306).
Deze hadieth is verzameld door At-Tirmidhie die zei dat de hadieth hasan-sahieh is.
At-Tirmidhie (8/415) Hij (At-Tirmidhie) zei: Ik vroeg Muhammad Ibn Ismaaiel Al-Bukhaarie over
deze hadieth en hij zei: Deze hadieth is hasan-sahieh.
Volgens Ibn Rajab bestaan er verschillende overleveringsketens voor de hadieth, sommige met meer
en sommige met minder woorden. Hij heeft de variatie van ketenen en woorden van de hadieth in
zijn boek Sharh At-Tirmidhie vermeld. In sommige van de overleveringen van iemaam Ahmad en
At-Tirmidhie staat:
Per voet naar de salaat-ul-djamaaah lopen in plaats van salaat-ul-djumuah.
(dus lopen naar een van de vijf verplichte gebeden in de moskee met de groep in plaats van het
vrijdagmiddaggebed)7
Bij hen beiden staat ook na het noemen van de kafaraat:
Degene die in goedheid leeft en in goedheid sterft,
zijn weegschaal van zonden zullen zijn zoals op de dag waarop zijn moeder van hem beviel.
Wat de darajaat betreft noemen zij ook beiden in sommige overleveringen:
Het verspreiden van de salaam in plaats van aangename spraak.
In andere overleveringen staat: En ik wist wat in de hemelen en in de aarde was
en toen reciteerde hij: EN ZO LIETEN WIJ IBRAAHIEM HET KONINKRIJK DER HEMELEN EN DER
AARDE ZIEN OPDAT HIJ TOT EEN VAN DE OVERTUIGENDEN ZOU BEHOREN.
(soerah Al-Anaam 6: 75)
In een andere overlevering staat:
ALLES TUSSEN DE HEMELEN EN DE AARDE WERD AAN MIJ GEMANIFESTEERD
En in een andere overlevering: WAT TUSSEN HET OOSTEN EN HET WESTEN IS.
In sommige overleveringen over de duaa worden de woorden toegevoegd:
En om mijn berouw te accepteren. In sommige overleveringen staat ook:
De duaa op de juiste manier verrichten in koude situaties.
En: Hij (Allaah) heeft gezegd: O Muhammad, wanneer je bidt, zeg: O Allaah, ik smeek U om de
mogelijkheid om goede daden te verrichten
tot aan het einde van de hadieth.
De bedoeling hier is om de hadieth uit te leggen en er enige kennis, regels en andere mogelijke
profijtvolle punten uit te verkrijgen.
DE PROFEET -salla-llaahu alaihi wa-sallam- VERTRAAGDE NORMAAL GESPROKEN HET FADJR
GEBED NIET.
Deze hadieth is een bewijs dat het niet de gewoonte was van Rasuulullaah-salla-llaahu alaihi wasallam- om het fadjr gebed te vertragen totdat de zon ongeveer gerezen was.
Waarlijk, zijn gewoonte was om salaatul-fadjr te bidden wanneer de donkerte van het laatste deel
van de nacht zich mengde met het licht dat verschijnt bij de eerste zonnestralen.
Waarlijk, er is gezegd dat het vertragen van de salaah totdat het zonlicht begint te verschijnen een
weerzinwekkende daad is, die niet toegestaan is tenzij er een geldige reden voor is.
Waarlijk, het is niet toegestaan om op deze tijd te bidden tenzij het vanwege een geldige reden is,
zoals het niet toegestaan is om het asr gebed te vertragen totdat de zon geel-roodachtig is.
Dit is de mening van Al-Qaadie Abu Yala van onze metgezellen zoals hij in een van zijn boeken
beweerde. Iemaam Ahmad speelde op deze mening in toen hij zei:
Dit is inderdaad de salaah van degene die de grenzen overschrijdt. Masaail ibn Haanie (1/29)
Er is bewijs in deze hadieth dat het toegestaan is om de salaah te verkorten wanneer men het
verricht als de tijd bijna voorbij is en vreest dat hij het niet binnen de juiste tijd kan afmaken wanneer
men het verlengt. Abu Bakr As-Siddieq-radiya-llaahu anhu- zei toen hij de salaatul-fadjr verlengde
met het reciteren van soeratul-Baqarah totdat de zon bijna was gerezen:
Als de zon gerezen zou zijn, zouden jullie ons niet onoplettend hebben gevonden.
(Al-Bayhaaqie (1/379). Al-Bayhaaqie heeft ook een soort gelijke hadieth verzameld, overgeleverd
door Umar ibn Al-Khattaab met een sahieh isnaad (1/389). Hij vertraagde de salaah niet bewust 8
noch verlengde hij het, want hij begon de salaah toen het nog donker was en het was vanwege de
lange recitatie dat de salaah al die tijd nam. Dus als de zon al opgekomen was zou het niet tegen hem
worden gehouden omdat het niet bewust werd gedaan. Dit toont aan dat hij de geldigheid van de
salaah tijdens zonsopgang zag, zoals Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam- degene die 1
rakaah van het fadjr gebed kan bidden voordat de zon op is, bevolen heeft de salaah te voltooien.
In de hadieth overgeleverd door Abu Hurairah -radiya-llaahu anhu- heeft Rasuulullaah
-salla-llaahu alaihi wa-sallam- gezegd:
Degene die 1 rakaah van het fadjr gebed pakt voordat de zon is opgekomen heeft waarlijk het
fadjr gebed gehaald. Al-Bukhaarie (2/56) en Muslim (1/424).
In een andere hadieth staat:
Laat degene die in staat is om 1 sadjdah te maken voordat de zon is opgekomen zijn gebed af
maken. Al-Bukhaarie (2/38)
GOEDE DROMEN DIENEN AAN GOEDE VRIENDEN TE WORDEN VERTELD.
Deze hadieth van Muaadh is een bewijs dat degene die een droom heeft die hem bevalt het aan zijn
nabije vrienden dient te vertellen, vooral wanneer zijn droom goede tijdingen voor hen bevat,
waardoor zij kunnen leren over datgene wat hen voordeel zal schenken.
Waarlijk, wanneer Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam- salaatul-fadjr had gebeden zei hij
tegen zijn metgezellen: Wie van jullie had een droom vannacht?
Al-Bukhaarie (3/251) en Muslim (4/1781)
Deze hadieth toont ook aan dat het goede tijdingen zijn voor degene die tahadjud bidt totdat slaap
hem overmant en vervolgens een droom heeft die hem pleziert. Al-Hasan Al-Basrie zei:
Wanneer slaap een dienaar overmant terwijl hij sadjdah verricht, schept Allaah op bij de engelen,
zeggende: O engelen, kijk naar Mijn dienaar, zijn lichaam is in gehoorzaamheid aan Mij en zijn ziel is
met Mij. Iemaam Ahmad in Az-Zuhd (p.280) met een betrouwbare isnaad.
DE HOGE STATUS VAN DE PROFEET -salla-llaahu alaihi wa-sallamDeze hadieth toont de superioriteit en de hoge status aan van de Boodschapper- salla-llaahu alaihi
wa-sallam- als degene die door Allaah werd gekozen om over datgene wat in de hemelen en op de
aarde is te leren. De zaak waarover de engelen in de hemelen gingen discussiëren werd aan hem
bekend gemaakt zoals aan Ibraahiem het rijk van de hemelen en de aarde werd getoond.
Het is overgeleverd in een betrouwbare hadieth dat aan hem- salla-llaahu alaihi wa-sallam-
alles werd gegeven, behalve de sleutels van de vijf ongeziene zaken waar Allaah kennis van heeft,
zoals in de Aayah uit soerah Luuqmaan 31: 34 is vermeld:
WAARLIJK, ALLAAH BESCHIKT OVER DE KENNIS VAN HET UUR, EN HIJ ZENDT DE REGEN NEER,
EN HIJ KENT WAT ZICH IN DE SCHOTEN BEVINDT. EN NIEMAND WEET WAT HIJ MORGEN ZAL DOEN.
EN NIEMAND WEET OP WELKE GROND HIJ ZAL STERVEN. VOORWAAR, ALLAAH IS VAN ALLES OP DE
HOOGTE, ALWETEND.9
DE BESCHRIJVING VAN ALLAAH.
Wat betreft de beschrijving die Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam- gaf over zijn Heer,
die is echt en het is de waarheid waar men in moet geloven, zoals Allaah Zichzelf heeft beschreven,
terwijl enige vergelijking met Hem teniet doet. Wanneer iets verwarrend en moeilijk te begrijpen is,
dient men datgene te doen wat degenen doen die stevig gegrondvest zijn in kennis.
Allaah heeft hen geprezen door in soerah Alie-Imraan 3: 7 over hen te zeggen, wanneer zij langs een
onduidelijke zaak komen: WIJ GELOVEN ERIN, ALLES IS VAN ONZE HEER.
(DUIDELIJKE EN ONDUIDELIJKE VERZEN) Zoals de Boodschapper -salla-llaahu alaihi wa-sallam- zei
over de Quraan: Vertrouw de kennis waar jullie onwetend over zijn toe aan degene die het weet.
Ahmad, An-Nasaaie e.a. Deel van een hadieth overgeleverd door Abdur-Razaaq (11/216),
Ahmad (2/181). Al-Bukhaarie in Khalq afaalal-ibaad (p.63), Al-Aajoerie in Ash-sharieah (p.67).
Al-Baghawie in Sharh as-sunnah (1/260) en de isnaad is hasan. Noch dient men zich te belasten met
datgene waar men geen kennis over heeft, want voor diegene wordt ondergang gevreesd.
Weet -moge Allaah jou en mij onderwijzen- dat de verzen over de Eigenschappen van Allaah niet
worden beschouwd als die van de onduidelijke verzen, behalve vanuit het oogpunt dat niemand,
behalve Allaah weet hoe precies deze Eigenschappen zijn.
EN ZIJ ZULLEN NOOIT IETS VAN ZIJN KENNIS KUNNEN OMVATTEN (soerah Thaa Haa 20: 110)
Shaikh Al-Islaam Ibn Taimiyyah zegt: En soortgelijk is datgene wat Allaah ons heeft laten weten over
Zichzelf, zoals Zijn stijgen boven Zijn Troon, Zijn gehoor, Zijn zicht, Zijn spraak etc.
Want waarlijk, niemand weet precies hoe deze eigenschappen zijn, behalve Allaah.
Zoals Rabiah ibn Abi Abdur-Rahmaan en Maalik ibn Anas hebben gezegd -en de rest van de mensen
van kennis hebben het geaccepteerd-, toen gevraagd werd: Ar-Rahmaan istawaa (rees) over de
Troon. (soerah Thaa Haa 20: 5) Hoe is deze istawaa? Hij zei: De istawaa is bekend, de manier
waarop is onbekend, erin geloven is een verplichting en erover vragen is een bidah (toevoeging).
Dit zijn de woorden van iemaam Maalik. Dus hij zei dat de istawaa bekend is- en dit is de uitleg van
de uitspraak-, maar dat de manier hoe dit precies is onbekend is, en dit is de kennis die Allaah voor
Zichzelf heeft gehouden. Dit was tegelijkertijd het geloof van de anderen van onder de salaf,
zoals Ibn Al-Maajshuwn en Ahmad Ibn Hanbal, die zei dat de dienaar geen kennis heeft van hoe de
Eigenschappen zijn waar Allaah Zichzelf mee beschreven heeft. Dus de manier waarop, is alleen iets
wat Allaah weet. Wat betreft de betekenis van het kijken en horen van Allaah dan begrijpt iedereen
de betekenis hiervan op het niveau van zijn vermogen want men kan begrijpen wat er bedoeld wordt
met horen en zien en men kan weten wat het verschil tussen deze twee is, ook al weet men niet hoe
Hij hoort en hoe Hij ziet. Het is eerder zo dat mensen in het algemeen weten dat zij een ziel in zich
hebben; maar zij weten hoe dan ook niet precies hoe het is. Soortgelijk weten zij dat stijgen boven de
Troon inhoudt dat de Heer gerezen is boven Zijn troon zoals de salaf hebben uitgelegd. Dus dit is de
welbekende betekenis die begrepen wordt van dit woord en het is niet mogelijk dat het een andere
betekenis heeft. (Al-fataawa: 17/ 373-374)
Ibn Abbaas heeft een hadieth verzameld van Rasuulullaah -salla-llaahu alaihi wa-sallam- waar een
man zich aan stoorde en dus toonde hij beklag nadat hij de hadieth had gehoord.
Dus Ibn Abbaas zei: Wat is het, waar zij voor dienen te vrezen! Zij accepteren gemakkelijk datgene
wat duidelijk is, maar hoe dan ook, wanneer het aan komt op zaken die onduidelijk zijn, worden zij
vernietigd! Overgeleverd door Abdur-Razaaq. Verzameld door Ibn Abi Aasim in As-sunnah (p.584) en 10
de isnaad is sahieh. Dus iedere keer wanneer een gelovige uitspraken hoort zoals deze, dienen zij te
zeggen:
Dit is wat Allaah en Zijn Boodschapper ons hebben beloofd, en Allaah en Zijn Boodschapper
hebben gelijk. En het doet hun slechts in geloof en onderwerping toenemen.
(Soerah Al-Ahzaab 33: 22)
ENGELEN HEBBEN HET VERMOGEN TOT REDENEREN.
Dit is een bewijs dat de hoogste engelen, degenen die het dichtste bij Allaah zijn, onderling
discussiëren over wat de daden zijn die de zoon van Aadam dichter tot zijn Heer brengen en wat
ervoor zorgt dat zijn zonden worden uitgewist. En waarlijk, Allaah heeft ons laten weten dat de
engelen vergeving voor hen vragen en duaa voor hen maken, gebaseerd op Zijn uitspraak in soerah
Ghaafir 40: 7:
DEGENEN (ENGELEN) DIE DE TROON DRAGEN EN DEGENEN DIE ZICH ER OMHEEN BEVINDEN,
PRIJZEN DE GLORIE VAN HUN HEER MET ZIJN LOFPRIJZING
EN GELOVEN IN HEM EN VRAGEN HEM OM VERGEVING VOOR DEGENEN DIE GELOVEN.
(EN ZEGGEN:) ONZE HEER, UW RAHMAH EN KENNIS OMVATTEN ALLE ZAKEN,
VERGEEF DAAROM DEGENEN DIE BEROUW TONEN EN DIE UW WEG VOLGEN
EN BESCHERM HEN TEGEN DE BESTRAFFING VAN DE HEL.
In de betrouwbare hadieth staat: Waarlijk, wanneer Allaah een dienaar lief heeft roept Hij:
O Djibriel, waarlijk, Ik houd van die en die persoon dus Djibriel houdt ook van hem.
Dan verkondigt hij (Djibriel) aan de hemelen: Waarlijk, Allaah houdt van die en die persoon,
dus bewoners van de hemelen houd ook van hem. Hij plaatst dan in de (harten van de) bewoners
van de aarde acceptatie (in sommige overleveringen: liefde) voor deze persoon.
Al-Bukhaarie 10/461 en Muslim 4/2030.
Abu Hurairah radiya-llaahu anhu- zei: Wanneer de zoon van Aadam sterft vragen de mensen:
Wat heeft hij achter gelaten? En de engelen vragen: Wat heeft hij vooruit gestuurd?
Verzameld door Al-Bayhaaqie in Shuab al-eman. De hadieth is overgeleverd door Abu Hurairah zoals
Manaawie zei in Fayd 1/43. Maar in de isnaad is Yaha ibn Sulaymaan Al-Jafie over wie An-Nasaaie
heeft gezegd dat hij niet betrouwbaar is. Dus de engelen informeren en zijn bezorgd over de daden
van de zoon van Aadam. De rest van de hadieth focust op de kafaraat, de darajaat en de duaa en
voor ieder is er een hoofdstuk.
HOOFDSTUK 1. WAT BETREFT DE KAFARAAT.
Kafaraat zijn daden die de fouten en zonden schoonwissen.
Het verrichten van de wudhuu onder moeilijke omstandigheden, het lopen naar de djumuah en
djamaaah gebeden en het zitten in de moskee behoren tot die daden. Sommige overleveringen
zeggen: 11
Degene die dat doet leeft in goedheid, sterft in goedheid en zijn zonden zullen gelijkwaardig zijn
aan de dag waarop zijn moeder van hem beviel. De genoemde daden vegen meestal zonden
schoon, hoe dan ook kunnen zij iemands niveau verheffen zoals staat in de hadieth van Abu Hurairah,
verzameld door Muslim, waarin Rasuulullaah salla-llaahu alaihi wa-sallam- zei:
Mag ik jullie leiden naar datgene waar Allaah zonden mee wist en rangen mee verhoogt?
Zij zeiden: Natuurlijk, O Rasuulullaah. Hij zei: Wudhuu op de juiste manier verrichten in
moeilijke omstandigheden, vaak naar de masaadjid lopen, en wachten op het volgende gebed na
de salaah. Want waarlijk, dat is de ribaat, waarlijk dat is de ribaat.
(ribaat= het bewaken van de grenzen van een islamitische staat.) Muslim 1/219.
DE DRIE REDENEN VAN HET UITWISSEN VAN ZONDEN: AL-WUDHUU.
De Quraan heeft inderdaad duidelijk gemaakt dat het verrichten van wudhuu zonden kan uitwissen.
Allaah zegt in soerah Al-Maaidah 5: 6:
O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de salaah, wast dan jullie gezichten en
jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels.
Indien jullie junuub zijn, reinigt jullie dan. En indien jullie ziek zijn, of op reis, of als een van jullie
van het toilet is gekomen, of jullie hebben jullie vrouwen aangeraakt (gemeenschap gehad) en
jullie vinden dan geen water; verricht dan tayammoem met schone aarde. En wrijft ermee over
jullie gezichten en jullie handen. Allaah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie
reinigen, zodat Hij Zijn genieting voor jullie vervolmaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.
Dus Zijn uitspraak Hij wil jullie reinigen houdt zuiveren van het lichaam met water in en zuiveren
van het hart van zonden en deze vervolmaking van Zijn gunst vindt plaats wanneer iemands zonden
zijn verwijderd en vergeven. En zoals de Meest Hoge tegen zijn Profeet heeft gezegd:
Opdat Allaah jouw vroegere en toekomstige zonden zal vergeven, en Zijn gunst aan jou zal
vervolmaken. (Soerah Al-Fath 48: 2) De hadieth van Muaadh verzameld door At-Tirmidhie getuigt
van dit punt. Muaadh overleverde dat de Profeet een man duaa hoorde maken:
O Allaah, ik smeek U om de volledige zegening. Dus de Profeet vroeg: Weet je wat de volledige
zegening is? De man antwoordde: Het is slechts een duaa die ik maak waarbij ik op goeds
hoop. Dus zei Rasuulullaah salla-llaahu alaihi wa-sallam-: Waarlijk, de volledige zegening is om
beschermd te worden tegen het Vuur en het Paradijs te mogen binnen treden.
Hasan, verzameld door Ahmad (5/231), Al-Bukhaarie in Adabil-mufrad (p.765) en At-Tirmidhie
(nr.3527). Al-Albaanie zei dat de hadieth daief is. (daeef Adabil-mufrad: 113)
De volledige zegeningen kunnen niet verkregen worden, behalve wanneer iemands zonden worden
uitgewist. Er zijn vele teksten van Rasuulullaah salla-llaahu alaihi wa-sallam- die zeggen dat
wudhuu zonden uitwist, zoals in de hadieth verzameld door Muslim waarbij Uthmaan wudhuu
<
|