Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Dat vonden ze allemaal een uitstekend idee en er werd dadelijk garen besteld. E.H. Maertens van Brugge ontwierp de tekeningen. Zodra die klaar waren begonnen kantklossters van Brugge en de naaldkantwerksters van Zele aan het werk.
De naalden prikten vliegensvlug en de klosjes vlogen heen en weer op de lustige wijze van het kantwerkstersliedje.
Met 15 vrouwen werkten ze aan de tafelloper en na 10 maanden was het prachtstuk klaar!!
Het is een kunstwerk zoals er nog zelden één gemaakt werd. De tafelloper is 2 meter lang en 90 cm breed.
Langs de ene kant staat de K.A.V. afgebeeld door een boom, zwaar beladen met vruchten en omringd door moeders en kinderen.
Langs de andere kant zien we de kajotsters die rond een bloeiende appelboom dansen.
In de hoeken zijn de schilden van K.A.V., de L.O.F.C.(Waalse vrouwengilde), de V.K.A.J. en de J.O.C.F. uitgewerkt.
Het kantwerk was eertijds de roem van ons land. We zullen de koningin een kanten tafelloper geven, daaraan zal ze zien hoe kunstzinnig de Vlaamse vrouwen zijn. En onze kantwerksters, die sinds jaren niets meer te doen hebben, zullen weer een poosje werk hebben.
Binche kant uit Brugge en medaillons in Zeelse naaldkant.
Volgend artikel verscheen in een weekblad en het getuigt van veel enthousiasme en toewijding van een volk aan zijn koningin.
Er waren eens 200.000 arbeidersvrouwen, waarvan er 100.000 in Vlaanderen woonden en 100.000 in Wallonië. Die arbeidersvrouwen waren gegroepeerd in een grote gilde die ze KAV en LOFC noemden.
Op zekere dag kwam er een nieuwe koningin op de troon. Die koningin was zeer goed voor de armen en daarom werd ze door de mensen gaarne gezien!
De arbeidersvrouwen, die in de KAV waren, zegden ondereen : We moeten onze Koningin tonen dat we haar gaarne zien. We zullen allemaal 10 cent uitleggen en van dat geld zullen we een vorstelijk geschenk kopen. We zullen ook aan de Kajotsters vragen dat ze hun steentje bijdragen.
Daarmee waren ze het allemaal eens, maar wat zouden ze kopen ?
Ondertussen werkte minister Rubbens ook aan een boekje met als titel :
De Vlaamsche kantnijverheid
Het werd in 1920 uitgegeven bij N.V. De Standaard te Brussel.
Volgens de auteur was het de bedoeling, ik citeer :
Een poging om de algemene belangstelling voor die nationale schat, bron van roem en welvaart, gaande te maken opdat door samenwerking van regering, privaat initiatief en openbare mening een aanzienlijke macht zou tot stand komen om onze kantnijverheid te redden, te beschermen en te bevorderen in de toekomst.
Na de bevrijding werd er onder impuls van de heer Famelaer en toondichter meester Oscar Roels, een huldecantate uitgevoerd waarin het internationale succes van de kantschool werd belicht.
Het middelste gedeelte stelde het wapen van België voor dat was omgeven door een keten, als zinnebeeld van oorlog en slavernij! Tussen de schakels groeit eikenloof als symbool van de Belgische onsterfelijkheid.
De heer en mevrouw Rubbens besteedden al hun artistieke gaven om de kantschool een grote faam te geven.
De bekroning op hun werk was de verwezenlijking van een prachtige kanten sluier, volledig in point de Bruxelles, die in 1919 geschonken werd aan koningin Elisabeth.
Deze sluier symboliseerde de erkenteljkheid en de trouw van de Vlaamse kantwerksters aan hun koningin. Koningin Elisabeth stond immers bekend om haar belangstelling en bescherming van de kant. (Zie "Kant uit het koningshuis" van november 2006)
Maar deze kanten sluier was eveneens ee dankbetuiging voor het heldenwerk dat koningin Elisabeth on W.O.I aan het Ijzerfront presteerde. Het oorspronkelijke ontwerp, van Meester De Craemer uit Gent, was onuitvoerbaar en werd gewijzigd door Rosalie Vergeylen en Min. Rubbens, die zelf de medaillons tekende.
Bij de overhandiging sprak de minister onze vorstin toe In een tweetalige brochure, die bij de sluier in het schrijn werd gelegd, verstrekte hij bijzonderheden over techniek en de verwerkte motieven.
Hier werden de beste werksters van de vereniging opgeleid tot lerares in de naaldkant.
Doch de kantnormaalschool bleef slechts enkele jaren bestaan. Want toen enkele jaren later de kant stilaan in verval raakte, door de mechanisatie, sociale verbeteringen, minder toepassingen in de mode, was de opleiding tot kantlerares nutteloos geworden.
De laatste jaren ziet men meer en meer het blokkenkussen verschijnen!
Bij het traditionele ronde kantkussen bestaat de vulling uit zeegras of fijn hooi. Het ronde kussen is ook licht gebold.
Het onderstel van een blokkenkussen is een bak die gevuld is een stuk piepschuim. Dit piepschuim is in stukken gesneden en deze stukken zijn overtrokken met stof.
Alles past in de bak en de kantklosster kan nu, naargelang haar werk vordert, de stukken naar onder, boven, links of rechts verplaatsen zodanig dat het werk niet meer van het kussen moet om verder te kunnen werken.
Het is een ingewikkelde uitleg, ik weet het maar als je de werkwijze eens gezien hebt wordt alles duidelijk.
Alhoewel het tijdsbesparend is zijn er toch veel kantwerksters die liever op het ronde kussen werken omdat een kussen van piepschuim plat is en er toch wat ruimte is tussen de verschillende stukken zodat daar de spelden té los zitten.
Ikzelf werk altijd op een ouderwets, rond kussen!.
Naast deze werkgroep stichtte minister Rubbens in 1918 niet alleen een Beroepsschool voor kantwerksters
maar tevens een
Normaalschool voor kantwerksters.
De beroepsschool, met Rosalie Vergeylen als bestuurster, had twee afdelingen :
een esthetische afdeling = de tekenschool
een technische afdeling = de kantschool,
ook wel de werkschool genoemd.
In de werkschool
werden de kinderen onderricht in alle facetten van de naaldkant en werden ze opgeleid tot bekwame kantwerksters.
In de tekenschool
werd er kunst en tekenonderwijs gegeven aan de kinderen van de werkschool. Ook de leden van de Vereniging voor kunstkantwerk kregen hier een opleiding in tekenen en ontwerpen van nieuwe patronen.
Naast de lessen in kant en tekenen kregen de meisjes ook onderricht in rekenen, huishoudkunde, godsdienst en gezondheidsleer.
Dit alles in een ontspannen sfeer en gedurende de kantlessen werd er gezongen en voorgelezen. Dagelijks las men de rozenkrans en soms kwam een pater Jezuïet spreken.
Kantwerksters getuigden dat het
de schoonste tijd van hun leven was!!.
Afbeelding : didactisch materiaal van de vroegere kantschool.Voorbeelden van gronden op een uiterst fijne manier gewerkt.
Met dank aan Juffrouw I. Rubbens die mij haar archief ter beschikking stelde
Adam en Eva, Die aten samen gort. Adam had een broekjen aan En Eva droeg een schort. Als ik mij niet zéér vergis, Is dat lang geleden, Maar het ging (of 'k heb het mis!) Toen al net als heden. Eva's die de broek aanhebben, Zijn de rechte Eva's niet, En een Adam met een schort voor Noemde men een keukenpiet. Wat de kroon is voor een koning, Voor de huisvrouw is haar schort. Draag de uwe steeds met eere, En 't ontbreek't u nooit aan - gort.
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005