Fotografeer nu voor later, maar weet ook dat later NU is ! KLIK OP DE FOTO VOOR EEN VERGROTING
19-01-2006
DEATH VALLEY
Vandaag een laatste bijdrage over bezienswaardigheden in Californië, namelijk Death Valley National Park. Dit park ligt in het zuidoosten van Californië en doet haar naam eer aan, want het is het laagst gelegen, heetste en droogste gebied van de Verenigde Staten. Het park is al sinds 1933 een nationaal monument, maar in 1994 kreeg het de status van Nationaal Park.
Het regent er heel weinig met 4,4 cm per jaar. Dit komt doordat het gebergte in het westen de meeste wolken de doorgang belemmert en dus kan de zon volop in dit gebied schijnen. Dat leidt in de zomer soms tot temperaturen van 49 graden Celsius. Ik heb gehoord dat de grondtemperatuur eens is opgelopen tot 88 graden Celsius ! Tijdens de Gold Rush trokken goudzoekers door deze streek naar Californië en velen kwamen om door de hitte en droogte, vandaar de naam Death Valley.
Bij het plaatsje Badwater ligt het laagste punt van onze aarde, namelijk 86 meter beneden de zeespiegel. In het park ligt een bezoekerscentrum in de oase Furnace Creek, waar je middels een videofilm kunt zien, dat je in deze doodse omgeving toch nog veel planten- en dierenleven kunt tegenkomen.
Het Goudkantoor is gebouwd in 1635 al heette het gebouw destijds het Collectehuis. Het was een belastingkantoor voor Stad en Ommelande. De huidige naam stamt uit de periode van 1814-1887, toen het pand werd gebruikt als Waarborgbureau voor Goud- en Zilverwerken. Hier werden gouden en zilveren voorwerpen gekeurd en van een merkje voorzien.
Na 1887 heeft het gebouw meerdere functies gehad, zoals voor, tijdens en na de oorlog als Scheepvaartmuseum, VVV-kantoor. Tijdens de bouw van het 'nieuwe stadhuis' deed het dienst als stadjershuis of informatiedesk voor de gemeente Groningen.
Het Goudkantoor is gebouwd met markante gevels in de Hollandse Renaissancestijl. Deze bouwstijl was vroeg 17e eeuwse Groninger architectuur. Opvallend zijn de schelpvormige motieven boven deuren en ramen, vermoedelijk afkomstig van een beeldhouwer uit Bremen. In onze stad zijn meerdere van deze motieven op oude panden aangebracht. In het begin van de vorige eeuw werd het pand eigendom van de gemeente Groningen, die onmiddellijk het provinciewapen in de gevel liet vervangen door het wapen van de stad Groningen.
Na een grondige bouwkundige restauratie is het pand in zijn huidige vorm als café-restaurant ingericht. De motieven op de muur zijn origineel 17e eeuws. De kleuren aan de buitenzijde van het Goudkantoor (rood, oker, goud en blauw) zijn middels kleuronderzoeken van de verfresten op de stenen vastgesteld.
Op de gevel treffen we de Latijnse spreuk "Date Caesari quae Caesaris "aan, wat letterlijk vertaald 'Geef de keizer wat des keizers is', betekent. Deze spreuk stamt nog uit de tijd van het innen van de belastingen.
Vooral het centrum van Groningen heeft tijdens de laatste oorlogsdagen van Wereldoorlog 2 veel te lijden gehad. Prachtige Middeleeuwse en achttiende eeuwse panden aan de noord- en oostzijde van de Grote Markt waren totaal verwoest. Ook de Waagstraat, een straat die in het verlengde van de Herestraat naar de Grote Markt leidde, werd totaal verwoest. (zie foto)
Wonder boven wonder bleef het zeventiende eeuwse Goudkantoor gespaard als enig pand in de straat/hoek Grote Markt. Daarover meer in de volgende aflevering.
Zoals beloofd zou ik nog terugkomen op de Der Aa-toren, die in het centrum van Groningen aan de Vismarkt staat, achter de Korenbeurs.(zie 15.01.2006) Bij de toren hoort ook de Der Aa-kerk.
Rond 1200 werd in dit stadsdeel begonnen met de bouw van een kapel voor de schippers en kooplieden, die zich aan de oevers van de Aa hadden gevestigd. Deze Romaanse kapel werd in 1248 verheven tot parochiekerk, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe en de Heilige Nicolaas, de beschermheilige van de schippers.
In 1594 werd in Groningen de Hervorming ingevoerd en nadat de Roomse beelden waren verwijderd werd in deze kerk de eerste hervormde eredienst gehouden.
De toren werd in 1671 door de bliksem getroffen, waardoor de bovenbouw van de toren en een deel van de kerk werden verwoest. In 1718 kwam de nieuwe toren klaar met een bovenstuk naar ontwerp van de stadsbouwmeester Allert Meijer. Enkele jaren geleden werden tijdens een restauratie de oorspronkelijke gele kleuren op de toren aangebracht.
Zo lijkt het wonen op water nu niet bepaald op enigszins behelpen. Menig walbewoner zou er jaloers op kunnen zijn .... Deze foto maakte ik bij het Boterdiep, waar meerdere woonboten langs de vaste wal liggen.
De Noorderhaven is eveneens ontstaan na de ontmanteling van de vestingwerken van de stad Groningen en vormde daarvoor de vestinggracht rond de stad. De Noorderhaven stond vroeger in open verbinding met de zee via het Reitdiep. Tegenwoordig ligt deze haven vol met allerlei typen schepen, die o.a. worden bewoond door kunstenaars. De rondvaartboot, waarmee je de stad vanaf het water kunt bezichtigen, heeft hier maar nauwelijks doorvaart. In deze haven werd voorheen veel graan gelost, wat nog te zien is aan het pakhuis midden op deze foto. Ook dit pakhuis is verbouwd tot appartementen.
Wat ik ook probeer, het lukt me niet om een aanklikbare foto te realisren, kijk daarom op de recente bijdrage,
Op bijgaande foto enkele schepen uit de historie van Groningen bij een ondergaande zon in een historische omgeving. Dit soort schepen komt eens per jaar in de zomer naar Groningen en deze worden dan opengesteld voor het publiek, dat in grote getale naar deze schepen komt kijken. Enkele bewoners van deze schepen, zoals deze op de foto, overwinteren in de stad en hebben hun ligplaats aan het Lage der A, waar de Drentsche Aa haar intrede doet in de stad.
Het Lage der A kende in het verleden ook vele pakhuizen, waarvan er nog een paar op deze foto zijn te zien. Zij worden niet meer als zodanig gebruikt, doch zijn verbouwd tot appartementen.
Op de achtergrond is de A-toren te zien, geschilderd in de originele kleuren. Over deze kerk en toren later meer.
De Drentse Aa is de enige beek in Nederland, die grotendeels zijn oorspronkelijke meanderende loop heeft behouden. De oorsprong van deze beek ligt in de provincie Drente (vandaar de naam) en stroomt via het Hoornse Diep langs het Paterswoldse Meer naar de stad Groningen. Straatnamen als Lage der A en Hoge der A , A-straat en A-kerkstraat herinneren nog steeds aan deze beek. Ook de Der Aa-kerk en -toren zijn er naar genoemd. (Zie ook de volgende bijdrage op dit blog)
Het stroomgebied van de Drentsche Aa ligt in het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap dat eveneens de naam Drentsche Aa heeft. Het gebied ligt in de driehoek Assen - Gieten en Glimmen. Het is een uniek landschap en een bezoekje waard !
Groningen was in het verleden de derde binnenvaartstad van Nederland, maar is dat nu al lang niet meer. De stad kent echter nog steeds de namen van de havens: Noorderhaven , Westerhaven, Oosterhaven en Zuiderhaven.
De Westerhaven, ontstaan na de ontmanteling van de vestingwerken in 1882, was oorspronkelijk een deel van de vestinggracht. In 1962 is deze haven gedempt en na een aantal jaren te hebben gefungeerd als parkeerplaats, verrees er enkele jaren geleden een nieuw winkelcentrum en het eerste Nederlandse Stripmuseum.
In de jaren '50/'60 heerste er in deze haven een grote drukte tijdens de suikercampagne in de herfst. De haven lag toen vol met kleine binnenvaartschepen, gevuld met suikerbieten, afkomstig van de kleigebieden in de provincie Groningen. Zij wachtten op hun beurt om door te varen naar de toenmalige Friesch-Groningse Suikerfabriek ( thans Suikerunie), die zich de grootste van Europa mocht noemen en dat tot op de dag van vandaag nog steeds is.
Op internet ontdekte ik deze oude prent van de Westerhaven. Het meest links gelegen water vormde de Westerhaven. Via twee sluizen kon naar de suikerfabriek worden gevaren.
Groningen kent een aantal kanalen, waarin het toegestaan is in woonboten te wonen. Op bijgaande foto een beeld van het Winschoterdiep. Dit gedeelte wordt niet meer gebruikt voor het doorgaande scheepvaartverkeer. De bouwsels verschillen nogal van elkaar qua opbouw en inrichting, maar de bewoners zouden hun woonboot, ondanks enkele beperkingen, toch niet willen ruilen voor een woning op de vaste wal.
Tijdens onze rondreis in het westen van de USA brachten wij ook een bezoek aan Monument Valley, die in vele Westerns als achtergronddécor dienst deed en nog steeds daarvoor wordt gebruikt, gezien het unieke karakter van dit gebied. Om dit gebied nader van dichtbij te kunnen bewonderen, maakten wij een safari in een oude open bus (het jaartal schat ik op de jaren vijftig, zestig), die werd bestuurd door een vrouwelijke Navajo-Indiaan. Zij heette ons welkom in haar 'Cadillac' en startte de motor van de bus na enkele mislukte pogingen. Zij bleek echter een geroutineerde chauffeuse en vertelde tijdens de rit iets over de zeden en gewoonten van de Navajo-Indianen.
Monument Valley ligt midden in het enorme gebied van het Navajo Indian Reservation. Een gebied dat op een hoogte van 1700 meter ligt en eigenlijk geen vallei is, maar een woestijnachtig gebied met zijn typische, sterk geërodeerde roodgekleurde zandsteenrotsen. Ook dit gebied werd miljoenen jaren geleden omhooggeduwd tot zijn huidige hoogte en door erosie spoelde in de loop der tijden zo'n 300 meter zand en zacht gesteente weg en ontstonden de huidige vormen, maar..... de erosie gaat nog steeds verder en op den duur (wie weet hoeveel eeuwen dit nog zal duren) zullen ook deze verdwijnen.
Op de foto neemt mijn vrouw een Spire, ook wel Monument genoemd in ogenschouw.