Het Pantheon werd in 27 v. Chr. Door Marcus Agrippa gebouwd en in zijn huidige vorm na een brand in 125 na Chr. opgetrokken onder Hadrianus. De naam Marcus Agrippa staat nog altijd te lezen op de fries van het bouwwerk.
Het is het enige antieke bouwwerk in Rome, dat geheel bewaard is gebleven. Paus Bonifacius IV nam het Pantheon in 609 als christelijke kerk in gebruik als de kerk van Maria en de martelaren.
Ondanks de plunderingen door de West-Goten en Vandalen leidden deze niet tot een verwoesting van het gebouw, wat wellicht is te danken aan de zes meter dikke muren, de grote koepel en de zestien uit één stuk gekapte Corintische zuilen, die meer dan 12 meter hoog zijn.
Vanaf de Renaissancetijd werd het Pantheon gebruikt als begraafplaats voor vooraanstaande Italianen, zoals o.a. Rafaël Santi en Koning Victor Emmanuel II, de Vader des Vaderlands.
Het ronde gebouw heeft een betonnen koepel met een diameter van 43 meter (!). De centrale opening in de koepel is de enige lichtbron en heeft een doorsnede van negen meter. Het is haast onvoorstelbaar dat de Romeinen met de materialen, die zij tot hun beschikking hadden, een dergelijk bouwwerk konden realiseren.
|