In 1830 ging Chopin weer naar Wenen met het idee daarna door te reizen naar Italië. Een aantal dagen na zijn aankomst bereikte hem echter het bericht, dat Polen in opstand was gekomen tegen de Russische overheersing. Een Pools-Russische oorlog volgde en Chopin kon niet terugkeren naar zijn vaderland. Hij componeerde toen de Etude in C, de zogenaamde Revolutie -etude. Chopin liet daarna zijn carriere-en tourneeplannen varen en vestigde zich in Parijs, waar hij dank zij zijn goede aanbevelingsbrieven uit Wenen werd opgenomen in de hoogste kringen.
In Parijs voegde Chopin zich bij een groep jonge kunstenaars, schrijvers en musici, die zich 'Kinderen van het land' noemde en binnen die kring hun werken creëerden. In die sfeer ging het hem ook financieel beter en vond hij bovendien meer inspiratie. In die tijd was Polen in Parijs als het ware 'in de mode' , vanwege de Franse sympathie voor Polen na de inname van Warschau door de Russen. Chopin werd daardoor direct opgenomen in het literaire milieu.
Zijn eerste concert in Parijs werd een groot succes en hij werd daarna aan de Rothschilds voorgesteld. Daardoor kreeg hij toegang tot de chique salons, waar hij goed verdiende met spelen en nog beter met het lesgeven.
Door zijn enorme heimwee naar Polen, zijn zwakke gezondheid, het te hard werken en een mislukte liefde werd Chopin melancholisch en prikkelbaar. Met collega-componisten kon hij ook niet zo goed opschieten. Alleen Franz Liszt toonde zich in het begin erg geestdriftig over dit ware talent. Chopin werd een veelgevraagd muziekleraar en schreef een stortvloed aan muziek. Als pianist en later ook als pedagoog genoot hij grote bewondering in de aristocratische kringen, waar hij in contact kwam met romantici als Heine, de Balzac, Delacroix, Victor Hugo, Franz Liszt, Hector Berlioz, Rossini en anderen en sloot zich aan bij het Pools literair gezelschap.
Wordt vervolgd.
Bij de foto: Hier heb ik het klooster in Valldemossa vanuit een andere invalshoek gefotografeerd.
|