Hanen en kippenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is bij ons de gewoonte dat kippen die heel hun leven hun best deden om eitjes voor ons te leggen, ook mogen genieten van een rustige oude dag. De ene dienst is de andere waard. Legendarische exemplaren waren Harie, Willem, Bertha en Hinkepie (een rosse mankende kip). Eenmaal hebben we het gewaagd om een haan te slachten en te braden. Het was Harie. Je kunt toch geen gezonder en smakelijker vlees eten dan dat van een haan die jaren in het groene malse gras gelopen heeft, dachten we. Dat is ons slecht bevallen. Toen de stukjes Harie op ons bord lagen, samen met goudgebakken frietjes en appelpuree, was onze honger over. We kregen geen hap door onze keel. Alsmaar kwam dat beeld terug van die fiere haan die jaren voor ons keukenraam had geparadeerd. Uiteindelijk werd mijn schoonmoeder ingeschakeld om alles te verorberen. Bijna een ganse week heeft ze er van gesmuld. Ze kon er niet aan uit dat wij zon heerlijk vlees niet lustten.
De laatste tijd was er thuis onrust en ruzie in het straatje. Niet binnen in huis, daar heerst de vrede van een huwelijk van 32 jaar. De onrust en ruzie situeerde zich in de weide en bijhorende kippenstal. Vanuit het raam in de keuken konden we de gebeurtenissen voortdurend gadeslaan.
Onze pluimveepopulatie was de laatste tijd ongemerkt maar grondig uitgedund. De strenge winter en hoge ouderdom hadden hun tol geëist. Onze kleine witte haan, Wimke genaamd, van middelbare leeftijd en met een enorme voortplantingsdrang, had enkel nog het gezelschap van twee bejaarde kippen, een sussex en een witte leghorn. Al maanden vonden we geen eitjes meer in de legkisten. Hoog tijd dat er jong bloed in de weide kwam. In de plaatselijke tuinzaak hadden we vier kippen besteld: een witte leghorn, een bruine legkip, een zwarte kip en een sussex. Deze laatste is een witte kip met zwart in de kraag en zwarte veren in de staart. Thuis lieten we ze vrij in de omgeving van de kippenstal, waar ze zich dagenlang schuil hielden onder de struiken.
Van meet af aan was duidelijk dat de bruine legkip een haantje de voorste was. Zij was de eerste die haar territorium durfde uit te breiden en beetje bij beetje de hele weide ging verkennen. De sussex nam een eerder afwachtende houding aan en als ze na een tijdje zag dat de bruine kip geen gevaar liep, durfde ze zich ook wat verder te wagen. De zwarte hield zich afzijdig, precies of ze met niets of niemand iets te maken had. De witte leghorn was de bangerik van de groep nieuwkomers, die bleef zich maar verbergen onder de struiken, ook toen de anderen al ver in de weide liepen.
Wimke sloeg alles vanop afstand gade. Hij wist precies niet goed hoe op deze situatie te reageren, plots vier jonge vrouwen in zijn buurt. Af en toe probeerde hij ze te lokken met pikken op de grond, maar de jonge garde was voorzichtig. De twee oudere dames vertoonden nerveus gedrag en verbleven meer dan voorheen in de omgeving van Wimke, om een oogje in het zeil te houden. Wimke zijn staart stond precies wat rechter dan voorheen, hij wilde ongetwijfeld indruk maken en camoufleerde zo goed het kon zijn al wat gevorderde leeftijd.
Als een jonge kip te dicht in de buurt van de twee ouderen kwam, werd ze onmiddellijk terecht gewezen met een pik op de kop. Hier was nog respect voor senioren, ook al werd dat deels met geweld afgedwongen. Onderling moesten de jongeren de pikorde nog vastleggen, en eigenlijk duurde dat niet zo lang. Helemaal onderaan de rangorde stond de witte leghorn, aan de eetbak moest zij wachten tot iedereen gedaan had. De zwarte was tevreden met haar afstandelijke rol, ze liet het niet echt aan haar hart komen wie het voor het zeggen had, maar zonder twijfel stond zij boven de witte leghorn. Het waren vooral de bruine legkip, de durver, en de sussex die wekenlang om de bovenste plaats in de rangorde streden. In het begin was de bruine legkip baas, of dat dacht ze tenminste. Maar telkens die twee elkaar tegenkwamen gingen ze in vechthouding tegenover elkaar staan en beetje bij beetje nam de sussex de leiding over. Stilaan is de rust weergekeerd en kent iedereen zijn plaats, en dat is maar goed ook. Drie jonge kippen leggen hun ei in de legkisten in het kippenhok, behalve de zwarte. Die gaat leggen in een zelf geconstrueerd nest op de composthoop, en ze is absoluut niet op andere gedachten te brengen.
Op een avond ging ik in de stal kijken hoe ze het daar hadden geregeld. De twee oude kippen hadden elk een legkist uitgekozen en waren rustig in het stro aan het soezen. Die waren duidelijk gelukkig nu ze tijdens de dag met rust werden gelaten. Wimke zat op een stok tegen de wand, naast hem de jonge sussex, iets verderop de bruine kip en de witte leghorn. De zwarte zat alleen op een andere stok, die bleef vasthouden aan haar privacy. Wimke was doodvermoeid verzonken in een diepe slaap. Wat hem de laatste tijd overkomen was, daar konden velen alleen maar van dromen. Misschien was hij daar zelf ook mee bezig.
-----------------------------------------------------------------------
|