1. Al rijdend: Algemeen regel: houd als veiligheidsafstand de helft van je snelheid in m uitgedrukt Vb: 50 km/u = 50/2: 25m 100km/u = 100/2: 50m Deze veiligheidsafstanden laten je toe tijdig te kunnen stoppen zelfs als je voorligger bruusk remt Opm: indien een andere bestuurder voegt in deze veiligheidsafstand in: reactie: vertragen en opnieuw een veiligafstand houden 2. In een file stilstaand achter een voertuig: Je moet de achterwielen van je voorligger nog kunnen zien ( 4 à 5m) Als je ooit achteraan wordt ingereden zal je voertuig niet tegen de voorligger geduwd worden. Op die manier zou je nog een hindernis kunnen ontwijken 3. Als een bestuurder aan je bumper kleeft Reatie: vertraag en verplicht hem je in te halen 4. 50m = 1/2afstand tussen 2 verlichtingspalen op de auto-snelweg 25m = de breedte van een auto-snelweg 5. Bij slechte weersomstandigheden (sneeuw,ijzel,mist) en vermoeidheid: een grotere volgafstand houden en rijd defensief
1. Strafbaar gehalte aan alkohol - vanaf 0,22 mg per liter uitgeademde lucht of 0,5gr-bloed gevolg: 3u rijverbod rijbewijs aan politie afgeven onmiddellijk inning van een geldsom:137,50 - vanaf 035 mg per liter uitgeademde luchd of 0,8gr-bloed gevolg: 6u rijverbod rijbewijs aan politie afgeven na 6u opnieuw kontrole mogelijke onmiddelijke intrekking van rijbewijs geldboete (1.100 of meer)
2. Kontrole door een bevoegde persoon - ademtest - wachttijd van 15 minuten mag vragen blazen in een ademtesttoestel stelt vast of men gedronken heeft op schermpje: S = safe A = alarm P = positief - bij A of P volgt een ademanalyse wachtijd : 15 minuten mag vragen blazen in een ademanalysetoestel alkoholgehalte wordt gemeten en afgedrukt 3. Weigeren: is gelijk aan alkoholgehalte van 0,35 mg in lucht
1. beschouw het stuur als een horloge 2. positie van de handen ( stuur vasthouden ) - linkerhand : op 10 - rechterhand : op 2 - ellebogen niet laten zakken - rug tegen de rugleuning 3. draaien
- enkel het bovenste deel van stuur gebruiken - handen over elkaar bewegen - een hand duwt het stuur tot 2 of 10 in de richting van de bocht - de andere hand los en verzet zich over de andere en pakt het het stuur op 10 of 2 vast en trekt in de richting van de bocht
4. Beste methode om snel en precies te kunnen reageren en te sturen
Een spoorvoertuig ( stilstaand of in beweging) inhalen
gebeurt RECHTS
indien onmogelijk door : engte doorgang stilstaand en geparkeerd voertuig hindernis mag links maar het tegemoetkomende verkeer niet hinderen
snelheid matigen Tram, autobus, autocar: stilstaan: men rijdt langs de zijde waar reizigers in- en uitstappen en er geen vluchtheuvel is: dan - moet men stoppen - slechts langzaam opnieuw vertrekken
Wanneer moet men op de openbare weg een stilstaan of geparkeerd voertuig signaleren?
Oplossing: - tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en - in alle omstandigheden als men niet meer tot ongeveer 200m ver kunt zien behalve: als de openbare verlichting toelaat het voertuig van op ongeveer 100m duidelijk te zien Men gebruikt: vooraan : witte standlichten achteraaan : rode lichten Op welke plaatsen: geparkeerdeplaatsen langs de rijbaan en gelijkgrondsberm
Weet U wat u moet doen bij het zien van oranjegeel knipperlichten aan een kruispunt ? Oplossing: 1. zeer voorzichtig naderen en kijken naar de verkeersborden 2.de voorrangsregels toepassen : - kijken welke voorrangsborden staan langs uw weg: ze geven u voorrang of u moet voorrang verlenen 3.Wees uiterst voorzichtig bij het voorbijrijden want de meeste weten niet wat doen en aarzelen = dikwijls oorzaak van ongevallen
In het verkeer moet men altijd kunnen STOPPEN voor een te voorziene hindernis ttz:
- kinderen die op de stoep spelen - voetgangers en fietsers die wachten aan een oversteekplaats - reizigers in de omgeving van trams en bussen aan een halteplaats - omgeving van een school - binnen een bebouwde kom, woonerf, speelstraat....... - een voorligger in druk verkeer - fietsers in een beperkte eenrichtingsstraat - in het donker: in de beperkte verlichte zone van de koplampen
Blinde hoek: is het gedeelte van de weg dat men niet kan zien via de kijkachteruitspiegels oplossing; bij een richtingsverandering kijken over de schouder schuin naar achter om te kijken in de blinde hoek