De mens is hier omdat hij het zelf zo verkoos; omdat hij zijn eigen vrije wil gebruikte. Hij werd meegezogen door zijn nieuwsgierigheid, door de aantrekkingskracht van uiterlijkheden, door iets ontroerends, iets dat hem blijkbaar facineerde. In de materiƫle wereld is hij meegegaan en nu leeft hij op een ander niveau.
Ondanks zijn vele geboortes leeft de mens vandaag zelfs nog beneden het peil van de dieren. Dieren worden niet verscheurd door afgunst. Ze zijn niet trots op wat ze bezitten. Ze hebben geen bankrekening of maandloon. Ze leven gelukkig van het ene ogenblik in het ander, tevreden met het voedsel en de beschutting die ze kunnen vinden. De kennis en de vakkundigheid van de mens zijn vergroot, maar zijn moraliteit is achteruitgegaan.
De mens moet het geheim ontdekken van een goed leven. Hij moet zich realiseren, dat hij niet als mens geboren is om te genieten van werelds plezier, maar om zijn Goddelijke bestemming te bereiken, door het ontwikkelen van goede eigenschappen en door juist te handelen. Hij moet zijn herinnering aan wie hij echt is terug herstellen.
De mens hoeft de rest van zijn leven niet te leven als slaaf van omstandigheden waarover hij geen zeggenschap heeft. Hij heeft de capaciteit om zijn bestemming in eigen handen te nemen en zijn identiteit volledig te hervormen. Dit vermogen is door de Schepper zelf gegeven en kan door een geleidelijk proces op gang gebracht worden.
Door deze verandering kan de mens zich opnieuw naar het beeld en de gelijkenis van God maken, ervoor kiezen terug te keren naar de toestand van "Absolute Zijn".