Vraag 120 - Is het aanbidden van godsbeelden bijgeloof?
Veel mensen lachen en veroordelen het als bijgeloof. Maar degenen die godsbeelden oprecht vereren, geloven dat de Almachtige, die alom aanwezig is, ook aanwezig is in het symbool dat voor hen staat. Voor hen is dat niet alleen maar een uiterlijk voorwerp. Het maakt deel uit van hun innerlijke devotie en geloof. Het aanbidden met in het achterhoofd het idee dat het slechts bestaat uit een levensloos stuk steen is pure tijdverspilling.
Parabel: Er was eens een godzoeker (sadhaka) die naar een goeroe ging om leiding te ontvangen. De goeroe gaf hem een beeld van Vishnu en legde hem uit hoe het beeld dagelijks vereerd moest worden. Na maanden van nauwgezette erediensten ervoer de sadhaka nog steeds geen enkele spirituele vervoering. Hij melde zijn ontevredenheid en de goeroe gaf hem een ander beeld, deze keer van Shiva en vroeg hem het nog eens te proberen. De discipel kwam na zes maanden terug met de vraag om weer een nieuw beeld, want ook Shiva had hem teleurgesteld. Deze keer kreeg hij een beeld van de godin Durga. De twee voorgaande beelden stonden stoffig op de vensterbank. Op een dag toen hij bezig was met de rituele aanbidding van Durga merkte hij dat de rook van het wierookstokje, door de tocht, naar het beeld van Shiva dreef dat op de vensterbank stond. Het maakte hem woedend dat die ondankbare God met zijn hart van steen, en doof was voor zijn smeekbeden, de geur zou opsnuiven die bestemd was voor zijn jongste idool. Dus hij nam een doek en bond die rond het hoofd van Shiva. Precies op dat moment verscheen tot zijn stomme verbazing Shiva in zijn schittering en glorie voor de sadhaka. Hij begreep niet hoe die onheuse behandeling Shiva ertoe gebracht had hem te zegenen met zijn aanwezigheid. Wat was er echt gebeurt? Voor de eerste maal geloofde de sadhaka echt dat het beeld van Shiva leefde. Op het moment dat hij realiseerde dat het beeld vol bewustzijn was, ontving hij de verwerkelijking waarnaar hij had gestreefd.