de Triomf van de Onschuld Toen we een jaar of twaalf waren hadden we gewaagde raadseltjes. De stoutmoedigen onder ons vertelden ze zelfs thuis, aan hun ouders. Of nog straffer, wanneer er bezoek was, wanneer er publiek was. Mijn zus Tina (9j) was daar zeer goed in, zij wist met flair haar momenten te kiezen:
- het begint met str en eindigt op ont ? - …? afwachtende stilte - straathond!
- het begint met kl en het eindigt op oot? - … ? dreigende stilte - kleurpotlood!
Er was geen kat die er aanstoot aan nam dat de eindletters in geschreven taal niet klopten. In gesproken taal waren deze raadseltjes al gewaagd genoeg. En dan kwam het slotstuk :
- het begint met p en eindigt op oepen. - …? doodse stilte - paracommandotroepen!
Straathond, kleurpotlood en paracommandotroepen, we gniffelden en we wisten bij de laatste twee raadsels niet eens niet waarover we het hadden. Het was de Triomf van de Onschuld, want de grote mensen wisten niet hoe ze daarop moesten reageren. Dát voelden we wel. En hun onwennigheid was goud waard.
(…) http://nl.wikipedia.org/wiki/Onschuldige_Kinderen Op het feest van Onnozele Kinderen gingen, net als bij Sint Maarten, kinderen de straat op om te bedelen om snoep en geld. Kenmerkend is dat de kinderen verkleed als volwassenen langs de deuren gingen om hun lied te zingen. Nu Nieuwjaarke Zoete en Driekoningen. Dit bedelen om snoep en geld gaat terug op het kinderbisschopspel.
Bij het kinderbisschopspel werd tijdens de Vespers onder het Magnificat onder de scholieren een kinderbisschop gekozen. Deze jongen trad dan enkele dagen in klooster- en kapittelkerk als bisschop op. Met een groep kinderen als aanhang ging hij bij hoogstaande personen van kerk en gemeente eten en kreeg daar ook kleine geschenken.
Ook verkleedpartijen hoorden bij het feest en er werden geschenken gegeven aan de koorknapen. In veel gezinnen mag het jongste kind op Onnozele Kinderen kiezen wat er die dag gegeten wordt.
Jaren heb ik dat woord fout geschreven, met n ipv met nn.
‘k Redeneerde : als on-ozel bestaat, dan bestaat ozel ook. Mis. Zo mis als mis maar mis kan zijn. Ozel bestaat niet.
Het is : als on-nozel bestaat, dan bestaat nozel ook. Nozel zou verwant zijn aan nocif (F), en betekent schadelijk, komende van noxia (L).
Mits enige verschuivingen in de Vroege en in de Late Middeleeuwen die we wegens tijdgebrek overslaan en er zijn onderwege natuurlijk ook verschuivingen in betekenis geweest, die we wegens al te bekend hier niet vermelden, dat zou onnozel zijn.
Uiteindelijk betekent on-nozel dus on-schadelijk, vandaar on-schuldig, argeloos, onbevangen. En aan al wie morgen verjaart, ooit verjaarde of nog zal verjaren: het is een móóie datum.
te gast bij Wim Helsen, Laura van Dolron meteen fragment uit Our Greatest Fear van Marianne Williamson Our deepest fear is not that we are inadequate. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. It is our light, not our darkness that most frightens us. We ask ourselves, Who am I to be brilliant, gorgeous, talented, and fabulous? Actually, who are you not to be? You are a child of God. Your playing small does not serve the world. There is nothing enlightened about shrinking so that other people will not feel insecure around you. We are all meant to shine, as children do. We were born to make manifest the glory of God that is within us. It is not just in some of us; it is in everyone and as we let our own light shine, we unconsciously give others permission to do the same. As we are liberated from our own fear, our presence automatically liberates others.
Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn. Onze diepste angst is dat we oneindig machtig zijn. Het is ons licht, niet onze duisternis waar we het allerbangst voor zijn. We vragen ons af: Wie ben ik dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk, getalenteerd en geweldig zou zijn? Maar waarom eigenlijk niet? Je bent toch een kind van God? Je moet je niet kleiner voordoen dan je bent opdat de mensen om je heen zich vooral niet onzeker zouden gaan voelen. We zijn geboren om de luister van God uit te dragen die in ons woont. Niet slechts in enkelen van ons, maar in ons allemaal. Als wij ons licht laten schijnen, geven we anderen onbewust toestemming om dat ook te doen. Als wij bevrijd zijn van onze eigen angst, bevrijdt onze aanwezigheid automatisch anderen.
De bovenstaande tekst is een Nederlandse vertaling van een tekst van MarianneWilliamson. Deze is gepubliceerd in haar in haar boek ‘Terugkeer naar liefde’, dat gebaseerd is op ‘Een cursus in wonderen’. Er wordt vaak gedacht dat Nelson Mandela het fragment heeft uitgesproken tijdens zijn inaugurale rede als president van Zuid-Afrika. Dat blijkt onjuist te zijn. Hij heeft er zelfs niet uit geciteerd: http://www.bet.com/news/global/2013/12/05/transcript-nelson-mandela-s-1994-inauguration-speech.html De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, de =-knop. Van Dolron in gesprek met Helsen, https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/3/winteruur-s3a30/ 10min38
Over het boek Terugkeer naar liefde, 2010, Marianne Williamson : Een spirituele gids op onze terugreis naar liefde en waarheid. Een bestseller, gebaseerd op het boek Een cursus in wonderen. We leren opnieuw met liefde waarnemen en de liefde aanvaarden die we hebben ontkend. Dit boek is een aanrader voor wie op een makkelijke manier meer te weten wil komen over het gedachtegoed van ‘Een cursus in wonderen’. 'We zijn vergeten wie we zijn, Terugkeer naar liefde herinnert ons hieraan!' Oprah Winfrey
over een huppelpup en hondejongen De Kleine mocht met zijn papa mee naar de buren om de nest hondjes te gaan bekijken. De hondjes waren nu oud genoeg om enthousiast kinderbezoek te overleven.
Weer thuis rende hij als een huppelpup naar zijn mama en vertelde opgewonden dat de moederhond viér baby-hondjes had, drie jongetjes en een meisje.
- Dat is knap, zei de mama, en hoe weet ge dat ? - Het meisje is zwart en de jongetjes zijn bruin. - Ziet ge aan de kleur of het een meisje is of een jongetje ? vroeg de mama voorzichtig. Had ze haar kleine niet beter voorgelicht dat dat? - Néé Mama ! zuchtte de Kleine om zoveel onverstand, de bruine hadden een pié-mel !
De dag na Kerstmis merkte de pastoor dat de kribbe in de kerststal leeg was. ‘t Kindje Jezus was verdwenen. Potverdekke, dacht de pastoor, en hij ging wat in de frisse lucht stappen om te kalmeren. Op de stoep zag hij Sepke met een blinkend-nieuwe rode trekkar. In de kar lag op een paar sprieten stro het kindje Jezus met gespreide armpjes van het zonlicht te genieten.
- Awel kleine vriend, ge hebt een passagier zie ik. - Ja meneer pastoor, antwoordde Sepke, en hij stapte stevig verder. Onverdroten, heette dat vroeger. - En waar hebt ge hem vandaan? - Uit de stal hé, meneer pastoor! (Wat een domme vraag!) - En waarom hebt ge hem uit de stal gehaald, Sepke?
Sepke hield halt en haalde eens diep adem want hier moest uitleg gegeven worden aan een volwassene. En zoals men weet is er soms tijd mee gemoeid eer een grote mens iets begrijpt, grote mensen zijn soms niet rap van snap.
- Ik had aan ’t Kindje Jezus gevraagd of ik van de Kerstman een rode trekkar mocht hebben. En ik heb ze gekregen. En daarom mag Kindje Jezus nu éérst meerijden.
Hij bleef de pastoor strak aankijken om te zien of die het begrepen had.
m met dank aan RD, EZW-01/2014, HiH-12/2015, herzien
een eigen boodschappenlijstje gebruiken als inspiratiebron Dat had LM voorgesteld, toen ik een paar weken geleden zuchtte dat er toch zo weinig achtergelaten boodschappenlijstjes te vinden waren in de plaatselijke supermarkt. - Wilt ge het mijne? vroeg hij.
Hij stapt al eens tot aan de Colruyt en dat lijstje wou hij me grootmoedig afstaan. Na gebruik. Ha nee, vind ik, want bij een eigen lijstje moet ik geen sluitend verhaal verzinnen omdat ik de context al ken. Dat is voorkennis. Dat deugt niet. In sommige branches is voorkennis zelfs strafbaar!
En daarenboven-erbij, dan wordt het geen verhaal, dan wordt de tekst een relaas. Niks mogen verzinnen, niks mogen fantaseren? Waar is de spielerei dan nog … Nee, ik wou LM zijn lijstje niet, hoe vriendelijk het ook aangeboden was.
Nu, een gevónden lijstje, dat is iets gans anders natuurlijk. Bij een gevonden lijstje kan niemand zich beledigd voelen over gissingen of over de commentaren bij het geschrift, bij de keuze van de artikelen, bij de rangschikking van de artikelen, bij de schrijffouten, of over mijn gefantaseerde context.
Want, stel u voor dat een integere huisvader mij zijn eigen lijstje mailt als 'gevonden'. Daarop staan dan veel lekkere dingen & bloemen en hij verwacht ongeveer dat er een verhaal komt over een galante heer die zijn wereld kent en die weet hoe hij zijn partner zijn waardering kan tonen en met al wat op het lijstje staat er een zonnige dag in december zal van maken.
Edoch, wat ik bij zijn lijstje verzin wordt dan een verhaal over een gedesillusioneerde dame die in hun huis een etentje voorziet met de zoveelste chevalier servant -die bloemen zijn voor de tafel- omdat haar man voor de zoveelste keer, op zakenreis is wanneer er iets te vieren valt. Wat een druilerige dag.
Bij éénzelfde lijstje : een realiteit > die botst met < een stuk fictie. Wat een anticlimax moet dat zijn voor de welwillende mailer van het lijstje.
Neenee, geen eigen lijstjes, zou ik denken. Zelf gebruik ik de mijne niet. En die van LM ook niet, gebruik ik ook niet. Ik hou het bij eerlijk gevonden lijstjes. Zo ben ik een beetje: vinden. En meepakken.
m weer helemaal in de lijstjes, EZW-12/2012, herwerkt
naar de afdeling klassiek Als kerstcadeau wou ze de strijksonates van Rossini ofwel de impromptus van Schubert. Op CD. Want op plaat zou dat niet meer te vinden zijn. Nee, op plaat niet meer.
Op een dag dat het KMI geen ontij gepland had ondernam ik de expeditie naar een winkel waar ze volgens mij Rossini en Schubert in huis zouden hebben.
Binnen herkende ik de zaak niet. Een totaal nieuwe inrichting. Misschien zelfs nieuwe eigenaars? Ik zag geen namen van componisten meer. De afdelingen vooraan in de winkel zeiden hiphop, house, en verder naar achter R&B, country, jazz …
"Excuseer, vroeg ik aan de piepjonge winkelbediende, heeft u ook een afdeling klassiek?" Ze dacht even na en vroeg "bedoelt u … gelijk Elvis?"
een vakman in huis Vorige week belden we een loodgieter, om de spoelbakken van de keuken na te kijken, want die lopen veels te traag leeg om nog oké te zijn. En gelijk vroegen we of hij eens zou willen kijken naar de douche, want we vermoedden daar een lekje.
Dat kwam in orde, hij zou langskomen. Die dag nog. “Vandaag nog! Halleluja!”
Hij was bezig met een job in Zandvliet en zodra hij daar klaar was zou hij ons bellen dat hij op komst was. Dat vind ik tof. Zodra hij belt maak ik de kast onder de spoelbakken leeg. Er lagen al twee vouwboxen gereed.
Het was 11h30 en er was nog altijd geen telefoontje van onze redder. - Zou hij vandaag nog komen, vroeg ik aan LM, die job in Zandvliet kan iets groot zijn hé. Iets groter dan hij zelf gedacht had.
Waarop LM : - Ja, ze hebben hem daar laten komen omdat de sluis niet meer leeg liep.
foto Wikipedia
13h15 : Hij was hier al sinds 12h aan het werk, een kwieke jongeman, en dat van die sluis paste helemaal in zijn vakgebied, zei hij. We kunnen hem aanbevelen. Toch wat zijn gevoel voor humor betreft.
de sopraan en de papegaai De jongere zus van mij ma was sopraan bij het koor van de BRT. Op een keer had Tante S een papegaai op logé, de baasjes van de vogel waren met kerstverlof aan de kust. Na enkele dagen kon hij de opwarmingsoefeningen van mijn Tante meezingen. Of zijn baasjes daar blij mee geweest zijn betwijfel ik, stembanden opwarmen is geen melodieus gebeuren hé.
Maar de vogel zelf vond het blijkbaar plezant of interessant en hij was zo fier op zijn nieuw kunnen dat hij van geen ophouden wist. Hij herhaalde de deuntjes heel de dag door.
Nonkel L was aannemer en hij had zijn kantoor thuis. De oefeningen van Tante S waren ongeveer een dagelijks ritueel, ze waren zelfs een rustgevend gebeuren in huis, maar de vrije interpretaties ervan door een snerpende papegaaienstem, dat was teveel van het goede, dat bracht Nonkel L tot krachttermen. De papegaai pikte de krachttermen op en leerde een verzameling vloeken die hij bracht met evenveel overtuiging als Nonkel L zelve en die hij vlot afwisselde met de stemoefeningen van Tante S. De vogel moet een heerlijke vakantie gehad hebben. Zijn woordenschat was duidelijk verrijkt dank zij Nonkel L en zijn stembereik was hoorbaar uitgebreid dank zij Tante S.
Wat de baasjes ervan vonden hebben we nooit geweten. Aan die kant bleef het stil.
de kerst-egeltjes, een doe-filmpje Dit filmpje vind ik heel mooi omdat er veel gezegd wordt met ogenschijnlijk simpele lijnen in een simpel decor.
Drie egeltjes komen zich voorstellen. Zodra de keuzemogelijkheid verschijnt, gewoon aanklikken. Dat egeltje krijgt dan het scherm voor zich alleen en mag optreden.
Misschien best links beginnen, dat is mogelijk de volgorde van de fragmenten zoals de makers ze bedoeld hebben in hun verhaal. Van links naar rechts staan de bolle, de lange en de gestuikte. Met kan ze ook zien als de ijverige, de bazige, de simpele. Zij zullen elk een liedje voor u zingen, verkleed of al doende met iets.
Voor het eerste egeltje kan met kiezen uit drie kostuumpjes. De kostuumpjes zijn een sneeuwbal – een rendier – een sneeuwman. Voor het tweede kan men kiezen uit drie bezigheden, dat zijn snowboarden - ijsschaatsen - sleeën Het derde egeltje krijgt drie bladen in de pootjes gestopt om zijn liedjes te zingen … Gewoon aanklikken telkens wanneer een keuzemogelijkheid verschijnt.
Alle drie doen ze hun allerbeste best. Drie egeltjes maal drie mogelijkheden, dat zouden negen fragmenten moeten zijn hé? Dat dacht ik ook.
Twee maanden voor kerst ging een vriendin verhuizen. Ze verhuisde van een villa naar een appartement. En de poes, die altijd buiten had gelopen en binnen kwam wanneer ze goesting had, verhuisde mee. Ineens moest poeslief zich aanpassen en mocht ze niet meer buiten.
Na zo’n veertien dagen werd poesmadame wat rustiger en ze leek zich te schikken in haar lot van binnenhuiskat. Kerst naderde en een echte kerstboom werd in de living van het appartement gezet, versierd tot en met, want mijn vriendin is een kerst-mens. De boom was weer heel mooi gekleed en de avond voor kerstavond werden alle pakjes -het waren er bijna dertig-, onder de boom gelegd. En die nacht is poeslief actief geworden. Van alle pakjes had ze het papier kapot getrokken en de boom had ze geplunderd van onder tot boven. Bij het opstaan, kreeg mijn vriendin bijna een appelflauwte. Chaos en rommel over heel de living. Er waren twee pakjes bij met pralines en poes was er zo grondig mee bezig geweest, dat de pralines over de vloer verspreid lagen. Mijn vriendin was echter een sterk iemand, ze belde mij en vertelde het en ze lachte, maar die lach was een zenuwlach, dat hoorde ik.
Dus op 24 december in de voormiddag ik naar daar, de kerstboom terug opgetuigd, de pakjes die nog konden gered worden weer ingepakt, en opnieuw pralines en chocolade gaan kopen. Gelukkig had poeslief de flesjes parfum niet open gekregen. Het zou er gestonken hebben. Rond vier uur was alles terug in orde en opgelapt, voor zover het opgelapt kon worden.
Poeslief werd een paar uur verbannen naar het berghok waar ze haar vernielactiviteit rustig snorrend uitsliep. Twee jaar later verhuisde mijn vriendin naar een boerderij, er kwamen nog twee poezen bij. Die hebben daar een luxe leven, maar de avond voor kerst mogen de drie poezen niet in de living, ze worden die nacht verbannen naar de schuur of naar de zolder.
Het een gerecht mooi opdienen is niet meer voldoende. Men moet een bord nu 'artistiek' kunnen dresseren. Hier een paar voorbeelden voor de feestdagen, met de signatuur van de kunstenaar in kwestie. ‘k Ben druk aan het oefenen. Ge doet toch mee? Jackson Pollock kan ik al!
Georges Seurat Van Gogh Pablo Picasso Piet Mondriaan
Mme H gaf Frans, van het derde tot en met het zesde leerjaar.
De uitgangen van de vervoegingen liet ze ons opzeggen in Catsiaanse dreuntoon: "imparfait?" "ais! ais! ait! ions! iez! aient!" dreunde de klas. Mme H gaf ons een applausje en wij bloosden van plezier.
En als we die uitgangen combineerden met de infinitief als stam kregen we een conditionnel, tweemaal prijs voor hetzelfde werk. Zo was Mme H. Zij maakte er een sport van geheugendril en wij vonden het plezierig. En véél nuttiger dan het geheugenwerk dat we moesten opbrengen voor catechismus. Later heb ik bij sollicitaties nooit een proef moeten afleggen over 'grondige kennis van catechismus'. Iemand onder U? Misschien heb ik de verkeerde branche gekozen.
‘Uw best doen voor Frans’ was zelfs niet nodig. Mme H zorgde dat alles in orde kwam, in een lichtblauwe ritselende nylon stofjas met knoopceintuur. De enige lerares die nog een stofjas droeg. Dat gaf wel cachet aan het vak Frans hoor. Die stofjas straalde beroepsernst uit. En vakkennis. En wij floreerden onder dat aureool.
In het vijfde en zesde leerjaar kwam er voor het vak Frans ook de lerares Franse dictie, Mme R. Een Française. Verdwaald in Vlaams-Brabant? Mme R-D was een combinatie van Juliette Greco en Zizi Jeanmaire. Als jonge vrouw droeg zij kort plat haar en platte schoenen, in de 60's hé, zwarte collants -zo heette een kousenbroek toen- en had een fantastische crèmekleurige jas met één grote rode knoop in het midden. En een knalrode handtas.
Achteraf bekeken is het een wonder dat Mme R-D ooit aangeworven werd in dat bastion van burgerlijk fatsoen: die eigen stijl? dat eigen denken? De Heer dacht ook al eens aan het Heil van de leerlingen blijkbaar, niet enkel aan het zielenheil van de nonnen.
Úren hebben wij doorgebracht met een potlood tussen onze tanden: ba-bé-b i-bo-buu! Mesdemoiselles? - En dan was het aan ons. "Voorrrraan in de mond jufrrrous, frrans worrdt voorrraan in de mond gesprrrokén!" 'jufrrrous', zei ze, als ze al eens 'needrelands' sprak.
Gek dat alle leraressen aangesproken werden met 'Juffrouw', gehuwd of niet. Een nonnenbastion hé. Behalve dus Mme H, zij werd aangesproken met 'Madame' zelfs in het Nederlands, ook al was zij ongehuwd.
De echtelijke status van Mme R-D was iets minder duidelijk, maar dat hebben we pas in het middelbaar vernomen. Het middelbaar was aan de overkant van de straat, een paar meter verschil, maar heel een andere wereld. En die begon al op de stoep.
Frans leren is al spelend gebeurd In maart 1959 zijn we daar gaan wonen, vanaf welk jaar we mochten buiten spelen weet ik niet. ‘Buiten’ was buiten de tuin, op straat. Dat zou zomer 1960 kunnen geweest zijn.
We woonden in de westrand van Brussel en hadden daar rustige straten, dus speelden wij allemaal op het kruispunt van die straten, daar konden zij-allemaal van in huis ons-allemaal op straat in het oog houden. ‘zij allemaal’ waren de Moeders, ‘ons allemaal’ de verzamelde kroost. We hadden speelkameraadjes in twee van onze landstalen. We = Tina & ik. 't Was een zeer landelijke wijk.
Wij tekenden met krijt heelder toestanden op de wegbedekking, sinds die er lag, want tevoren waren het kasseikopkes. De upgrading van kasseikoppen naar asfalt hebben we huppelend gevolgd. Wij versmosten er met z'n allen krijt op want wij hadden alle tijd, en alle tijd om Frans te leren want de straat was overdag een verworven terrein, er kwamen omzeggens geen auto's. Enkel 's avonds, de auto's van de vaders en die vertraagden want zij gingen hun eigen nazaten toch niet uit hinkelparken & kastelen en andere krijtlijnen rijden.
Tina en ik leerden dus Frans op straat. Het Frans dat we kenden volstond voor ons leefwereldje van toen. We konden zelfs schelden. Tina veel beter dan ik, maar dat kan ook aan haar temperament liggen. Zij kan het nog altijd vlotter dan ik.
Toen ik in het derde studiejaar met geschreven Frans kennis maakte ging een nieuwe wereld voor mij open : hetgeen er staat hoort ge niet en hetgeen ge hoort staat er niet. En toch klopt alles! Fa-ci-ne-rend.
Drie jaar later kwam Tina in het derde studiejaar en zij voelde zich compleet bedot : hetgeen ge hoort staat er niet en hetgeen er staat is gelijk de katten! ‘-aient’ vond zij kattegejank, ze las wat er stond. Maar 't gaat al vele beter. Zij is nu een zakendame in hartje Brussel. En daar is men meertalig. Par principe.
Tina en ik, wij hebben onze basis van op straat. Voor voetballers klinkt zoiets oké.Voor Dames van 60+ ... iets minder.
Laura hebben we van zodra ze oud genoeg was, continu meegesleurd op driewieler & trottinette. Dat heeft zij overleefd. Maar, ze heeft geen Frans ingelepeld gekregen op straat. Toen ze erbij was, was ze te jong. Toen ze oud genoeg was, waren er geen kinderen van haar leeftijd in het buurtleven en was het straatgebeuren daar compleet over en gedaan. En het is niet terug gekomen: de kinderen waren op.
Met het Frans van Laura is het nooit echt goed gekomen. Andere talen wel, maar Frans niet. Eigenaardig hé.
te gast bij Wim Helsen, Jan Decleir met Marche-les-Dames uit het verdriet van België
In Het verdriet van België beschrijft Claus de jongensjaren van hoofdpersoon Louis Seynaeve, leerling op een nonneninternaat en telg uit een verbazingwekkende en grotesk getekende familie. Verwarring, hunkering en bedrog zijn Louis’ deel en uit alle macht probeert hij duidelijkheid te vinden in de verwarring en leugenachtigheid om hem heen. Alleen door te fantaseren, de werkelijkheid geweld aan te doen, kan hij overleven.
Marche-les-Dames, onheilspellend rotsig gebied.
De Koning is bijziende, hij hangt loodrecht aan het touw en hijst zich op, zijn bril bewasemt, hij tast met zijn rechterhand de gekartelde wand af, hij graait in de natte klimop. Op dat ogenblik verschijnt in een kloof van de rots een man met een verminkt gezicht, de helft van zijn gezicht is ingedeukt, het ene oog ligt lager dan het andere en lijkt verlamd. - Hangt u goed, Sire? vraagt de man. - Merci, mon vieux, ik hang perfect. - Goed zo, Sire, zegt de man en haalt vanonder zijn draderige legerjas een broodmes te voorschijn. - Herkent u mij niet, Sire? - Non, mon brave. - Toch was ik bij u in de loopgraven aan de IJzer. - België dankt u daarvoor, mijn waarde. - U heeft mij de twaalfde oktober 1917 met een missie belast achter vijandelijk prikkeldraad. Maar, niettegenstaande mijn smeekbede of ik even mijn bril mocht halen in de blokhut, hebt u mij bevolen onmiddellijk de bewuste missie te volbrengen. U gaf dit bevel in het Frans, Sire. - Et alors, Flamand? - Alors? alors ben ik uit de loopgraaf gesprongen, en bijziende als uwe majesteit, op een granaat. Sire, dit is onrecht geweest en dit moet gewroken worden. - Doe wat u niet laten kunt, slechte Belg, zegt Koning Albert de Eerste. - Adieu, slechte Koning, zegt de verminkte en snijdt het klimtouw door.
Hij wacht niet op de doffe kwak beneden, maar snelt als een gazelle over de rotsen.
de wereld zou vergaan op 21 december 2012 Herinner u dat door een jammerlijk foutieve en westerse interpretatie van de Maya-kalender de wereld zou vergaan op 21 december 2012, gewoon omdat die kalender daar ophield. Het Net wemelde van de doem-teksten. Men moest zich voorbereiden.
De Maya-kalenderbaas komt bij de Maya-opperbaas en zegt : - Pardon patron, op die steen is maar plaats tot 2012 hoor. - Geeft niks, zegt de opperbaas, ooit zullen ze daar eens goed van verschieten … En de twee Maya-bazen lachten in hun vuistje.
Een aantal mensen beleefde in 2012 die vrijdag-21/12 de laatste momenten voor de apocalyps op een eigen manier. Het jaar daarop in september werden hun babies geboren. Die kinderen zijn in september vier jaar geworden.
Zouden hun ouders de apocalyps van toen vandaag herdenken? Want vandaag is het eerste lustrum van die zogezegde apocalyps hé.
De kinderen van september 2013 beklaag ik. Om veel redenen en ook omdat de babyboom van september 2013 weer de vergrijzing vergroot in 2073. Zullen de borelingen van 2013 in 2073 óók bakken kritiek krijgen om het feit dat ze en vrac op de wereld gezet werden, zoals de babyboomers van de jaren na WOII ?
te gast bij Wim Helsen, Tania Van der Sanden met een gedicht van Ph. Hypyle J. le Cesman, haar man Perpetuum mobile
Laat het niet alleen mogelijk zijn te beminnen bij gratie van herinneringen en dromen die het van ons overnemen, die het Nu enigszins uitspreiden, voorwaarts en achterwaarts, want alles heeft de eigenschap snel voorbij te zijn.
De resultaten van de vogelverkiezing zijn er. Al wie gestemd heeft zal het rondschrijven van Vogelbescherming Vlaanderen al wel ontvangen hebben denk ik. De vogel van het jaar is de merel. JeeDeeke heeft voor de kievit gestemd en ze vertelt waarom. . een ontmoeting met kieviten Op een mooie lentedag in een zachte zon liet ik de hond uit in het gebied naast de beek. Daar kon ze vrij rennen, de bewoning lag ver af. Aan de ene kant lagen enkele hectaren akkerland, aan de andere kant was water. Een lange wandeling had ze zeker verdiend want ze had zich heel de lange voormiddag geduldig en rustig gedragen, wat niet zo vanzelfsprekend is voor een Border Collie in de fleur van haar leven. En die fleur van een hond heette Flor.
Vlak na de middag waren er geen wandelaars of fietsers te zien, en ik maakte de leiband los zodat Flor haar energie kwijt kon. Af en toe kwam ze terug gerend om te kijken of ik volgde. Ik volgde zonder probleem, ik was nog maar pas op pensioenleeftijd, maar Flor had een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en ze wou zeker zijn. Daarom controleerde ze regelmatig de achterhoede. En de achterhoede was ik. Misschien kwam ze ook kijken of ik al van plan was de frisbee uit de tas te halen. Nog niet. Geen frisbee? Dan ging ze maar weer konijntjes bijeendrijven, bij gebrek aan schapen. De konijntjes begrepen het anders, zij zagen een boze wolf en gingen ondergronds. Flor liep ze te zoeken en snuffelde verder het veld op.
Zo kwam ze in het nestgebied van een aantal vogels. Die zagen hun broedsel bedreigd. Flor was er een indringer. De kieviten gingen in de verdediging. Er dook een eerste naar de hond. Om haar te pikken of enkel om af te schrikken, dat weet ik niet. Toen waren er twee en drie en toen stegen er nog op en waren ze met veel. De duikvluchten gebeurden in stilte, dacht ik. Was dit Hitchcock? Flor dacht dat de vogels wilden spelen, levende frisbees! Ik floot haar terug met het hondenfluitje want ik wilde haar bij mij.
Flor kwam en ging onmiddellijk zitten doch de kieviten gaven nog niet af. Er volgden nog twee of drie duikvluchten naar mijn hoofd : hou uw ondier aan de leiband ! wij hebben hier broedsel ! Nu hoorde ik het kijven wel. Indrukwekkende manoeuvres, ik kon hen van nabij zien. ‘k Had misschien bang moeten zijn, maar ik was te zeer onder de indruk. Nadien ben ik blijven staan om een beeld te krijgen, er waren tientallen vogels. De nesten kon ik niet zien, ze waren te goed verscholen in de stoppels op het veld. Het is al veel jaren geleden, maar het gebeuren heeft wel een ontzag voor die vogel bij mij nagelaten.
Twee dagen later was het terrein ontvolkt. Kieviten kunnen ongeveer elke indringer aan, maar niet het mechanisch geweld van een boer met tractor en ploeg.
Daarom heb ik voor de kievit gestemd, uit respect. Omdat het vogels zijn met durf, ze gaan in de verdediging met de zwier van een musketier. Ze dragen zelfs een veer op hun hoed. En ook omdat het omgeploegd veld zo leeg en verlaten en triest was.
te gast bij Wim Helsen, Maaike Neuville met een fragment uit Anna Karenina van Leo Tolstoj Ik zal mij wel altijd boos blijven maken op Ivan de koetsier, ik zal blijven discussiëren, mijn gedachten op ongelegen ogenblikken uitspreken en er zal steeds een muur blijven bestaan tussen het allerheiligste van mijn ziel en dat van anderen, zelfs van mijn vrouw. Ik zal haar de schuld geven van al mijn angsten en er daarna weer berouw over hebben. Ik zal met mijn verstand niet kunnen begrijpen waarom ik bid en toch zal ik blijven bidden – maar mijn leven, mijn hele leven, elk ogenblik ervan, is nu, onafhankelijk van wat er nog met mij kan gebeuren, niet alleen niet zinloos meer zoals vroeger, het is onmiskenbaar zinvol geworden door de zin van het goede, die ik in staat ben er aan toe te voegen. Anna Karenina, Leo Tolstoj
De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, de =-knop. Neuville in gesprek met Helsen, Vandaag 01/02/2018 heb ik gemerkt dat het filmpje al niet meer beschikbaar is. Er was toch beloofd tot eind april? Dat is nog 2 volle maanden ! De uitleg van Canvas : “Sorry, jammer genoeg is deze video niet beschikbaar. We beschikken momenteel niet over de rechten om deze video aan te bieden.” Vreemd. Heel vreemd.
onze musculus pyramidalis ~ klein en nuttig We hebben 650 spieren, waaronder een musculus pyramidalis. Dat is Latijn. Nu is ongeveer alles wat in ons lijf zit Latijn, dus dit kan er nog wel bij. Musculus betekent spier en pyramidalis betekent pyramide-vormig. Het valt me enorm mee dat Latijn is geen Chinees is.
Die kleine pyramidale spier is mee belangrijk voor de gecontroleerde ademhaling, maar ze zit niet in de buurt van longen of luchtpijp, ze zit lager. Veel lager. Ze zit vooraan op het bekken, hier in zijaanzicht & in vooraanzicht :
HIER, die kleine smalle roze strook Als men kucht of hoest, spant dat klein spiertje zich mee op. Voel maar : vingers boven het bekkenbeen leggen, niet óp maar er boven, het helpt als men de buik intrekt, en nu een paar keer kuchen. Het was efkes zoeken, maar ik heb een pyramidalis, denk ik. U toch ook?
Beide helften staan als twee kleine steunberen onderaan tegen de twee helften van grote spier die recht naar boven loopt, de musculus rectus abdominis - in het rood op de tekening. Die doet iets belangrijks zodat we ons middenrif kunnen sturen ivm buikademhaling.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Middenrifademhaling#/media/File:Diafragma_ademhaling.gif Soms zijn de simpelste momenten in het leven de meest waardevolle. van P² En wat is er tegelijk zo simpel en zo waardevol als adem. zegt Solzjenitsyn "Vannacht heeft het een beetje geregend en nu drijven er wolken langs de hemel voorbij, af en toe vallen er wat druppels. Ik sta onder de haast uitgebloeide appelboom, ik adem. Niet alleen de appelboom, maar ook het gras en de kruiden rondom zijn door de regen opgefrist, en er bestaat geen naam voor de zoete geur die de lucht dronken voert.
Ik zuig mijn longen ermee vol, bespeur het aroma met mijn hele borstkas, ik adem, adem, nu eens met open, dan weer met gesloten ogen, ik weet niet wat fijner is.
Zo adem te halen, op deze plaats adem te halen, dat is wellicht de enige, maar kostbaarste vrijheid waarvan de gevangenis ons berooft. Zolang je na de regen nog adem mag halen onder een appelboom, zolang is het leven nog de moeite waard.” Alexander Solzjenitsyn m HiH-11/2015, van Winteruur – toen met Warre Borgmans als studiogast,https://nl.wikipedia.org/wiki/Aleksandr_Solzjenitsyn