v.l.n.r. : Nonkel Julien en Tante Rose (zus van mijn ma) samen met Nonkel Camiel (broer van mijn ma) en Tante Renilda (mijn doopmeter)
Tante Rose en Nonkel Julien woonden in Moeskroen. Samen met mijn ouders, broer en zus gingen we hen soms bezoeken. Voor ons was dat op reis gaan, en we zagen er dan ook enorm naar uit om met de trein de verre trip aan te vangen. Wat me vooral bijgebleven is zijn o.a. het bakken van fritjes in een pan (niet in een ketel), de fantastisch lekkere zelfgemaakte vliersiroop, de vriendschap onder de mensen ginder, en de lekkere pap die we kregen. Ook de schalksheid van Nonkel Julien is iets wat ik nooit zal vergeten. Hierover een kleine anecdote. Nonkel was dooppeter van mijn broer Emile. Toen deze laatste zijn plechtige communie deed was het feest in Lebbeke. Nonkel had het feestvarken een uurwerk beloofd, en toen de grote dag aangebroken was arriveerden nonkel en tante in Lebbeke. Met veel vertoon haalde nonkel een prachtig doosje tevoorschijn, en gaf het met veel zwier aan mijn broer. Deze opende vol blijde verwachting en met de nodige zenuwachtigheid het doosje, en ... het schreien stond hem nader dan het lachen want wat hij te zien kreeg was enkel een dopje van een bierflesje met als armband een elastiekje. De twinkeling in de ogen van nonkel Julien is iets wat ik nooit of te nimmer zal vergeten. Maar mijn broers verdriet heeft niet lang geduurd want nog geen minuut later haalde de olijkerd een prachtig uurwerk tevoorschijn en daarmee was alle leed geleden. Toch kon hij het niet laten om telkenmale - bij een bezoek - aan mijn broer te vragen hoe laat het was !!! Nonkel was ook op en top communist. De vlag met hamer en sikkel hing in de woonkamer te pronken. Je moest hem niet spreken over de kerk en al hetgeen daar bijhoorde, maar toch ... toen hij op sterven lag had hij nood aan een priester, en is hij kerkelijk begraven. Tante (de zus van mijn ma) werd blind toen ze vooraan in de veertig was. Ze heeft toen - volgens de uitleg van mijn ouders - een zeer zware depressieve periode meegemaakt (men zou voor minder), maar in mijn herinnering blijft ze altijd bestaan als een optimistische dame die een ganse dag zong. Toen Nonkel stierf heeft ze Moeskroen verlaten, en is ze bij ons thuis komen inwonen. Ze kreeg regelmatig bezoek van vrienden en kennissen uit haar thuishaven, en zo leerde ze op een bepaald ogenblik een weduwnaar kennen uit een aan Moeskroen aangrenzende gemeente, nl. Aalbeke. Het klikte tussen beiden, en samen hebben ze nog enkele mooie jaren met elkaar mogen beleven.
|