Het Lierse begijnhof is een typisch voorbeeld van een stratenbegijnhof. Een renaissancepoort met bovenaan het beeld van de Heilige Begga van beeldhouwer M.J. d'Heur dat dateert van 1777, verleent toegang tot het begijnhof, dat tot op heden nog volledig omsloten is. Het begijnhof telt ongeveer 150 begijnenhuisjes met namen zoals het Stalleken van Bethlehem, Vijf Wondekens, Wijngaert des Heren en het Soete Naemken. Het ontstond in de dertiende eeuw maar de meeste huizen dateren uit de 17e en het begin van de 18e eeuw. In de jaren negentig werden grote delen gerestaureerd. Zo werd de oostelijke "grachtkant" volledig vernieuwd, inbegrepen het interieur van de huisjes. Ze hebben hun voorgevel richting begijnhof, terwijl hun achtergevel (die grenst aan de kleine Nete) volledig vensterloos is. De laatste begijn overleed er in 1994. De driebeukige Sint-Margaretakerk heeft een barokgevel uit de 17e eeuw, waarboven in de 18e eeuw volutes en een lantaarn zijn geplaatst. De pastorie (ca. 1690) bevindt zich in de Begijnhofstraat. Her en der zijn staties van de Kruisweg verspreid over het begijnhof. Het Lierse begijnhof was een van de grote inspiratiebronnen voor Felix Timmermans die het de bijnaam d'amandelboom van Lier gaf (Begijnhofsproken (1912), De zeer schoone uren van Juffrouw Symforosa begijntjen (1918)). Samen met 12 andere Vlaamse begijnhoven werd het op 2 december 1998 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst.
Bron : Wikipedia
|