Iets abnormaals in de borsten: niet altijd kanker
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 8 op de 10 gevallen is een onregelmatigheid of een knobbeltje in de borsten geen kanker. Meestal evolueren die fenomenen in de loop van de maand en verdwijnen ze aan het eind van de cyclus. Het is wel belangrijk dat u dat soort veranderingen in de gaten houdt. Ga bij twijfel naar uw arts of gynaecoloog. Die zal u kunnen geruststellen.
Als uw borsten pijn doen, extra gevoelig zijn of als u een knobbeltje of onregelmatigheid voelt, zijn dat meestal banale veranderingen. In 8 van de 10 gevallen evolueren deze fenomenen in de loop van de maand en verdwijnen ze aan het einde van de cyclus. Ze staan los van alle risicos op kanker.
Maar voorzichtigheidshalve wordt toch aangeraden om naar de huisarts of gynaecoloog te gaan om de mogelijkheid op kanker uit te sluiten.
Welke onderzoeken zijn er nodig om kanker uit te sluiten?
Minutieuze palpatie van de borsten levert heel veel informatie op en volstaat meestal om de patiënte gerust te stellen. Als de arts het nodig acht, zal hij bijkomende onderzoeken voorschrijven zoals een scan of een biopsie.
Eerst de mammografie
Een mammografie is een referentieonderzoek waarmee onregelmatigheden in de structuur, eventuele knobbeltjes en verdachte tekenen van kanker kunnen worden geïdentificeerd. Soms wordt het onderzoek nog aangevuld met een echografie, omdat die nog nadere informatie kan leveren over de aard van de knobbeltjes. Noduli, in de volksmond knobbeltjes zijn een woekering van weefsel. Ze zijn vaak goedaardig, maar soms kan het ook om kanker gaan. Alleen een biopsie kan hierover uitsluitsel geven.
Als het inderdaad om kanker gaat, zal de mammografie nog worden aangevuld met een MRI-scan om het stadium van de borstkanker te bepalen.
Bij twijfel gevolgd door een biopsie
Bij een verdachte scan moet er een biopsie worden genomen. Dat gebeurt met een cytopunctie, dat wil zeggen dat er met een heel fijne naald cellen uit het verdachte letsel worden weggenomen. De ingreep is niet pijnlijk, maar gebeurt toch vaak onder plaatselijke verdoving. De verwijderde cellen worden grondig onderzocht onder de microscoop. In 90% van de gevallen kunnen met deze techniek goedaardige zones duidelijk van kankerknobbeltjes worden onderscheiden.
Als de twijfel is opgeheven, volstaat het om waakzaam te blijven en de controle voort te zetten.
Als de twijfel daarentegen blijft bestaan, moet er een zogeheten drill-biopsie of aspiratiebiopsie worden gedaan. Hierbij worden met dikkere punctienaalden grotere stukjes borstweefsel weggenomen. Het weefsel wordt vervolgens zeer gedetailleerd onderzocht. Soms is er ook een chirurgische biopsie nodig.
Als uit het onderzoek blijkt dat de cellen geen kankercellen zijn, maar toch verdacht zijn, kan er een verhoogd risico bestaan op de ontwikkeling van kanker. In dat geval is een zeer nauwe opvolging nodig.
Als het wel om kankercellen gaat, moet de meest geschikte therapie worden opgestart.
Tot slot nog dit: de biopsietechnieken van vandaag zijn enorm ontwikkeld, vooral de apparatuur voor het verwijderen van het weefsel is uiterst gesofistikeerd.
Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste
"Le cancer du sein, 100 questions-réponses", Zora Brown, Harold Freeman, Jean-Pierre Camilleri en Elizabeth Platt, uitgeverij EDP sciences.
|