Programma traceert kinderen via gsmxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mobile Manager is een programma om sms- en telefoonverkeer te volgen, en kan eveneens dienen om de locatie van een gsm op te sporen. De Privacycommissie en Kinderrechtencommissaris zijn er niet bepaald gelukkig mee.
Een programma om het sms- en telefoonverkeer van je kind te volgen dat bovendien 'tot op 10 meter nauwkeurig' kan traceren waar het toestel zich bevindt klinkt als de natte droom van Big Brother. Maar de software zorgt zowel voor wettelijke als vertrouwenproblemen.
Zo valt informatie over de verzonden en ontvangen gesprekken onder de wet op de Elektronische communicatie. 'In principe mogen die gegevens niet gecommuniceerd worden, tenzij met expliciete toestemming van alle partijen', zegt Emmanuel Vincart, woordvoerder van de Privacycommissie. Dat wil zeggen dat ook mensen die de getraceerde gsm bellen dit ook moeten doen, wat praktisch onhaalbaar is.
De Pro-versie van Mobile Manager gaat nog een stap verder en stelt ouders zelfs in staat om de inhoud van de gesprekken te volgen. Dit staat echter in het strafwetboek onder artikel 314 bis en is een regelrecht misdrijf. 'Daar staat gevangenisstraffen en geldboetes op', zegt Vincart. Het kind of de werknemer in kwestie kan dus klacht indienen, al kan het parket ook op eigen initiatief procederen.
'Zeer dubieus'
Van alle mogelijkheden die het programma biedt, lijkt het lokaliseren nog het meest aanvaardbaar. 'In het geval van ouders en hun kinderen zou het lokaliseren nog verdedigbaar kunnen zijn', zegt Vincart, 'maar het feit dat al die andere dingen er op staan maakt het zeer dubieus.'
Het wettelijk aspect is één kant van de zaak, maar omdat het om software gaat die wordt aangeboden voor 'bezorgde' ouders, ligt het extra gevoelig. 'Ik sta daar zeer sceptisch tegenover', zegt Kinderrechtencommissaris Ankie Vandekerckhove. 'Marketeers schermen hier met een vals gevoel van veiligheid. Als een kind wordt ontvoerd, zal de gsm het eerste zijn dat verdwijnt.'
Vandekerckhove benadrukt dat ze een voorstander van technologie is, maar tegelijk vormen nieuwe mogelijkheden ook nieuwe problemen. 'Dit is zowel een juridisch als een pedagogisch probleem', klinkt het. 'Maar opnieuw: het is al redelijk slecht nieuws als je op gsm-masten moet betrouwen om te weten waar je kind uithangt.'
Het besluit van de Kinderrechtencommissaris is dan ook duidelijk: 'Jonge kinderen heb je best altijd in het oog. Bij oudere kinderen is het vertrouwen geven een kapitaal onderdeel van de opvoeding. Jonge kinderen moeten ergens kunnen uithangen zonder dat hun ouders het weten en bij het gros van de jongeren loopt dat ook goed af.'
Pieterjan Van Leemputten
|