coctail skemerkelkie spectaculair skouspelagtig paperclip skuifspeld bulldozer stootskraper stuntman waagarties aanbellen die deurklokke lui
Onze groep: het 11-tal
Liliane - Freddy
Denise - Paul
Hilda- Raymond
Folkert en Denise
Sam (onze chauffeur)
Karoline
Hilda en Denise
Uitspraak Commissie Sauer (1945)
"Ons kan alleen in één van twee rigtings beweeg: of ons moet die weg van gelykstelling opgaan en uiteindelik gelyke politieke, ekonomiese en maatskaplike regte aan die nie-blanke toeken, wat op die duur vir die blanke ras nasionale selfmoord en vir die nie-blanke rassegroep vernietiging van eie identiteit sal beteken: of ons moet op die weg van apartheid beweeg waardeur elke ras se karakter en toekoms binnen sy eie gebied beskerm word (...)"
Nie gewoon nie L
Reis door Zuid-Afrika in 21 dagen
23-11-2008
Zaterdag 25 oktober 2008 Oudtshoorn
Het ontbijt verliep al even chaotisch als het avondmaal. Geen verdere woorden aan vuil maken. De volgende rit bracht ons naar Oudtshoorn. Het centrum van de struisvogelteelt in Zuid-Afrika, gelegen in de West-Kaap provincie, gelegen tussen de Outeniqua gebergte en de Swartberge. Zo een 560 km van Kaapstad. Over de Outeniquabergen trokken we er heen.
Oudtshoorn
De stad, gelegen in het hart van de Klein Karoo, telt een 55.000 inwoners en heeft heel veel aan de struisvogels te danken ( struisvogel wordt in het zuid-afrikaans volstruys genoemd) want die hebben de stad rijk gemaakt. Toen het in Europa en de VS mode werd dat de dames zich in veren boa's hulden, ontstond er een enorme vraag naar de zachte veren van de grootste van alle levende vogels. In de periode van 1875 tot 1880 betaalde men voor een paar struisvogelveren 1.000 pond sterling. Wat nu zeker in de orde van 25.000 euro en meer zou bedragen. Kort voor de Eerste Wereldoorlog leefden er rond de stad 750.000 struisvogels die zo'n 500 ton veren opleverden en dat verzekerde de struisvogelhouders elk jaar van een winst die een slordige drie miljoen pond bedroeg.
De prachtige paleizen van de struisvogelbarons getuigen van de enorme rijkdom uit die tijd. Maar na de Eerste Wereldoorlog veranderde de mode en dat betekende van de ene dag op de andere het einde van de lucratieve struisvogelteelt.
Sinds enkele jaren leeft de struisvogelteelt weer op, maar deze keer niet vanwege die veren. Vooral het zachte, bultige leder ( tweede sterktste soort leder. Het sterkste leder is kangoeroeleder) en het magere ( bijna cholesterolvrije ) vlees zijn internationaal in trek. De stad is genoemd naar de gouverneur van de Kaapkolonie in 1772, namelijk baron Pieter van Rheede van Oudtshoorn.
Onze eerste stop was bij een atelier waar het eder van struisvogels verwerkt wordt. Hier konden we zien hoe het leder bewerkt werd en in de gepaste vorm gesneden werd voor handtassen, portefeuilles, riemen en andere lederen voorwerpen. De moeite waard om te bezichtigen, maar toen we de prijskaartjes bekeken van de handtassen en andere artikels, zakte onze interesse naar het nulpunt. Ons Gaia sympathie kwam naar boven en we verlieten de winkel met de gedachte dat we die beestjes liever zagen rondlopen dan ze te dragen in de vorm van een handtas. Zelfs wetende dat de hersenen van die grote beesten 30 gram wegen en één oogbol 60 gram. Ik denk niet dat er ook maar één struisvogel naar Einstein zal vernoemd worden.
Onze volgende stop was in een struisvogelboerderij. Waar ze gekweekt werden en waar we ze van dichtbij konden bezichtigen. Ik had vroeger al de overtuiging dat het geen al te slimme beesten waren, maar als ik hun kop zag in verhouding tot hun lichaam, werd mijn overtuiging nog versterkt.
We kregen de kans om op een struisvogel te rijden. Die "we" werd beperkt tot mensen die niet meer dan 75 kg wogen. Enkele kandidaten, waaronder ikzelf, vielen hierdoor uit de boot. Mijn vrouwke Karoline, een pluimgewicht, probeerde als eerste een struisvogel te beklimmen. Gelukkig was het beest tussen een houten U-vormig obstakel geplaatst en had het een kap over de kop. Want een struisvogel met zijn 30 gram verstand redeneert als volgt " Als ik niets zie, zie een ander me ook niet. Dus ben ik veilig." Sommige mensen doen dat bij ons ook. Wij noemen dat dan struisvogelpolitiek. Terug naar onze toekomstige struisvogelrace. Karoline werd getoond waar ze haar handen moest leggen om haar vast te houden. Namelijk aan de voorste kant van hun vleugels. Met twee assistenten naast haar, werd de kap van de struisvogel weggenomen en ja, de koers begon. Eerlijk gezegd een raar zicht om een oversized kieken met een vrouw erop rondjes te zien lopen in een "hippodroom". Of moet ik zeggen een "Ostrichdroom". Mijn vrouw heeft die rit fantastisch afgelegd. De volgende. Hilda was de tweede volontaire, maar haar techniek om de vogel vast te nemen was wel een beetje buiten het gewone. Hilda besloot de struisvogel in een soort schroefgreep bij zijn lange hals vast te houden. Het leek erop dat ze de vogel elk moment zijn kop, of liever gezegd zijn hals, ging los draaien. Het arme beest ligt nog altijd in traumatologie. Zij lijdt aan "Jacktheripperitis". Eénmaal losgelaten zal het geen struisvogel meer zijn, maar een stressvogel. De derde kandidate was Lieve. Beide hebben niet gereden. Raymond was de enige onder de mannen, gezien zijn lichtgewicht, die ook de rit met een struisvogel aandurfde. Ook hij deed het prima. Niet alleen was hij een goed paardrijder geworden ( Den Jack), maar ook een goed struisvogelberijder. Eerlijk gezegd, het zag er geen sinecure uit. Chapeau voor onze ostrichboy en -girl
Als beloning had Frank een etentje voorzien in een nogal afgelegen restaurantje. Of liever eethuisje. Gelegen op de weg naar de Swartbergepas, in the middle of nowhere, parkeerden we voor een klein huisje. Mijlen in het rond geen huizen of iets anders te zien. De vegetatie was zeer armtierig en bestond uit kleine struikjes gras. Hier gingen we eten. Via een poort gingen we de tuin binnen.Groot was onze verrassing daar een overdekte eetgelegenheid aan te treffen met centraal een grote stenen buffetplaats voorzien van een assortiment groenten, aardappelen, lamsvlees en struisvogelvlees. Het lamsvlees is zeer lekker in die streek. Het soort gras dat de schapen eten, heeft de smaak van tijm smaken en dit zorgt er voor dat het vlees op een ntuurlijke wijze doordrongen is van een fijn aroma. Het struisvogelvlees had in de melk overnacht en was daarna in zeer fijne reepjes klaargemaakt op de BBQ ( braai). Fingerlicking good.
Het meest originele was, buiten de naam van het plaatsje nl Kobus se gat, de baas zelf. Groot en een buik om U tegen te zeggen. En om de twee minuten liet hij een bulderlach horen. Precies Coluche. Na ons buikje dik en rond gegeten te hebben, begaven we ons (dankzij de aanrader van Paul en Denise) naar de grotten van Kango. Die lagen in de directe nabijheid en zouden het bezoeken waard zijn.
Grotten van Kango
Deze grotten bestaan uit kalksteen die hier ongeveer 700 miljoen jaar geleden werd afgezet, toen dit gebied nog onder water lag. In de honderden miljoenen jaren die nadien volgden, werden nog verschillende lagen afzettingsgesteente hier bovenop afgezet. Tot 20 miljoen jaar geleden was dit een gesloten rotsmassief. Ongeveer 20 miljoen jaar geleden begon de vorming van de grotten. Dit gebied was boven de waterspiegel komen te liggen ( platentektoniek). Het gebied was bijgevolg omgeven door planten. De wisselwerking tussen rottend afval en regenwater zorgde voor licht zuurhoudend grondwater. Dit grondwater dat de grotten binnendrong, begon vanaf 20 miljoen jaar geleden geleidelijk aan de kalksteen van binnenuit op te lossen. Tegelijk begonnen rivieren diepe beddingen in het landschap te maken. Men denkt dat de grotten zowat vier miljoen jaar geleden voor het eerst werden ontsloten door een rivier. Het ondergrondse water stroomde daardoor naar buiten. Uit deze periode dateren enkele van de grote kamers in de Kangogrotten. De grootste is de Grote Zaal met een diameter van 107 meter. Nadat de grotten geledigd waren, kon de vorming van de druipsteenformatie beginnen. ( stalagtieten zijn hangende druipstenen en stalagmieten zijn staande druipstenen. ) Er zijn aanwijzingen dat de San (Bosjesmannen) de grotten 10.000 jaar geleden al gebruikten om in te schuilen. De grotten werden ontdekt door een boer, een zekere Van Zyl, die met een kaars, als enig verlichtigsmiddel, de grotten afdaalde. Het moest daar aardedonker geweest zijn voor die man.
Het bezoek aan de grotten was meer dan de moeite waard. Een must. Natuurlijk hadden we weer het geluk om een team Hollanders in onze nederlandstalige groep te hebben. Ze wilden de tocht door de grotten starten onder een happy birthday gezang maar werden vlug stilgelegd door een paar leden van onze groep. Eerlijk gezegd je zou van minder racist worden. Racist moet je hier opvatten als opvoedkundige.
Na deze belevenis gingen we naar ons hotel. De Oude Meul. Gelegen in een zeer mooie tuin. Met prachtige aparte huisjes. Zeer gezellig. We hadden met moeite onze valiezen in de kamers gezet of er kwam een bus opgereden met......... je gelooft het niet ............ een troep Hollanders. En wat voor een troep. Na een half uur waren het zwembad en het terras al ingepalmd door deze gasten die onder veel rumoer het water op alle mogelijke houdingen insprongen, maar geen enkele die op iets trok. Daar ging onze gezellige avond. 's Avonds gegeten en gelukkig kregen we koffie geserveerd in een apart zaaltje. De Noordenburen hadden er niet beter op gevonden dan Nederlandse smartlappenmuziek te laten afspelen. Totaal ongepast in deze rachtige omgeving.
Vlug ons stekkie opgezocht en dodo gedaan zonder te dromen over oranje boven of andere dingen die daar verband mee houden.
Alhoewel het voortdurend bonken van de oceaan op de kuststrook voor de nodige decibels zorgde, heeft me dat niet belemmerd om goed te slapen. Alleen al de gedachte dat je op enkele 10-tallen meters afstand van de Indische Oceaan lag te slapen, gaf je een gelukzalig gevoel.
Lekker ontbeten en een wandeltocht door het Tsitsikammawoud ( wel een groot woord voor een verzameling bomen op een bergmassief) op goed aangelegde paadjes. Spijtig genoeg konden we het volledig wandeltraject niet afleggen, daar een hangbrug aan een grondig herstel toe was. Deze was na een zware brand volledig verwoest en wordt nu terug hersteld. Desalniettemin hebben we een mooie wandeling gemaakt en uitzichten gezien die ronduit prachtig waren. Je kan die schoonheid niet in woorden uitdrukken. Je moet het gezien hebben. Het ongelooflijke is ook dat je je in een bergmassief bevindt, tussen de restanten van bomen die eens deel uitmaakten van een enorm oerwoud en dat je bij manier van spreken, onder je voeten de Indische Oceaan ziet en hoort.Waar je over de waterplas kijkt is er enkel maar oneindigheid te zien.
Dan ging de reis naar Wilderness met een voorziene stop in Knysna.( rond 11h00 vertrokken) We volgden de Tuinroete die gelegen was tussen de Indische Oceaan en de Kaapse plooiingsgebergten. Daar doorheen stromen er heel wat riviertjes naar de kust. De wisselwerking tussen deze riviertjes en de kustlijn zorgt voor een heel gevarieerd landschap. Men ziet zowel rechte breukvlakken ( de Stormsrivier) als brede estuaria ( Knysna)
Knysna
Een van de meest bekende dorpjes langs de Tuinroete is Knysna ( spreek uit Naaisjna, waarom, dat zou ik bij God niet weten) . Hier vloeit de rivier Knysna in de zee. Bij de monding heeft zich een groot estuarium gevormd. Men noemt deze de lagune van Knysna. Twee grote rotsen, bekend als The Heads, belemmeren de open toegang tot de Indische Oceaan. De doorgang tussen deze twee rotsen is weliswaar ondiep, maar bij hoogtij dringt zeewater het estuarium binnen. Knysna is een oesterparadijs. Het zeepaardje is één van de meest voorkomende diertjes die in de lagune leven. Bij deze dieren is het het mannetje dat zwanger wordt. ( stel je voor zeg ) Het ganse gebied rond Knysna is uitgeroepen tot nationaal park.
In Knysna rond de middag aangekomen. Het is zo een beetje het Saint-Tropez van de Zuidkust. Winkelstraat met veel open markten met kraampjes. De opportuniteit om allerlei prullaria te kopen was optimaal. Elkeen is zo een beetje zijn eigen gang gegaan en rond 15h00 hadden we afspraak bij de bus. Frank trakteerde ons op een oesterfestijntje. Voor mij gerust gelaten. Van zo'n slijmerige snottebelachtge substanties hou ik niet.
Terug de bus op en nu gingen we naar ons hotel in Wilderness. "Wilderness Beach Hotel" Bij onze aankomst landde juist een andere grote bus vol met, ja, je raadt het, ..... Hollanders. Maak plaats, maak plaats, maak plaats, wat hebben die ongelooflijke haast...... We zaten in een massatoerismehotel, dus eventjes wachtten op de kamersleutel en de valiezen en dan konden we op verkenning. Het hotel bevond zich ook aan de Indische Oceaan, wel iets hoger gelegen dan de oceaan . Via een steile trap konden we het strand bereiken. Wat we dan ook deden. De naar zout smakende lucht filterden onze longen en het strand en de aanrollende golven deden ons terugkeren naar onze jeugdjaren. Liliane bloeide open als een bloem in een echte ballerina stijl. Freddy daagde de golven uit, maar moest toch gaan lopen voor de aanrollende golven om natte voeten te vermijden. Dit natuurverschijnsel wilden Hilda en Karoline ook uitdagen, maar hen bekwam het zo goed niet. Resultaat een hilarische lachpartij en bij beide een natte broek. Maar je loopt nu ook niet alle dagen aan de Indische Oceaan. Langzaam begon de zon onder te gaan en werd de hemel één kleurenpallet. Om stil van te worden.
Tijd om terug te gaan naar het hotel, ons om te kleden (voor sommigen om hun natte kleren te drogen) en te gaan eten. Groot restaurant ( zou beter refter zeggen ), vol met rumoerige gasten. Wisten toch nog twee tafels te veroveren. Op naar het buffet en veldslag houden tegen de oprukkende en niets ontziende Hollanders. Van in de rij staan of zijn beurt afwachten, hadden zij blijkbaar nog nooit gehoord. Als je me nou, zeg. Die verrekte ... Buffet smaakte naar niets. In feite alles smaakte naar niets. En als men aan tafel even riskeerde om niet op zijn bord te letten, kon het gebeuren dat een kelner het onder je neus wegnam. Freddy kan daar van meespreken. Na het eten dan maar in ons nestje gekropen, maar eerst nog eventjes goedenavond aan de oceaan gewenst die maar bleef opkomen en teruggaan. Ononderbroken, zoals het al meer dan miljoenen, miljarden jaren deed, doet en zal doen.
Ontbijt genomen en vertrokken voor een lange tocht naar Tsitsikamma National Park, via Port Elizabeth. We verlieten het binnenland en gingen richting Zuidkust.
Port Elizabeth is één van de vier grote industriegebieden van Zuid-Afrika. Heeft dit te danken aan de haven en de automobielindustrie. Port Elizabeth dankt zijn oorsprong aan de Britse settlers.
Hier kwamen in 1820 de eerste settlers aan land. De stad is niet genoemd naar een Britse koningin, maar wel naar de echtgenote van de toenmalige gouverneur aan de Kaap, Sir Rufane Donkin. Elizabeth Donkin was twee jaar voordien in India overleden.
We zijn door de havenstad gereden zonder een halte te maken. Zag er een typische havenstad uit. Bedrijvig en vuil. Nee, we begaven ons naar de Tuinroete. Gelegen aan de zuidkust, waar we onder andere het Tsitsikammawoud en het gelijknamige kustpark vinden, de lagunes van Knysna ( spreek uit Naisna), de vleien ( overblijvende meren nadat de oceaan zich teruggetrokken had miljoenen jaren geleden) van Wilderness en de stranden van Plettenbergbaai.
Er zijn bergketens ( de Kaapse plooiingsgebergtes) die parallel met de kust lopen, wouden, lagunes, fossiele duinen, diepe kloven en stranden. De Tuinroete start bij de brug over de Stormsrivier ( daar zijn we gestopt voor een lunchpauze) in het oosten en loopt tot aan Mosselbaai in het westen.
Juist over de 190 m lange brug over de Stormsrivier, lag er een wegrestaurant waar we iets konden eten en wat rondwandelen. Naast de brug was er een voetgangersbrugje zodat we een mooie uitzicht hadden op de 125 m dieper gelegen Stormsrivier.
Voorbij de brug start het Tsitsikammawoud. In de vorige eeuwen was dit een bijna ondoordringbaar bos. Vanaf het begin van de 19de eeuw nam de houthakkerij evenwel een vlucht, waardoor het woud geleidelijk aan uitgedund werd. Bovendien werden grote delen van het woud verwoest door een reusachtige bosbrand in 1869. "Tsitsikamma" betekent "de plaats van vele waters"
Vanaf dat moment ging men beseffen dat het nodig was het woud te beschermen. Maar dat gebeurde niet altijd op de juiste manier. Zo werden uitheemse bomen aangeplant, die de inheemse flora verdrongen.
We reden het park binnen en werden naar onze verblijven gevoerd. Kleine appartementjes die nauwelijks 50 meter van de Indische oceaan verwijderd waren ( oceanettes genoemd). Het uitzicht vanop het terras was fantastisch.
Water beukte tegen de rotsen en je zag tot zeker 5 meter hoog het water opspatten en zelfs nog hoger. Waar je ook rondkeek, overal zal je de oceaan en de wilde branding. Wat is de natuur mooi en krachtig. Maar bij deze aanblik besefte je ook hoe vernietigend de natuur kan zijn. Tegen zo een kracht is geen mens bestand. Als je dit gezien hebt, kan je je een beetje voorstellen wat voor een verwoestende kracht een tsunami moet hebben. Vluchten kan dan immers niet meer.
We hebben dan een wandeling van een goed uur gemaakt langs de kuststrook naar het hoofdgebouw alwaar we een verfrissing genuttigd hebben. Dan terug naar onze oceanettes. Klaarmaken voor het avondeten. '
Ik wou nog een foto nemen van de zonsondergang die mooie rode strepen door de lucht trok, gevuld met gele tinten, en als achtergrond de grjze oceaan met zijn witte opspattende branding. Freddy gaf me de raad om (dixit Freddy) " me op een statief te zetten met een opening van 3 minuten". Eerlijk gezegd zag ik dat niet bepaald zitten.......
's Avonds was het daar al heel wat frisser dan in het binnenland. Voor het slapengaan nog een laatste blik op de continue aanval van het woeste water op de landstrook met de nodige decibels erbij. Wat mij toch niet gestoord heeft om goed te slapen. Je kon zo de zilte lucht ruiken. Als het ware het zout van de oceaan proeven.
Na een verzorgd ontbijt, leidde Hester ons naar een partij rotsblokken, gelegen op hun eigendom, waar 7.000 jaar oude rotstekeningen van de San te zien waren.
Deze waren nog zeer duidelijk te zien op de rotsblok en stelden jachttaferelen en diverse dieren voor. In de Drakensberge en de Klein Karoo zijn er nog veel van deze tekeningen te vinden. De tekeningen zijn erkend erfgoed. De tekeningen die zich op het domein van JP en Hester bevinden, zijn hun eigendom maar ze staan in voor het onderhoud en veilige bewaring ervan.
Onze reis ging nu naar Graaff Reinet met eerst een tussenstop in Nieu Bethesda, namelijk een bezoek aan " Die Uilhuis". Een merkwaardig huis of zou men beter een klein museum zeggen, volgestouwd met gekleurd glaswerk in het huis zelf en in de tuin allerlei soorten gedrochten die dieren voorstellen, van alle formaat. Het meest voorkomend dier is de uil. Vandaar de naam. De bewoonster van dit huis was Helen Martins, geboren in 1898. Zij is met deze zelfgemaakte collectie begonnen, na de dood van haar ouders. Ze was toen 50 jaar oud. In 1976 pleegde ze zelfmoord, daar ze geplaagd werd door artrithis en een sterk verslechterend zicht.
Niets van haar kunstwerken is ooit verkocht geweest en al haar creaties staan opgepakt in het huis en in de tuin. Nieu Bethesda heeft er een bezienswaardigheid van gemaakt. Het woord bezienswaardigheid is een zwaar woord voor een verzameling van gedrochten en weergaven van getormenteerde gedachtenspinsels.
Nu ging de reis door naar Graaff Reinet.
Graaff Reinet
Wordt ook wel de parel van de Karoo genoemd. Na Kaapstad, Stellenbosch en Swellendam de vierde oudste stad van Zuid-Afrika. Bevat tal van historische gebouwen en musea. De ambstwoning van de landdrost (1806) is vandaag een hotel, dat die "Ou Drostdy" heet. Achter die Ou Drostdy liggen gerestaureerde slavenwoningen uit de 19de eeuw. Vandaag zijn ze modern ingericht en worden ze verhuurd aan hotelgasten. Vele huizen zijn in Victoriaanse stijl opgetrokken ( Reinethuis). Het architecturale patrimonium is in bescherming genomen door één van de Zuid-Afrikaanse topindustriëlen, Anton Rupert, en mede daardoor bewaard gebleven.
Naast die Ou Drostdy valt onder meer het Reinethuis te vermelden. Het werd gebouwd tussen 1806 en 1812 en was aanvankelijk een pastorie van de Nederduits-gereformeerde kerk. Vandaag is het ingericht als een museum.
In de tuin staat een druivelaar, die in 1870 werd geplant door de toenmalige dominee en die nog altijd druiven draagt. De inwoners van Graaff Reinet beweren dat dit de grootste en oudste druivelaar ter wereld is. De elegante neogothische kerk werd gebouwd tussen 1885 en 1887.
Bij onze aankomst in het voorziene hotel, bleken alle kamers volzet te zijn. Drie koppels zouden in een hotel ietsje verderop gelogeerd worden en de overige in een hotel op een 5-tal minuten van de hoofdstraat. Een ongelukkig misverstand zorgde hier even voor een pijnlijke situatie. Die werd dan later gelukkig even snel rechtgezet.
Na ons opgefrist te hebben, zijn we dan in de Ou Drostdy een kleinigheid gaan eten en hebben we vervolgens het Reinet huis bezocht. Het loonde wel de moeite. Die dominee had daar zeker niet in armoede geleefd gezien de ruimte in het huis en het meubilair dat er zich bevond. Ook oude grote bijbels met ijzeren beslag aan de kaft waren volop aanwezig. In de stoeterij stonden een paar mooie koetsen en een lijkwagenkoets.
De druivelaar zag er inderdaad groot en oud uit, maar dat de inwoners durven beweren dat deze de grootste ter wereld is, daar heb ik toch mijn twijfels bij. En als men ziet wat een boerengehucht Graaff Reinet is en de nog apartheidsgezinde houding van de inwoners, heb ik toch mijn twijfels dat zij ooit verder dan Johannesburg of Kaapstad geweest zijn. Laat staan dat ze de wereld verkend hebben.
Om 16h00 hadden we een afspraak om naar één van de meest spectaculaire natuurreservaten van Zuid-Afrika te rijden: de Vallei van Verlatenheid. Gelegen in het Camdeboo National Park.
Bij de ingang van het park leidt een geasfalteerde weg naar de top. Boven heb je een adembenemend ( zoals ons Liliane zou zeggen) uitzicht over Graaff Reinet en de uitgestrekte Karoo. Een wandelpad voert naar de belangrijkste uitzichtpunten.
De Vallei van Verlatenheid. Zuilen van doloriet, een vulkanisch gesteente, torenen hier 120 meter boven het landschap uit. Langs de flanken ligt zachter afzettingsgesteente dat dateert uit de tijd dat de Karoo een uitgestrekt bekken vormde - meer dan 180 miljoen jaar geleden.
Heet magma heeft dit oudere gesteente omhoog gedrukt. Nabij de toppen is het zachtere gesteente volledig geërodeerd, zodat enkel het ruwe vulkanische gesteente overblijft. Dit natuurfenomeen dateert uit de tijd dat Afrika en Antarctica zich van elkaar afscheurden.
De uitzichten waren echt "asemberauwend". Torenhoge smalle zuilen met in de verte de uitgestrekte Karoo en een piepklein dorpje in de vorm van een hoefijzer. Woorden schieten hier tekort. DE natuur op zijn mooist en op zijn ruwst.
Tegen zonsondergang gingen we naar het hotel terug om aldaar van een lekkere braai te genieten. Na het eten naar ons bedje. Morgen stond er ons een lange rit te wachten.
Ontbijt genomen en zoals altijd was dit goed verzorgd en hadden we niets tekort. Onze lodge verlaten en Lesotho buitengereden via Rooyenshek. De beschaving verwelkomde ons. We reden richting Middelburg, om onze nieuwe bestemming gelegen in Nieu Bethesda, namelijk Guestfarm Ganora, in de namiddag te bereiken. Het is een schapenboerderij waar we bleven overnachten. Gelegen in de Karoo. Namelijk de Klein Karoo
De klein Karoo
De Klein Karoo is een oost-westgerichte vallei van 250 km lang en 60 km breed. Ze ligt tussen twee bergketens in. De zuidgrens wordt gevormd door de Outeniquaberge en de Langebergketen, de noordgrens door de Swartberge. De bergketens maken deel uit van de Kaapse Plooiingsgebergtes, die 260 miljoen jaar geleden ontstonden. De bergpassen in dit gebied vertonen soms onvoorstelbaar mooie plooiingen. Liefhebbers van grotten moeten zeker de Kangogrotten nabij Oudtshoorn bezoeken ( wat we dankzij Paul en Denise gedaan hebben). De Klein Karoo is een bijzonder zonnige streek. Oudtshoorn, dat gelegen is in het hartje van de Klein Karoo, is de stad met het hoogste aantal zonnige dagen per jaar in heel Zuid-Afrika. Toch is de Klein Karoo niet extreem droog. Dat komt doordat de vallei bevloeid wordt door riviertjes uit de omringende bergketens. Doordat de Klein Karoo gelegen is tussen bergketens, werd de menselijke geschiedenis hier sterk bepaald door de aanleg van bergpassen. Deze passen ontsloten de streek, waardoor de lokale economie zich kon ontwikkelen. De eerste bergpassen werden aangelegd vanaf het midden van de negentiende eeuw. De Klein Karoo is de streek van de struisvogels. Oudtshoorn is nog altijd het centrum van de struisvogelteelt in Zuid-Afrika. Aan het einde van de 19de eeuw bracht de struisvogelnijverheid deze streek veel welvaart. Dat is nog altijd te zien in de architectuur van de Klein Karoodorpjes, vooral Oudtshoorn. Vandaag is de Klein Karoo nog altijd een streek waar veel struisvogels worden gekweekt. Daarnaast is dit ook één van de wijnstreken van Zuid-Afrika, met als specialiteiten onder meer port ( een Zuid-Afrikaanse versie van port), brandewijn en zoetere witte wijnen.
Het was een aangename verrassing om het landgoed van JP en Hester Steynberg op te rijden. Na de dorre uitzichten, met hier en daar een plukje dor gras en een eenzame boom, kwamen we in een oase van groen terecht. Een oase van rust en natuurschoon. Een mooie boerderij, en verderop gerestaureerde stallen die onze verblijfplaatsen waren voor die nacht. Een groep Hollandse boeren waren op bezoek om te zien hoe de Zuid-Afrikaanse schapenboeren hun kudden hoeden. Verder hadden we er geen last van. Koffers in de kamer en gezamelijk gingen we de omgeving verkennen. Een mooi toertje gemaak, al werden we door een riviertje wat gestoord in onze gewone tred. Enige lenigheidsoefeningen moesten uit de oude doos getoverd worden. Heelhuids bereikten we de boerderij, alwaar het eten ons om 19h00 opwachtte. Iets voor het eten had JP ons zijn verzameling fossielen getoond. Hij was amateur paleontoloog en had een paar waardevolle stukken in zijn collectie. Het wordt vervelend te zeggen, maar terug onberispelijk. Buikjes goed rondgegeten. Na de zoveelste culinaire verwennerij, gingen we met zijn allen naar onze respectievelijke verblijven. Ze waren zeer cosy en met smaak ingericht. Voor zover er sterren aan een Lodge zou kunnen worden toegekend, zou ik zeker 4 sterren aan Ganora Guestfarm toekennen.
Onder een inktzwarte hemel bezaaid met honderden sterren, sloten onze vermoeide ogen zich probleemloos en er zal ongetwijfeld serieus op los gedroomd geweest zijn. Maar deze blijven eigendom van de dromer als deze zich hem nog kan herinneren.
Ontbijt was al even smakelijk als het avondeten en met plezier namen we afscheid van het grand tourisme hotel. De bediening was daar zo "efficiënt" dat men zijn bestek niet mocht laten liggen als je iets wilde bijhalen. Voor je het wist was alles afgeruimd. Een moment niet naar je boord kijken en ze waren al in staat het weg te nemen. Onze Freddy kan er van mee spreken. Zijn bord was nog niet leeg, hij wilde iets extra van de eettafel nemen en hops, daar was er al een AFdiener om zijn bord weg te nemen ( hier kon men moeilijk van OPdieners praten). Gelukkig kon hij deze man nog op tijd stoppen of het was kinnebakkloppen geworden. In feite was er maar één oplossing, als je iets bij wilde van het buffet, dan moest je je bord en bestek meenemen. Zo konden ze niets afruimen.
Nu ging de reis naar Lesotho via de Malutibergen.
Lesotho
Dit bergachtige koninkrijk ( bijna net zo groot als België), omgeven door Zuid-Afrika, wordt ook wel "Kingdom in the sky" genoemd. Het is het enige land ter wereld waarvan het hele grondgebied boven de 1.400 m ligt. Het hoogste punt is 3.482 m. De winters zijn er streng en tijdens de zomers breken er geweldige onweders los. Het werd op 4 oktober 1966 onafhankelijk van Groot-Brittanië. Wordt geregeerd door koning Letsie III, de hoofdstad is Maseru en heeft een bevolking van 1.862.000 inwoners. ( 67 inw/km²). Hoog werkeloosheidscijfer en hoog percentage HIV-gevallen ( 31%). 35% van de mannelijke bevolking werkt in Zuid-Afrika (goud-, diamant mijnwerkers voor het grootste deel) en onderhouden daarmee hun families in Lesotho. De bevolking bestaat grotendeels uit Afrikanen die tot het Sotho-volk, een zuidelijke Bantoetalige groepering, behoren. Tweederde van de totale bevolking woont in het vruchtbare laagland en de rivierdalen ( 12% van het totale grondgebied) en 22% woont in de steden. Er is een werkeloosheid van 43%. Een 68% leeft in armoede. In Lesotho zelf is de belangrijkste handelstak de landbouw en het vervoermiddel bij uitstek is het paard. ( in het arme binnenland de ezel) Nationale munteenheid is de Loti ( mv maloti) gekoppeld aan de rand die overal aanvaard wordt.
Eenmaal het koninkrijk Lesotho binnengereden, zie je snel al het verschil. De schrijnende armoede valt je direct op. De hoofdstad Maseru doorgereden. Is een allegaartje van oud-koloniale woningen en nieuwbouw. Eénmaal Maseru buiten gingen we richting Malealea, zo een 60 km van Maseru gelegen. Maar eerst moesten we de " Gate of Paradise" passeren. Dan wachtten je immense landschappen met eindeloze horizonten. De weinige mensen die je tegenkwam, waren koeiendrijvers, haveloos gekleed, met een houten stok om hun kudde, bestaande uit 5 à 6 broodmagere koeien, bij elkaar te houden. We zijn in een andere tijd, een andere dimensie aanbeland. Stil zaten we allen naar buiten te kijken. Dor, groots en arm. Alles straalde armoede uit. De grond, de beplanting, de kuddes vee, de huizen ( als men dit al huizen kon noemen) en de mensen zelf. Maar ze waren wel zeer vriendelijk. Waar we mensen passeerden werd er over en weer gewuifd.
Rond 16h00 in de Malealea Lodge aangekomen. Een gemeenschappelijk huis waar zich de receptie, bar en restaurant bevonden en daarrond een 30-tal huisjes met buiten een butaangasfles die voor warm water zorgde. Elektriciteit was er van 18h00 tot 22h00. Dan werd immers de generator aangezet. Ons wat verfrist, de omgeving verkend en een glaasje gaan drinken op het terras. Om 18h00 zou een groep zangeresjes de avond komen opvrolijken, gevolgd door het optreden van een lokale band.
De zangeresjes brachten mooi gezongen liedjes waar we natuurlijk niets van verstonden. Wel was er altijd een bepaalde ritme in te herkennen. Het onweder dat al een tijdje in de bergen huishield, kwam dichterbij en we moesten wegvluchten naar een armzalig zaaltje in het hoofdgebouw.
Na de zanggroep, deed de "band" zijn "intrede". Elke muzikant had een eigen geïmproviseerd instrument mee en hun werkkledij was weggestopt onder een gekleurd laken. Wel kwamen de met aarde besmeurde laarzen ( sommige leken hen wel twee maten te groot ) van onder dat laken te voorschijn. Een komisch zicht. Een leeg olieblik met een houten steel en twee snaren stelde de gitaar voor, omgekeerde vaten van verschillende formaten deden dienst als drumstel. Achteraan stond een man met onbekende voorwerpen die metaalachtige klanken moesten produceren. Na een tijdje kwamen jonge lui de muziek opvrolijken met ritmische dansen. Bittere armoede, maar toch hadden die mensen de vindingrijkheid om uit iets banaals een instrument tevoorschijn te toveren waarmee er plezier kon gemaakt worden. Het waren wel de Beatles niet, maar we zullen ze de Sotho's noemen. Of hun CD hier te verkrijgen is, betwijfel ik.
Na dit muzikaal entertainment, moest de innerlijke mens worden versterkt. Eenvoudig maar lekker. Viel zeker niets op aan te merken. Daarna naar ons gasthuisje en dodo gaan doen. Tomorrow is another day.
Van de Giants Castle ging het langs de Drakensberge naar de Golden Gate National Park.
Golden Gate Highlands National Park
Dit groot nationaal park heeft een oppervlakte van 11.600 ha en het dankt zijn naam aan de gestreepte zandsteenformaties die bij zonsondergang opgloeien als goud. Door oxydering zijn prachtige gele, oranje en rode kleuren ontstaan. De imposante Brandwag rots bewaakt als het ware het hoofdkwartier van het rustoord. Deze bergreeks, ook wel Maluti's genoemd, ligt aan de oostgrens van de provincie Vrijstaat en vloeit samen met de verweerde Drakensberge. De westelijke ingang wordt aan weerszijden gedomineerd door twee rotsen van meer dan honderd meter hoog. Samen vormen zij de "Golden Gate". In deze hooglandhabitat huist een verscheidenheid aan zoogdieren. Antilopen, buffels, gnoes, bokken en zebra's bevolken de vlakten. De zwarte arend, alsook de zeldzame lammergier en kale ibis, nestelen zich in de warme schaduwplekjes van deze gepolijste rotswanden.
Rond 15h00 aangekomen en ons geïnstalleerd in het hotel. We zaten eens in een heus hotel met gangen en kamerdeuren met nummers op. Deed wel een beetje raar aan en gaf een gevoel van " terug in de beschaafde wereld". Wat het woord beschaafd dan ook mag betekenen. Onverschilligheid en massatoerisme. Afspraak om samen een wandeling te gaan maken. Karoline had een serieuze verkoudheid opgelopen en heb ik dan maar in haar bedje genesteld.
We vertrokken voor een tocht die ons langs prachtige rotsformaties bracht en grotten hoog in de rotsen die door de erosie en de wind uitgehold waren. Het ging op en neer, langs houten trappen en steile paadjes, maar het uitzicht was uniek. Onbeschrijfelijk.
Terug bij het hotel spoelden we de inspanning door. Het was al vlug 18h00, tijd om zich op te frissen en klaar te maken voor het avondeten. Toen we het restaurant binnenkwamen, zagen we dat onze "vrienden Hollanders" daar ook aanwezig waren en de door ons vastgestelde conclusies terug alle eer aandeden.
Het eten was massa bereiding en zoals iemand zeer terecht opmerkte " zelfs het zout en de peper smaken niet". Meer uitleg is niet nodig.
Na het eten ons bedje in. Morgen gaan we naar het ingesloten koninkrijkje Lesotho.
Ietsje meer uitgeslapen - alhoewel we allen al op een vroeg uur ingesteld stonden - namen we samen het ontbijt. Gelukkig hadden we een fantastische groep en in feite waren we één "big family". Met de nodige fratsen en grappen erbij ( remember Crocodile Dundee en Rambo). We hadden al behoorlijk het één en het ander afgelachen. Zelfs onze gids en onze chauffeur maakten deel uit van onze groep. Waar mogelijk werd er een grote tafel voorbereid om met ons 13-en samen te eten. We zijn toch allemaal mensen onder elkaar die het beste met elkander voor hebben.
We vertrokken naar de Drakensberge met eindbestemming Giants Castle. Is een beschermd natuurgebied ( sinds 1903), 34.638 ha groot gelegen in het Centraal Berg regio. Ook gekend voor zijn vele San tekeningen op de rotsen.
Drakensberge
De Drakensberge behoren tot één van de toppunten van een reis naar Zuid-Afrika. De Drakensberge hebben ook een economische betekenis. Dit waterrijk gebied is vandaag het reservoir van Zuid-Afrika. Via een stelsel van dammen, tunnels en natuurlijke rivieren wordt er water vanuit Lesotho naar het industriegebied rond Johannesburg geleid. De weergoden moeten wel meezitten om te voorkomen dat alles in een dik wolkenveld gehuld zit. En op dat vlak mogen we ze op onze blote knieën danken. Altijd hebben we zonnig weer gehad, geen wolkje aan de lucht. Zo konden we volop genieten van een fenomenaal uitzicht. Echt puur natuur. Om zich nietig en onbenullig bij te voelen tegenover de pracht en de kracht van de natuur. Er waren momenten van stilte in de bus bij het aanschouwen van onbeschrijvelijke uitzichten.
Vroeg in de namiddag bereikten we Giant's Castle ( uKhahlambe Drakensberg Park ). We hadden een huisje ( met keuken zelfs ), hoog tegen de flanken opgetrokken. Een spectaculair zicht over een massief bergketen. Ik probeer me soms in te leven in de gedachtengang van de oermens ( de eerste bewoners van Zuid-Afrika waren de San). Voor zover er al sprake was van gedachtengang. Die verpletterende natuuromgeving, de kracht en woestheid van de natuurelementen moeten toch een grote indruk en ontzag ingeboezemd hebben bij deze primaten. Niet te verwonderen dat ze Goden aanbaden en offers brachten om hen gunstig te stemmen. Voor hen was dat iets bovennatuurlijks waar ze met hun verstand niet bij konden.
Karoline en ik hebben het wat relax aan gedaan en de anderen hebben een wandeling in de omgeving gedaan. Niet ver van de receptie stonden een bende jonge Zulu's een dans aan het uitvoeren om hun spaarpot wat te spijzen. Hebben dan een verfrissing op het terras genomen. Als ik naar het toilet ging, was mijn verbazing groot toen ik zag dat de WC-rol met een ijzeren ketting en een Yale slot aan de houder bevestigd was. Toppunt van beveiliging: een WC-rol aan de ketting. Hilarisch maar als men dieper doordenkt, toch maar triestig. Alles wordt daar gejat, maar dan ook alles.
's Avonds buffet gegeten, maar we zaten in een groot hotel met veel gasten en dit liet zich zeer duidelijk merken in de kwaliteit van het eten en ook het nog of niet meer aanwezig zijn van bepaalde gerechten. Tegen dat ze vervangen waren, was de rest al koud. Geef me maar die cosy kleine Lodges. Tien maal beter gegeten dan in die "Colmar" stijl restaurants met Nederlanders die zich van enig etiquette niets aantrokken en hadden ze het gekunnen, over onze hoofden heen getracht hadden om als eerste het buffet te bereiken. Zielig volkje.
Het soort Hollander die we daar gezien hebben, is zeker niet om over naar huis te schrijven, ik spreek hier niet over alle Hollanders, het is zeker geen veralgemening. Vette egoïsten die enkel aan zichzelf dachten, overal voorkropen en op zijn zachtst uitgedrukt onbeleefd en ongemanierd waren. Daar mogen ze van mij gerust eens een TV-rapportage over maken. "The beast in the Dutch". Vertaald " Hoe krijg ik het voordeligst en het vlugst alles voor mij alleen." Jullie hebben je daar leren kennen. Buurlandgenoten.
Onbijt genomen en terug naar de Kraal gegaan om de smeedkunst en de wapens ( speren) van de Zoeloe's te bewonderen. Ook werd er een oefening in speerwerpen gehouden onder de leden van onze groep.
Nadien was er een oefening in het dragen van voorwerpen, zoals kruiken op het hoofd dragen, gehouden en werd er ook een schijnhuwelijk ingehuldigd op de traditionele Zoeloe wijze. Maar matinale maagstoornissen hebben er voor gezorgd dat ik deze activiteiten niet heb bijgewoond. Maar bepaalde zaken gaan voor en moeder natuur houdt men beter niet tegen.
Om 10h30 hebben we dan weer onze rit naar de hoogvlakte aangevat. We hadden nu al een echte "John Wayne" look op deze fiere vierpoters. Enkel een aanval van een bende Indianen had het een western-aspect kunnen gegeven.
Onze spullen in de bus geladen en we waren op weg richting Dundee. We gingen de bekende Battlefields gaan bezoeken ( herinnert U het Voortrekkersmonument in Pretoria). Beter bekend onder de naam
De slag van Bloedrivier
De Voortrekkkers die de Britse Kaapkolonie verlaten hadden onder de leiding van Piet Retief, hadden Natal als bestemming gekozen. Piet Retief ging daarom bij de Zoeloekoning Dingaan onderhandelen. Op 6 februari 1838 zijn Retief en zijn metgezellen op bevel van de koning bij Mgungundlovu vermoord. Bij de daaropvolgende aanvallen door de Zoeloe's werden honderden Voortrekkers gedood bij Weenen en Bloukrans.
Andries Pretorius kwam in noveber 1838 in Natal aan en werd direct tot de nieuwe leider van de Voorzetters verkozen. Pretorius organiseerde een commando met 64 wagens en 464 mannelijke Voortrekkers ( + hun bedienden). Ze legden een gelofte aan God af dat, indien ze overwonnen, ze een kerk in zijn naam zouden oprichten.
De wagens werden strategisch op de oevers van de Ncomerivier opgesteld. Op zondag 16 december vielen het Zululeger met een mansterkte tussen de 12.000 en 15.000, de Voortrekkers aan. De Zulu's blijven maar aanvallen maar ze geraakten niet door het cordon ( speren tegen geweren en kleine kanonnen).
Dan begonnen ze zich terug te trekken waarop Pretorius zijn ruiters uitstuurde. De meeste Zoeloe's werden gedood terwijl ze de rivier probeerden over te steken. Daarom gaven de Voortrekkers de rivier de naam van Bloedrivier. Zo een 3.000 Zoeloe's werden gedood. In het kamp van de Voortrekkers waren er drie licht gewonden.
Bij het lijk van Retief werd de oorkonde teruggevonden, ondertekend door Retief en Dingaan, die bepaalde welk stuk land in Natal aan de Voortrekkers werd toebedeeld. Hierdoor was Dingaan verplicht die overeenkomst na te komen en de grond aan de Voortrekkers af te staan.
Aan de overkant van de Ncomerivier is een ander monument door de Zuid-Afrikaanse regering in 1999 opgericht ter herinnering van de gevallen Zoeloe krijgers.
Effentjes een moment om bij stil te staan. Zoals ik in een reactie als opmerking kreeg: "hetzelfde gebeurde bij de Indianen." Elkeen moet voor zichzelf uitmaken hoe dit moet geïnterpreteerd worden.
Na het bezoek zijn we dan naar ons hotel gereden. Eerder een lodge. Namelijk Zulu Wings Game Lodge. Als we het domein wilden binnenrijden, bleek de afstand tussen de twee stenen ingangsmuren zo nauw dat er bij manier van spreken langs beide kanten van de bus één vinger kon tussengestoken worden.
Onbegrijpelijk. Meestal spreekt een doorsnee eigenaar van een lodge over een landbezit van hectares groot,maar een wijde ingangspoort is een zeldzaamheid. Begrijpe wie begrijpe kan. Valiezen uitgeladen en in de kamers gebracht. Die valiezen zullen ook wel een groot percentage aan slijtage ondergaan hebben op onze reis.
Wat rondgewandeld en gerelaxed, het dagboek bijgewerkt. 's Avonds was het een lekker buffet en zaten we terug vroeg in ons bedje. We mochten eens "uitslapen" en pas om 8h00 opstaan. Morgen zouden we de Drakensbergen intrekken.
De provincie Kwazulu-Natal is zeer heuvelachtig en heeft een uitgestrekte kustlijn. De provincie ligt op het overgangsgebied van grasland en savanne.
Door de nabijheid van de Indische oceaan geniet deze provincie van subtropische temperaturen en krijgt ze voldoende neerslag.
Geschiedenis
Het is hier dat koning Shaka zijn groot Zoeloekoninkrijk uitbouwde. Het is ook de provincie van de memorabele veldslag tussen Voortrekkers en Zoeloekoning Dingaan ( 16 december 1838) en van de Anglo-Zoeloe oorlog ( 1879 ).
Het economische hart van de provincie is de as Durban - Pietermaritzburg. Rond de haven van Durban hebben zich tal van ondernemingen gevestigd. Dit is vandaag één van de economische kerngebieden van Zuid-Afrika. In de tweede helft van de 19de eeuw werd hier gestart met de teelt van suikerriet en die teelt blijft tot vandaag aanwezig in de landbouw van de provincie. Kwazulu-Natal is ook de provincie van de steenkool.
Rond 9h00 kwamen we in het dorpje Saint-Lucia aan en om 9h30 vertrok onze boot voor een verkenningstochtje op het meer.
Het Maritieme Park van Groot Saint Lucia ligt in het uiterste noorden en is omwille van zijn unieke ecologische waarde door de Unesco erkend als Werelderfgoed. Het meest bekende natuurreservaat is het uitgestrekte maar ondiepe meer Saint Lucia ( 368 km²).
Het Saint-Lucia meer wordt gevoed door rivieren uit het Lebombogegebergte. Het meer bereikt de zee via een smal estuarium aan de zuidkant.
In het meer is een groot aantal watervogels te zien, vooral pelikanen, maar ook krokodillen en nijlpaarden. Deze laatsten hebben we van zeer dichtbij kunnen bewonderen. Het tochtje duurde zo een kleine twee uur en de tijd vloog voorbij. Daar was een geroep van kijk daar eens en ginder en dan alweer daar...... De natuur op zijn mooist. National Geographic in levende lijve. Het zijn zo van die plekjes waarbij een mens stilstaat en bij zichzelf ten rade gaat " wat ben ik, als ik die woeste natuur zie met al zijn pracht en praal". Wat zijn we bezig aan het vernietigen in onze honger naar meer. Hier staat de tijd stil. Hier hoor je de natuur leven en ze zegt je " vernietig me niet of je gaat mee ten onder."
Zijn een kleinigheid gaan eten in het dorp en dan zijn we vertrokken naar Simunye. Juist buiten Melmoth gelegen in de Mfule River Valley. We zijn gelogeerd in Simunye Zulu Lodge. Ver afgelegen van de baan. Op een afgesproken plaats staan paarden en een ossenwagen, getrokken door 2x3 ossen, op ons te wachten. Sommigen gingen met de ossenwagen mee, de meer avontuurlijke bestegen de paarden. Alhoewel het woord bestijgen een uitdrukking is om weer te geven hoe sommigen zich een plaats op de rug van hun paard probeerden te veroveren. En die sommigen maakten 90% van de vrijwilligers uit. In het begin onwennig, als houten poppen die buiten het ritme van de kadans van het paard onsymetrisch op en neer dansen. Na een tijdje ging het al wat beter. Van de hoogvlakte ging het naar beneden, het ene paard al wat vlugger dan het andere. Na een klein uurtje rijden, bereikten we het dal waar de stallingen hun inwoners opwachtten en wij een mooie stenen "cafetaria" en restroom ontdekten. Kleine ronde stenen huisjes stonden als uitgebeiteld tegen de rotswand opgebouwd. Steile trappen voerden ons naar onze respectievelijke verblijven. Een grote stenen hut met een bad in de steen ingewerkt en idem dito toilet en lavabo. Handgemaakte bedden die mooi opgemaakt waren met kleurrijke spreien. Nog nooit in mijn leven zo iets gezien. Uniek en oergezellig. Hier woont de Biyela clan die al eeuwen in deze streek hun verblijf hebben. Rustig kabbelde de Mfule rivier door het kleine gehucht. Tijdloos.
Om 18h00 werden we allen aan de kraal verwacht die aan de overkant van de rivier op een hoogvlakte gelegen was. Daar werden we voorgesteld aan het hoofd van de clan die ons welkom heette en ons uitnodigde om een stuk vlees met hem te eten en de rituele dansen bij te wonen. Dansen die verwijzen naar het krijgsgebeuren onder het bewind van koning Shaka die aan het begin van de 19de eeuw een groot Zoeloerijk uitbouwde.
Een mooi spektakel dat we allen met eerbied en bewondering aanschouwden.
Om 19h30 was het spektakel afgelopen en konden we ons te rijk doen aan een goed gevuld buffet.Je hebt zeker de grote hotels niet nodig om lekker te eten. Integendeel. En de vriendelijkheid van die mensen. Wij werden bediend als koningen en met respect behandeld.
Rond 22h00 begaven we ons naar onze stenen huisje voor een verdiende nachtrust. Alhoewel sommige die rust niet gevonden hebben in dit speciaal maar uniek kader. Voor mij persoonlijk is dit een plek die ik nooit zal vergeten. In de positieve zin. De omgeving, de natuur, de mensen. Tijd staat hier stil en hier besef je dat geluk niets te maken heeft met luxe. Kijk om je heen, wees gelukkig door in vrede samen te leven met de anderen en wacht op de volgende dag die je weer iets nieuws zal brengen. De kleine dingen des leven. De kleine dingen die we soms niet meer zien door ons verwend zijn en honger naar hogere behoeften.
Om 5 uur was het groot appel om dan met 2 aparte jeeps de sun-rise te gaan aanschouwen. Het zag er niet beloftevol uit. Mistig en overtrokken. Goed ingeduffeld trokken we het Nyonyane gebergte in.
In dit gebergte hebben vroeger de San of de Bosjesmannen gewoond en bevinden zich de graven van de koninklijke Swazi. Mlilwane betekent "klein vuurtje" Het hoogste punt staat bekend onder de naam " The rock of Execution".
Het weer speelde ons parten en een zonsopgang hebben we niet gezien. Naar aloude traditie hebben we allen een steentje bijgestapeld op een reeds bestaande rotsenstapel, waarna we elkeen een wens mochten doen. Dan zijn we de bergpas, tot grote tevredenheid van Karoline die ondertussen alle kleuren van groen, naar grijs en asgrauw had ondergaan, afgedaald naar de vallei om daar een stevig ontbijt te nuttigen.
Daarna onze koffers in de bus geladen. Het ging een langzaam aan dagje worden. We hebben nog een kaarsenfabriekje bezocht in Swaziland. Ongelooflijk welke figuren ze uit een stukje kaarsvet kunnen tevoorschijn toveren. Kleine meesterwerkjes. We kregen ook de kans om ons eigen kaarsmodel te ontwerpen. Mijn model was dermate " geslaagd " dat het de ronde in het atelier deed en de meisjes die er werkten onder hun bank lagen van het lachen. Ze hadden daar blijkbaar nog nooit van "panamarenko"-kunst gehoord, laat staan gezien.
Dicht in de buurt van dat fabriekje was er een artisanale Afrikaanse markt waar de vrouwtjes eindelijk eens hun kooplust konden botvieren, alhoewel ik eerlijkheidshalve moet toegeven dat het zeer beperkt was, die kooplust.
Rond het middaguur zijn we aan Nisela Safaris gestopt om een hapje te eten. In de verte zagen we vanop het terras een krokodillengedaante liggen. Het lag zo roerloos dat we eerst dachten dat het een opgeblazen model was. Maar plots kwam er toch leven in. Met beveiliging naast mij en een hoge dikke muur tussen die toekomstige handtas en ik, heb ik dat dier nog eens goed geobserveerd. Ja, ik moet toegeven dat ik niet graag tussen die gasten hun kaken zou geraken. Alhoewel ze aan mij een aardig knabbeltje zouden hebben.
Op onze rit naar de volgende lodge, namelijk Ezulwini Game Lodge, zijn we gestopt bij een typische woonhut bij Anna. We hebben die volledig mogen bezichtigen. Maar het was dan ook een grote woonhut, zeg maar lemen woonhuis met 5 compartimenten. Ik vermoed dat de meesten van de Swazi's wel ietsje primitiever leven.
Probleemloos zijn we de grens overgestoken in Golela en waren we terug in Zuid-Afrika. En nu op weg naar onze Lodge gelegen in het "Greater St-Lucia Wetland Park", namelijk Ezulwini Game lodge in Hluhluwe ( spreek uit sjloesjloewi, de H wordt als SJ uitgesproken. Waarom? I don't know.). We hadden terug elk zijn eigen klein huisje, gelegen in een prachtige omgeving. We bevinden ons nu in Kwa Zulu Natal.
Rond 19 uur gaan eten en vroeg naar bed want morgen wordt het weer vroeg opstaan. We zouden morgenvroeg naar St-Lucia vertrekken. Een groot estuarium gelegen aan de Indische oceaan.
Het vertrekuur was voorzien om 8h30. De reis ging nu naar Swaziland.
De nacht tijdens ons verblijf in Krugerpark, hadden ze ingebroken in onze autobus. Sam, onze chauffeur, bewaarde zijn papieren en geld in een schuiflade onderaan de chauffeurszetel. Resultaat: alles was gestolen.
Geen geld meer, maar wat erger was geen paspoort en juist vandaag gingen we over de grens naar Swaziland. Dus had hij een paspoort nodig.
We zijn dan eerst naar een politiebureau gereden om aangifte van de diefstal te doen - wat een beetje schering en inslag is in Zuid-Afrika - en om een duplicaat van Sam's paspoort op te vragen, zodat hij zonder problemen het land kon verlaten en Swaziland binnen kon.
Op de bus zijn we dan met een envelop rondgegaan waarbij eenieder spontaan een financiële bijdrage gedaan heeft voor onze Sam, die volkomen blut was. Met deze gemengde gevoelens van zal onze Sam de grens overgeraken of moest er een nieuwe chauffeur opgeroepen worden, zetten we de reis naar Swaziland voort.
SWAZILAND
Voor het grootste deel omsloten door de republiek van Z-A. Het is een koninkrijk, 17.363 km² groot ( ter vergelijking: België 30.528km²) en telt 1.136.334 inwoners. Of 66 personen per km². ( België: 342 pers/km²). De hoofdstad is Mbabane.
Het is een voormalig Brits protectoraat dat onafhankelijk werd in 1968. Tweederden van de bevolking leeft in armoede en 38,8 % is besmet met HIV.
De macht ( absolute macht) is in handen van koning Mswati III die in 1986 op zijn 18de de troon besteeg. Polygamie komt zeer veel voor en de koning zelf is aan zijn 13de huwelijk toe. Politieke partijen zijn sinds 1973 verboden.
64% van de werkende bevolking is in de landbouw werkzaam ( ik vermoed dat ze daar niets anders dan wortels kweken en naar Z - A exporteren, maar dat is een zeer subjectieve mening) en zorgt voor 70% van de exportopbrengsten. De industrie neemt toe. Toerisme levert veel deviezen op. Vooral de speelcasino's zijn trekpleisters voor de buitenlandse bezoekers. Swaziland blijft politiek en economisch sterk afhankelijk van de republiek van Zuid-Afrika. De economische groei bedraagt 1,2% en de inflatie ligt rond de 6,5%. Maar België doet niet veel beter en dat is een "ontwikkeld land".
Tijdens de jaarlijkse traditionele rietdans, waarbij jonge meisjes uit het hele rijk voor de koning dansen, bestaat de mogelijkheid dat de koning zich het recht toeëigent een bepaald meisje uit te kiezen die dan na de zwangerschap zijn echtgenote wordt
**************** *******************
Wij zullen naar Mlilwane rijden, gelegen tussen Mbabane en Manzini en zullen in het Mlilwane wildlife sanctuary verblijven.
Bij de grensovergang Jeppe's Reef hadden we een kleine 2 uur oponthoud gezien Sam geen officiële paspoort bij had. Dit moest op een Afrikaanse wijze opgelost worden ( op zijn beleefdst uitgedrukt met "fooien"). Maar we zitten dan ook in Afrika.
Bij de grensovergang was een gezellig bartje aan een meertje gelegen. Al vlug was het terras door de Vlamingen ingenomen. Laat ze maar komen, .... In de verte zagen we op de oever van het meertje een krokodil die lag te zonnebaden. Gezien de afstand wel wat moeilijk te fotograferen. Gelukkig kwam er juist iemand van het personeel af om het beest te voederen. De man werd achtervolgd en er werden foto's genomen van een openstaande bek van een krokodil die met veel gemak grote brokken vlees naar binnen slikte. Terug naar ons terrasje en plots zag ik mijn echtgenote langs de zijkant van dat meertje achter de bar lopen. Ik op zoek hoe ze daar terechtgekomen was en vond via een soort vergaderzaal een deur die toegang gaf tot het tuintje achter de bar.Op het einde van dat meertje was een muurtje gebouwd en ik ging daarop staan om de krokodil, die nu veel dichter bij was, in mijn fotovisier te krijgen. En ja hoor, met haar twee ogen als periscopen juist boven het water uitstekend, kon ik de perfecte foto maken. Verdwijnt dat verdomd beest dan niet juist op het moment dat ik wilde indrukken. Daar stond ik dan. Maar enkele seconden later sprong op enkele m of cm voor mij een opengesperde krokidillemuil op. Ik denk dat ik het wereldrecord achteruitspringen gebroken heb. Een achterwaartse Tia Hellebaut sprong. Reactie op het terras was algemene hilariteit en gevloek dat ze het niet hadden gefilmd zodat het de nieuwe n° 1 op You Tube zou worden. Daar stond ik dan, afkooksel van Crocodile Dundee.
Ondertussen liepen de onderhandelingen tussen immigratie en Sam maar voort. Uiteindelijk kwam het verlossende woord dat we de reis konden verderzetten. We konden het koninkrijk Swazi betreden. Een indruk van armoede verwelkomde ons.
Op naar Mlilwane. Gezien de opgelopen vertraging, konden we de voorziene sunset-wildtocht in jeeps niet meer maken.
Wel was onze verbazing groot als we onze verblijfplaatsen zagen. Elk koppel had een rieten hut als logement, "Beehive hut" genaamd. We voelden ons als echte Swazirezen. Of hoe moet je een inwoner van Swazi noemen. Een Swazer? Een Swaziet? Een Swaziaat?
Lekker gegeten en na het eten werden we verrast met een Swazi-dansgroep. Lekker genoten van de Afrikaanse avondsfeer en de gastvrijheid van deze mensen. Ze hebben misschien niet veel, maar ze bezitten een schat die bij ons een zeldzaamheid geworden is: gastvrijheid, warmte, oprechtheid en vriendelijkheid. Veel "gecultiveerden" zouden nog veel van die mensen kunnen leren.
Na de dansen, allen onder het licht van zaklantaarns terug naar onze hutten. Morgen is het zeer vroeg opstaan om een sun-rise trek te doen. Ik durf het uur niet neer te pennen. Maar walgelijk vroeg.
De krugerrand, ook wel gouden rand, is een gouden munt die sinds 1967 in opdracht van de Zuid-Afrikaanse regering geslagen wordt. Op de portretzijde staat het portret van Paul Kruger, de laatste president van Transvaal, op de keerzijde staat een springbok afgebeeld, juist zoals op de gewone rand. ( een verwijzing naar de Witwatersrand, het natuurgebied waar de munt naar vernoemd werd). Ze hebben de status van wettig betaalmiddel maar worden zodanig nooit gebruikt. Als beleggingsmunt daarentegen is hij zeer geliefd. De rand was de eerste gouden munt die speciaal voor dat doel geslagen werd; het was tevens de eerste munt ooit die exact een troy ounce ( 31,1034768 gram) aan goud bevatte. Aangezien de internationale goudprijs in dollars per ounce wordt berekend is zo'n munt de belegger in edelmetalen zeer van dienst. Een krugerrand heeft een gehalte van 22 karaat ( decimaal: 0,9167). De rest bestaat uit koper, wat de munt een licht oranje kleur geeft ( rood goud ). Oorspronkelijk werd de munt in slechts één coupure geslagen, thans zijn er vier sorten: de hele krugerrand, de have krugerrand, de kwart krugerrand en tiende troy ounce aan goud. Deze zijn geslagen voor particuliere beleggers met smallere beurzen. De munt bereikte snel een grote bekendheid en grote populariteit, al was het, door boycots tegen het apartheidsregime, in vele landen jarenlang verboden haar in te voeren. Ook verloor de munt terrein aan andere gouden munten als de Canadese Gold Maple Leaf en de Australische Nugget, die een gehalte van 24 karaat ( 0,999) hebben. Munten van puur goud zijn voor een belegger interessanter en daar een beleggingsmunt niet circuleert ( en niet bekrast raakt ) is het niet nodig het goud door legeringen te versterken.
Stephanus Johannes Paulus (Paul) Kruger werd geboren in de Kaapkolonie op 10 oktober 1825 en stierf op 14 juli 1904. Hij kreeg de bijnaam "Oom Paul". Hij was van Pruisische afkomst en een prominent Boeren-leider in de opstand tegen het Britse bestuur en werd op 30 december 1880 president van de Zuid-Afrikaanse Republek. Hij werd daarna nog driemaal herkozen, voor het laatst in 1898. In 1883 ging hij naar Engeland om veranderingen te bepleiten in de "conventie van Pretoria" van 1881 die een einde had gemaakt aan de eerste boerenoorlog. Op 11 oktober 1899 brak de tweede Boerenoorlog uit. In oktober 1900 verliet Kruger Zuid-Afrika met het Nederlandse slagschip De Gelderland dat was gestuurd door koningin Wilhelmina. Zijn vrouw Gezina was op dat moment erg ziek en kon niet met hem mee gaan. Ze stierf op 20 juli 1901. Kruger ging naar Marseille en verbleef een tijd in Nederland alvorens naar Clarens in Zwitserland te gaan, alwaar hij op 14 juli 1904 overleed. Hij werd op 16 december 1904 begraven op Church Street Cemetry in Pretoria.
Op weg naar het Krugerpark. Een begrip, een naam die ongetwijfeld eenieder kent en associeert met wilde dieren.
Maar voor ons vertrek met de bus, wachtte ons een zeer aangename verrrassing: het personeel van het hotel zong voor ons het nationaal volkslied. Zeer mooi en ontroerend. Hoe gastvrij en vriendelijk zijn die mensen daar. Hartverwarmend.
Eénmaal de gate binnen, worden we in twee groepen opgedeeld van eens zes en eens vijf mensen. We rijden met range rovers het park binnen. De warme lucht blaast in ons gezicht, het is precies of we continue een haardroger in ons gezicht voelen. Afrikaans fhönen.
En nu maar als echte speurders de big five en andere dieren opsporen. Verrekijkers worden bovengehaald, de fototoestellen staan klaar. Juist nog die wilde beesten verwittigen dat we er zijn. Maar hoe doe je dat?
Ons DNA laat een stukje van het oerinstinct los. De jager komt in ons op. Alhoewel we toch moeten toegeven dat we sterker zijn in het zappen op TV dan in het opsporen van wild. Van homo economicus relaxus gaan we terug naar de homo sapiens sapiens.
Wat meer info over het Krugerpark. Het is gelegen in het Noord-Ooosten van het land. en is 19.000 km² groot ( 2/3 van België.). Hier is zowat alle savannewild van Afrika te vinden. Bij ons is er enkel maar een concentratie van ezels te vinden in al wat de top van overheid en zijn -instanties betreft. Maar deze laatste eten dan ook geen gras. Ze krijgen eten uit fondsen die ze dan volledig uitvreten. De homo politicus gourmandius, met twee zeer opmerkelijke aftakkingen: de Flamendius en de Wallonius. Deze laatste zijn onbevredigbaar. De tussensoort, de Bruxellius eet van de twee walletjes.
We zien ondermeer: olifanten, neushoorns, bavianen, giraffen, buffels, koedoes ( kudu's) en allerlei kleinere antilopensoorten.
Deze zijn dan weer voedsel voor roofdieren, zoals leeuwen en luipaarden. De big five, zoals de belangrijkste dieren genoemd worden die moeten gezien worden, bestaan uit : olifant, neushoorn, luipaard, leeuw en buffel. Buiten het luipaard hebben we ze allemaal gezien. In het Krugerpark leven ongeveer 450 verschillende vogelsoorten.
Tegen het einde van de 19de eeuw werd er meer en meer gejaagd in het Krugerpark. Omdat de jagers het ecologische evenwicht bedreigden, besloot president Paul Kruger in 1898 om een wildgebied af te bakenen tussen de Sabierivier en de krokodilrivier. In 1926 werd het gebied uigeroepen tot nationaal park.
We zijn in het Krugerpark blijven overnachten. Volgens plan zouden we in Skukuza overnachten, maar we hebben in Satara Restcamp overnacht. Lag dieper in het Krugerpark dan Skukuza.We overnachtten in een rondavel bungalowtje. Een ronde hut met houten gebinte en een strooien dak. Een klein terrasje was voorzien met op de buitenmuur een frigo. Ja, je leest goed, buiten op het terras een frigo. Waarschijnlijk te wijten aan het feit dat er braaiplaatsen voorzien zijn - braaien is het Zuid-Afrikaans voor barbecuen - en dat de mensen die BBQ-en zo vlugger aan hun vlees kunnen. Of aan hun drank of beide. Met die Afrikanen weet je maar nooit.
Het eten was massa toerisme keuken. Het logement was een ervaring op zich. Terug vroeg in onze nest want morgen gaan we dieper het binnenland in, naar Swaziland.
Lekker ontbeten. Eitjes, bacon, worst,cornflakes, noem het maar op.
Buikje lekker rond eten. We worden bediend en moeten zelf niets klaarmaken. Da's leven zeg.
Iedereen was klaar om het binnenland van Z-A te verkennen. Bus op en ready to go. Op naar de Panoramaroute.
De Panoramaroute is gelegen op de Transvaalse Drakensberge, de meest oostelijke rand van het hoogplateau. De Transvaalse Drakensberge bestaan uit afzettingsgesteenten die zijn opgestapeld tussen 2,2 en 2,6 miljard jaar geleden.
We verkennen de streek van God's window, de kolkgaten ( potholes) van Bourcke's Luck en de streek van de Blyderivierpoortcanyon, namelijk de drie rondavels. Gelukkig was het zonnig en zeer helder weer. Geen wolkje aan de lucht. Voor hetzelfde geld kan het daar - we zitten toch op een hoogte van 1200 meter en hoger - mistig zijn.
We bevinden ons nu niet meer in de provincie Limpopo, maar in Mpumalanga. Langa is zon en puma is opkomen. Dus de provincie van de opkomende zon.
God's windows
Uitkijkpunt gelegen op een hoogte van 1730 m en je kijkt uit over de laagvlakte die bijna 1000 m lager ligt.
Gelegen dicht bij Graskop.
Bourke's Luck Potholes
Bourke was een goudzoeker die hier vruchteloos naar het edele metaal zocht.
Het Bourke's Luck Potholes is een natuurpark.
De kolkgaten ontstonden doordat hier twee rivieren samenvloeien, de Blyderivier en de Treurrivier. Keien tollen in het rond en slijpen de omliggende rotsen uit. Aangezien dit proces al miljoenen jaren doorgaat, zijn er diepe kolkgaten in de rotsmassa's gevormd.
De naam van de Treur- en de Blyderivier dateren uit de Voortrekkerstijd. Enkele Voortrekkervrouwen en kinderen hadden op het hoogplateau hun kamp opgeslagen, terwijl Hendrik Potgieter samen met een paar mannen de laagvlakte ging verkennen. Potgieter had hen gevraagd op het hoogplateau te blijven, omdat er geen malaria was. Omdat het lange tijd duurde voor Potgieter terugkwam, dacht men dat hij dood was. Vandaar de naam Treurrivier. Toen hij toch opdaagde, doopte men de andere rivier uit blijdschap om tot Blyderivier.
De drie Rondavels
Aan de overkant van de canyon liggen drie rondavels. De hoogtes van de drie is Marieskop, 1944m hoog.
We zijn dan verdergereden door het canyon richting hotel: Hannah Lodge. Is gelegen in een 8.000 hectare grote privé natuurpark, gekenmerkt door zijn tyisch Afrikaans "bushveld". Hier lopen wilde dieren rond zoals Impala's, Kudu's, springbokken, enz.
Zijn in ons hotel "Hannah Lodge" rond 16h00 aangekomen. Prachtige kamers in een soort van kleine bungalowtjes met een terras die uitzicht gaf op de bergen. Zoals Freddy het zo mooi uitdrukte: " Hier kan ik een week blijven". In bijna gans Zuid-Afrika zou men meer dan een week kunnen blijven.
Zich vlug eventjes opfrissen en een verdiende apero genomen op het groot terras.
Om 16h30 was er een safaririt doorheen het natuurpark. Enkele dieren waargenomen. Zoals impala's die er met massa's aanwezig zijn, de kudu's, springbokken en een zwarte neushoorn, opgemerkt door het alziend oog van Hilda en Raymond. Dit feit gaf aanleiding tot het observeren van een neushoornvlaai. Maar niet die vlaai die van de bakker komt maar wel van langs achteren. Interessante studie voor wie het interesseerde.
Rond 19h00 terug, tijd waarop de zon al een half uur voorheen was ondergegaan in mooie rode kleuren. Een echt kleurenfestijn. De pracht van een ongerept stuk natuur die onder een kleurenpracht in het donker wordt gehuld. De natuur slaapt, maar niet al zijn bewoners.
Tijd om de innerlijke mens te gaan versterken. Het buffet was uitgebreid en lekker. Rond 21h30 doodmoe in ons bedje geplonsd en morgen zou het appel om 6h00 gegeven worden.
Morgen gaan we naar Krugerpark. Zullen we de "big five" zien? Daar zal er over gedroomd worden.
Instappen in de bus en kennismaking met onze 5 medereizigers.
Hilda en Raymond Denise en Paul Folkert
We vertrokken naar Pretoria, nu bekend onder de naam Tshwane.
Is een 60 km van Jo'Burg gelegen en daar zijn de regeringsgebouwen gelegen. In deze periode van het jaar staan de jacaranda's in volle bloei. Wat de stad tot een bloemenjuweel maakt.
Eerst zijn we gestopt bij de eigenaar van de Zuid-Afrikaanse reisoperator, Barney. Koffietje gedronken en een stukje cake gegeten. De nodige energie opdoen om de rest van de dag door te komen.
Van daaruit zijn we het Voortrekkersmonument gaan bezoeken, gelegen aan de zuidrand van Pretoria. De eerste steen werd gelegd op een symbolische datum, 16 december 1938, precies een eeuw na de veldslag bij Bloedrivier. De bouw van het Voortrekkersmonument duurde elf jaar. Het gebouw werd officieel geopend - alweer - op 16 december 1949. Een opening in het dak zorgt ervoor dat op 16 december rond het middaguur licht binnenvalt op een schrijn met de woorden: " Ons vir jou, Suid-Afrika".
De vermoeidheid begon serieus door te wegen en we reden van Pretoria richting Nelspruyt naar ons eerste hotelletje of liever gezegd onze eerste "lodge". Kaapsche Hoop Gastenhuis.
Kaapsche Hoop is gelegen in Mpumalanga en kijkt uit over de valleien richting Barberton en Nelspruyt ( zo een 28 km van Nelspruyt gelegen).
Het gasthuis heeft zeven luxe kamers, elk met zijn eigen private inkom. Het gasthuis zelf bestaat uit een bar en een restaurant. Voor de internet-fanaten, verbinding is mogelijk.
De nieuwe regering is van plan bepaalde straatnamen en/of plaatsnamen, die herinneren aan de Apartheid of aan de suprematie van de Boeren, te veranderen.
Hier een reactie van de HNP ( Herstigte Nasionale Party) op dit voorstel. Dit is louter om te bewijzen dat de Afrikaners nog voortleven in Zuid-Afrika en vinden dat de Apartheid terug moet ingevoerd worden. Anno 2008.
22/09/2008 Verandering van straatname in Pretoria
Die voorgenome verandering van straatname en verwydering van Afrikanerstandbeelde in Pretoria deur die Tshwane-metro is n voortsetting van die onwettige ANC-regime se oorlog teen die Afrikanervolk. Dit demonstreer weer eens dat daar geen plek vir ons volk binne die heersende bestel kan wees nie. Die wye reaksie daarteen onder Afrikaners van alle oortuigings toon die weersin teen die regime se volgehoue haatoptrede teen die Afrikaner.
Die vryheidsgesinde Afrikaner beskou die verandering van straat- en plekname en trouens elke ander aanslag teen ons volkserfenis as kriminele magsmisbruik deur die regime, wat bereg sal word wanneer ons volk weer ons vryheid in ons vaderland herwin. Intussen sal die HNP hierdie aanslag op ons erfenis met die middele tot ons beskikking teenstaan.
Die HNP doen steeds n beroep op elke vryheidsgesinde volksgenoot om u te weerhou van deelname aan die onwettige ANC-bestel en u saam met enersdenkende Afrikaners te beywer vir die skepping van alternatiewe strukture met die oog op die herstel van ons volk se soewereiniteit in ons eie vaderland onder n Christelike grondwet.
In 1948 kwam de Nationale Partij ( Nasionale Party) aan de macht. Zij zal de geschiedenis ingaan als de stichter van de 'apartheidsstaat', al heeft zij in de eerste jaren slechts de vele BESTAANDE voorschriften, wetten en gebruiken tot één samenhangend stelsel omgevormd:de apartheid werd nu in de hele Unie systematisch doorgevoerd.
Hoewel de term apartheid ingeburgerd is en overal ter wereld gebruikt wordt om het bevolkingsbeleid en het staatsstelsel van Zuid-Afrika aan te duiden, zijn vele synoniemen beschikbaar. De Zuidafrikaanse overheid heeft andere begrippen geïntroduceerd die een positiever beeld moeten geven: aanduidingen als gescheiden ontwikkeling of multinationale ontwikkeling moeten de indruk wegwerken dat "apartheid" discrimineert. Daarnaast hoort men spreken over baasskap, coöperatieve coëxistentie, geïnstitutionaliseerd racisme.. Deze begrippen verraden onmiddellijk het standpunt van de gebruiker.
De ideologie van de apartheid is het product van de NP die sedert 1948 het land had bestuurd. Deze doctrine was evenwel niet in het luchtledige ontstaan. Zij was de resultante van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen en van langzaam gegroeide opvattingen binnen de Afrikanergemeenschap. Apartheid was de opvolger van segregatie, een term die vooral op de territoriale scheiding slaat.De NP wilde deze scheiding evenwel op vele andere vlakken doorvoeren.
De praktijk van de apartheid heeft ALTIJD bestaan in Zuid-Afrika. Zij vond haar oorsprong in het "natuurlijk meerderwaardigheidsgevoelen" en het fysieke materiële overwicht van de blanken enerzijds en de economische noodwendigheden anderzijds.De blanken bekleedden een machtspositie en van daaruit dwongen zij de zwarten, de kleurlingen en de Aziaten in een ondergeschikte positie.
De Afrikaners gaven onomwonden toe dat zij dit "baasskap" als vanzelfsprekend beschouwden. Gesteund door hun geloof, zagen zij de niet-blanken als minderwaardigen die de leiding van de christenen moeten aanvaarden. Maar ook de Engelssprekende Afrikanen hadden de zwarte bevolking al aan hun eigen doeleinden ondergeschikt gemaakt.
De NP, die in 1948 de verkiezingen won, werd geleid door leden van de Afrikaner kleine burgerij die hun aanhang verwierven onder de arme blanken in de steden en de boerenbevolking. De verarmde blanken voelden zich ontworteld en waren niet alleen op zoek naar werk in de geürbaniseerde streken, maar ook naar een houvast in het leven. Zoals de plattelanders hadden zij weinig intellectuele vorming genoten.
In de jaren veertig was er inderdaad niet alleen een taal- en cultuur onderscheid tussen Afrikaners en Engelstaligen. Ook de sociaal-ecoomische klof was erg groot. 40% van alle Afrikaners waren arbeiders tegenover maar 10% Engelstaligen. 40% van de Afrikanerkinderen waren ondervoed. De Afrikaners bezaten nauwelijks 1% van de mijnen, 3% van de fabrieken en 5% van de financiële middelen. De NP slaagde erin deze lagere klassen te mobiliseren op basis van een eenvoudig ideeëngoed waarin de waarde van het Afrikanervolk beklemtoond werd. Het volk was door God uitverkoren en moest zijn zending door de staat vervullen. ( Civil Religion of burgerlijke godsdienst kon de handelingen van de staat verrechtvaardigen vanuit een 'hoger' doel en moest de bevolking rond één ideaal verenigen) Die discriminerende behandeling van de niet-blanken werd uitgelegd met de OT uitspraak over de vervloeking van de zonen van Cham ( derde zoon van Noach). De ongelijkheid van de volkeren werd uit de bijbelse Babelhistorie afgeleid.
De klemtoon kwam ook te liggen op het roemrijk verleden van de Boeren die hun Uittocht gekend hadden (de Grote Trek) en tegen zwarten en Britten een heldhaftige strijd gevoerd hadden. De officiële geschiedschrijving zou het eigen veleden in deze zin beschrijven, al had de werkelijkheid er minder ideaal uitgezien. De Afrikaner moest zich bewust zijn van zijn unieke plaats op het Afrikaanse continent.
In het spoor van de NP bevonden zich een aantal groeperingen die het succes van de partij mee bewerkten en waaruit leden voor de NP gerecruteerd werden. De Nederduits ( nederduits staat hier voor nederlands en hoogduits was het duits) Gereformeerde Kerk, de grootste kerk met calvinistische inslag, was voorstander van de uitbouw van een christelijke staat onder leiding van de blanken.
Daarnaast waren geheime genootschappen actief zoals de Broederbond (1918). Dit was een protestants - Afrikaander - elitebeweging die was opgericht om effectief steun te kunnen geven aan de logeleden. Ook vandaag nog speelt deze Broederbond, waartoe een groot deel van de Afrikanerelite behoort, achter de schermen mee. Ossewa-Brandwag, gesticht in 1938, was een andere ultra-nationalistische organisatie: zij was para-militair gestructureerd. De sympathie van deze organisatie en haar leden voor nazi-Duitsland kan niet ontkend worden, al werd zij openlijk afgekeurd door de NP.
De uitvoerder van de Apartheid was VERWOERD Hendrik. * Populaton Act (1950): indeling van de inwoners: blank, kleurling, zwart ( + onderverdeling) * Immorality Act (1950): geen sex tussen verschillende rassen. * Reservaton of Separate Amenities: totale scheiding van restaurants, enz vervoer * "Pasjes"wetgeving: zwarten moesten altijd een pasje bij hebben * 1954: volledig verlies van kiesrecht voor alle niet-blanken. * etc
Te veel om op te noemen. De blanken zorgden er voor dat Zuid-Afrika voor hen alleen was en zij genoten van de opbrengsten van de rijkdom van het land dankzij een bevolking die uit 86% bestond, die op 14% van de oppervlakte woonde en die geen rechten had. De blanken sloten de niet-blanken op in thuislanden. Zodat ze als gastarbeider in hun eigen land, Zuid-Afrika, moesten werken. Zuid-Afrika werd na zijn uitroeping tot republiek in 1961 door bijna alle landen in de wereld geboycot voor zijn anti-humanitaire en racistische houding. Een totale schending van de mensenrechten op elk vlak. Na de opheffing van de Apartheid in 1990 werd kardinaal Tutu gelast de Waarheids- en Verzoeningscommissie te leiden. ( TRC: Truth and Reconciliation Commission) In feite werden zware misdaden met de spons van vergeving weggewist. ( dankzij Mandela) Het TRC-Report telt 6 volumes van elk meer dan 500 blz. Bladzijden met gruweldaden ( Steve Biko), folteringen en moorden. Een zwarte pagina in de geschiedenis van Zuid-Afrika.
Een zwarte pagina in de bladzijde van de geschiedschrijving van de mensheid die zo iets gedurende meer dan 40 jaar toegestaan heeft. Het ergste is dat er nog een ras bestaat die die weg opgaat. gebruik makende van een uitdrukking dat zich in een geschreven schrift bevind ( de semieten,het volk van Sem), mensen van hun land verdrijven en ze in landstroken opsluiten. Allemaal onder het toeziend oog van de wereld. Een schrift, in twee delen geschreven, die, via overleveringen en verhalen en die op geen echte waarheden berusten, misbruikt wordt om een suprematie van een bevolkingsgroep te beklemtonen. Niet te verwonderen dat men van mensDOM spreekt en van dierenRIJK.
Hertzog speelde ook in op het Afrikaner nationalisme en de afkeer voor Groot-Brittannië. Voor Hertzog gold de stelregel " Zuid-Afrika eerst". Nu was de status van het dominion Zuid-Afrika niet erg duidelijk vastgelegd. Terwijl Groot-Brittannië haar verhouding tot de vroegere kolonies pragmatisch ( gericht op feiten ) bepaalde, wilde Hertzog de onafhankelijkheid van de Unie expliciet bevestigd zien. Anderzijds was hij ook voorstander van een "tweestromenbeleid". Hoewel Afrikaners en Engelstaligen in één nationale eenheid opgenomen waren, mochten zij hun eigen identiteit niet laten verloren gaan. Deze standpunten werden weerspiegeld in enkele overheidsbeslissingen. In 1925 werd het Nederlands als officiële taal vervangen door het Afrikaans. Iets later liet Hertzog voor de eerste keer een eigen Zuidafrikaanse vlag naast de Union Jack hijsen. 'Die stem van Suid-Afrika' werd het nationale volkslied in plaats van "God save the King".
Op een Imperial Conference in Londen (1926) keeg Hertzog ook voldoening op een ander vlak: in de Balfourverklaring werd vastgelegd dat Groot-Brittannië en zij dominions dezelfde status hadden en op geen enkel vlak ondergeschikt waren aan elkaar. Hun lidmaatschap van de Commonwealth was vrijwillig en de deelnemers waren enkel verbonden door hun trouw aan de Kroon.
De crisis van de jaren dertig trof Zuid-Afrika zwaar. Weer gingen vele kleine boederijen over de kop en de bewoners trokken naar de steden. Zoals elders in crisistijden ook gebeurde, werd een regering van nationale eenheid gevormd. Dit ministerie werd geleid door Hertzog en Smuts. Hun partijen fusioneerden zelfs tot de Verenigde Partij (VP). Maar ook nu weer scheurden een aantal onverzettelijke Afrikaners zich af en vormden een nieuwe Nationale Partij die vanaf 1948 het politieke leven in Zuid-Afrika zou gaan beheersen.
Hertzog en Smuts probeerden ook deze Afrikaners tevreden te stellen. Ze ontnamen bijvoorbeeld het stemrecht van de zwarten in de Kaapprovincie. Voortaan werden alle stemgerechtigde zwarte op een aparte lijst geplaatst. Ze mochten drie blanke vertegenwoordigers in het parlement kiezen. Ook de bepalingen voor landaankoop werden nog eens strenger gemaakt, al breidde de regering het voor de zwarten gereserveerde land uit tot 14% van het grondgebied.
In die zwarte reservaten was het leven erg armzalig voor de vijf miljoen zwarten. Een regeringscommissie stelde vast dat er onvoldoende land was voor de stijgende bevolking. De erosie veranderde grote oppervlakte in woestijnachtige gebieden. De hygiëne en de geneeskundige zorgen stonden op een veel lager peil dan in blank gebied. Het onderwijs bbleef beperkt tot een aantal initiatieven van de missies.
Steeds meer zwarten trokken naar de steden om er werk te vinden. In 1939 werkten al 900.000 zwarten in de mijnen en de industrie tegen lonen die veel lager waren dan de blanke arbeidsvergoedingen. De zwarten woonden in vreselijke sloppenwijken rond de blanke steden. Aan de vooravond van de Tweed Wereldoorlog behoorden maar 60.000 van de 8 miljoen zwarten tot de kleine burgerij. Zij woonden bijna allemaal in de Kaaprovincie en waren bedrijvig als handelaars of ambachtslui.
Vele zwarten zochten troost in het christelijk geloof. Honderden zwarte kerken en kerkgenootschappen scheurden zich af van de blanke moederkerken. Deze onafhankelijke zwarte kerken waren de afdeling niet-traditionele verenigingen met uitsluitend zwarte leden en leiders. Ze zijn vandaag uitgegroeid tot 3.000 genootschappen met meer dan 5 miljoen leden. Net vóór de WO II doken de problemen uit de WO I weer op. De Engelstaligen stonden achter Groot-Brittannië en wilden tegen het Hitlerregime vechten. De Afrikaners waren verdeeld, velen wensten dat Zuid-Afrika zich neutraal opstelde. Eerste minister Hertzog was een voorstander van een neutrale houding, maar het parlement steunde Groot-Brittannië. Hertzog nam ontslag en ruimde plaats voor Jan Smuts. Hertzog keerde terug naar de Nationale Partij, maar niet voor lang. De nieuwe NP koesterde immers zeer radicale plannen ( onze Nederlander/ Afrikaner Verwoerd was lid van de partij, anti-Brits en Duitsgezind ). Zij wilden Zuid-Afrika tot een Republiek omvormen en zich volledig losmaken van Groot-Brittannië. Een Afrikanerorganisatie, de Stormjagers, pleegde sabotagedaden om de oorlogsdeelname te verhinderen. Leden die opgepakt werden, gingen de gevangenis in.
Zuid-Afrika werd een trouwe bondgenoot van de geallieerden. Het land nam ook 120.000 niet-blanken in dienst, die evenwel geen wapens mochten dragen. De oorlog had belangrijke gevolgen voor de eigen economie. De Zuidafrikaanse industrie breidde zich uit: scheikundige bedrijven en autofabrieken produceerden voor de wereldmarkt. De industrie betaalde vrij hoge salarissen. Daarvan profiteerden ook de kleurlingen en de zwarten. Voor het eerst verenigden deze zwarten zich in militante zwarte vakbonden. Voor het eerst sedert tientallen jaren stegen hun lonen.
Tegen die achtergrond gingen de blanken in 1948 naar de stembus. De Verenigde Partij van Jan Smuts verloor de verkiezingen. Smuts - premier van 1939 tot 1948 - had een lange politieke carrière achter de rug. In het buitenland had hij veel aanzien verworven door zijn inspanningen aan de zijde van de geallieerden. Hij zette zich in voor de vorming van wat de UNO zou worden. Deze belangrijke bijdrage tot de internationale politiek on hem bij de verkiezingen niet redden.
De Nationale Partij van Daniel Malan nam de macht over. Zij had daarbij geprofiteerd van het verkiezingssysteem waarin de landelijke kiesomschrijvingen zwaar doorwogen. Voor het eerst zou een radicale Africanerpartij het land besturen.
De economische gevolgen van de WO I waren belangrijk voor de Unie. Na de 'boom' tijdens de oorlog kwam de landbouw door het teruglopen van de vraag in een crisis terecht. Duizenden Afrikanerboeren gingen failliet en moesten met hun familie naar de industriesteden verhuizen waar evenwel ook steeds minder jobs waren. Deze " poor whites" voelden zich vervreemd in hun nieuwe omgeving. De stad dacht en voelde anders dan het platteland. In de steden was het Engels de voertaal; de waarden van de landbouwers verschilden ook fundamenteel van die van de stedelingen.
In de steden botsten deze Afrikaners op tienduizenden ongeschoolde zwarten, die tijdens de oorlog naar de mijnen gelokt waren om er het zware en gevaarlijke werk te doen. De slechte en armzalige hygiënische toestanden in de steden veroorzaakten in 1918 een dodelijke griepepidemie. Om hun lot te verbeteren, eisten de arme blanken dat de overheid hen in bescherming zou nemen tegen de zwarten, die hun werk inpikten en die in hun buurt woonden. Daarom nam het parlement een wet aan die bepaalde dat de zwarten alleen in eigen wijken mochten wonen. Ze mochten maar zolang in de blanke steden verblijven, als hun arbeid gewenst was.
In het begin van de jaren twintig werden de scheidingslijnen tussen blanken en zwarter nog groter. De mijnmaatschappijen hadden de geschoolde jobs steeds voor de blanken gerserveerd, maar nu begonnen ze de veel goedkopere zwarte arbeiders op te leiden. De blanke arbeiders gingen in 1922 in staking om dat te verhinderen. Het verzet liep uit op een openlijke opstand. De blanke arbeiders gingen zelfs de Zuidafrikaanse industrie- en mijngebieden, de Rand, bezetten. In deze opstand speelde de communistische partij, die toen enkel de belangen van de blanken verdedigde, een belangrijke rol. De toenmalige premier Smuts zette het leger in en 150 mensen stierven gedurende de acties. Deze repressieve maatregel maakte de eerste minister niet populairder.
De regering probeerde haar blazoen nog op te poetsen met een "buitenlands" succes, namelijk de toetreding van Zuid-Rhodesië tot de Unie, maar deze federatie werd door blanke Rhodesiërs afgewezen. De sociaal-economische problemen van de Afrikaners - samen met het ongenoegen van sommigen over de deelname van de Unie aan de oorlog - deden de aanhang van de Nationale Patij groeien.
Smuts verloor in 1924 de verkiezingen. Hij werd opgevolgd dor wat hij de "onzalige alliantie" noemde. Die bestond uit de Nationale Partij (NP) van James Hertzog, die de belangen van de harde Afrikaners verdedigde en uit de Labour Party die op de Engelstalige arbeiders steunde. Deze regering nam belangrijke maatregelen, die het latere gezicht van Zuid-Afrika mee zouden bepalen. De beslissingen waren bedoeld om tegemoet te komen aan de kiesbasis van de regerende partijen, met name van de lagere klassen.
Zuid-Afrika moest haar economische activiteit diversifiëren. De staat schoot kapitaal voor, warmee nieuwe nijverheden gevormd konden worden. De staatsbetrekkingen namen in aantal toe. Geschoolde jobs gingen steeds naar blanken (job reservation). In sommige bedrijven, zoals de staatsspoorwegen, werden de zwarten aan de deur gezet. De positieve discriminatie - maatregelen kwamen uit alleen goed uit voor de blanke werknemers, maar ook voor de industriëlen. De werkgevers kregen of behielden zo goedkope en gehoorzame zwarte of gekleurde arbeidskrachten.
My Sarie Marais is so ver van my hart, Maar ek hoop om haar weer te sien. Sy het in die wyk van die mooirivier gewoon, nog voor die oorlog het begin. O bring my terug na die ou Transvaal, daar waar my Sarie woon, daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais