23 November 1968: dat is de 'geboortedatum' van Earth and Fire, één van de langst bestaande en meest succesvolle groepen uit de Nederpopgeschiedenis. Chris Koerts (solo-gitaar), Gerard Koerts (slag-gitaar en toetsen), Hans Ziech (basgitaar) en Cees Kalis (drums) vormen de eerste bezetting. Als zangeres wordt Manuela Berloth aangetrokken die onder de naam Lysett al een solocarrière had opgebouwd. Zij wordt geïntroduceerd bij de bandleden door Soul-gitarist Eric Wenink. De naam Earth and Fire wordt verklaard door het feit dat de broers Koerts astrologisch gezien onder het element vuur en de overige leden onder het element aarde vallen. Het eerste live-optreden van Earth and Fire vindt plaats in Gebouw ABC te Beverwijk.
Vanaf 1969 worden de optredens van de band visueel omlijst door de Ellen Space Lightshow. Op donderdag 3 juli 1969 mag Earth and Fire een demo opnemen bij de Negram Studio's in Heemstede, samen met de producer Richard du Bois. Helaas wordt de band geweigerd. Enkele maanden later ontstaan problemen als Manuela door een oogziekte min of meer genoodzaakt is Earth and Fire te verlaten. Zij verhuist kort daarop naar Amerika. De jongens gaan naarstig op zoek naar een opvolgster, want ze vinden dat de sound van de groep nu eenmaal vrouwelijke inbreng nodig heeft. Chris en Hans stellen een lijstje op van zangeressen die ze kennen of waarvan ze 'via-via' gehoord hebben. De achtste naam op dat lijstje is Jerney Kaagman.
Via Joop Roelofs (van de groep Q65) komt Earth and Fire in contact met leden van de Golden Earring. Die zien Earth and Fire wel zitten en het resultaat is dat ze drie maanden in het voorprogramma mogen spelen, beginnend op 19 september 1969. Tijdens de laatste show, voordat de Golden Earring naar Amerika vetrekt, heeft Fred Haayen (manager en producer van Golden Earring) een grote verrassing voor de band: ze mogen een plaat opnemen. Earring-gitarist George Kooymans vraagt naar nummers die voor een eerste single in aanmerking zouden kunnen komen. Aangezien geen van de nummers volgens George geschikt is, biedt hij zijn eigen compositie 'Seasons' aan. Voor de song wordt gerepeteerd in de oude Marathon in Den Haag. Een platencontract met Polydor wordt getekend en met Fred Haayen wordt dit nummer op 10 en 12 november van dat jaar opgenomen in de G.T.B.-studio in Den Haag. Op de valreep van 1969 wordt het op single uitgebracht.
In januari 1970 vertrekt de Golden Earring voor een tournee naar het buitenland en Earth and Fire staat nu op eigen benen. Naast eigen werk worden er tijdens de live-optredens ook nummers gespeeld van andere groepen zoals Jefferson Airplane, Buffalo Springfield en Moby Grape. De Ellen Space Lightshow wordt omgedoopt in de Earth and Fire Lightshow. De single 'Seasons' komt op 17 januari de Top 40 op 34 binnen en na het tv-debuut van de groep in het programma Jam stoot de plaat door naar 2. Het blijft 14 weken bij de beste veertig singles. De landelijke doorbraak is daarmee een feit. Door de bekendheid van Earth and Fire met deze hit neemt Richard du Bois weer contact met de band op en geeft aan dat hij een fout heeft gemaakt en wel met hun wil werken, maar het contract met Polydor is dan al getekend.
Op eigen kracht levert Earth and Fire twee opvolgers ('Ruby is the one' en 'Wild and Exciting'), alsmede een LP met uitsluitend eigen werk, afgezien van 'Seasons'. De hoes van deze elpee is zeer bijzonder. Het ziet eruit als een pakje lucifers dat open kan klappen. In Engeland werd deze LP uitgebracht in een hoes getekend door Roger Dean. Beide versies zijn nu nog steeds collector's items en veel waard. Door het toenemende succes wordt in mei besloten op professionele basis verder te gaan. Cees Kalis ziet een leven als beroepsmuzikant echter niet zitten en haakt af om zijn studie af te maken. Alle overige bandleden geven hun studie of hun baan op om professioneel muzikant te worden. De opvolger van Cees Kalis is Ton van der Kleij, die eerder drumde in Haagse bands als Levy Joe en Summer. De zakelijke belangen van de groep worden voortaan behartigd door Red Bullet Productions. Earth and Fire scoort ook in het buitenland met hun hits: 'Seasons' kent zelfs een massaverkoop in Japan. In eigen land wordt de groep in de populariteitspolls tot meest belovende groep gekozen, en Jerney tot meest belovende zangeres.
In 1971 wordt de vierde Earth and Fire-single 'Invitation' een hit. Het haalt een 5e positie en verdwijnt na 7 weken. Ondertussen ontdekt de groep een Mellotron in de Hilversumse Honingstraat waar Phonogram haar studio's heeft. De groep gaat naar Engeland om King Crimson en de Moody Blues te zien spelen. Deze bands spelen met zo'n mellotron. In augustus schaft Earth and Fire er zelf een aan, die bespeeld gaat worden door Gerard.
In het najaar van 1971 verschijnt de LP 'Song of the marching children'. De opnamen vinden maar liefst in drie studio's plaats. Naast de G.T.B.-studio in Den Haag wordt ook gebruikt gemaakt van de Phonogram-studio in Hilversum en de Soundpush-studio in Blaricum. Producer Fred Haayen krijgt versterking van Jaap Eggermont en als geluidstechnici treedt o.a. Dick Bakker (de huidige dirigent van het Metropoolorkest) op. Op dit album staat de door Gerard bespeelde mellotron sterk op de voorgrond. De titelsong van 'Song of the marching children', die reïncarnatie als onderwerp heeft, is uitgebouwd tot maar liefst achttien minuten en beslaat een hele LP-kant. Het album wordt bij Radio Veronica de elpee-van-de-week. 'Storm and Thunder' wordt de nieuwe single en haalt een 6e plaats. Tegelijkertijd wordt Jerney in de polls gekozen tot beste zangeres, terwijl Earth and Fire ook in andere categorieën in de hoogste regionen te vinden is.
In 1972 scoort Earth and Fire een nummer-een-hit met 'Memories'. Deze single wordt alleen door Jaap Eggermont geproduceerd, want Fred Haayen is inmiddels directeur van Polydor Nederland geworden. Deze single wordt ook in het buitenland (zoals België, Duitsland en Turkije) een hit, al blijft een grote internationale doorbraak vooralsnog uit. 'Memories' wordt in de polls gekozen tot beste single van het jaar 1972. Voor AVRO's Toppop neemt de groep een live-special op, waarin 'Song of the marching children' ten gehore wordt gebracht. In die periode verschijnt ook Earth and Fire's eerste verzamel-LP: 'Superstarshine volume 2'. Earth and Fire treedt in 1972 zo'n 200 keer op.
Het voorjaar van 1973 brengt een nieuw single-succes: 'Maybe tomorrow, maybe tonight'. Het haalt de 3e plaats en blijft 11 weken in de Top 40. Het nummer is afkomstig van de LP 'Atlantis', die werd geproduceerd door Jaap Eggermont, Earth and Fire's vaste producer. De titelsong neemt wederom een hele plaatkant in beslag en handelt over het verzonken eilandenrijk. Ook aan dit album wordt een tv-special gewijd. Nummers die in deze special gespeeld worden zijn onder andere 'Atlantis', 'Maybe tomorrow, maybe tonight' en 'Love please close the door'. Stichting Conamus bedeelt Earth and Fire in april 1973 met de Zilveren Harp, een aanmoedigingsprijs voor veelbelovende groepen en artiesten. In november 1973 krijgt Earth and Fire een nieuwe manager: Wim Bosman.
Earth and Fire maakt in januari 1974 een succesvolle tournee door Turkije, waarbij zich massahysterie-tonelen afspelen. Enkele maanden later staat een tournee door de Scandinavische landen op het programma, samen met de groep Focus. 'Love of Life' wordt de nieuwe single en is een grote zomerhit, alleen van de eerste plaats gehouden door het zeer populaire 'Sugar baby love' van The Rubettes. Ook ontvangt de groep wederom edelmetaal: ditmaal is er goud voor de LP 'Superstarshine volume 2'. In juni verlaat Hans Ziech de groep, maar blijft als tekstschrijver met Earth and Fire verbonden. Zijn opvolger is Theo Hurts, kersvers als klassiek gitarist afgestudeerd aan het conservatorium. Geruchten dat ook Jerney de groep gaat verlaten en vervangen zou worden door Patricia Paay van de groep Heart steken de kop op en doen manager Frits Hirschland uitroepen dat zij bij 'zijn' formatie Kayak welkom is.
Op 26 april 1975 komt 'Only time will tell' de Top 40 binnen. Deze single haalt een 12e plaats en verblijft 6 weken in de hogere regionen. Uniek voor dit nummer is dat het in een ¾-maat is geschreven. In het voorjaar van 1975 wordt naast de single de LP 'To the world of the future' uitgebracht. De titelsong van dit album is een toekomstvisioen: een mechanische samenleving op een overbevolkte wereld. In mei 1975 maakt Earth and Fire een tournee door Nederland met nummers van 'To the world of the future' op het repertoire. Uitsluitend schouwburgen en theaters worden aangedaan. Enkele maanden later, in oktober, komt er een nieuwe single uit: 'Thanks for the love'. Het behaalt een 8e plaats.
Als Boekenweekgeschenk 1976 verschijnt de elpee 'Zing je moerstaal', waarop Earth and Fire haar medewerking verleend met het nummer 'De tijd zegt niets' ('Dizzy raptures').
Met de nieuwe single 'What difference does it make' besluit de groep in 1976 omlijst met vuurwerk vanaf het Veronica-schip het eerste tv-programma van die omroep. Het nummer haalt de 12e plaats. Verder verschijnt er in 1976 een verzamel-LP, 'The story of Earth and Fire', waarop behalve alle hits ook albumstukken staan. Deze LP wordt door tv-reclame en in dagbladen uitgebreid onder de aandacht gebracht. In juni 1976 staat Earth and Fire iedere avond op de planken van een schouwburg: de Holland Tour 1976. Met name de op akoestische gitaar gespeelde werkjes (o.a. van Vivaldi) oogsten een enorme bijval. In november 1976 staat een tournee door Polen op het programma. Aangezien Ton van der Kleij net een operatie achter de rug heeft, gaat voor de zekerheid ook een reserve-drummer mee: Ab Tamboer.
Het duurt tot het einde van 1977 voor er nieuw platenmateriaal uitkomt in de vorm van de single '7,8th avenue' (geschreven in een 7/8e maat). Het haalt een 18e plaats in de Top 40. Deze single is afkomstig van de LP 'Gate to infinity', waarvan de titelsong handelt over de liefdesgeschiedenis die zich zowel in het heden als in het verleden afspeelt. Het succes van deze platen is voor Earth and Fire begrippen mager te noemen.
In het najaar van 1978 wordt de gehele ritme-sectie van de groep gewijzigd. Ton van der Kleij geeft in september te kennen er geen zin meer in te hebben en reikt zijn drumsticks over aan Ab Tamboer. Een maand later wordt Theo Hurts vervangen, en wel door Jerney's vriend en levenspartner Bert Ruiter.
Hoewel slechts wijzigingen binnen de groepgelederen plaatsvinden, beginnen geruchten de ronde te doen dat de groep uiteengevallen zou zijn en Jerney een solocarrière aan het voorbereiden is. Een vernieuwd Earth and Fire werkt echter hard aan nieuwe nummers. Producer Jaap Eggermont ziet de nieuwe nummers echter niet zitten en zo komt er in januari 1979 een einde aan de achtjarige samenwerking. Als wordt geprobeerd een platencontract met Polydor te verlengen, ontaardt dat voor de groep in een frustrerende ervaring, doordat bij Polydor enkele miskleunen worden gemaakt. Inmiddels kan Earth and Fire wel rekenen op de steun van Frits Hirschland, die als manager van de groep gaat fungeren. Gerrit-Jan Leenders wordt de nieuwe producer van de band en met Phonogram wordt een nieuw platencontract getekend. In oktober komt het langverwachte album 'Reality fills fantasy' uit, die bewijst dat de groep nog springlevend is.
De single 'Weekend', afkomstig van het nieuwe album, overtreft alle voorgaande successen: wekenlang staat de plaat nummer-een in de hitparades, nadat het op 3 november tot Alarmschijf gebombardeerd is. Het nummer blijft 13 weken in de bovenste regionen. Bovendien is het een van de meest gedraaide platen op Hilversum 3 over 1979. Het nummer wordt met name flink door de AVRO geplugd. Het verschijnen van Jerney in een blauw leren pak in het programma Toppop is spraakmakend. De sensuele act pakt prima uit. Naast andere programma's waar Earth and Fire veelvuldig op televisie in verschijnt, is er in 1979 ook een live-special van het programma Countdown op televisie te zien. De maand december staat in het teken van de Holland Tour 1979, waarbij Kayak-gitarist Johan Slager invalt voor de musicologie studerende Chris Koerts. 'Weekend' wordt in de polls gekozen tot single van het jaar, 'Reality fills fantasy' tot LP van het jaar. De hoogste notering voor dit album is de tweede plaats in de album charts.
Chris Koerts besluit zich even later geheel aan zijn studie musicologie te gaan wijden en Earth and Fire gaat op zoek naar een vervanger. Uit zo'n vijftig solliciterende gitaristen wordt in januari 1980 Ronnie Meyjes gekozen. Een korte tijd later worden de groep op Blair Castle in Schotland gouden en platina singles en LP's overhandigd voor de gigantische verkoopcijfers van 'Weekend' en 'Reality fills fantasy'. 'Fire of love' (in een nieuwe mix) verschijnt op single en de 'Greatist hits'-LP komt uit, gepromoot door radio- en tv-reclame. Tegelijkertijd breekt de groep in heel Europa door met het nummer 'Weekend'. Nummer-een-noteringen worden eveneens gehaald in Duitsland, Zwitersland, Denemarken en Portugal. Deze landen worden veelvuldig bezocht voor live- en tv-optredens. Ook valt de groep weer eens in de prijzen. In Duitsland krijgt Earth and Fire de Bronzen Leeuw en in eigen land de hoogste onderscheiding die er op muziekgebied bestaat, de Gouden Harp van de Stichting Conamus.
Het jaar 1981 is nog maar een dag jong als Conamus opnieuw uitdeelt. Earth and Fire ontvangt de Exportprijs, omdat het een Nederlandse groep is waarvan het jaar daarvoor (1980) de meeste platen in het buitenland werden verkocht. In datzelfde jaar sponsoort de groep samen met Kayak het Opel-team dat aan de Rallye van Monte-Carlo deelneemt. Ter promotie wordt een single uitgebracht met een speciale versie van 'Weekend', waarbij de songtekst is aangepast aan de rallye. Tijdens de Rallye in Monte-Carlo is ook het Midemfestival in Cannes, waar de groep ook aanwezig is.
In september 1981 verschijnt de langverwachte LP 'Andromeda girl', waarvan de titelsong verhaalt over de psychische crisis die een astronaut tijdens zijn ruimtereis doormaakt en de wereldvreemdheid waarmee hij op aarde terugkeert. Met de single 'Dream' vormt de LP een uitstekend visitekaartje van Earth and Fire anno 1981. Nog twee andere singles worden van dit album getrokken, namelijk 'Tell me why' en 'Love is an ocean', maar alle drie de singles worden geen grote hits.
Jerney brengt in de zomer van 1981 een eigen parfum op de markt met de toepasselijke naam 'Jerney'. Ter promotie van dit parfum bezoekt zij geregeld parfumeries en grote warenhuizen.
In 1982 komt het album 'In a state of flux' uit bij een nieuwe platenmaatschappij: Dureco (Dutch Record Company) te Weesp. Earth and Fire tekent een contract voor twee LP's. De traditie van eens in de twee jaar een plaat uitbrengen wordt met dit album verbroken. Ook komt er geen lang nummer op de LP voor, zoals we van Earth and Fire wel gewend waren. Van 'In a state of flux' wordt 'Twenty-four hours' op single uitgebracht. Deze single haalt de top 15, maar het echte succes blijft uit. Evenals bij de twee volgende singles van dit album: 'Jack is back' en 'The Two of us' (in een speciale single remix).
Op Hemelvaartsdag 1983 vindt het voorlopig laatste optreden van de band plaats in Lemele en gaat Earth and Fire uit elkaar. Ab Tamboer komt bij Het Goede Doel terecht, Ronnie Meyjes gaat naar The Millionaires. De gebroeders Koerts bouwen hun eigen studio, terwijl Bert Ruiter zich op het produceren gaat toeleggen. Jerney bereidt zich voor op een solocarrière.
Er werd al vanaf 1976 over gesproken maar in 1984 komt dan toch de eerste solo-LP van Jerney uit. Bij Dureco neemt ze samen met producer Hans van Hemert het album 'Made on earth' op. In de titel van deze LP verwijst ze nog naar haar band, maar muzikaal is het een geheel ander geluid. Twee singles worden van het album getrokken, namelijk 'Allright, here I am' en 'I wil love you endlessly'. Beide nummers worden geen grote hits. Jerney treedt met een orkestband op door het land om de solonummers ten gehore te brengen. Ook zingt ze een medley van oude Earth and Fire-hits, geproduceerd door Bert Ruiter.
In februari 1985 brengt Dureco Jerney's nieuwe single 'My mystery man' uit. Deze single wordt vergezeld door een videoclip. De videoclip wordt gemaakt door Barry Hay van de Golden Earring. De single wordt bij de TROS verkozen tot Paradeplaat en alle omroepen draaien de plaat letterlijk grijs. Belangstelling en airplay wat dat betreft genoeg. Toch haalt het nummer de hitparade niet en ook de videoclip wordt maar een keer in het programma Formule 1 uitgezonden. Sky Channel vertoont de clip wel regelmatig, maar ook dit zet weinig zoden aan de dijk. Of het komt doordat Jerney sinds september 1984 voorzitter van BV Pop is geworden en zich daarmee in zet voor de rechten van de Nederlandse popmuzikanten is niet te achterhalen. Frustrerend is het wel. In oktober 1984 verschijnt wederom bij Dureco de single 'I'll take it', geproduceerd door Bert, samen met de jongens van Cat Music (bekend van o.a Catapult, Rubberen Robbie en Gazuzu). Omdat kleine platenwinkeliers hun inkopen baseren op noteringen in de Tipparade, is 'I'll take it' alleen in enkele speciaalzaken in een paar grote steden te koop
In de herfst van 1986 komt Jerney's single 'Victim of the night' uit. De single is een gezamenlijk product van Bert, Jerney en wederom de jongens van Cat Music. Het nummer wordt in eigen beheer opgenomen en later door Polydor opgepakt. De single wordt veelvuldig gedraaid, maar ook nu wordt de Hitparade niet bereikt.
In maart 1987 duikt Earth and Fire de oefenruimte in om in april en mei op te treden op een tweetal Back-to-the-sixties festivals. Het blijkt zon succes te zijn dat er een tournee door Nederland aan gekoppeld wordt. In de eerste week van november 1987 komt de tweede solo-LP van Jerney uit, getiteld 'Run', die geproduceerd wordt door Bert Ruiter en Kayak's Ton Scherpenzeel en wordt opgenomen in de Wisseloord Studio's in Hilversum. Dit is het eerste album dat tegelijkertijd ook op CD verschijnt. Het platenlabel is, net als bij 'Victim of the night', Polydor. 'Queen of hearts' verschijnt van dit album op single. Het nummer wordt veel gedraaid op Radio 1, 2 en 3. De schrijvende media laat zich van haar positiefste kant zien en het album 'Run' wordt lovend ontvangen, maar de single wordt niet in de Tipparade opgenomen en haalt de Hitparade helaas weer niet, net als de andere twee singles van dit album: 'Running away from love' en 'Don't say it'.
Eind oktober 1988 verschijnt een speciale remix van 'Weekend' op single. Deze speciale versie van 'Weekend' wordt gemaakt door Mark Hartman en klinkt zeer eigentijds. Door invoeging van een stevige drum- en baspartij is het nummer beter dansbaar geworden voor de gemiddelde discotheekganger. Het grootst in het gehoor liggende verschil met het origineel is dat het niets meer uitstaande heeft met een reggealiedje. Op 30 juni 1988 worden in Cadzand digitale opnamen gemaakt van het aldaar gegeven concert van Earth and Fire. Dit op initiatief van de TROS, die van deze opnamen ruim een uur uitzendt in het kader van TROS Digitaal op 28 augustus 1989. Als toegift wordt de Kayak-hit 'Ruthless queen' opgevoerd. De groep heeft het plan om deze opnames als live-album uit te brengen, maar deze plannen worden door het kostenaspect niet uitgevoerd
In oktober 1989 herrijst Earth and Fire letterlijk uit zijn as met het album 'Phoenix', echter zonder de gebroeders Koerts, maar wel met Ton Scherpenzeel (Kayak) en Jons Pistoor op toetsen, alsmede gitarist Age Kat en de oude bekenden Ab Tamboer, Bert Ruiter en Jerney Kaagman. De eerste single van het album is 'French word for love'. De band maakt een comeback theater-tournee. Ab wordt in 1990 vanwege zijn drukke werkzaamheden met Het Goede Doel vervangen door Mark Stoop. Volgende singles van het album 'Phoenix' worden 'Keep on missing you' en 'Good enough'. Buma Stemra brengt eind 1989 een TV-commercial uit met Jerney in de hoofdrol. Ze spoort ondernemers aan goed op de BUMA-rechten te letten. Ook presenteert Jerney een reeks radioprogramma's voor de TROS onder de titel 'Monterey-Festival', waarin o.a. oude opnamen uit de jaren 60 worden gedraaid.
Na 1990 wordt het stil rond de band. Het comeback theater-tournee wordt beëindigd. De broers Koerts storten zich op de ontluikende new agemuziekmarkt. Bert Ruiter produceert, veelal samen met Ton Scherpenzeel, veel artiesten, onder andere Youp van 't Hek. De overige bandleden spelen bij diverse bands of als sessiemuzikant op CD's.
Jerney blijft actief in de popmuziek als voorzitter van de vakbond BV Pop en verschijnt nog veelvuldig in de media. In de jaren '90 werkt ze als PR-manager van het commerciële radiostation Radio Noordzee (nu Noordzee FM), waar hoofdzakelijk popmuziek van Nederlandse origine te horen is. In de begintijd presenteert Jerney zelf ook een aantal programma's. In 2000 wordt Jerney directeur van de Stichting Conamus, waar ze al enige tijd als bestuurslid bij betrokken was. Als directeur komt Jerney wederom veelvuldig op radio en tv onder andere bij het uitreiken van prijzen aan artiesten, zoals de radio 2 zendtijdprijs aan Rob de Nijs. In 2002 neemt ze, samen met Edwin Jansen, Eric van Tijn en Henk-Jan Smits, plaats in de jury van Idols, het uit Engeland afkomstige, veelbesproken tv-programma waarin jong talent wordt gezocht. Ook in het tweede en derde seizoen is Jerney weer van de partij.
In november 2006 komt de langverwachte biografie uit van de band. Auteurs Fred en Dick Hermsen, respectievelijk historicus/journalist en musicoloog/muzikant, hebben de band van jongs af aan van dichtbij meegemaakt. Zij vertellen het verhaal met warmte en behouden tegelijkertijd de noodzakelijke distantie. Vrijwel alle bandleden zijn geïnterviewd, maar ook producers en managers komen aan het woord. Bij de presentatie van het boek in boekhandel Verwijs in Den Haag geven veel oud-bandleden en voormalig roadmanagers acte-de-présence. Het boek wordt door Hans Vermeulen officieel uitgereikt aan de voormannen van de band, Chris en Gerard Koerts. Uniek op deze avond was het optreden van een band bestaande uit kinderen van de oud-bandleden, zoals Guido Koerts, Robin Koerts en Meike en Romi Hurts. Als klap op de vuurpijl beklom Chris Koerts tijdens de afterparty in het Paard van Troje nog het podium om samen met zijn zoon Robin en oud-drummer Ab Tamboer twee nummers te spelen.
|