Aan Den Engel te Nukerke
Zicht uit begin 1900 op de Steenweg. Toen noemde die weg nog Steenweg, Staatsbaan of Steenweg op Ronse …. De officiële naam is nu Rijksweg. Links staat de woning die behoorde tot de brouwerij T’Sjoen met ernaast de woning waar later de herberg “In de kroon” was gevestigd. Rechts de woning, “In den Engel”, op de hoek van de Nukerkestraat. Een wegwijzer in kruisvorm, als een windwijzer, wees de reiziger de 4 richtingen aan waarheen hij of zij zich kon begeven: Nukerke, Ronse, Sulsique en Audenaerde. Je merkt allicht op dat de verfransing tot in Nukerke doorgedrongen was. Tot ver in de 19de eeuw was deze “Grand Chemin de Renaix” een kronkelende weg als het ware bestaande uit een reeks aaneengeregen stukjes weg. Het aantal woningen langs deze weg, nog grotendeels onverhard, beperkte zich tot een 20-tal nederzettingen, zoals aangeduid op de kaart van 1777. Beginnend op de Cruisberg waar de” Snebbe Molen” stond. Verder stond er al de boerderij van de familie Decuyper langs de Dieriksstraat, een woning aan “Den Beitel”, woningen op de beide hoeken aan de Pontstraat, enkele woningen aan “Den Engel” en verder een paar woningen aan de” Negenkoten. De westkant van de weg lag grotendeels aan de rand van een groot bosgebied. Een bos dat zich uitstrekte vanaf de Cruys Bergh tot aan het Meldenbosch. Tot 1950 telden we langs deze hoofdweg slechts een 60-tal woningen, nu een 200-tal. Pas in de jaren 60 werd er ijverig bijgebouwd. Deze belangrijke weg, bekend als de N60 of Terneuzen-Valenciennes, is nooit uitgegroeid tot een industrie-as. Wat we er tot een paar decennia aantroffen waren een tiental herbergen waaronder een afspanning, enkele kroegen, twee smidsen, enkele kleine kruidenierszaakjes en een beenhouwerij.
We vonden voor u het volgende verslag in “’T Volk van Ronse van den 22 oogst 1936”.
“Nukerke. Auto tegen boom. Donderdagvoormiddag, omstreeks 10,45 ure, gebeurde een ijselijk verkeersongeluk op den steenweg van Oudenaarde op Ronse, op het grondgebied van Nukerke. Ter hoogte van den herberg “De beitel”, is de auto, bestuurde door M. Jozef Ronse, 31 jaar, verzekeringsagent te Ronse, door een tot nu toe onbekende oorzaak tegen een boom gereden. In de auto zaten de 29-jarige echtgenote en de drie kinderen van M. Ronse. Al deze personen werden van onder het puin van de vernielde auto gehaald. Ze hadden allen verwondingen opgeloopen. De vrouw en het jongste kind – een knaapje van 18 maanden – waren evenwel zeer erg gekwetst en moesten onverwijld naar het hospitaal van Ronse worden vervoerd.”
Pas bevrijd van oorlogsgeweld ! Sommige burgers vonden de tijd rijp om af te rekenen met buren en kennissen. Oude buurtconflicten werden boven gehaald. Het was vaak voldoende een Vlaams katholiek te zijn, een dagblad te lezen, ‘t Volk van Ronse te kopen of een halve intellectueel te zijn om in de gendarmerie van Ronse aangegeven te worden op basis van collaboratie…Ik heb mensen weten oppakken door de gendarmes. Die brachten de mannen naar de kelders onder het stadhuis van Ronse. Op enkele woningen werden swastika’s aangebracht. Het was ook in die tijd dat Voazendeestie (Modest Devos) aan Den appel woonde en Poene Roasten aan Den Beitel. Bietoazendieken woonde in een koeplekje schuins tegenover Den Beitel.
Het was in “Den Engel” dat de voetbalploeg Eendracht Nukerke na de oorlog van 40-45 Vlaamse kermis hield in het schuurtje met ringsteken en hanekamp. Aan de zoldering hing dan een dode haan met de kop uit een wissen mand. Het kwam er op aan geblinddoekt de kop af te kappen. Wie slaagde kreeg de haan mee naar huis. In de boomgaard stonden kraampjes en er was de liggende wip met de “ sprange” vol vogels. (pluimen). Vóór de oorlog ging de Vlaamse kermis door op het terrein van de pannenbakkerij van Vindevoghel aan “Den Osse”.
We verwijzen hier graag naar een studie van de Heemkundige Kring in Kruishoutem.
Links staat de herenwoning gelegen langs de Rijksweg 45 en behorend tot de brouwerij De Pluim maar in de volksmond was dat de brouwerij T’Sjoen. De toegang tot de brouwerij was langs de poort die uitgaf op Het Heidje.
In oorsprong behoorde de brouwerij toe aan de familie Van Butsele zoals reeds vermeld in 1851 toen G. Van Butsele advocaat was en brouwer. En een latere telg brouwer advocaat burgemeester en arrondissementscommissaris van Oudenaarde. Deze brouwerij werd eigendom van de familie T’Sjoen in 1904 toen aangekocht door Adelaïde Maes die gehuwd was met Carolus T’Sjoen. Het bierbrouwen stopte in 1949. Hierna de lijst van de laatste kinderen die instonden voor de productie en verhandelen van het bier.
T’Sjoen Raphaël ° 1905
T’Sjoen Albert °1914 brouwer
T’Sjoen Cécile °1912 handelaarster
T’Sjoen Joseph °1920
T’Sjoen Paula °1922 Bijlagen: 73. Den Engel 02 (600 x 392).jpg (113.2 KB)
|