De laatste suisse in de kerk te Nukerke
De laatste suisse in de O.-L.H.-Hemelvaartkerk te Nukerke was Richard Couvreur die in een klein boerderijtje woonde langs de Mellinckstraat nr 5 te Nukerke waar nu reeds de vierde generatie woont. Een suisse is een ordebewaarder die aangesteld werd in sommige katholieke kerken. Ze droegen een uniform met vermelding politie (zonder politiönele macht natuurlijk) met staf of hellebaard (hier in de betekenis van een strijdbijl aan een lange spies) en een bandelier, een brede draagriem of band over schouder en borst. Hun taak bestond erin o.a. praters en telaatkomers terecht te wijzen en oneerbiedige houdingen te verbieden, o.a. het dragen van hoed of klak. Zatteriken werden zonder veel onthaal naar buiten verwezen. Kinderen keken met heel veel ontzag die strenge man aan en durfden geen vin te verroeren. Dat fel blinkend koperen strijdbijl gaf geen vredig gevoel. Athans, zo heb ik het beleefd.
Richard Couvreur werd geboren te Etichove den 18 September 1878 en godsvruchtig in den Heer ontslapen te Nukerke den 14 Mei 1933, voorzien van deHH. Sacramenten der stervenden. Hij was lid van de confreriën van het Allerheiligste Sacrament,- het H.Hart,- de Derde Orde van den H. Franciscus en van den H. Franciscus-Xaverius.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit het doodsprentje of bidprentje vernemen wij dat Richard weduwenaar was in een eerste huwelijk met Odile de Catelle en bij het sterven de echtgenoot was van Adèle Aelvoet.
De tekst op zijn doodsprentje luidt verder als volgt:
Gelukkig den mensch die de dood steeds voor ogen heeft en zich dagelijks bereidt om te sterven. Nav.Christi X.
Hij gaf luister aan de feesten en verheerlijkte de hoogtijden tot het einde van zijn leven, opdat men den Heiligen Naam der Heeren zoude prijzen en in den vroege morgen Gods heiligheid verkondigen. Eccl.XLVII,12.
Vaarwel, Beminde Echtgenoote, Kinderen en Kleinkind, troost u, we zullen elkandr wederzien. Duurbare vrienden, lange jaren was ik voorU in de kerk op mijnen post, gedenkt U mijner, Gij, die daar missen of goddelijke diensten bijwoont. Mijne zusters en dochters den Heer in t klooster toegewijd, op uw aandenken in t gelid betrouw ik het meest.
H. Hart van Jezus, wees mijn heil. 500 dag. afl.
Zoet Hart van Maria, wees mijn toevlucht. 800 dag. afl.
Het bidprentje werd gedrukt in de Drukkerij P.Hoffmann te Nukerke.
Zijn tweede kleinkind, een jongen, kreeg zoals toen gebruikelijk was, bij zijn geboorte in 1934, de naam van grootvader, nl. Richard. We begrijpen best waarom Richard die voorname taak kreeg toebedeeld van pastoor Reyns. Hij stamde uit een diep christelijke familie; hij had immers twee zussen en 2 dochters die kloosterzuster waren.
|