“Maison de commune de Nukerke”, het gemeentehuis is ondergebracht in een herberg.
Vanaf halfweg de 18de eeuw veranderde Nukerke grondig van uitzicht. Zo verrezen toen tal van vierkanthoeven en kreeg de gemeente een eeuw later een gemeentehuis. In Nukerke was dat de oude pastorie. Zoals in menig dorp bleef soms tot in de 20ste eeuw het gemeentehuis een dorpscafé waar een kamer was voorbehouden voor de administratieve zaken. (We denken aan Zulzeke waar tot aan de fusie de gemeentelijke diensten waren ondergebracht in de herberg). Na de bouw van een gemeentehuis ging in menig dorp de herberg verder onder de naam van “In ’t oud gemeentehuis” Dorp 31.
Hier een zicht op de oude dorpskom van Nukerke, gezien van op de “plaatse". Dit dorpszicht is sinds de eindjaren 70 onherroepelijk verdwenen; de oude woningen moesten plaats maken voor parkeerplaatsen. De woning op de tekening is de herberg, “bij rijkboezen”, in het “Oud Gemeentehuis”, in oorsprong “La maison de commune de Nukerke”. In het bijhorend kruidenierswinkeltje, konden we, in onze jeugdjaren, voor 5 fr een pakje Belga kopen.
Lange tijd werd deze oude herberg open gehouden door Ivo De Keyzer (1856-1939). Toen er nog geen parochiezaaltje was werd er in het achtergebouwtje toneel gespeeld. Zo speelde de toneelgroep “de veldbloem” op een kermiszondag van 18 september 1904 in het kleine zaaltje, een vroegere schuur.
Jaren later werd deze herberg eigendom van de familie Ryckbosch en dit tot aan de sloop. De laatste bewoners waren Victor Ryckbosch en vrouw Zulma Ceuterick met dochter Bertha als herbergierster.
Naast dat achtergebouw, langs de Kerkweg, stond de herberg “Sint-Elooi”, in de volksmond “bij lootse kuipers”. Rond de jaren 1950 hielden Joseph en Rachel T’Kindt-Verbruggen de herberg open, nadien was het de beurt aan Remi en Elvire Toniau-Verhellen eveneens tot aan de afbraak begin de jaren 1970.
De woning links op de hoek was voor die tijd een tamelijk mooi burgerhuis van Paul Blommaert, gemeentesecretaris van Nukerke juist vóór de periode van Paul Hoffmann. Achteraan de woning moet er destijds een bedrijfje zijn geweest, mogelijks een weverijtje. Zie de grote toegangspoort langs de toenmalige Boelaerdstraat. Na het overlijden van haar man bleef de weduwe Blommaert er wonen samen met haar zus, weduwe Cnudde. Halfweg de jaren 70 werd de woning aangekocht door de gemeente om het als gemeentehuis in te richten. Het secretariaat was er ondergebracht met E. Santens als secretaris en het bureeltje van de veldwachter met Eugeen Van Dyck. Verder was er een dienst van Kind en Gezin én de bibliotheek. Bij de fusie van de gemeenten werd dit gebouw omzeggens nutteloos en dra zou het moeten plaats ruimen voor koning auto. Een groot deel van de oude dorpskern was toen in het niets vergaan. Tussen deze woning en de herberg “In de wachtzaal” (bij Michel Arco) stond nog een huisje waar in de jaren veertig “Wieten Grielie” (Merchiers) woonde. Iets verderop naar het “lindeke” toe, nu huisnummer 2, woonde “Zwarte Grielie” (Verbruggen), “ne grielemôeker” - hij maakte en herstelde het gareel van een paard , koe of os.
In politieke zaken hadden de vrouwen omzeggens toen nog niets in de pap te brokken want ze kregen pas stemrecht op 24 april 1921 en dit enkel voor de gemeenteraadverkiezingen. Voor de mannen werd het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd. Dus één man één stem.
Daar werd toneel gespeeld.
Rond de jaren 1900 was er nog geen parochiezaal daar het gebouwtje nog bezet was door 2 kleuterklassen van het klooster. Maar geen nood; in de taverne “A la maison communale de Nukerke” was er een zaaltje waar er kon vergaderd en toneel gespeeld worden. Dat zaaltje was eigenlijk een vroegere schuur waarvan de toegang gebeurde via een houten poort, kant Boelaertstraat (zie tekening “Vroeger dorpszicht). De toneelgroep, De Veldbloem, bracht op kermiszondag 18 september 1904 een toneelstuk en gezang.
Enkele leden:
Theophiel Gilleman was toen hoofdonderwijzer van de gemeenteschool langs de Capellestraat.
Frederick Verdonckt was champetter in Nukerke.
Frans De Bo woonde op de hoek Dorpsplein/Lindeke
Emiel Dekeyzer was de herbergier van de taverne “A la maison communale de Nukerke”.
Octaaf Dekeyzer was de broer van Ivo Dekeyzer.
Omer Vandendaele was herbergier van “In den Engel”.
Octaaf Hoffmann was koster in de kerk te Nukerke.
|