Ons eerste kerkje te Nukerke volgens een oude kaart.
De Bourgondische Tijd ((1384-1482)
Bij de dood van Graaf Lodewijk van Male (laatste Graaf van Vlaanderen) in 1384 kwamen onze gewesten in Franse handen onder het bestuur van Filips de Stoute, Hertog van Bourgondië, die gehuwd was met de dochter van onze laatste graaf.
Gedurende deze periode kende onze streken een opleving. Kunst en cultuur stonden op het voorplan. Het is het tijdperk waarin talrijke kostbare kunstwerken ontstonden. Denken we aan de Sint-Walburgakerk te Oudenaarde en de tapijtweefkunst. Op de flanken van de heuvels groeiden toen zelfs wijnstokken. Al deze zaken verschaften onze arme landlieden werkgelegenheid als spinner, tapijtwever, bouwvakker, landarbeider…. Menig inwoner van de “prochie Nova Ecclesia” verdiende zijn brood in Oudenaarde. Er was veel werk in de bouw toen de St-Walburgakerk werd gebouwd. Veel landlieden uit onze gemeente werkten als tapijtwever.
De rust in onze “prochie” werd echter meermaals verstoord door de strooptochten van de Gentenaars o.a. in 1453. De Gentenaars trokken in 1478 ten strijde tegen Doornik dat niet in het Bourgondisch Rijk lag.
Wat bracht de 15de eeuw in onze streek ?
Karel de Stoute trok door ons dorp Melden op 27 mei 1464 op weg naar zijn blijde intrede in Oudenaarde.
Wijngaarden groeiden op onze heuvelflanken. Gentenaars overrompelden in 1453 onze streek. En trokken in 1478 troepen uit Doornik door ons dorp op weg naar Oudenaarde om er een bloedige strijd te voeren?
Een bekende Nukerkse is
“ Florentina Wielant, geboren tot Gend den maendag 6 september 1479, getrouwt met jonkheer Stephanus van Liedekercke, vrouw van Eversbeke en van Landeghem, naer haeren oudsten broeders dood, den 22 december 1506 tot Mechelen overleden en begraven in de parochiaele kerk van Nukerke, in het land van Aelst; Philippina Wielant, geboren tot Gend den dynsdag 4 april 1480 (ouden styl), getrouwt met jonkheer Ferry Gros, overleden tot Brussel den 1 december 1521 en begraven in gemelde kapel;Philippe Wielant, geboren tot Gend op S. Marcus-dag, den vrydag 25 april 1488, overleden den 25 mey 1489 en in gemelde kapel begraven.”
De Habsburgers (1482-1555)
Met de dood van Maria van Bourgondië, dochter van Karel de Stoute, in 1482 begon het tijdperk van de Habsburgers. In 1500 werd in Gent (of was het Eeklo, zoals ze ginder beweren) Karel V geboren, zoon van Filips de Schone. Dankzij deze grote vorst komt Nieukerke in de geschiedenisboeken terecht. Volgens historische bronnen zou Karel V vóór zijn huwelijk met Isabella van Portugal , bij “Johanna van der Gheynst “ een dochter verwekt hebben, nl. de latere landvoogdes Margaretha van Parma (1522-1586). Tijdens zijn huwelijk werden volgende kinderen geboren : Filips, Maria, Johanna. Tenslotte had hij nog een zoon Don Juan buiten zijn huwelijk en na de dood van Isabelle. Gedurende haar bestuursperiode verbleef Margaretha te Oudenaarde in het “Huis van Margaretha van Parma”, naast de “Boudewijnstoren”. De jonge Karel verbleef wel eens in Oudenaarde bij de familie de Lalaing (huis aan de Schelde) en juist daar zou de jonge Johanna dienster zijn geweest. Haar ouders woonden in de boerderij te Nukerke, op de hoek van de Fonteineweg en de Keizerrei. De ouders van Johanna waren tapijtwevers. Omer Wattez beschreef als volgt het feit:” Te Oudenaarde werd in de zestiende eeuw geboren: Margaretha van Parma, natuurlijke dochter van Keizer Karel en Johanna van der Gheenst, dochter van eenen tapijtwever uit Nukerke”. In een voetnota meldt de schrijver nog: “Dit wordt door sommigen echter betwist.”De naam Keizerrei zou kunnen afgeleid zijn van het woord keizer. Wie weet heeft de jonge vorst meermaals, te paard, de bossen van Nukerke doorkruist. Sommige Meldenaars vinden het jammer dat de kroniekschrijvers niet Melden hebben vermeld in plaats van Nieukerke, Melden was immers nog steeds de hoofdparochie en zal dat nog lang blijven
Joseph Plancquaert schreef het volgende: “Op het Bourgondische kasteel stond Janneke, dochter van Gilles Van der Gheenst en Johanna Van der Coye, naarstige handwerkers in de tapijtweverij, woonachtig te Nukerke, ten dienste van mevrouw de gravin de Lalaing .Dit pachtig kasteel, door Filips de Goede opgebouwd had ook een “ Toren van Bourgondië” en stond daar waar de Schelde de stad uitvloeit, links van het gerechthof.
Dien Novemberdag 1521 nam de keizer kwartier in dit kasteel en was er te gast van den graaf de Lalaing, gouverneur. Van hier uit voerde hij oorlog tegen Frans-I, koning van Frankrijk, die Doornik had bezet.
Het wakkere, drentele meisje, zindelijk uitgedost, was in de bloem der jaren. Men kan zich voorstellen hoe schroomvallig, bevreesd en ontzet die jonge dochter zich tegenover de keizer gevoelde. Hoe de oplettende dienstmeid het ook druk had om haren hogen gast te dienen, doch schiep de keizer genoegen in haar bekoorlijk voorkomen, in hare vriendelijkheid en keuvelde graag met haar. Niemand had de hartstocht des keizers voor de volksdochter durven tegengaan, wel werd zijn gedrag bedekt afgekeurd, maar men durfde het niet aan het hem te verwijten. Toch bij het heengaan ontstond uiterste verslagenheid bij het meisje. In de Kronycke van Oudenaarde, f° 154, leest men:”In ’t jaer XVe XXII, ’t Audenarde, binnen Pamele, op het Spey gelach Jannekin van de bastaerde dochter van Carolus de vyfste ende wiert daar Christen ghemaeckt. Dese traude namaels den Hertoghe van Parmen ende wiert Regente van de Nederlanden.”
Wijl Janneke late in den echt trad met Jan Van den Dycke, een gewone burgersjongen, en dezes broeder en zuster Baudouyn, Maria en Agnes werkgasten bleven in de tapijtnijverheid, werd het kindje Margareta aan het hof zorgvuldig grootgebracht en trouwde eerst Alexander de Medicis en nadat deze werd vermoord, Octave Fanèse, hertog van Parma en Plaisance. In 1555, toen Keizer Karel afstand deed van zijn staten, vertrouwde hij aan Margareta van Parma het bestuur toe ven de Belgische provinciën. Acht jaren lang, door een zacht en tevens sterk beheer, won zij de genegenheid en de achting van hare onderdanen. Bij de aankomst van den hertog van Alba in 1568, zegde zij vaarwel aan haar vaderland en stierf aan jicht, in Italië, in 1586"."Het fijngetoest, wonderlijk subtiel, Vlaams gothiek stadhuis van Oudenaarde, met zijn tot kant gesneden stenen en goudgeflikker in ’t zonnelicht, herinnert ons steeds aan Karel de Vijfde en misschien ook aan Janneke Van der Geenst van Nukerke”. Zij was immers de dochter van een keizer met grote faam: in zijn keizerrijk ging de zon nooit onder. Op vijftienjarige leeftijd werd Karel Heer van de Nederlanden en van het Franche-Comté. In 1514 erfde hij Spanje, Napels, Sicilië, Sardinië en dankzij de ontdekkingstochten van Colombus beheerde hij de ontdekte gebieden in Amerika.
Sinds het bestaan van Janneke werd Nukerke meer gekend. Zo komt onze gemeentenaam voor in een beschrijving van de bouw van het stadhuis van Oudenaarde: ”Brusselse steen voor de voorgevel, graniet van Ecaussines en bloksteen van Avesnes voor galerijen en vensters. De baksteen waarmede werd gebouw komt van de scheldeboorden: van Berchem bij Nukerke… En verder. “In 1528 werden sommige lasten aan de stad opgelegd voor het opbouwen van het schepenhuis: “betaelt Janneken,dwater vrauwe, voor IIIIe XXIIIvaten wter ghehaelt ter meerschpoorten ende ghebrocht ant Schepenhuis, omme teale ende moortele te makene…”
Een belangrijke verandering deed zich voor op politiek vlak. Karel V zorgde voor de eenmaking van de Nederlanden. Zo versloeg hij de legers van Frans I van Frankrijk. Door het Verdrag van Madrid in 1526 verloor Frankrijk voor goed de rechten over Vlaanderen. De oude graafschappen en hertogdommen maken vanaf heden deel uit van de XVII Provinciën. De bouw van het stadhuis van Oudenaarde (eerste steenlegging in 1526) trok veel landlieden aan.
Bevolking in Nukerke In 1567 telde men 839 Communicanten (paashouders), wat overeenstemt met een bevolking van ongeveer 1250 zielen. In 1574 ongeveer 800 Communicanten. In 1593 slechts 300 In 1597 ongeveer 400 In 1601 ongeveer 231 In 1602 ongeveer 400 In 1603 ongeveer 270 In 1606 ongeveer 309 In 1610 ongeveer 594 In 1611ongeveer 344 In 1614 ongeveer 400 In 1615 ongeveer 600 Bestaande cijfers zijn moeilijk te interpreteren. Waarom die schommelingen ? Sterfte, verhuizing, pest, protestantisme….Tijdens deze periode maakte het protestantisme grote opgang. Mensen werden verbannen voor een periode of voor de rest van hun leven. Anderen verlieten tijdelijk de streek wegens de onlusten. In 1697 waren “de huysen verspreyt de prochie deur, het leste huys vande prochie west een huere van de kercke wesende den boscant naer welcken cant gaende den meerderen deel woont van het volck.”
Een geestesgestoorde gaat op pelgrimage bij Sint-Hermes te Ronse.
Velen weten allicht dat sinds de middeleeuwen in Ronse Sint-Hermes wordt vereerd. Namelijk: “Te Ronse wert sinte Remeus versocht daer werden de dulle lien gebrocht en die ginc men den duyvel daer uyt lezen…” Lees verder wat een Nukerkenaar daar in Ronse beleefde. “In 1510 doet zich een ander geval voor. Op Sacramentsdag van het jaar 1510 sprong om twee uur ’s morgens magister (middeleeuwse academische graad) Johannes L. rector (bestuurder, ook hoofd van een niet-parochiale kerk) van een school, gedreven door duivelse ingeving uit het venster van de herberg “St.-Antonius” Zo doodde hij zichzelf. Hij was als obsessus en demionacus te Ronse gekomen en was aan de dagen van zijn pelgrimage begonnen. Maar de negende dag had hij niet voltooid. De baljuw van zijn woonplaats legde beslag op zijn goederen. Een broer van de rector, Jacob L. gaat tegen die beslissing in beroep. Een van de kapittelheren gaat naar Gent voor dit proces (Juli 1510, A.C. 1,49 r). De kamer van Vlaanderen stelt hem in gelijk, maar de baljuw laat de goedere niet los. De raad van Vlaanderen grijpt weer in en roept schepenen en baljuw van Nukerke op. De baljuw verschijnt niet, maar schrijft de volgende brief. We danken de baljuw, aan wiens hardnekkigheid wij dit document danken: “Ic, Jacob Tayspil, als balju... van nieukercke, doen te wetene elcken daer ‘t behoort dat, … aldien te mijnen kenisse commen was dat meester Jan L. wonende te nieuekercke, hem zelve brocht hadde van levende live ter doot, exercerende mijnen…officie, hadde zinen tijdelijcken goet ghestelt in mijns … heeren handen… Waeraf een Jacob L. gheappelleert hadde, te kennen ghegevende dat meester Jan was bekent pelegrim te Ronse, mits welken de heere gheen cause en hadde an ’t goet, ende presenterende daer af letteren van certificaten… commende van mijnen heeren van Capittele der Collegialer kercke van St. herms te ronsz, inhoudendedat hij daer bekent pegrim was… ende naer zekeren raedt ende advis daer up ghenomen bijden raedslieden van mijnen… heeren , zo hebbe ic mijn handt gheweerdt vanden zelven goede ende dat ghestelt inden handen vanden voochden van ‘svoorseyden meesters Jans kinderen…ende in breedere approbatie van dien zoo hebbe ic balliu… mijn handteken hier onder ghestelt.”(Annalen Ronse)
De Spaanse tijd (1555-1713)
Filips II volgde in 1555 zijn vader Keizer Karel, graaf van Vlaanderen en koning van Spanje,op. Hij was hier praktisch nooit en liet zich hier vertegenwoordigen o.a. door zijn stiefzus Margareta van Parma -van Nukerkse afkomst - die regeerde als gouvernante over de Nederlanden van 1559 tot 1567.
Het waren harde tijden voor onze streek.
Het protestantisme stak de kop op met veel troebelen als gevolg.
In 1557 was er de “doortocht der Spagnaerts door het dorp, vertrekkende naar de grenzen in Oorloge tegen Vranckrijck”.
Het bestuur van de landvoogdes werd afgelost door een Spaanse zending; de beruchte Alva. Hij was een gevreesd bestuurder die hier een echt schrikbewind voerde van 1567 tot 1573. De protestanten konden er van meespreken. Alva werd hier opgevolgd door de zoon van Margaretha, nl. Alexander Farnese (1578-1592). De Spaanse legers veroverden wel Vlaanderen maar over de Schelde in het noorden geraakten ze niet.
Betere tijden meldden zich aan ten tijde van de aartshertogen Albrecht (neef van Filips-II) en Isabelle vanaf 1596 tot 1621. De tapijtweverijen in Oudenaarde kwamen in die periode tot bloei. Er was werk voor iedereen en wellicht is in die tijd het huisweven ontstaan want “het schamel volck” mocht toen wekelijks in Oudenaarde zijn werk komen afleveren en nieuw werk ophalen. Maar, na de dood van Albrecht kwamen op 13 juli 1621 onze gewesten opnieuw onder Spaans bestuur. De toestand van ons land werd erbarmelijk. De velden werden niet bebouwd uit vrees voor krijgsbenden die strooptochten organiseerden. De lakennijverheid in Oudenaarde kwam in verval. “In het jaer 1635 is de streke hier overvloedig gequelt geweest door de peste, soo dat alles hier bijna was verlaten en de straeten overlommert waeren van gers en kruydt”.
Maar dat was nog niet alles!
Legers van alle slag trokken door onze streek. Franse troepen van Lodewijk XIV trokken in 1667 al over de parochie Melden naar Oudenaarde om de stad in te nemen. Hij dacht hier te blijven want de stad kreeg de koninklijke fontein (op de markt van Oudenaarde) als geschenk. Lodewijk zou meermaals proberen Vlaanderen bij Frankrijk in te lijven. Meermaals had onze streek te lijden van vreemde troepen die hier plunderden en roofden. De bevolking van de parochie Nukerke bedroeg in 1570 1320 inwoners. In 1585 was die al gestegen tot 1450 inwoners. Belangrijke gebeurtenissen:
1557 weer een grote hongersnood
1566 de godsdiensttroebelen beginnen
1577 een grote aardbeving zou de kerkklokken vanzelf aan het luiden hebben gebracht
1577-1580 de velden lagen onbewerkt en de mensen moesten hun goederen bewaken door de komst van deCalvinisten
1580 Franse troepen bezetten de streek van Oudenaarde
1580 op woensdag 6 april tussen 5 en 6 uur ’s avonds is er een aardbeving met zware schokken
1581 In ons dorp Melden-Nukerke heerst er een extreme “ruyne ende destructie” en werd er geroofd en geplunderd door bendes.
1585 Horden wolven overvallen onze streek.
1680 Tijdens de zomer van 1680 waren er grote overstromingen in de scheldevallei. De inwoners vroegen aan de Douarière van Melden en Nukerke in een verzoekschrift om uitstel van hun pachtschuld dit omwille van “de groote oncosten ten jaere 1679 totten jaere 1684".
1699 Jaer 1699 werd een jaar van overvloedige neerslag. Het is een dure tijd.
1709 werd een jaar met strenge winter en met hongersnood als gevolg.
Verslag over de aardbeving van 1580
Den VIe. Aprilis sgoensdaegs naer Paesschen XVCLXXX tusschen vijf en ses hueren naer middagh wesende claer en stille weder, es binnen deser stede van Audenaerde ghebuert een eertbeving duer welcke diveerssche steenen van caven en de tiechellen vanden huysen ghevallen zijn daar duere eenighe lieden doot en de eenighe tot op der doot ghequest zijn gheweest. Welcke voorseide eertbevinghe duerde wel twee zoo drie paternosters. Eerst beghinnene al bevende ghelick of daer eenen grooten vaerwaeghen up straete voorbij ghepasseert hadde, waerbij alle ghelaesveynsters, mueren ende lijsen duenden ende hoerde lutsen ende in tleste met een groot ghedruyst ende dammellinghe ghelick eenen cleenen grollende donder al schuffellende de eerde haer up hief in dier voughen dat men ghekennellick, de eerde, de boomen, huysen, caven, solders, torren znde mueren wel twee voeten oft daer omtrent sagh vertrecken, zoo dat elck daervan beroert en benaut was. Die in huysn waeren meende dat thuys zijnen uytin viel zoo dat elck vuyt zijnen huyse ende zijn huys verloochende up strate quam gheloopen niet wetende watter schulde, ende den eenen ghelrier den anderen quam zijn ghevaer vertellen. Die te platte lande waeren hoerden ende saghen tghedruyst comen van vuyt den Westen treckende naer dhoeste, ende de eerde haaer upheffen ghelick drie tot vier baren in dwatere, alzoo voorts loopende . Welcke voorseide eertsbeving bevonden es niet alleendellick hiet gheschiet tzijnen maer allomme gheheel Vlaendre duere ende andere circum voisine landen.(uit Alfabetische klappers door Paul Van Butsele)
In het jaar 1713 is er een begin van het volksonderwijs. Toen stichtte een zekere Piet Spileers, geboren in ons dorp en later ontvanger der domeinen, een beurs voor de arme kinderen zodat ze konden leren lezen en schrijven maar voornamelijk om de jeugd de katholieke leer bij te benegen. De eerste onderwijzer in Melden-Nukerke zou Jan Georges Signor zijn die als Duitse soldaat hier is achtergebleven. Hij was tijdelijk ook koster in de kerk van Melden (1719-1729). De dorpsonderwijzer bezat toen helemaal geen diploma. Het was iemand van goeden huize, een vrijwilliger, een brave ziel, die wel kon lezen en schrijven. Een andere vorm van het volksonderwijs was de “leeringhe” op zondagvoormiddag en gegeven door een kapelaan. Aangezien de kinderen analfabeet waren beperkte het leren zich tot het memoriseren van teksten uit de catechismus. De eerste Roomse catechismus dateert van 1555, geschreven door Petrus Canisius. De Mechelse catechismus is van 1609. "Men vindt veel schoolkinderen geleerder dan hunne meesters. Honderd schoolmeesters (of kosters), negenen negentig gekken of wel honderd en een gekken, want er is een dubbele bij Het herinnert aan de tijd toen er nog geen gemeentescholen bestonden en het onderwijs doorgaans in handen was vaan kreupelen en verminkten, zonder de minste bekwaamheid doch die geen ander middel van bestaan hadden. En hunne verwaandheid was natuurlijk recht evenredig aan hunne onwetendheid immers holle vaten klinken het hardst." (Dietsche Warande)
Opkomst van het protestantisme
De Spanjaarden die onze gouwen bezetten waren niet hét toonbeeld van vrede, gerechtigheid en menslievenheid. Bovendien verrijkte de aristrocatie zich snel en was de leuze van de geestelijkheid “Vast geloven en sterk zondigen!”
Tijdens het bestuur van Karel V moest ook de “prochie” Melden afrekenen met godsdiensttroebelen door de opkomst van de protestanten. “ …in de jaeren 1565-1566-1567 werd de Katholieke Godsdienst alhier geteisterd door de predikatiën en oproeringen der Nieuwgezinden of Calvinisten…” En verder: op zondag 25 augustus 1566 was een “groote sectie van Calvinus’ leerlingen ende heetten geuzen …” hier neergestreken …”ende smeten in stukken alle de ornamenten, beelden, plaeten, kisten ende scheurden die boeken in stukken…”
“Den 18 juny 1567 werden 13 der meeste roervinken tot de galg veroordeeld…” Op 28 april 1568 deden de geuzen nog een inval in de kerk van naaste parochie Zulzeke waar ze vuur stookten met de beelden waardoor de kerk afbrandde.
In 1578 staken de onlusten weer de kop op; “…werd op de eersten Sinksendag de pastoor door de calvinisten verjaagd, de kerk gesloten en de inwoners van alles beroofd”… , in 1582 “wierden de geuzen verjaagd, de kerke wierd geopend en de Goddelijke diensten als vroeger gedaan”. Uit rekeningen uit 1652 blijkt dat de toren “eene horlogie” had en in 1654 drie klokken…
De bosgeuzen en de Vlaamse Olijfberg
De godsdiensthervorming die in de 16de eeuw op gang kwam was een religieuze beweging die zich verzette tegen de rooms-katholieke kerk. Onze contreien behoorden ondertussen tot de 17 Provinciën bestuurd door Filips-II vanuit het katholieke Spanje. Onze streek was een goede voedingsbodem voor de opleving van nieuwe ideeën., in dit geval het protestantisme. Oudenaarde was toen in heel Europa bekend. De stad was het Europees centrum van de wolnijverheid en de tapijtweefkunst. Langs de betrekkelijke goede verbindingswegen brachten kooplieden en reizigers de ideeën.aan. Er was de landweg van Valenciennes naar Gent en er was de Schelde, die Noord-Frankrijk verbond met Antwerpen. Bovendien waren de beboste heuvels tussen Ronse en Oudenaarde uitstekende oorden voor bijeenkomsten én veilige schuilplaatsen voorde “ketters”. Ketters waren zij die de ideeën van Luther en Calvijn genegen waren en die dus de bijbel bezaten of lazen of de openbare preken in oplucht bijwoonden In Zuid-Vlaanderen ontstonden weldra de protestantse kerken van Mater, Horebeke, Melden, Nukerke, Etikhove, Oudenaarde, Wijlegem. Samen vormden ze de“Vlaamsche Olijfberg”, zo genoemd door Lodewijk van Nassau (1602-1665). Aangenomen wordt echter dat het de schuilnaam was voor de verzameling van de 7 protestantse gemeenten. Deze gemeenten hebben talrijke vergaderplaatsen gehad die niet allemaal in de geschiedschrijving zijn terug te vinden. Zo waren er zeker vergaderlokalen in Etikhove tussen 1781 en 1913, o.a. langs de Nederholbeekstraat.
Het Muziekbos of “Geuzenbos” is één van de laatste overblijfselen van het uitgestrekte woud in het zuiden van Vlaanderen. Dit bos was reeds in de 15de eeuw een toevluchtsoord voor de hervormers als Waldenzen en Katharen uit Frankrijk
Enkele feiten op een rij:
Veel inwoners van Nukerke waren in de 15 en 16de eeuw als tapijtwever of wolbewerker werkzaam in Oudenaarde. Niet te verwonderen dat onze mensen snel onder invloed kwamen van de nieuwe beweging.
In 1533 werd in Oudenaarde de eerste Lutheraan veroordeeld. Nadien zouden er nog velen volgen. Bij de veroordeelden waren veelal tapijtwevers en ambachtslieden. Blijkbaar heeft de toenmalige deken van Ronse een belangrijke rol gespeeld bij het opmaken van de lijsten met namen van de ketters. Maar ook Margaretha van Parma speelde een belangrijke rol. Zo weigerde zij op 26 mei 1564 de samenkomst van een rederijkersfeest in het Oudenaardse.
Op 5 oktober 1566 gaf graaf Egmont de toelating om op de Eindries een tempel te bouwen waar ook de hervormden van Nukerke konden verzamelen. De landvoogdes kwam tegen deze beslissing in het verweer. Daarop kwamen de hervormden gewapend naar de preken.
In 1567 beweerde de pastoor van Sint-Pieters te Ronse dat dikwijls 4 à 5000 gewapende personen uit o.a. Nukerke voorbij zijn huis trokken op weg naar een prediking. Volgens gegevens was de stad Ronse “besmet” en de mensen verwachtten toen veel hulp vanuit Duitsland en van Oranje en van de heer van Brederode.
Op 19 september 1566 schrijft een Oudenaards stadsmagistraat een bezwaarschrift tegen de oprichting van een protestantse kerk op de Eindries waarbij wordt aangevoerd dat 7 tot 8 dorpen,aan de andere kant van de stad gelegen, geheel de nieuwe godsdienst zijn toegewijd. Hier worden de dorpen genoemd richting Ronse(dus ook Nukerke) en Horebeke.
En dan de beeldenstorm in onze streek. Er werd een verslag opgemaakt over de toestand van de kerken na de beeldenstorm in de dekenij Ronse . Het verslag vermeldt :”Deze golf van vernieling van religieuze kunst-en gebruiksvoorwerpen van de katholieke kerken begon op 10 augustus 1566 te Steenvoorde (Noord-Frankrijk) en woedde drie weken in de Nederlanden. Te Oudenaarde brak de beeldenstorm uit op 18 augustus, te Ronse op 19augustus. Slechts 7 van de 30 kerken in het verslag genoemd bleven gespaard.” De schuld van deze vernieling lag bij de inwoners van Mater, Horebeke, Melden, Nukerke, Etikhove …
Over bannelingen en terdoodveroordeelden tijdens de Beeldenstorm In de lijst van der verbannen of gevluchte personen te Ronse vonden we een Nukerkenaar. Op 21 juli brandt de stad Ronse omzeggens volledig af. Ook de drie kerken gingen er aan. Enkel aan de stadsrand bleven er nog enkele hutten gespaard. Er was grote armoede wegens het wegvallen van de weefkunst. Bovendien verdubbelde de graanprijs. De mensen uit de streek waren misnoegd en keerden zich tegen de kerken en de kloosters. Want ondertussen was er echter wel geld voorhanden om de kerken weer op te bouwen. De “hagepreken” begonnen in de streek rond 1 juli 1566. Plaatsen van samen waren de Perrekensdries (Lorette), het Schavaart en de Fiertelmeers te Ronse. Een bekend predikant was een tapissier, Joost Schelins, uit Oudenaarde. Op 14 juli van dat jaar trokken naar schatting negen à tienduizend toehoorders door de straten van Ronse. Velen kwamen ook uit Nukerke-Melden maar ook uit Etikhove, Schorisse … De Infante Margareta van Parma, wiens roots in Nukerke liggen, kreeg een zware opdracht om de vrede te bewaren. Het kwam tot een “Tekst van Compromis” tussen de katholieken en de aanhangers van de nieuwe religie. Maar dat volstond niet. Er zou nog recht worden gesproken. Op 30 december 1566 stuurde Filips-II Alva met zijn leger naar Vlaanderen. Hij kwam hier aan in augustus 1567 en richtte de Raad van Beroerte (Bloedraad) op . (Let verder op het woordgebruik in die periode). Vele protestanten, anabaptisten, beeldstormers, mensen die verzuimd hadden hun kind te laten dopen, … zowel vrouwen als mannen, werden verbannen, opgeknoopt, “gehalsrecht,” veroordeel, gegeseld, gebrandmerkt of naar de brandstapel gevoerd. Anderen werden aan de galg gehangen op liepen zich dood op de hellebaard van een soldenier. Vele nieuwe bekeerlingen, door de katholieken geuzen genoemd, vluchtten toen tijdelijk de bossen in. Zie geuzentoren in het Muziekbos. Wanneer deze geuzen gevangen werden genomen wachtte hen het ergste. Zo overkwam ook “Bruggeman Hansken V. Ronse maar geboortig van Nukerke, jonkman, overleden te Ronse 25-5-1568 : opgeknoopt. Werd door Loys de le Meer en Braudryn Maelreyt gevangen genomen op 11mei 1568. Hij bleef veertien dagen opgesloten en verzorgd door Jehanne s’Visschers, de weduwe van Jan de Blauwere, gewezen cipier in die functie gedood tijdens een ontsnapping van drie beeldstormers, een zekere Antheunis en een Pieter. (Annalen Ronse)
Verder algemeen beeld.
Graaf Egmont, geboren in 1522 in La Hamaide (Henegouwen )was in 1559 lid van de Raad van state en stadshouder van Vlaanderen en Artois. Hoewel hij sympathie had voor de Hervormden, het Eedverbond der Edelen en Willem van Oranje, bleef hij trouw aan koning Filips II en de landvoogdes Margaretha van Parma. Zijn gematigd optreden tegen de protestanten uit onze streek was er mede oorzaak van dat hij op 5 juni 1568 te Brussel zal onthoofd worden door de troepen van Alva.
Er werden toen massaal goederen in beslag genomen van mensen die er van verdacht waren” bekeerd” te zijn. Vele inwoners sloegen op de vlucht have en goed achterlatend. In de periode van 1568-1570 werd melding gemaakt van een terechtstelling van 38 mannen en 2 vrouwen uit het “Lande van Aelst”
Uit de lijst van terechtgestelde hervormers uit de streek van Oudenaarde tussen 1567 en 1573 werden de terecht gestelden als volgt bestempeld: calvinist en beeldstormer, calvinist en rebel. Inwoners die op de vlucht sloegen mochten erop rekenen dat hun goederen in beslag werden genomen.
In 1572 werden in Oudenaarde zelfs 4 priester terechtgesteld door Jacob Blommaert en zijn aanhangers. In 1567 was de tapijtfabrikant en gewezen wethouder van Pamele werd wegens zijn hervormde opvattingen voor 50 jaar uit de stad Oudenaarde verbannen. In 1572 keerde hij met een legertje Bosgeuzen naar zijn geboortestreek terug. Hij nam de stad bij verrassing in en vestigde een calvinistisch en oranjegezind bestuur. Een maand later vluchtten de bezetters in paniek weg bij het naderen van de troepen van Alva. De vier priester werden dan maar geboeid in de Schelde gegooid. J. Blommaert werd tijdens zijn vlucht door de Spaanse troepen gedood.
In de periode1595-1617 stelde de deken van Ronse een lijst van “ketters” op uit Berchem, Edelare Etikhove, Nukerke,… Verscheidene inwoners weken toen uit naar Zeeuws-Vlaanderen. Uit statistieken blijkt dat het aantal hervormden in 1670 en 1700 het hoogtepunt bereikte in onze streek. Er bleek nogal een grote kettersgezindheid te heersen.
“Nukerke behoorde tesamen met de hervormde gemeenschappen Etikhove, Matre, Oudenaarde, Sint-Maria –Horebeke en Wijlegem tot de zgn “Vlaamse Olijfberg”.In 1559 namen inwoners van Nukerke deel aan de preken o.a. te Ronse op de Fiertelmeers. In 1556 volgde daarop de beeldenstorm. Einde 1568 weken 2 inwoners wiens have en goed verbeurd verklaard was, uit. In 1569 brandmerkt de pastoor bepaalde parochianen als “heretici” of protestanten. Toen kwam de repressie en nog 5 volwassen personen weken uit:o.a. Daniel Corthals, de weduwe Pauwelde Crits, Lor van Malier met zijn echtgenote. In een dekanaal verslag van 1569 werden nog een twaalftal personen als protestant gebrandmerkt. (De Rammelaere, o.c. p. 96). In 1613 zijn de aanwezigen van de biecht talrijk , waaronder vele ketters. In 1616 wijzen enkele aantekeningen op uitwijking naar Holland: Jacobus Puerveniet, heretius cumfamilia et Petrus Ardenois in Hollandam secessunt. In 1699 heeft de pastoor nog altijd niet de bovenhand behaald: er waren er nog: Herticorum numerus est diminutus, aliqui conversi, aliqui discesserunt. Tot in het begin van de 20ste eeuw heeft Nukerke een protestants kerkje gehad(?).”(Annalen Ronse)
In 1781 vaardigt Jozef-II een tolerantie-verdikt uit waardoor het de protestanten toegelaten is hun godsdienst “in het geheim” te belijden. Ze kregen voortaan de volledige burgerrechten terug o.a. wettig huwelijk en wettige testamenten. In 1795 kreeg Horebeke een echt protestants kerkgebouw.
De Grondwet van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden zal in 1815 eindelijk de vrijheid van godsdienst waarborgen.
Belangrijke archieven zijn bewaard in Ronse, Gent en Sint-Maria-Horebeke met prachtige zaken afkomstig uit de protestantse gemeenschap van Etikhove. En welke rol speelde de “Geuzentoren” op de Muziekberg ?
De Heer Dejonghe Wilfred uit Sint-Maria-Horebeke heeft voor ons de volgende gegevens over Nukerke opgezocht in zijn archieven. “Ontstaan omstreeks het midden van de XVIde eeuw, zijn er in het oude landdekenaat Ronse in de latere XVIIde en XVIIIde eeuw nog enkele vrij belangrijke groepen van hervormden, zij het dan min of meer openlijk, blijven voortbestaan.(..) De hervormde gemeenschappen van Etikhove, Mater, Nukerke, Melden, Oudenaarde, Sint-Maria-Horebeke en Wijlegem gaf men vroeger de gemeenschappelijke naam van de “Vlaamse Olijfberg”. Ook in verschillende andere dorpen in de omgeving woonden nog talrijke prostestanten. Heden vormt de protestantse gemeente van Sint-Maria-Horebeke één van de de weinige kernen van hervormden in België die rechtstreeks opklimmen tot vóór de herovering der Zuidelijke Nederlanden door Farnese”(C. DE RAMMELAERE) Opmerking:”vrij belangrijke groepen” en “talrijke protestanten” moet men zeer relatief opvatten, behalve te Horebeke misschien ging het om een kleine minderheid van de bevolking.Ik heb geprobeerd specifiek betreffende Nukerke hier en daar wat losse gegevens te verzamelen, in tegenstelling tot Mater, Horebeke en Etikhove is er te Nukerke nooit sprake geweest van een protestants kerkgebouw, wat D. Bouckzoone ook moge beweren, of van een protestants gemeenschapsleven in de zin van een “parochie”, misschien, maar daar is geen bewijs voor, kunnen er vergaderingen bij deze of gene aan huis gehouden zijn. Van protestantse zijde zijn er geen documenten over Nukerk bewaard, wat volgt komt grotendeels uit “katholieke”geschriften, nl. jaarlijkse verslagen opgemaakt door de pastoors voor het bezoek aan de deken, met gegevens betreffende de geestelijke en materiële toestand van de parochie.
Ziehier, ongeveer chronologisch:
1559: inwoners van Nukerke wonen hervormde preken bij te Ronse in de Fiertelmeersstraat. 1566: ketters verwoesten het schrijn van Sint-Stefaan Goederen worden verbeurd verklaard van degene die uitgeweken waren na de Beeldenstorm bij o.a. Noël de Butseler, Daniël Corthals, de weduwe van Pauwels de Crits, Loy van Malier met echtgenote, David Taelman Op 15 mei 1568 werd Haskin Bruggeman van Ronse opgeknoopt te Nukerke. 1569: een kapel langs de weg naar Oudenaarde is in verval wegens een geuzenactie. 1569: een dekenaal verslag vermeldt de naam van de ketters: Maria vanden Abeele, Magdalena Aelvoets echtgenote van Hermes Heycke, Walterius van Baesvanck, Guilielmus Curthals alias Damnayns met echtgenote Joanna Laurens, Hermes Heuvick zoon van Nicolai, Gillis Maecht, Danielus, Philippus en Stephanus vande Putte en de echtgenote van Arnoldi Scudematte, deze personen hielden hun Pasen niet: “vivunt sine religione atheos”; plures sunt rarius frequentantes templum” 1574: Jacquemynken Becaus uit Nukerke trouwt met Adriaan Mainfroid uit Frankenthal te Londen in de protestantse vluchtelingenkerk Austin Friars 15 augustus 1587: idem voor Bernaert van den Putte van Nuekercke met Janneken van Nelden(Welden,) uit Maeteren 2 april 1592: idem voor Bernaert van den Putte van Nieukercke met Aurijntken Mestdach van Oudenaerde 1613: velen verzuimen aan de paasplicht, hetzij om ketterij, hetzij om andere redenen. In de omgeving van Ronse werden er op Pinksteren ketterse boeken aangeslagen bij Andreas van den Abeele 1615: een document meldt talrijke afwezigen op de biecht waaronder veel ketters o.a. Joannes Pot, David van der Donckt, Joannes Vereyst en echtgenote, Joannes Puerniet en familie, Petrus Ardenois is vertrokken naar Holland (1616) 1625: men vermeldt enkele verzuimen 1711: er zijn 5 protestantse families te Nukerke en er worden protestantse huwelijken voltrokken door een predikant 1731: er worden 2 protestantse families gemeld te Nukerke 1743: één protestantse familie uit Nukerke wijkt uit naar Nederland 1747: één persoon uit ons dorp is “una persona heretica est hic” 1772: de laatste protestant in Nukerke, een vrouw, sterft ,”ultima heretica pertinaciter est mortua”.
Uit verslagen.
Etikhove 1613 : in de woning van ene Andreas vanden Abeele werden samenkomsten gehouden. In dat jaar vertrokken families naar Sas van Gent in Holland.
Nukerke I616 : “jacobus Puerveniet, hereticus cum familia et Petrus Ardenois in Hollandiam secessunt…”
Nukerke 1680 : er woonde één hervormde familie
Nukerke 1690 : er woonden 4 hervormde families
Sas van Gent 1695 : “Jacobus van Butsel contrasit matrimonium in Hollandia…” of Jacobus van Butsel ging een huwelijkscontract aan.
Nukerke 1699 : “Hereticorum numerus est diminuntius, aliqui conversi aliqui discesseunt .. » een aantal mensen liet zich bekeren.
In 1710 werd Jacobus Blommaert in Nukerke geboren. Verbleef later in het buitenland.
François Blommaert geboren in Nukerke werd in Sint-Maria-Horebeke gedoopt op 1 november 1715.
Tot 1720 woonden er in Nukerke nog Calvinisten maar hun aantal verminderde snel wegens het ontbreken van predikanten.
Tot de jaren 1970 woonde in Nukerke nog een familie die de leer van de Evangelische leer aanhield.
Gegevens ontleend van De Rammelaere
Bij de definitieve sluiting van de protestantse kerk in Etikhove werden de gebruiksvoorwerpen overgebracht naar de protestantse kerk in Ronse.
Maar er was ook beterschap. De streek van Oudenaarde was in West-Europa beroemd geworden “voor hare wolleweverijen, tapijt- en goudlederfabrieken, en dat uren in de ronde meer dan vijftig duizend werkklieden in het werk werden gesteld”. Dat meldt althans een document:”… in de prochie Melden liggende bij de stede Audenaerde int land van Aelst syn woonachtigeen groote menicht van schamel volck”. Zij weven tapijten, maar hun werk was van “seer cleenen qualiteite”. Toch mochten ze werken voor “de stede Audenaerde”.
Kaartstudie
Neukerque 1660 Volgens de kaart van Joan Blaeu stonden er aan de Cruysboom (Kruissens- boven de Kruisberg) enkele galgen.
Nukerke tussen Sulsick en Etichoven met aanduiding van een “Dillenstraet: Carte du Compté de Flandre van Deliske Guillaume (1675-1726)
Nukerke :Novissima et Accuratissima Comitatus Flandriae van de Wit Frederik (1630-1706). Centrum van Nukerke is bebost.
Nieukerke op kaart La Flandre Française van Sanson Nicolas (1600-1667). De plaatsaanduiding ligt wat onkeurig; nl. ten NW van Armentiers. Op het grondgebied strekt zich ten zuiden een langgerekt bosgebied uit parallel loopt met de heuvelkam . Een brede bosstrook loopt tot aan de kerk. Halverwege tussen de kerk van Nukerke en Melden staat een kerkje of kapelletje op de plaats Torzeken.
Nukerke op de kaart Flandre Espagnole van Sanson Nicolas (1600-1667). Halverwege de kerk van Nukerke en melden staat het “Chateau Torrcken".
Neukerke ligt ten westen van Ronse en ten zuiden van Sulseque: kaart Le Comté de Flandre 1690 par R.P. Placide Augustin, déchaussé (ongeschoeide karmeliet) du Roy.
Nukerke is niet vermeld op de kaart Belgium sive inferior Germania van Weigel Chrstoph (1654-1725) met aanduiding van het land van Aelst in het Comit Fladriae in het Belgium Austriacum.
Neukercke op de kaart van Nova et Accurata Hannoniae Comititus van Authore Danckerts Theodorus (1663-1727).
Nieukerke in het Graafschap Aalst: kaart Flandriae Comitatus Pars Media door Visscher Nicolaes (1618-1679). Er was reeds een bebouwde kern van een 20-tal woningen op de plaats waar men nu “Den engel” noemt. De Chaussée De Renaix week in Leupegem af en liep richting Schorisse en via Edelaer naar Oudenaerde. Zo liep die belangrijke weg over lange afstand in hetzelfde graafschap Aalst. Over de Schelde lag de Casselrye van Oudenaarde. Meschen en Sulseke lagen op de grens.
Nukerke op de kaart Flandre Espagnola et Flandre Hollandoise 1689 door Sanson, Nicolas.
Nieukercke in de Comté d’Alost op Carte Particulière des environs de Bruxelles avec le Bois De Soigne et d’une partie de la Flandre jusques à Gand par Eugène Henri Fricx (1644-1730) met aanduiding van Fontaine, waarschijnlijk aanduiding van de huidige Straalbronnen. De grote baan loopt van Renay tot aan de kerk in Leupeghem onderweg een paar kilometers langs een uitgerekte Koppenberg. Verder zijn aangeduid :Boschcante, palend aan de Bois de Cocambre en Relighem met verderop een watermolen (Ter Meulebroecke). Er is een verspreidde bewoning.Ten noorden van ons dorp ligt Etichove met de watermolen la Deuse.
Nieukercke Carte Particulière des environs de Bruxelles avec le Bois De Soigne et d’une partie de la Flandre … par Matthâus Seutter (1678-1756) met dezelfde aanduiding als vorige kaart.
Niewkerke op de kaart “Stoel des Oorlogs in Henegouwen, namen enz., Teatre de la Guerre en Hainaut et… par Abraham Allard , ca 1675-ca 1730. Hier blijkt dat ons dorp onder de Chatellenie d’ Oudenarde (rechtsgebied van een slotvoogd) vielen.
Nukerke in het Flandre Espagnol op de kaart Le Comté de Haynaut divisé en François, et Espagnol door Guillaume Sanson (1633-1703). Merkwaardig is het uitgestrekt bosgebied van Roseake over le Cocambre tot Bracle met een brede strook bos tot een eind over het dorp van Nukerke.
Geen vermelding van ons dorp op de kaart Le Theatre de Bellone door Pieter Schenk (1660-1718).
Nukerke op de kaart Comitatus Hannoniae 1715-1724 door Homann, Johann Baptist.
Nukerke op de kaart Correctissima Descriptio Hannoniae Comitatus van Frederik de Wit (1630-1706). Het overgrote deel van ons dorp is als bos aangeduid.
Nieukerke op de kaart Theatrum Bellcum Novum
|