6. Stenen graan- en oliewindmolen “Ten Hengst”, gelegen langs de Ommegangstraat te Nukerke, 112,5m boven zeeniveau op een afgeplatte heuveltop, een getuigenheuvel. Deze molen stond reeds vermeld in het “Landboeck der Prochie van Nukerke Lande Van Aelst” van 1772 als “De wint Meulen ten hingst”. Hij zou dateren uit 1571. In 1777 stond de site aangeduid als houten Molen Ten hynst. Deze molen werd in de volksmond zo genoemd omdat de wieken wild konden te keer gaan. De molen werd door een blikseminslag volledig vernield in 1831. Deze graan- en oliemolen werd nadien herbouwd door Constant Kervyn. Meer dan eens werden de wieken tijdens een storm afgerukt. Hij vormt een mooi geheel met de gerestaureerde molenaarshoeve. Sinds K.B. van 30-12-60 is de molen een beschermd monument en kan hij weer lustig met zijn wieken zwaaien. Laatste restauratie gebeurde in 2004. Dat er destijds , alleen al in Nukerke, 5 windmolens en 2 watermolens actief waren getuigt van een zeer grote rijkdom aan graangewassen en een zekere welstand voor de bevolking. Zie ook het Nukerkse wapenschild. De gemeente Nukerke kreeg bij koninklijk besluit van 1843 een mooi wapen toegekend waarvan de beschrijving als volgt luidt: “achtergrond van lazuur(blauw) met de godin Ceres van goud, ze slaat de hand aan de ploeg en draagt een bundel korenhalmen”. Ceres was de Romeinse godin van de landbouw (de vruchtbaarheid) en door haar beeltenis wordt dus deze tak van bedrijvigheid, eigen aan de gemeente, op zinnigebeeldige manier voorgesteld. Nukerke was eertijds een heel bedrijvige en welvarende gemeente op landbouwkundig gebied, te zien aan de vier windmolens en twee watermolens.
|