Een reus wordt geveld.
"De hoeve met molen langs de Pontstraat.nr 62 was in de 19de eeuw eigendom van een familie Claus uit Etikhove maar werd aangekocht in 1900 door Emiel Devos, geboren te Melden in 1855, en Maria Slots, geboren in 1856. Marie Slots was zelfs van Duitse oorsprong; haar vader is hier na de oorlog waarschijnlijk in België achter gebleven. Dit gezin telde 10 kinderen, 6 zonen en 4 dochters: Clara, Oscar, Modest, René, Achiel, Maria, Octavie, Josephine, Joseph, Georges. Het klokje op het dak van de boerenwoning werd 's middags geluid om het werkvolk te verwittigen dat het eten klaar was. Je moest een trapje op om aan een zeel te trekken. Josephine huwde met Richard Geenens. Maar 4 bleven jong en runden de boerderij tot aan de verkoop op 8 mei 1968 aan Désiré Heuvick. De jongste, Georges, is dan nog getrouwd en heeft een tijdje in de Zandberg, een café langs de Ommegangstraat, gaan wonen. Op de boerderij werden 4 paarden gehouden. Daarvoor waren er twee "kartonks", de broers René en Oscar. Ze hadden veel land in pacht, eigendom van de familie Van Malleghem. Die hadden "grauwelijk" veel land in eigendom. Daar waren ook twee dochters in dat gezin; Christiane en Irène. Christiane kwam jaarlijks de pacht ophalen. Ze reed toen reeds met een gemotoriseerde fiets met twee grote fietszakken. En ge moest dat zien! Bij haar vertrek zaten de fietszakken vol met appels, brood, noten en boter . De familie Van Malleghem bezat toen een hele grote woning in Gent.
Het was in de tijd vóór den oorlog de gewoonte dat de meisjes meer naar school gingen dan de jongens. Bovendien, de jongens gingen enkel "s winters naar school en bleven definitief thuis rond hun dertiende jaar. Meisjes die langer naar school gingen deden dat in de wezenschool te Ronse."
Vozen Deestie, een van de zonen die op de hoek Pontstraat-Steenweg woonde, zat wel eens met zijn riek achter wat bengels aan die rond zijn woning kwajongensstreken uithaalden en ze met een luide "sjakerdjie" wegjoeg. Tja, 't was in de goeden ouden tijd dat je daar op de hoek van de Pontstraat in de staminee In den appel een fris biertje of een "fidoelke" kon drinken.
Een reus komt ten val.
"Het was het jaar 1942. De school was pas begonnen. We zaten gezellig in de klas maar buiten blies een hevige wind. Al met eens hoorden we buiten een donderend lawaai en een hels gekraak eneen zware plof. Stilte! Verbazing! Paniek! Het moet van ginder boven komen! Alle kinderen vluchtten van schrik de klassen uit. De houten windmolen Ter Gheynst, in de volksmond "vôzen meulen" lag tegen de grond. Totaal vernield. Niet meer te herstellen. Een oud monument is voor altijd verdwenen. De terp met de vier teerlingen hebben we nog vele jaren gezien.
Volgens de "Inventaris van het cultuurbezit in België" is deze boerenwoonst het voormalige molenaarshuis van de verdwenen houten korenmolen Ter Gheynst. Deze oude windmolensite stond reeds vermeld in 1571 en een toelating tot de bouw van een nieuwe molen op de oude molendam werd gegeven in 1690. Hij zou volgens betrouwbare bron vernield zijn door storm op 26 april 1943.
Het was reeds begin 1900 gebruikelijk dat de voorgevel van de boerenhoven gekalkt werden. Zo was dat ook met deze hoeve. Het klokje op het dak is enigszins gewijzigd en de voorgevel is getekend met de blaffeturen zodat dit beeld het oorspronkelijke uitzicht weergeeft.
|