Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
05-06-2012
Meseta en terrasplezier
Ja, het heeft al enkele dagen geduurd voor je weer van me hoorde. Gisteren had ik ergens internet gevonden. Ik tikte mijn verhaaltje in en als ik het wilde toevoegen was er geen verbinding meer met het internet en was ik alles kwijt Nu zit ik in een klooster en kan ik voor een gunstprijs op de pc tokkelen: 1 per uur. Het vertrek uit Burgos verloopt vlot. Er stonden veel plassen, dus het heeft die nacht ook serieus geregend. We passeren langs de gevangenis en wat verder langs een spookstad: alle straatverlichting en het wegennetwerk is mooi aangelegd, maar daar is het mee opgehouden. De Spaanse crisis heeft ook hier meedogenloos toegeslagen! Een eindje verder, in het midden van het veld komt er een 4x4tje aangereden die ons een reclamefolderke van een bar in het volgende dorpje, Tardajos, in onze handen steekt. We drinken er een koffie op zondagmorgen terwijl op de TV de grote prijs Formule 1 voor zware motoren aanstaat. Christiane en Jean-Yves zullen deze zeker ergens zitten bekijken, wij blijven er niet voor zitten. We komen stilaan in de Meseta (tussen Burgos en Leon) : enorme graanvelden, bevloeiing, een golvend landschap. Heel mooi als het niet te warm is zoals vandaag. We stappen, dank zij de ideale temperatuur 30km tot in Hontanas. Daar zie ik Tune en Anna weer , na vele weken. Ze zijn in Le Puy en Velay (1000 km terug) op dezelfde dag als ik vertrokken. 2 Noorse jonge meisjes die ik nu maar amper nog kan volgen als ze doorstappen. Na de klassieke startproblemen van vele stappers hebben ze nu wat kilo's verloren en wat spieren aangekweekt. Hun blijnen van toen zijn genezen... Op een van de gezellige terrasjes vinden we ook Charlotte en Henk weer. Charlotte is een podologe en ze biedt haar diensten aan om de blijnen van Mimi en Patou te verzorgen "op straat"in Hontanas.
Patou is er eigenlijk niet erg gerust in , maar we kunnen haar toch overhalen om zich over te geven aan de goede zorgen van Charlotte. Het wordt een heel moeilijke klus, want het is al een weken oud letsel, waarover een dikke laag eelt zit. Maar dat letsel bezorgt Patou nog altijd veel pijn bij het stappen. Met naald en draad door de blijn prikken, draadje afknippen en een mooie Compeed erover. Dan kunnen we niet anders dan een pintje trakteren als dank voor de goede zorgen. Ik ben toeschouwer en neem enkele foto's. Ik drink natuurlijk ook mijn pintje mee. Deze keer zijn er geen feestvarkens in de buurt van onze oude aftandse "slaapzaal" van +/- 30 personen met 2 toiletten en 2 douchen. Het wordt een heerlijke, verkwikkende nacht in een afgeleefde albergue.
Iedereen die al wat grotere kinderen heeft kan zich deze typische kindervraag nog wel herinneren. Elke dodentochtstapper stelt die vraag binnensmonds, maar nooit hardop gedurende zijn tocht. Ik moet eerlijk vertellen dat ik met die vraag nog niet zoveel ben bezig geweest, maar ik besef nu dat , na de Meseta, het einde toch wel wat dichterbij komt. Een collega stuurde me een SMS'ke en dacht dat het nog een kwestie van dagen was. Het antwoord is : nog 400 km, dat is dus nog een dikke 2 weken, als alles goed gaat. Geen probleem zie ik jullie al denken als je al meer dan 2200 km op je teller hebt staan.
Maar deze namiddag voelde ik onder mijne Compeed, boven op mijne grote teen wat branden, een nieuwe blijn... Dat belooft voor morgen : een lange rechte Romeinse heirweg in de lekkere zon van 12 km , gevolgd door nog wat eenzame stukken. Ik kijk er al naar uit , en zal alvast een nieuwe compeed over de oude restjes Compeed kleven
Mesetagroeten uit Carillon de los Condes op 402.5km van de meet volgens mijne Michelin gids!
Ja nog een kleine story van eergisteren die ik vergat te vertellen daarstraks. Ik dronk zonet nog een glaasje wijn met de jeugd in onze gite : de 2 Noorse meisjes, een Ier, een Duitser, een Franse, een Amerikaanse. Anna en Tune vertelden dat ze in het begin elke dag hun handwasje deden. Nu 1000 km verder nog maar om de 4 dagen of zo. Ik zei dat ik in een "handwasteam" zat. Ja soms leggen wij al onze spulletjes in een plastieken bakje en wast Mimi alles in hetzelfde sopje. Ik mag dan alles uitwringen en daarna ophangen. Dat lijkt eenvoudig maar gisteren had ik bijna een probleem : Er zat een beha tussen met wat metalen onderdelen. Het scheelde niet veel of ik had hem ook eens ferm uitgewrongen
Vooraleer we bij de eerwaarde zusters terechtkwamen hadden we al 2 andere gites bezocht: de eerste was vol, en in de 2e waren er maar 4 bedden voor ons 5. Dat we nu apart moeten slapen vonden we dus niet zo erg… Op de grote slaapzaal zonder stapelbedden, alleen voor mannen, en met centraal een groot 2-persoonsbed, slaap ik naast een dikke jonge Spanjaard. Toen hij toekwam was hij uitgeput. Hij deed zijn eerste sportschoen uit met veel gejammer, gezucht en miserie. Overal windeltjes en klevers aan elke teen en hier en daar een grote bloedplek op zijn witte sok. Zijn tweede voet was er al even slecht aan toe. Pierre, een Parijzenaar, met wat meer stapervaring dan ik, ontfermde zich over hem en stuurde hem naar de dokter, in plaats van zo verder te ploeteren. Die heeft de arme stakker direct "stapverbod" opgelegd !
’s Nachts snurkte hij op de koop toe, naast de diepe zuchten van pijn als hij zich omdraaide.
Ik zit nu in Terradillos de los Templarios Ja, zo heet dat dorpje hier. We kwamen aan rond 14u na een verkwikkende wandeling op een oude Romeinse heirweg in de meseta met eindeloze vergezichten. Deze keer zat het weder mee : Geen brandende zon maar wel wat wolken aan de hemel en een fris windje soms. Het was wel wind op kop , maar dat is geen probleem voor stappers, enkel voor vermoeide fietsers. Het eerste uur was niet zo plezant: mijn voet brandde in mijn schoen bij elke stap, maar dat betert na een hele tijd als je overschakelt op automatische piloot. Ik had ook een plezante conversatie met Jean-Pierre uit Parijs , die heel zijn leven in medische branche werkte: eerst in een farmaceutisch bedrijf dat contraststoffen produceerde, en later als consultant voor ziekenhuizen, voor bedrijven en tenslotte als "controleur - inspecteur" van bedrijven die medische materialen produceerden... Maar dan laat Jean-Pierre me achter, want hij wil vandaag wel 35km stappen. Niks voor mij op dit ogenblik. Koffie in Calzadilla de la Cueza en picknick in een café in Ledigos. In de namiddag belt mijn vrouw het nieuws door dat mijn beste fietskameraad ernstig ziek is en in het ziekenhuis ligt. Ik ben er helemaal ondersteboven van... Toen we aankwamen in de eerste gite rond een uur of 3 was er enkel nog maar plaats om te slapen op de bovenste bedden. Het is er rommelig en erg druk, ook het binnentuintje nodigt niet uit om even te verpozen. We trekken verder naar de andere kant van het dorp. Daar vinden we een superplaats om te slapen: Er is veel meer ruimte en we hebben een kamer voor 4: dus geen snurkers vannacht naast ons. En wat doet dat eens deugd, rustig alles wegzwieren op de kamer, frisse douche, handwaske in de grote tuin waarbij Mimi alles wast en ik alles uitwring (behalve de kledingstukken waar metaal in verwerkt zit). Dan een siësta van een uurke, voetverzorging en , voor de eerste keer sinds heeeel lang, een aperitief voor het avondmaal. Ook Christiane en Jean-Yves zijn daar ondertussen aangekomen en slapen in onze gite. De blijn is doorprikt en morgenvroeg gaat er een nieuw laagje Compeed over. Ik ben weer klaar voor de volgende etappe richting Santiago de Compostella. Gelukkig ben je niet alleen als het eens wat moeilijker gaat! :)
In Hontanas namen we 's morgens in een piepklein cafétje ons ontbijt en om 7u15 waren we al weg. Wat verder, in San Anton staan er heel mooie ruines van een klooster uit de XIIe eeuw van de orde van Sint Antonius waar je ook nog kan slapen als plegrim. In Castrojeriz is het tijd voor een koffie in de lokale bar na eerst wat boodschappen in het winkeltje daarnaast. Gégé lukt er in om terug geld uit de muur te halen, want het is maandag, en er is een nieuwe week begonnen, nadat hij de vorige week zijn kwotum bij de bank had bereikt. We zijn allen blij. In Itera de la Vega picknick op een bank, gevolgd door een heel korte siësta. Als we in Boadillo aankomen is de eerste gite een oud schoolgebouw met 2 klassen die nu slaapplaats geworden zijn, en verder een speelplaats. We besluiten om ons geluk wat verder te zoeken en daar vinden we inderdaad een heel gezellige propere albergue, met een grote binnentuin en achteraan een plaatsje om onze kleren te wassen. De albergue ligt onder de kerktoren waarop 3 ooievaars wonen. Bij het avondeten zit ik naast Anna, een Duitse uit Ingolstad, met een mooie glimlach en Gunter, een politierechercheur uit Hamburg. Zij is onder de indruk van wat ik al allemaal heb meegemaakt. Ook de Canadezen, de 2 Noorse meisjes, enkele Nederlanders , de "Carixxen"en nog zovele anderen logeren daar ook. Om 21u30 liggen we weer vermoeid, maar voldaan in ons bed. De volgende morgen bij het vertrek mis ik mijn zeepdoos. Ik ga buiten zoeken aan de wasbakken, en aan de douche binnen . Niks. Ik geeft niet op en trek terug naar buiten. Ineens valt mijn oog op een paal van 1.80m hoog waarop mijn zeep en zeepdoos heel de nacht op hun baasje gewacht hebben . Oef!!
Dat is het plaatske waar ik slaap vandaag. In de voormiddag passeerden we in Sahagun. We aten er een lekker gebakje met een tas koffie op het drukke terras van de bakker. We zaten gezellig in de schaduw van een paar bomen. In het stadje is alles in gereedheid gebracht voor de bull-run van het nakende weekend. De picknick hebben we vanmiddag gegezten op het harde droge gras onder de beschutting van een boom. Zo probeerden we wat te ontkomen aan de harde wind. We voelden ons precies in de uitgestekte savanne van Afrika. In de gite kost het daar weer 15€ voor 1 nacht (anders 5€). Maar we hebben voor die prijs een moderne kamer met 4 lage bedden, en zonder "ronkers" naast ons. Na een zware dag met steeds de wind op kop door die geweldige uitgestrekte velden van de Meseta zal ons dat deugd doen. Onder mijne Compeed voel ik weer een ferme blaas. Het zit niet mee voor mijn grote teen. Ik laat de blaar zitten en zie morgenavond wel hoe het er uit ziet.
Dat is de naam die we voor ons groepje van 4 bedacht hebben. Jullie weten nog niet hoe we samen geraakt zijn sinds de oversteek van de Pyreneeën. Ik begin het verhaaltje nu te vertellen en zie wel hoe ver ik geraak (de PC werkt enkel met 1€ stukken en ik heb er maar 1).
Toen ik vanuit St. Jean-Pied-de-Port in Orisson aankwam was ik kletsnat. Een "cafe" van een gite vol met natte stappers die even halt houden om "op te warmen" (alhoewel de chauffage op dat ogenblik niet brandde) en dan weer doorstappen. Anderen, zoals ik, hebben daar een bedje kunnen reserveren om te overnachten en hun etappe zit erop. Het is ongeveer middag en het zit er stampvol. De buitendeur staat meer open dan dat ze toe is en het is er heel vochtig en koud binnen. Mario is een Canadees uit Quebec die ik al lang ken van in andere gites. Hij beschouwt mij, na enige nachten samen slapen, als een "niet-snurker". De laatste nachten heeft ie echter niet goed geslapen, doordat er in zijn omgeving telkens snurkers lagen. Gerard zit in mijn buurt: "Etes vous un ronfleur?" vraagt ie. "Neen". "Wil je dan bij mij slapen in een kamertje van 6?" Patricia en Michelle zitten wat verder, ik heb ze nog nooit gezien. Hetzelfde scenario en wanneer de uitbater na de middag de kamertjes begint te verdelen vraagt Mario om ons met 5 al zeker bijeen te leggen. Nog maar 1 kans op 6 dat we er een snurker bij krijgen! We installeren ons en gaan terug naar de kille caféruimte. Ik raak aan de praat met een koppeltje dat de oversteek heeft gestaakt omwille van het bar slechte weer en nu terugkeert naar St Jean-Pied-de-Port. Hun eerste kennismaking met de Camino was niet echt een meevaller! Ze waren van plan om tot in Pamplona te stappen als eerste test voor hun Camino... Mario drinkt een thee, maar er is bijna geen warm water bij, een mini thee dus. Het is zijn dagje niet en hij begint te zagen tegen de baas : Weinig thee, ijskoud in de verbruikersruimte, etc. etc.
De baas, een grimmige Bask, maakt er niet veel spel van en vraagt hem kwaad en nors om direct te vertrekken als Mario het niet naar zijn zin vindt. Mario is ook gene simpele en gaat gewoon zijn spullen grimmig inpakken boven, zegt me nog even kort gedag, vraagt zijn geld terug en stapt op. Het is 16u in de namiddag en het regent nog steeds zonder ophouden! Naar het schijnt ligt er boven sneeuw op de bergpas. Mario moet nog minstens 4u stappen...
Tot op vandaag hebben we hem niet meer teruggezien en ook niets meer via via van hem gehoord. Dat we met ons 4 daar samen sliepen, "C'est la main de Saint Jacques??" Of "Le hazard, c'est Dieu Lui-Même qui voyage incognito" zoals Denis het zo mooi in mijn "gouden zakboek" verwoordde in zijn afscheidsbriefje in Le Puy-en-Velay 1200 km terug.
Maar tot op vandaag zijn wij 4 wel steeds verder samen blijven optrekken.
Een gezellige mix van ernst en plezier. Het is dat het zo moest zijn.
Nog even vertellen dat rond 17u eindelijk de chauffage daar ging branden om het toch een beetje warmer te stoken. Op die manier was het nog best gezellig om te eten die avond. Naar het schijnt was de electriciteit uitgevallen wegens een storm ergens in de buurt.
Ja , we zijn er bijna doorheen, door de uitgestrekte Meseta. Vanmorgen waren we om 8u vertrokken: weer een stuk van 18km door die eindeloze vlakten vol graan, waar een kaarsrechte Romeinse heirweg doorheen trekt.
Het eerste half uur was voor mij niet te pruimen. Mijn blein liet zich voelen en ik liep achter de groep aan. Nadien ging het een stukje beter, de pijn ebt wat weg.
Ik was niet de enige met de spirit op een laag pitje. De hele week was het al zo "saai" en dan hadden we nog geen last van de zware hitte die hier soms in de Meseta hangt.
We zitten met zijn allen een lekkere tortilla te eten in Reliegos en komen er helemaal bovenop. Het is erg gezellig op het terras met zicht op een café op het hoekje, helemaal beschilderd in flower-power stijl: nog maar 6 km te gaan en er schijnt een lekker zonnetje.
In Lansilla de las Mulos vinden we een gite met een camping in de voortuin.
Maar vandaag zijn er daar absoluut geen tentjes toegelaten, want gisteren had er een tentbewoner de ondergrondse waterleiding onder de gazon doorprikt met zijn pikket en enkel de baas weet waar die leidingen liggen onder het gras en hij is er niet vandaag ...
Weer een echte caminodortoir met 11 stapelbedden in onze ruimte, en daarnaast is er nog een even grote slaapzaal met nog eens 11 stapelbedden in dezelfde ruimte met een tussenschot. Beneden is er een beenhouwerij waar je ook wat kan eten.
Na de douche en de handwas is het tijd om de Compeed héél voorzichtig van mijn blaar af te weken in een voetbadje in de tuin met een frisse pint erbij.
Ondertussen is Charlotte, de podologe, er ook aangekomen, met haar man Henk, om de rest van de namiddag met ons door te brengen.
Van oneindig geluk gesproken. Als de Compeed heel voorzichtig van mijn blaar is afgeweekt (een ezel stoot zijn poot geen 2 keer aan dezelfde steen), haalt ze haar "wapens" boven : naald en draad. Ze steekt de naald met draad dwars door mijn blaar en trekt er de garendraad doorheen. Ik mag de kleur van de draad kiezen en ga voor roze: eerst van boven naar beneden , dan nog een draadje van links naar rechts. Nog even de draadjes mooi gelijk knippen en ze lijken precies op de snorharen van een poesje.
Ziezo, mijn blijn wordt nu perfect gedraineerd, zonder dat ik er ook maar iets van gevoeld heb. Nog even goed drogen , een nieuw lapje plakken op mijn blijn, en klaar is kees.
DANK U WEL CHARLOTTE. Je hebt je hart op de juiste plaats. Ik voel me weer helemaal opgelapt.
Om even te testen ben ik eens naar het dorp gewandeld: het ziet er goed uit, 't is te zeggen "het doet geen pijn".
En in het kerkje laten we allen onze geest even tot rust komen, terwijl de i-pad van Charlotte een heel stemmig "Ave Maria" laat horen. Mijn gedachten gaan naar mijn dierbare familie en mijn zieke vriend, heel ver van hier: Uit het oog , maar zeker niet uit mijn hart.
Nog even volhouden daar, ik geef niet op en zal tegen het einde van de maand weer bij jullie zijn. Nog "maar" 340 km te gaan!
Vanmorgen hebben we onze vriend Gégé, Gerard, achtergelaten. Zijn tocht eindigt in Leon, en hij blijft een dagje hangen voor Leon. We kunnen hem echt niet overtuigen om vandaag nog één dag met ons mee te stappen... Een korte etappe vandaag, en dus laten we al die anderen allemaal voorgaan. Om 8u zijn we op pad en rond de middag zitten we al aan de rand van de stad. Alle voorsteden ter wereld zijn even onaangenaam om door te lopen denk ik, en Leon vormt daar geen uitzondering op. Alhoewel: we steken ergens een soort rondpunt over, niet op het zebrapad voor de pelgrims, maar een meter of 10 daarvoor. Ineens staan we oog in oog met een 5-tal mensen in een blauw uniform. "Ja, dat wordt wat gezever en gezaag over het nut van zebrapaden" flitst al direct door mijn gedachten, en ook mijn companen dachten hetzelfde. Maar neen, het zijn mensen van de civiele bescherming of zoiets die de pelgrims opwachten, noteren van welk land we komen, en ons de weg wijzen op een stadsplan naar de albergue waar we willen slapen. Je moet wel wat Spaans kennen om ze te verstaan. Ons Charlotte, de dame die mijn voeten in de watten legt (figuurlijk natuurlijk), spreekt een aardig mondje Spaans, vergeleken met mijn woordenschat van 4 woordjes ( ola, olala, cana, cerveza) Een half uur later komen we aan in de albergue van de zusters "benedictines". En daar slaat het noodlot weer eens bikkelhard toe: de mannen slapen bij de mannen, en de vrouwen bij de vrouwen. Zo lig ik dus zonder mijn 2 vrouwelijke companen van de "club des non ronfleurs", in een zaal met 24 stapelbedjes (heel oude en primitieve, zonder zelfs een trapje naar boven). Ik slaap gelukkig van onder. Naast mij slaapt een Argentijn die enkel Spaans klapt. Ik liet hem mijn Argentijnse hoofddeksel / zonnehoed zien die ik een tijd terug meenam in Sauvelade (F) , maar hij blijkt niet van hem afkomstig te zijn. Dus ik kan hem verder blijven gebruiken. Boven mij nog een Australiër waar ik wel een beetje mee kan converseren. Nu is het tijd voor een kleine siësta, en daarna volgt er een geleid stadsbezoek. Patou heeft hier namelijk een nicht wonen die Frans doceert aan de unief en die ons straks gaat gidsen. Hopelijk niet te veel stappen, ik zal mijn benen al maar eens gaan insmeren.
Hallo , ik weet niet of het jullie opvalt , maar de klok links op het startscherm staat op "-99". Morgen is het 100 dagen geleden dat ik er "even tussenuit trok". Velen hadden hun bedenkingen, maar zegden niks daarover. Ik wist ook niet waar ik aan begon, maar zag het al bij al best zitten. Sommige anderen niet. Tot op heden is het een super avontuur geworden dat ik nooit had durven dromen. Daarom nogmaals oprechte dank aan Irma, mijn lieve echtgenote die het goed vond dat ik er zolang vandoor ging om mijn ultieme droom te realiseren. Dank je schat, dank je wel. Ik ben er "al" bijna, nog maar 323 km. Over 3 weken ben ik weer bij jou !!
Ik ga soms ook naar mijn eigen blog kijken, om de berichtjes te lezen Als je op de subgroep " reizen " klikt dan staat de blog in de top 5 van de 1014 blogs. Plezant om te constateren dat het thuisfront mijn verhaaltjes graag leest. Want soms zou ik , na een dagje stappen wel liever een pintje drinken , dan op de PC tokkelen. Maar geen medelijden, ik hou ervan om mijn caminovreugde met jullie te delen Pelgrimsgroeten
Zoals ik al vertelde liggen de heren gescheiden van de dames in de albergue van de eerwaarde zusters in Leon. Maar als ik aan de hospitalero vroeg om op de PC te werken gidste ze me helemaal door de slaapzaal van de vrouwen tot aan de PC. Toen ik gedaan had bleef ik even babbelen met Mimi en Patou, terwijl ze op hun bed lagen te rusten. Toevallig kwam de hospitalero daar weer aan en ze stak haar vermanende vinger op naar mij: " De PC staat hier toch niet ?" Ik ben dan maar "direct" verder gegaan, want stel je voor dat ze me op straat zou zetten zoals met Mario destijds gebeurd is in de Pyreneeën in die pletsende regen en sneeuw.
Na de siësta staan Stephanie en haar vriend Cesar ons op te wachten aan de deur van de albergue. Ze leiden ons wat rond in het mooie gezellige stadscentrum en zetten ons dan af aan de kathedraal voor de zaterdagavondmis om 18u. Nadien pikken ze ons weer op om samen wat te gaan eten. Dat is niet zo eenvoudig: we moeten om 21u30 binnen zijn in de albergue en de restaurantjes gaan maar pas rond die tijd open in de Spaanse steden. Dus zit er niks anders op dan van caféetje naar caféetje te lopen. Telkens je iets bestelt krijg je er GRATIS een tapa bij (die je kan kiezen op een tapa-kaart). Na 4 cafés hadden we dan toch ook 4 tapa's binnen naast het gewone vocht en was het bijna tijd om te gaan slapen. Onze Spaanse gastvrouw en gastheer begrepen daar niks van: als iedereen begint te leven hier in Leon gaan jullie slapen? Wat voor een bizar volkje zijn jullie, die pelgrims, toch? En dan wisten ze nog niet alles, want om half 10 trokken we in onze herberg in het klooster bij de zusters nog met zijn allen naar het avondgebed en de pelgrimszegen. En dan naar ons bedje met een halfvolle maag met enkel wat tapa's. Het was al na 22u, wel heel laat voor ons.
Sedert Santo Domingo de la Calzada ( daar waar die kip en die haan in de kathedraal zitten) ben ik mijn handdoekje kwijt en trek ik mijn plan met een geleend exemplaar van Mimi. Toen ik in Leon mijn rugzak wegzette in de grote slaapzaal lag daar een mooie blauwe grote handdoek. Ik dacht dat ie van de Australiër, of van de Argentijn in mijn buurt was. Maar tot zaterdagavond laat was die handdoek daar onaangeroerd blijven liggen!! In het midden van de nacht had ik plots een ingeving : "misschien kan die handdoek wel eens een verloren / vergeten voorwerp zijn?" Na ons ontbijt op zondagmorgen in een veel te klein hoekje van het klooster, had zowat iedereen de slaapzaal al verlaten met al zijn spullen. Ik waagde mijn kans en ging nog snel even terug. De handdoek lag er nog onaangeroerd op dezelfde plaats. Ik nam hem op en toonde hem aan de dikke Spanjaard die nog in zijn bed lag. Met wat gebarentaal kwam ik te weten dat hij vanaf nu de mijne is. Mimi heeft gisteren beide handdoeken( de geleende en de gevonden) en nog wat andere spullen in de wasmachine gestoken, en ik ben weer gered....
Dit kan ik jullie ook niet onthouden: op een heel mooi binnenplein van een historisch gebouw waren er allemaal standjes opgesteld die uitgebaat werden door mentaal gehandicapten en hun begeleiders, allen uitgedost in prachtige middeleeuwse klederdracht. Er zat in de hoek ook "een houthakker": een manneke, met Downsyndroom, had aan zijn ene hand een stevige handschoen. In zijn andere hand had hij een heus kapmes. Ik dierf maar amper kijken, maar met een handigheid, die menigeen van ons jaloers zou maken, kapte hij houtblok na houtblok in kleine stukken om de open haard mee aan te maken. Af en toe stak hij zijn tong eens naar buiten in volle aktie, en ik liet hem mijn oprechte bewondering blijken door mijn rechterduim in de lucht te steken. Hij glunderde en deed weer naarstig verder.