Inhoud blog
  • Laatste halte: Pokhara.
  • Het keerpunt: Bardia en Tansen.
  • Nog verder naar het westen: Lumbini
  • Chitwan national park. Terug op bekend terrein.
  • Naar het verre oosten
    Zoeken in blog

    Overwinteren in Nepal

    13-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laatste halte: Pokhara.

    Pokhara is de perfecte stad om onze (helaas veel te korte) reis in Nepal af te sluiten. Na een busrit van zeven uur in een zeer comfortabele bus (!), bereiken we de stad.

    Pokhara is de meest westerse stad van Nepal: brede straten, de meeste wegen zijn aangelegd (geen stoffige zandwegen dus) en er zijn trottoirs (heerlijk dat je niet voor elk voertuig opzij moet springen). Het is een stad vol winkeltjes, restaurants, koffiehuizen en hotels. Je kan er gebak kopen en echte koffie drinken (geen Nescafé dus)

    De stad ligt tussen twee natuurverschijnselen: langs een zijde heb je het Fewa meer en aan de andere kant zie je (als er geen mist is) de Anapurna range met als meest markante bergtop de fishtail.

    Deze stad hebben we dan ook uitgekozen om de verjaardag van An te vieren. Maar.... dat valt letterlijk in het water: op zeven februari begint het 's nachts te gieten en het blijft de hele dag regenen! Spijtig, maar we zullen dan wel een viering met terugwerkende kracht organiseren als we terug zijn in België.

    Buiten die ene regendag is het weer hier stralend. In de dag zonnig en warm, 's avonds en 's morgens frisjes. We hebben een zeer goede kamer met een schitterend uitzicht op het meer, bij een familie die we nog van vorige reizen kennen.

    Nieuw is hier (buiten de hotels die bijgebouwd zijn en de vele Nepalese toeristen) dat men langs het meer een lange wandeldijk heeft aangelegd vol met restaurantjes en terrasjes. Hier gaan we elke avond van de zonsondergang boven het meer genieten en natuurlijk van het plaatselijk bier. Onze activiteiten hier zijn dus vooral vogels kijken (uiteraard) en zonsondergangen bewonderen. De andere toeristen houden zich vooral bezig met bootje varen en met parachutes aan van de bergen springen.

    Na een paar dagen komt ook hieraan een einde. Onze terugvlucht komt er aan en die gebeurt vanuit Kathmandu. Dus: met de bus terug.

    De laatste avond krijgen we een etentje aangeboden van de de eigenaars (momo's en appeljenever uit Opper-Mustang) en doen we een leuke babbel met Purna, de 'eigenaar' van het hotel die net een auto-ongeval heeft overleefd (twee doden en alle anderen gewond).

    Rustig met de bus terug naar Kathmandu. Omdat we nog een dag over hebben, doen we nog één vogeluitstap naar Pulchowki hill (2700 m). Heel mooi, veel vogels, maar waar we niet op gerekend hadden was dat er de laatste vier kilometer sneeuw en ijzel op de weg lag! De chauffeur van onze Jeep maakt er een erezaak van om niet terug te keren en de top te bereiken, maar op bepaalde momenten was het echt zeg maar bangelijk. Hoe dan ook, we zijn heelhuids terug beneden geraakt, gaan morgen nog wat kleren laten wassen, de laatste cadeautjes kopen en morgen om tien uur plaatselijke tijd vertrekken we naar de luchthaven, waar we om twee uur ('s nachts) een vlucht naar Amsterdam hebben via Dohan.

    Het volgende bericht krijgen jullie vanuit België.

    Foto's : zie hieronder.

    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424

    Groetjes en tot in Antwerpen

    An en Jos



























    13-02-2019 om 13:16 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het keerpunt: Bardia en Tansen.

    De verplaatsing naar Bardia duurt lang. Opstaan om vijf uur, laatste dingen inpakken en om halfzes in de taxi naar Butwal. De baas van het hotel komt persoonlijk afscheid nemen en ons in de taxi zetten.

    Op een klein uurtje zijn we aan de vertrekplaats van de bussen. Ondanks het vroege uur (kwart na zes) is het hier al heel druk. Gelukkig hebben we gereserveerde plaatsen vooraan in de bus, zodat we zeker kunnen zitten en weinig last hebben van het botsen en schommelen van de bus. We vertrekken stipt op tijd.

    De bus verloopt zoals alle busreizen hier: op elke straathoek stoppen we om nog meer mensen op te laden en zodra de bus twee bochten na mekaar neemt worden alle Nepalezen ziek en beginnen te kotsen en over te geven.

    Onze rit duurt negen uur: onderweg hebben we twee maal een lekke band die niet wordt vervangen, maar geplakt, wat heel veel tijd in beslag neemt.

    Doodmoe komen we aan in Ambassa, het dorp dat het dichtst bij Bardia Natural Park ligt. Een Jeep met chauffeur en Sitaram, onze gids van drie jaar geleden staan ons op te wachten. Zij herkennen ons onmiddellijk, we worden in de auto gezet en beginnen een tocht van drie kwartier naar de 'Rhino Lodge'.

    De lodge is fantastisch. Zeer ruime, propere kamer, goede douche, vriendelijk personeel en heel lekker eten! Sitaram, onze gids staat 24 uur op 24 tot onze beschikking. Voor de rest logeert hier een grote groep Nepalezen, die door de baas en de rest van het personeel bediend worden. Hier doen we weer een dagwandeling door de jungle in het park. Bardia is vooral bekend om zijn tijgerpopulatie, maar (gelukkig?) hebben we er geen enkele ontmoet.

    We doen nog wandelingen langs de rivier, een tripje naar het 'Elephant breeding center' en dan zit ook hier ons verblijf er weer op.

    Bardia was het meest oostelijke punt van onze reis. Indien we meer tijd hadden gehad, waren we nog verder doorgereisd naar Sukla Phanta, maar we besluiten dat we nu ver genoeg oostelijk zijn geraakt en we keren terug naar het westen. .

    We reizen verder en dat betekent opstaan om 5.15 uur, ontbijt om half zes, vertrek met de Jeep naar Ambassa om zes uur.

    Het afscheid van de mensen van de lodge is pakkend: we krijgen een 'tikka' (rode stip op ons voorhoofd) om geluk te brengen, en krijgen elk een 'zijden' sjaal als geschenk en we krijgen elk een mooi ingepakt mandarijntje mee, symbool voor voedsel tijdens de verplaatsing.

    De bus stopt netjes op tijd om zeven uur en dan vertrekken we naar Butwal. We kiezen voor deze plaats omdat anders de rit naar Tansen te lang duurt.

    In Butwal (een zeer drukke en stoffige stad) checken we in in een hotel dicht bij de busstopplaats. Sober (basic), maar goedkoop en met een goed restaurant. Hier slapen we een nachtje en 's anderdaags nemen we de bus naar Tansen.

    Tansen is nog een zeer authentiek Nepalees stadje in de bergen. Er komen weinig of geen toeristen en het is vooral bekend om zijn smeedwerk en om een bepaalde tempel.

    We nemen een kamer in het meest luxueuze hotel van de stad (Hotel The white lake, NR 2000 of € 16)

    We maken een stadswandeling, waarbij we de Amar Narajan Mandir, de beroemdste tempel van Tansen bezoeken.

    De tempel wordt beschouwd als de mooiste tempel buiten de Vallei van Kathmandu en het is de meest oostelijke tempel met drie verdiepingen. Hij is gewijd aan de god Visjnoe (Narajan is een van de verschijningsvormen van die god) en de gelovigen komen hier 's avonds hun lampjes aansteken aan het vuur dat in de tempel brandend gehouden wordt. De tempel is versierd met (expliciete) erotische voorstellingen en hier krijgen we te horen waarom veel Hindoetempels zulke voorstellingen bevatten. Volgens de uitleg van een Nepalees, hebben veel Hindoes in hun streven naar volmaaktheid, te weinig oog voor de gewone (plezierige) dingen van het leven en die voorstellingen dienen om hen er aan te herinneren dat er ook nog iets anders is dan godsdienst en dat er kleine Hindoetjes moeten gefabriceerd worden!

    En dan vertrekken we naar onze laatste bestemming voor de terugvlucht: Pokhara.

    Daarover hoor je later meer.

    Foto's : zie hieronder.

    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424

    Groetjes en tot binnenkort

    An en Jos































    10-02-2019 om 06:42 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog verder naar het westen: Lumbini

    Nog verder naar het westen : Lumbini.

    Na de olifant, de neushoorns en de beren zijn we dringend toe aan wat bezinning. De volgende stad op onze weg naar het westen is Lumbini.

    Lumbini zelf bestaat uit één straat, vol met hotelletjes en restaurants. Verder in de velden zijn er dan nog een heleboel min of meer luxueuze hotels neergeplant. De twee trends die we deze reis overal zagen zetten zich ook hier door: overal worden hotels bijgebouwd en de meeste toeristen hier zijn Nepalezen.

    We kiezen voor hetzelfde hotel als drie jaar geleden en tot onze verrassing herkent de eigenaar ons onmiddellijk. Hij is dan ook heel vereerd dat we terug naar zijn hotel komen.

    Nu is Lumbini niet bekend om zijn hotels of restaurants; het is een van de meest bezochte pelgrimsoorden ter wereld. Boeddhisten van over heel de wereld komen hier naartoe omdat op deze plaats Boeddha geboren is.

    Het verhaal gaat als volgt: in de maand mei van het jaar 563 voor Christus reisde een Indische prinses, Maya Devi, van het koninkrijkje in India waar zij met haar man woonde naar haar geboorteplaats, een stadje in de buurt van Butwal in Nepal. Onderweg kwam zij voorbij een vijver die zo mooi was dat zij er niet aan kon weerstaan om er in te baden. Terwijl zij aan het baden was voelde zij de eerste weeën opkomen. Zij kon nog juist vijfentwintig stappen zetten tot aan een bloeiende boom, een 'salboom', waar zij zich aan een lage tak on vasthouden terwijl haar zoon, Siddharta Gautama (Boeddha) geboren werd.

    De tegenstelling met onze vorige 'heilige stad', Janakpur, is groot: er zijn heel veel bezoekers, maar die gedragen zich rustig en respectvol, zodat hun grote aantal niet stoort. De meesten komen hier om de Maya Devi tempel te bezoeken, die werd opgericht over de plaats waar Boeddha geboren werd. Veel pelgrims volgen hier ook meditatiesessies

    Om je een voorstelling van de plaats te maken: de 'ontwikkelingszone' (het gebied rond de geboorteplaats va Boeddha) is enorm groot (4 km lang en 1.5 a 2 km breed en omgeven door een hek. Op dat terrein vind je de Maya Devi tempel, maar ook tempels opgericht door boeddhistische gemeenschappen van over heel de wereld. Naast tempels uit de klassieke boeddhistische landen als Myanmar en Thailand, vind je er ook een Oostenrijkse en een Duitse tempel. Binnen de muren van het domein en tussen alle tempels liggen prachtige vijvers, moerassen en stukken grasland. Hier gaan we elke dag vogels kijken.

    De zeldzaamste vogel die je hier kan vinden is de Saruskraanvogel. Het is een van de grootste vogels, wit met een opvallende rode kop. Na een beetje zoeken zien we vijf mooie exemplaren.

    Wij zijn hier op bekend terrein en volgen een paar dagen hetzelfde patroon: heel vroeg ontbijt (op het terras buiten, koud!) en dan binnen het tempelgebied vogels kijken. Nadien een lichte lunch (momo's) en dan lezen en foto's bewerken. 's Avonds een stevig avondmaal (Thali) en dan vrij vroeg ons bed in. Het weer is hier schitterend: overdag aangenaam warm en 's avonds en 's morgens fris (koud).

    Nu we zijn ontsnapt aan de olifant in Koshi Tapu en aan de beren en de neushoorns in Chitwan, worden we hier gebeten door het gevaarlijkste dier van Lumbini: de teek.

    An wordt twee maal gebeten, ik krijg drie beten. Dat wordt bloed trekken als we terug zijn en laten controleren of we geen dragers zijn van de ziekte van Lime.

    Hoe dit verder verloopt lees je in het volgende reisverhaal.

    Foto's : zie hieronder.

    Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424

    Groetjes en tot binnenkort

    An en Jos

















    04-02-2019 om 09:15 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chitwan national park. Terug op bekend terrein.

    Met gemengde gevoelens laten we Janakpur achter ons. Het was wel een 'heilige stad', maar van het Indische type.

    We boeken een 'touristbus' rechtstreeks naar Sauraha. Touristbus wil zeggen : ruime zetels, proper, vertrekken aan de vertrekhalte en stoppen op het eindpunt. De eerste twee punten waren in orde: goede zitplaatsen en ruime, propere, moderne bus. Maar dan begint het. We zijn nog maar net vertrokken of de chauffeur begint her en der op de weg mensen op te pikken, met als gevolg dat de bus halverwege de rit behoorlijk overladen is. Daarna voeren we de omgekeerde bewerking uit: iedereen die voorbij zijn dorp (of zijn straat!) komt, laat de bus stoppen en stapt rustig uit. Gevolg: over een rit van vijf uur doen we zeven uur.

    Uiteindelijk worden we afgezet in Sauraha. Daar huren we een tuktuk die ons op twintig minuten naar de ingang van het nationaal park brengt.

    Wat het eerst opvalt: ook hier is enorm veel bijgebouwd de laatste drie jaar. We laten ons afzetten aan de 'Holy Lodge' waar we al een paar keer geweest zijn en we worden onmiddellijk herkend door een van de medewerkers en door de kok (!).

    In Nepal is er blijkbaar een grote verschuiving aan de gang: toen wij hier de eerste keer logeerden, zat het hotel vol westerlingen. De volgende keren waren er steeds meer Indiërs en Nepalezen en deze keer zijn wij de enige niet-Aziaten in heel het hotel.

    Hier kennen we de gang van zaken: 's morgens opstaan om zeven uur (dan wordt het hier licht) en een vogelwandeling tot ongeveer elf uur. Dan ontbijt en daarna foto's bekijken en vogels determineren. Rond drie uur lichte lunch en om half vijf met een pintje in een ligstoel de zonsondergang boven de rivier bewonderen. Rond zeven uur avondmaal en tegen half negen in bed.

    Onze vogelwandelingen brengen ons ook deze keer een verrassing: bij een van de wandelingen stuiten we op een neushoorn die in de struiken ligt te slapen. Gelukkig hebben wij hem (of haar) op tijd gezien en is het een vaste slaper, zodat wij ons stilletjes kunnen terugtrekken.

    Op deze plaats hebben we ook een doel gesteld: we willen de 'grote neushoornvogel' fotograferen of op zijn minst te zien krijgen. Dit is de grootse neushoornvogel in Nepal: van kruin tot puntje staart meet hij 105 cm! We huren dus een gids (en krijgen er twee) en trekken het nationaal park in. We beginnen met een oversteek in een heel wankel bootje, over een rivier waar het vol krokodillen zit. Om het verhaal niet te lang te maken: we zien drie exemplaren, maar kunnen geen goede foto maken: die dieren zijn enorm schuw. Zodra wij hen zien, zien zij ons ook en vliegen ze weg.

    Over die gidsen gesproken: een dient er om met ons vogels waar te nemen, de tweede moet ondertussen opletten of er geen neushoorns, beren of wilde olifanten in de buurt zijn. Het zou niet de eerste keer zijn dat een vogelkijker ijverig naar de boomtoppen tuurt en ondertussen over een neushoorn struikelt.

    Het is een mooie maar zeer vermoeiende dag. Vertrokken om zeven uur en terug tegen half vijf met twee maal een kwartiertje pauze.

    Op het einde van onze tocht wacht ons nog een verrassing : wilde beren!

    We wandelen de laatste kilometers af als we voor ons op de weg plots twee beren zien verschijnen: een moeder met een jong. Dat is altijd een gevaarlijke situatie. We stellen ons naast mekaar op en moeten ons van onze gidsen zo groot mogelijk maken. Beren zien slecht en als we zo naast mekaar staan, denkt een beer dat het om één persoon of dier gaat. De gidsen waarschuwen ons: als de beren op dertig meter genaderd zijn moeten we zo luid mogelijk beginnen te roepen. Gelukkig komt het zover niet, op vijftig meter voor ons lopen de beren het bos in. Ondertussen is een derde beer (een mannetje) op de weg verschenen. Gelukkig komt hij niet dicht bij. Verderop zien we nog twee beren: een die een kuil aan het graven is en nog een die de weg oversteekt. Na deze laatste hebben we genoeg beren gezien voor de rest van ons leven. We doen nog een dagje rustig aan met een tocht naar het merengebied achter het olifantenkweekcentrum en zien geen beren meer maar wel twee neushoorns. Onze gidsen blijven kalm en wachten tot de dieren gedaan hebben met eten en uit zichzelf verder trekken.

    En dan moeten wij ook verder trekken. Waarheen? Dat lees je in volgende aflevering.

    Ondertussen:

    Foto's zie hieronder.

    Dieenfoto's: één adres:

    http://observado.org/user/photos/50424



























    30-01-2019 om 11:33 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar het verre oosten

    Aan alles komt een einde, dus ook aan ons onbezorgde bestaan in Koshi Tapu. We staan op om zeven uur, krijgen een lekker ontbijt en dan worden we door de baas van het resort persoonlijk naar de bushalte gebracht. Daar worden we overhandigd aan de man die hier tickets verkoopt. Hij laat een bus stoppen en geeft ons op zijn beurt door aan de busbegeleider. We voelen ons net een postpakket dat ergens op een bepaalde plaats moet afgeleverd worden.

    De eerste halte op onze tocht verder naar het oosten is Birtamot. Geen bijzonder stadje, maar we hebben het uitgekozen om een lange busrit in beter verteerbare stukken te verdelen. We hadden in Koshi Tapu gevraagd om een fatsoenlijk hotel te reserveren niet te ver van de bushalte en we komen terecht in 'Hotel Orchid', redelijk modern, netjes, goed restaurant en aan de bushalte. We zijn ons nog maar net aan het inschrijven of ik krijg al een telefoon van Koshi Tapu om te horen of het hotel ons bevalt! Om een idee te geven: ruime kamer met eigen toilet en douche, twee comfortabele bedden, kleerkast, zetel.... voor € 10! We hebben hier internet op de kamer, dus maken we van de gelegenheid gebruik om onze post te lezen, reisverhaal bij te werken, vogelfoto's online te zetten, te skypen met het thuisfront … We maken een wandeling door de stad en wandelen door de eerste theeplantages. Na het zeer laaggelegen Koshi Tapu zoeken we het stilaan weer wat hogerop: de theestruiken hebben immers een zeer specifiek klimaat nodig: hoogte vanaf 1500 meter en voldoende vocht.

    Na twee dagen: verder oostwaarts. Ons volgende doel is Ilam. We reizen er naartoe in een 'Taxi-jeep'. Dat betekent dat in een gewone jeep negen mensen samengeperst worden. An en ik zitten vooraan naast de bestuurder en het is een wonder dat die man nog kan schakelen en aan zijn stuur kan draaien. Toch bereiken we zonder ongevallen onze bestemming.

    Ilam is de hoofdstad van het gelijknamige district. Het is in Nepal beroemd om zijn befaamde Ilam-thee. Het ligt niet zo ver af van Darjeeling, zijn Indische evenknie.

    Het is een gezellig stadje met veel winkeltjes en restaurants. Overdag weer lekker warm, 's nachts heel koud. We nemen een kamer in het mooiste en modernste hotel van het stadje. Vraagprijs: 1700 Nepalese roepie (ongeveer € 13.5), maar afgedongen tot NR 1500 (€ 12). Heel mooi hotel, alles (gebouw, meubels, linnengoed …) splinternieuw! We maken hier mooie (maar vermoeiende) wandelingen door de theeplantages. Hier ontmoeten we onze eerste vreemdeling in lange tijd: een Gentenaar die hier een paar maand op vakantie is. Wat hier ook nog heel plezant is: bij je maaltijd krijg je hier een glas warm water!

    Deze streek wordt zelden bezocht door toeristen. Enkel reizigers die vanuit India (Sikkim of Daarjeeling) naar Nepal komen bezoeken deze streek. De gevolgen zijn dan ook te raden: weinig accommodatie voor toeristen en vooral: weinig of geen mensen die Engels spreken. Het is wel een van de weinige plaatsen in Nepal waar men aan het milieu begint te denken: overal zie je borden over hoe je huisvuil sorteert, 'Ilam plastic free'... Kortom een goed teken.

    Deze streek kampt wel met een groot vluchtelingenprobleem: in de loop van de negentiende eeuw zijn een groot aantal Nepalezen, vooral leden van de bergvolkeren, uitgeweken naar Bhutan. Zij hebben zich daar geïntegreerd, de taal geleerd, grond en huizen gekocht … Tot plots (1988) na een volkstelling, de regering besliste dat die mensen geen echte 'Bhutanezen' waren en zij dus geen gronden … konden bezitten. Zij begonnen aan een systematische discriminatie van iedereen die niet schriftelijk kon bewijzen dat ze al van voor 1955 in het land verbleven. De 'Lhotshampa's zoals deze mensen genoemd werden, moesten het land verlaten, hun eigendommen werden in beslag genomen en tienduizenden vluchtten terug naar hun land van oorsprong: Nepal.

    In Nepal echter waren zij niet welkom meer: zij spraken de taal niet (meer), waren er berooid aan toe … Zij werden ondergebracht in kampen, waar zij nu, tientallen jaren later nog steeds verblijven.

    Van Ilam trekken we nog meer oostwaarts naar Dharan. Tot 1989 was hier een Britse legerbasis gevestigd die instond voor de selectie en opleiding van de 'Gurkha's'. De Gurkha's, of Gorka's zijn leden van de stam (kaste) van de Gurung. Deze stam staat bekend om zijn uitstekende soldaten en het Engelse leger had verschillende compagnieën Gurkha's in dienst. De jongens meldden zich aan in Dharan, werden medisch gekeurd en kregen dan een opleiding. Die opleiding bestond (naast de militaire training) uit een cursus Engels, eten met mes en vork, …. De Gurkha's werden overal ter wereld ingezet: van de eerste wereldoorlog in Vlaanderen tot de oorlog in Belfast. Om een of andere reden stopte het Engels leger met dit systeem. Nu komt er om de twee jaar een militaire arts naar de verschillende dorpen waar Gurung wonen om de vrijwilligers te keuren. Degenen die toegelaten worden krijgen dan hun basisopleiding in Pokhara.

    Het gevolg van het verdwijnen van het 'Engels kamp' was echter dat de streek plots erg achteruit ging. Hoewel het de laatste jaren terug beter gaat, zijn de gevolgen nog zichtbaar: verwaarloosde straten, veel kinderen die benzine snuiven …

    We besluiten dan ook om hier niet te blijven en reizen door naar Dhankuta, een klein stadje in de bergen waar vier Hindoetempels te bezichtigen zijn. Het is tevens de hoofdstad van de avocado!

    We bezoeken de tempels, wandelen door de omgeving, bezichtigen de laatste huizen die nog gebouwd zijn in de 'Newaristijl', de oorspronkelijke bouwstijl in Nepal. Mooi, rustig, vredig, maar grote communicatieproblemen (geen Engels). We reizen dan ook door naar onze laatste bestemming in het verre oosten.

    Onze laatste halte hier is Janakpur, voor de Hindoes een heilige stad. Nu zijn we altijd een beetje wantrouwig tegenover 'heilige steden' en in dit geval ook helemaal terecht: druk, vuil, veel Hindoepelgrims, 'heilige koeien' en varkens op straat die het vuil opvreten, weinig goede hotels … Toch heeft de stad iets: er zijn ontelbare tempels, twee heilige meren waar de pelgrims zich 's morgens ritueel komen baden en waar de vrouwen gedurende de dag hun was komen doen. Rond de tempels vind je veel verkopers van offergaven: bloemenkransen, koperen schalen en potten, snoepgoed, ...

    De tempels zijn voor niet-hindoes echter grotendeels verboden terrein, dus we moeten ons beperken tot stadswandelingen en de tempels enkel van de buitenkant te bewonderen. Eén tempel vinden we echter niet: Hanoeman Durbar, de plaats waar een aap, afstammeling of incarnatie van Hanoeman vereerd wordt. Ten tijde van de grote oorlog tussen de goden (de strijd van de 'goeden' tegen de 'slechten'), was Hanoeman (of Hanuman) de koning van de apen. Doordat hij partij koos voor de 'goeden', konden dezen de strijd winnen. Dat is ook de reden waarom rond elke Hindoetempel apen te vinden zijn die niet weggejaagd worden. In deze tempel zou de dikste aap ter wereld wonen!

    We hebben hier een prachtige kamer (nieuw, airco, …) in het enige chique hotel van de stad. Het kost ons een rib uit ons lijf: 2200 NR of bijna 17 euro.

    Maar ook hieraan komt een einde. Morgen trekken we verder naar het westen en komen we terug op bekend terrein: we gaan naar Sauraha, een stadje in de bufferzonde van Chitwan National Park.

    Foto's zie hieronder.

    Vogelfoto's: één adres:

    http://observado.org/user/photos/50424





































    25-01-2019 om 07:18 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    17-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tweede stop: Koshi Tapu

    Tweede halte : Koshi Tapu

    Vermits we niet rechtstreeks kunnen boeken (weinig aanbod en bijna geen internetsites) moeten we boeken in Kathmandu.

    Op zich geen bezwaar, maar op die manier gaat het geld naar de grote 'bookingoffices' en blijft er veel geld plakken in Kathmandu dat niet naar de plaatselijke bevolking gaat.

    Dus we laten de man van het trekkingoffice uitzoeken wat er allemaal kan en dat blijkt verbazend weinig: er zijn al niet veel plaatsen waar je kan logeren en wat er is blijkt of zeer duur of men is aan het verbouwen of men is gesloten (laagseizoen) of ….

    We kiezen uit een van de weinigen die beschikbaar zijn het 'Aquabirds unlimited wildlife camp'. De prijs is redelijk hoog, maar we willen absoluut naar Koshi Tapu, en alles is inbegrepen (maaltijden, gids, inkomtickets voor het park, jeep, …. dus we boeken onze trip dan maar vanuit Kathmandu.

    Koshi Tapu is een mooi gebied, maar het ligt zeer ver weg. Om er te geraken moet je iets doen waar we een hekel aan hebben: we moeten met een nachtbus reizen. We vragen een comfortabele bus en jawel, we krijgen tickets voor een 'Deluxe bus'. Dat klinkt goed, maar het enige verschil met een gewone bus is dat er vooraan een heel groot Tv-scherm gemonteerd is en dat zullen we geweten hebben. Heel het eerste deel van de reis worden films gespeeld: ofwel Bollywoodfilms (kleurig maar heel vervelend) ofwel Indische avonturenfilms die zo gewelddadig zijn dat je er niet van kan slapen. Bovendien hebben we hier te maken met een Indian-style buschauffeur: om de haverklap gebruikt hij zijn toeter. Hij toetert als hij wil inhalen, als hij ingehaald wordt, voor een bocht, na een bocht of gewoon als hij een tijdje niet getoeterd heeft! Van slapen komt dus niets in huis.

    Enfin, na een tocht van veertien uur worden we afgezet aan XXXXYYYY. Even bellen (ik heb hier een Nepalese kaart gekocht (€ 4 voor vijftig gesprekken) en een kwartier later is de eigenaar van het resort er met een grote landrover om ons op te pikken.

    Het kamp ligt een kwartiertje rijden van de drop-off plaats. Onze slaapplaats is een tent die opgesteld staat onder een afdak . Er staan twee bedden, er is elektriciteit en even verderop, in een apart gebouwtje is er een toilet en douche. Het is een beetje oud maar netjes en het personeel is erg vriendelijk.

    We laten onze rugzakken achter en nemen een kijkje in het kamp, terwijl de kok ons ontbijt klaarmaakt. Het kamp bestaat uit een aantal tenten en een aantal hutten in aanbouw. De bedoeling is om mettertijd de tenten te vervangen door hutten (hout met rieten dak) in de stijl van de streek. Verder is er een restaurant/zitruimte. Het kamp grenst aan de olifantenstallen waar de rijdieren van de parkwachters ondergebracht zijn. De temperatuur is hier uitstekend: gedurende de dag aangenaam warm en 's avonds en 's nachts frisjes. De mensen hier vinden het wel koud: ze doen zelfs hun geiten een trui aan!

    Na het ontbijt maken we kennis met onze gids: Dinnesh Ghimire. Een jonge kerel en uit de streek met ongelofelijk scherpe ogen, heel oplettend en een fenomenale kennis van vogels en wild dat voorkomt in de streek.

    Dan beginnen we onmiddellijk aan een vogelwandeling langs de rand van het reservaat. Zeer de moeite, veel vogels en ook veel mensen aan het werk. Het is hier namelijk de gewoonte dat het park een week per jaar wordt opengesteld voor de dorpsbewoners. Ze mogen dan in het park hout verzamelen, riet (olifantengras) snijden en bamboe kappen. De mensen benutten die tijd optimaal: van zodra het licht wordt (zes uur) tot het park sluit (zes uur 's avonds) is iedereen, mannen, vrouwen, kinderen, (de scholen zij gesloten) bejaarden, …. bezig met voorraden uit het park weg te slepen naar de bufferzone rond het reservaat. Dat kan dan opgehaald worden als er niet meer in het park gewerkt kan worden.

    Op de middag naar het kamp om te eten (een schitterende kok, heerlijke schotels, heel afwisselend) en dan terug op stap. Even langs het museum van het park (een beetje vies: een jonge olifant op sterk water, de huid van een python van zeker vier meter, ….) en dan terug vogels kijken. Gedurende de eerste dag zien we vijfenvijftig verschillende soorten!

    Na het avondeten vlug naar onze tent, onder de dikke donsdeken en vlug slapen. Gedurende de nacht hoor ik wel geroep en geronk van tractoren, maar we zijn zo moe dat we niet de moeite nemen om te gaan kijken.

    's Anderdaags horen we wat er aan de hand is. De streek wordt al twee jaar geteisterd door een wilde mannetjesolifant, die het voorzien heeft op de wijfjesolifanten van parkwachters. Het is een zeer gemeen en kwaadaardig exemplaar dat gedurende die tijd al vijf mensen gedood heeft. Omdat het tegen het hindoegeloof is om dieren te doden, is de olifant verdoofd en voorzien van een radiozender. Als hij nu binnen een straal van een kilometer van het dorp komt, gaat er een signaal af en rukt iedereen uit om lawaai te maken. De boeren laten hun tractors draaien, want daar heeft het dier schrik van en zo kunnen ze hem terug in het reservaat jagen.

    Deze nacht was men echter iets te laat en de olifant heeft de muur tussen de stallen en ons kamp omgeduwd. Het beest stond dus eigenlijk in onze achtertuin!

    De tweede dag: jeep-safari in het park. Chauffeur en bijrijder in de cabine, An, ik en onze gids achterin in het open gedeelte. We zien de olifant nog eens (gelukkig in de verte) en zien ook het beest waar het park voor bekend is: de wilde waterbuffel. Er zijn nog maar een paar plaatsen waar dit beest in het wild voorkomt. Uiteraard zien we weer heel veel vogels, waaronder vier soorten uilen, met dank aan de scherpe ogen van onze gids.

    's morgens zien we één helft van het park, dan weer een schitterende maaltijd in ons restaurant en onmiddellijk na de middag de andere helft van het park. 's Avonds is er kampvuur en barbecue (als voorgerecht) en weer een heerlijke maaltijd (thali) als hoofdgerecht. Voor wie het niet kent: thali is de naam van een grote schotel met verschillende 'compartimenten' . Het is ook de naam van de maaltijd die dikwijls in zulke schaal wordt opgediend: rijst, dal (linzen), veg curry (warme groentemix in saus), chicken curry, een ons onbekende warme groente (ziet eruit als spinazie) pikkels, een beetje rauwe groenten, yoghurt.... Degenen die dit eens willen uitproberen zijn hierbij uitgenodigd om met ons in Antwerpen in de diamantwijk eens een thali te gaan eten.

    Die avond slapen we in met op de achtergrond het gehuil van de jakhalzen.

    Onze laatste dag brengen we door zonder gids. We maken nog een grote vogelwandeling in de omgeving, bezoeken het dorp, plannen het vervolg van onze reis, maken afspraken met de eigenaar om hier weg te geraken....

    Dan met spijt in het hart hier voor de laatste keer slapen, want morgen trekken we nog verder oostwaarts, naar de grens met Darjeeling en Sikkim.

    Foto's: zie hieronder.

    Vogelfoto's : http://observado.org/user/photos/50424





















    17-01-2019 om 06:43 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    12-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eerste halte: Kathmandu.

    Kathmandu is niet de gezelligste stad ter wereld: druk, grote pollutie, geen voetpaden (alles loopt en rijdt hier door mekaar ), maar toch heeft deze stad iets.

    Sinds de laatste keer dat wij hier waren is er heel veel bijgebouwd, of veranderd, maar een paar vaste dingen zijn gebleven: de 'German Bakery' (nu Weissen Bakery genoemd), Pilgrims bookshop, de straatverkopers van muziekinstrumenten, en de riksja's en taxichauffeurs die klanten zoeken. De hoofdstraat is nu verkeersvrij. Wat niet is veranderd: de enorme chaos aan elektriciteitsdraden, en vooral het afschuwelijk gerochel en gespuw van de Nepalezen.

    We hebben geboekt in het hotel waar we drie jaar geleden waren. Hier zijn wel een paar veranderingen: de tuin is verdwenen (er staat nu een hotel op die oppervlakte) en de heerlijk warme douches van vroeger werken niet meer. Met koud water douchen is geen pretje bij deze temperatuur.

    Over temperatuur gesproken: overdag is het hier aangenaam: achttien graden op de middag, maar vanaf vier uur begint het af te koelen.'s Nachts zakt de temperatuur hier tot vijf graden. Om te slapen is dat geen probleem: men heeft hier heerlijk warme dekbedden, maar in de huizen (en dus ook in de hotels) is geen verwarming! Dat wil zeggen dat gaan eten 's avonds een koude bedoening is en dat gezellig lezen of T.V. kijken op je kamer ook niet te doen is. De Nepalezen lossen dat heel simpel op: ze verzamelen ergens wat hout en maken midden op straat een vuurtje, waar iedereen (winkeliers, riksjarijders, toeristen...) komt bijzitten. We zien dat in Antwerpen op de Meir nog niet zo vlug gebeuren!

    Naast het organiseren van de rest van onze reis (zo vlug mogelijk naar een warmere streek) gaan we hier ook voor de eerste keer vogels kijken. We kiezen een plaats in Kathmandu waar veel vogels zitten: Godavari Botanical Gardens. We vinden een taxichauffeur bereid om ons daar naartoe te brengen, twee uur te wachten en ons dan terug te voeren naar ons hotel. Dat alles voor de prijs van €13! Dat klinkt goed, dus we vragen aan de receptie om de bestemming in het Hindi te vertellen aan de chauffeur en dan vertrekken we.

    De spits in Kathmandu is verschrikkelijk: vuil, stof, uitlaatgassen, verkeerschaos, files, … alle ellende die je met de auto kan meemaken heb je hier allemaal bijeen. Na drie kwartier vraagt de chauffeur: 'en waar moeten jullie nu juist zijn; in het hotel of bij de tempel?'. Vermits de man alleen Hindi spreekt kunnen we hem niet aan het verstand brengen dat we eigenlijk naar de plantentuin willen. An lost het probleem op door aan een paar passerende studenten te vragen of zij willen vertalen. Nu weet de man waar wij heen willen, maar onze bestemming ligt helaas aan de andere kant van de stad. Dus..... terug de ring, de chaos, de vervuiling …. Enfin, tegen twaalf uur komen we op onze bestemming (voorziene tijd: half elf).

    Voor de rest verliep ons bezoek heerlijk. Veel vogels, rustig, geen vervuiling.

    Thuis betalen we het afgesproken bedrag en gaan we een ander hotel zoeken: we hebben behoefte aan een warme douche! We vinden een nette kamer met heel warm water in 'hotel Horizon', waar we heel vroeger nog een paar keer geweest zijn.

    Als we uitchecken blijkt dat de taxichauffeur al verschillende keren is komen vragen om meer geld. Dat is natuurlijk een moeilijke zaak: de man heeft meer tijd en benzine gespendeerd dan voorzien, maar hij had moeten weten naar waar wij wilden en indien hij het niet wist had hij het bij de receptie kunnen vragen.

    Hoe dan ook, we verhuizen voor een nacht naar een ander hotel, nemen heerlijk lange warme douches en maken ons klaar om door te reizen. Morgen vertrekken we naar het zuiden, naar Koshi Tapu.

    Foto's zie hieronder.

    Vogelfoto's één adres: http://observado.org/user/photos/50424.

    Tot volgende keer.

















    12-01-2019 om 10:32 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aankomst in Kathmandu

    Aankomst in Kathmandu

    Na een zeer lange verplaatsing zijn we dan eindelijk aangekomen in Kathmandu.

    's Morgens om tien na acht de bus op, broodje gegeten in de Panos in het centraal station in Antwerpen en de trein op naar Schiphol.

    Daar eventjes gewacht en dan onze eerste vlucht: op zes uur van Amsterdam naar Dohan met Quatar Airways. Heel goede vlucht gehad: rustig, vriendelijke stewardessen, lekker eten (!) en, heel vreemd voor een maatschappij uit een moslimland, vrij alcohol te verkrijgen aan boord.

    In Dohan vier uur gewacht : van half twaalf tot half drie (plaatselijke tijd). Eigenlijk nog zo slecht niet, dan kunnen we wat rondlopen, de benen strekken en de luchthaven eens bekijken. Hier hebben ze twee schattige drughonden ingeschakeld, een soort jachthonden, die heel enthousiast de bagage van de reizigers komen besnuffelen. Met succes overigens, want we zien twee reizigers meenemen voor verdere controle.

    De laatste vlucht is een vijf en een half uur durende trip van Dohan naar Kathmandu. Geen probleem, we krijgen een ontbijt waar je als drank kan kiezen uit onder andere whisky, gin, cognac, bier, wijn, …

    Maar dan begint het. De luchthaven van Kathmandu is heel klein en er landen op het tijdstip dat wij aankomen verschillende vliegtuigen bijna tegelijkertijd. Bovendien moet je hier eerst een formulier invullen (dat krijg je niet in het vliegtuig, maar moet je hier ergens vinden) en dan iedereen terug door de controle. Elke reiziger moet 'metaalvrij' zijn, dus alle metaal (horloges, rmunten, gespen ….) moeten in de rugzak. Dan moeten alle rugzakken één voor één door de scanner (er zijn er maar twee) en moeten alle passagiers door een metaaldetector. De zin hiervan ontgaat ons, want al die mensen komen uit het vliegtuig en zijn voor ze instapten allemaal gescand en doorgelicht. Bovendien piepte de metaaldetector bij bijna iedereen, maar alleman mocht zonder meer door. Enfin, deze toestand neemt een uur in beslag.

    Dan iedereen naar de lopende band om de bagage op te halen. Onbeschrijfelijke drukte, want er zijn maar drie banden waar alle bagage op verschijnt en halverwege verwisselt men van band ('… de reizigers van Quatar Airways kunnen vanaf nu hun bagage ophalen aan band 3'...).

    Als alle bagage uitgeladen is, zijn onze rugzakken er niet bij. We gaan dus navraag doen en het blijkt dat onze bagage er al heel vroeg was, en terwijl wij bezig waren met de metaalvrije scantoestanden, heeft iemand onze bagage van de band genomen en ergens achter een pilaar weggezet.

    Eind goed al goed, maar heel die toestand heeft ons wel drie uur gekost. Dan vlot door de douane en naar buiten waar iemand van het hotel ons opwacht..... niet dus. Niemand te zien. We vinden een vriendelijke Nepalees bereid om voor ons naar het hotel te bellen en men komt ons onmiddellijk ophalen. De chauffeur staat uiteraard in de file (Kathmandu is berucht om zijn verkeerschaos) maar pikt ons uiteindelijk toch op. Op de terugweg staan wij nog een tijdje in dezelfde file, maar een dikke vijfentwintig uur na ons vertrek zijn we in het hotel. Doodmoe: An heeft onderweg een kwartiertje geslapen en ik heb twee maal een dutje van drie kwartier gedaan.

    Eindelijk zijn we terug op bekend terrein: in Kathmandu zijn we al een paar keer geweest. We merken onmiddellijk twee veranderingen op: de winkelstraten in Tamel (de toeristenwijk) zijn nu verkeersvrij en er worden enorm veel nieuwe hotels bijgebouwd (Naar we later horen voornamelijk door grote Chinese firma's). Ons hotel heeft de tand des tijds niet helemaal doorstaan: de tuin is verdwenen en op elke verdieping zijn er in de gangen ruiten uit de ramen. Het is er dus (in de gangen) ijskoud, maar gelukkig zijn de bedden uitstekend.

    Nog een weetje: toen we hier aankwamen (na de middag) was het hier een aangename twintig graden, maar vanaf drie uur zakte de temperatuur snel en toen we rond zes uur gingen eten moesten we al onze kleding (warme polo, hemd, fleece, jas, muts ...) aandoen om een beetje comfortabel rond te lopen en te eten. Het eten is nog steeds te betalen: een chicken curry en een chicken tikka massala met rijst, popcorn voor (aperitiefhapje) en warme limoenthee na kostte ons iets van een zeven euro. Daar gaan we voor.

    Zo, dit was een kort bericht van ons, groeten van An en Jos en blijf ons volgen.

    04-01-2019 om 15:52 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    24-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We vertrekken weer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Overwinteren in Nepal.

    Het is weer zover: de feestdagen zijn in aantocht, de dagen zijn donker en koud en de reismicrobe steekt weer de kop op.

    Dit jaar trekken we terug naar een land waar we al verscheidene malen geweest zijn: Nepal.

    Trekking in de bergen zit er deze keer niet in: zowel in de Anapurna-range als in het Langtang of Himalayagebied ligt er in deze periode teveel sneeuw en is de temperatuur veel te laag. Onze reis zal ditmaal ook veel korter zijn dan de vorige jaren: we blijven dit keer maar half zo lang weg.

    We beperken we ons tot de Terai.

    De Terai is een zanderig gebied in het Zuiden van Nepal. De hoofdbezigheid van de mensen is landbouw. Het grenst in het oosten, zuiden en westen aan India.

    Onze planning is simpel : we landen in Kathmandu en blijven daar een paar dagen, lang genoeg om onze reis verder te regelen. Vandaar doen we een lange bustocht naar Koshi Tapu, helemaal in het oosten van Nepal. Daar zitten we aan de grens met India (Sikkim, Darjeeling) en niet zo ver van Bhutan.

    Vandaar trekken we traag door de Terai naar de 'Farwest' van Nepal : het natuurgebied Sukla Fanta.

    Indien het weer het toelaat doen we nog een paar uitstappen naar het noorden, bijvoorbeeld naar het Rara-meer, of (héél misschien) naar Opper Mustang.

    Dan wordt het stilaan tijd voor de thuisreis. We gaan terug naar Kathmandu, gaan nog een beetje vogels kijken in de vallei van Kathmandu en dan vliegen we terug van Kathmandu naar Amsterdam.

    24-12-2018 om 14:38 geschreven door Jos

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (5)


    Archief per week
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!