• 4 sint-jakobsschelpen
  
• 100 g champignons
  
• 50 g spinazie
  
• 1 sjalot 100 g boter
  
• 4 eetlepels paneermeel
  
• 2 eetlepels geraspte emmentaler
  
• 4 eetlepels room
  
• 20 cl droge witte wijn
  
• zout

Open de sint-jakobsschelpen, haal de noten met koraal eruit en spoel ze zorgvuldig af. Spoel de schelpen af en dompel ze gedurende enkele minuten in kokend water.
Pel de sjalot en hak hem fijn.
Maak de spinazie schoon en spoel hem zorgvuldig, laat uitlekken en hak hem fijn.
Maak de champignons schoon en snij ze in schijfjes.
Bruineer de sint-jakobsnoten gedurende enkele minuten in 50 g boter. Haal ze vervolgens van het vuur en hou ze warm.
Fruit de sjalot in boter. Voeg de spinazie en de champignons eraan toe.
Laat gedurende vijf minuten sudderen. Voeg de room toe. Leng de saus aan met de witte wijn.
Breng ze aan de kook. Kruid de saus met zout. Leg de sint-jakobsnoten in de saus en warm alles opnieuw op.

Verwarm de oven voor op 220°C (stand 7). Verdeel de bereiding over de vier schelpen. Bestrooi met paneermeel en emmentaler. Werk af met een klontje boter. Plaats alles in de oven en laat gedurende tien minuten gratineren.