don't judge me by my outside, try to understand my inside....
31-10-2005
Heilig.
In de vijfde klas zit een heel braaf meisje. Zij maakt altijd keurig, haar huiswerk.; ze spreekt de meester altijd aan met "mijnheer" en zegt netjes "u " tegen hem. Ze ziet er altijd zo keurig uit, dat het net lijkt of ze helemaal gestreken is. Aan kattekwaad doet ze nooit mee. Ook deze keer niet.
Vera, Marja en Magda zijn naar de stad geweest, samen met hun moeders. In de stad zijn de moeders samen gaan winkelen en de meisjes mochten zelf wat rondkijken. Ze hadden een tijd bij een leuk restaurantje afgesproken. In een van de winkelstraten was een reuze leuke winkel. Daar verkochten ze allemaal dingen om mensen mee voor de gek te houden. Het mooist vond Marja de kunstdrollen, maar die waren best duur. Met zn drieën zijn ze naar binnengegaan en het resultaat hiervan, moet vanmorgen even uitgeprobeerd worden. De meester is een echte koffieleut en hij gebruikt er altijd suikerklontjes in. Hij zet zijn kopje voor de les begint altijd klaar, dan hoeft hij alleen even naar het koffiezetapparaat te gaan in de kamer naast hun klaslokaal. Er liggen twee suikerklontjes klaar op zijn schoteltje. Als de meester de klas uitloopt, rent Vera naar voren en ruilt vliegensvlug een klontje om, voor een klontje dat ze in haar zak had zitten.
Als de meester binnenkomt, zit Vera weer heel onschuldig op haar plaats en doet of ze hard zit te werken. De meester gooit de suikerklontjes in zijn kopje, roert en....trekt een heel vies gezicht. In zijn koffie drijft een levensgrote spin met hele harige poten. Hoe is die er nu ingekomen. Het lijkt wel of dat beest steeds groter wordt. De meester zet zijn kopje neer en blijft er naar staren. Hij heeft niet in de gaten, dat de hele klas naar hem kijkt en zit te stikken van de lach. Dan bedenkt de meester, dat dit geen normale spin kan zijn. Hij vist met zijn lepeltje de spin uit zijn kopje en dan ziet hij dat het een sponsachtig geval is, dat helemaal vol koffie gezogen is.
"Wie heeft dat gedaan," vraagt de meester. Alleen een heleboel, zeer onschuldige ogen kijken hem aan. "Wat bedoelt u meester," vraag Peter, met zijn liefste gezicht. "Ik bedoel dit," zegt de meester en wijst op het zwarte kliederige, smerige hoopje op zijn schoteltje. "Daar weet ik niets van, meester," zegt Peter en schudt daarbij verwoed zijn hoofd.
"Dat heeft zij gedaan, mijnheer," klinkt het ineens door de klas. Het keurige nette, gestreken meisje, wijst met haar vinger naar Vera. "Zo, Lientje, heb jij dan gezien dat Vera dat er indeed," vraagt de meester. "Ja, mijnheer, dat heb ik gezien. Vera liep naar voren en deed iets bij uw kopje en dat vind ik niet netjes," zegt Lientje. "Zo, Lientje, ik vindt het niet netjes, dat jij klikt," zegt de meester. "Heb jij dit gedaan, Vera," vraagt de meester."Vera kijkt hem aan en zegt: "Ja, dat heb ik gedaan. Ik wilde het eens uitproberen, of het zo leuk was als dat het op het zakje van het suikerklontje stond." "En is die proef geslaagd," vraagt de meester. "Ja, want uw gezicht toen u dat ding ontdekte, was nog veel leuker als alle gekke bekken op het zakje," zegt Vera. De hele klas begint te lachen. De meester kan moeilijk iets anders doen en lacht ook maar mee.
"Vera, dan ga jij nu voor straf, voor mij een nieuwe kop koffie halen, en wee je gebeente als je nog iets moet uitproberen." Toch wel opgelucht dat de meester het zo opneemt, gaat Vera gauw koffie voor hem halen. De enige die het met de gang van zaken niet eens is, is Lientje. Zij zit verontwaardigd te kijken, want dat de meester gezegd heeft dat zij klikte, vind ze niet netjes. Ze gaat eens goed rechtop zitten en kijkt maar uit het raam. Toch vangt ze op wat Bart achter haar rug, zit te fluisteren: "Heilig boontje, heilig boontje." "Mijnheer," zegt ze, "Bart scheldt mij uit!" "Zo," zegt de meester, "waarvoor dan wel?" "Hij zegt: heilig boontje," antwoordt Lientje. "Dat is geen scheldwoord, dat is gewoon een uitdrukking," zegt de meester. "Kom we gaan eens een taallesje wijden aan uitdrukkingen en gezegden, wie weet een goede uitdrukking?" Bart steekt stralend zijn vinger op en zegt: "Heilig boontje meester!" "Dan mag jij uitleggen wat dat betekent," zegt de meester. Bart, niet zo gauw voor een gat gevangen zegt: "Nu heilig, dat is iemand, die zo verschrikkelijk goed is en zulke goede dingen doet, dat je hem niet na kunt doen. Een boontje, ...dat is gewoon een sperzieboon, die zich verbeeldt dat hij een doperwtje is." De klas, lacht hevig en de meester besluit maar snel op een ander onderwerp over te gaan.
Het duurt nu toch wel lang genoeg
dat het even niet meer gaat
dat een plotseling gebeuren
de dagen verkleuren laat
Geen oog meer voor de mooie dingen
't lijkt kouder, soms wel kil
in zo'n nare periode
staat de tijd, zo'n beetje stil
En dan ineens
zolang verwacht
straalt de nieuwe morgen
Daar is de tijd dat je weer lacht
oprecht en zonder zorgen.
Mannen die het lekkerste eten op hun bord tot het laatst bewaren, denken in bed vooral aan zichzelf. Minnaars die hun aardappels en groente volledig door elkaar prakken, zijn saai tussen de lakens. Degenen die een kuiltje maken voor de jus of de saus zijn daarentegen zeer gevoelig en creatief.
Dat stelt de Duitse psycholoog prof. Alfred Gebert. Vrouwen die willen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben, kunnen volgens hem tijdens een eerste afspraakje het beste gaan dineren in een restaurant. Door hun mogelijk toekomstige partner van het voorgerecht tot het dessert nauwlettend gade te slaan, kunnen zij namelijk nagaan hoe hij zich in bed en in de rest van de relatie zal gedragen.
Volgens Gebert bestaan er zes verschillende type mannen: nummer een bewaart het lekkerste voor het laatst, nummer twee maakt een kuiltje, nummer drie gooit royaal zout en peper over zijn eten, nummer vier eet werkelijk alles op (ook hetgeen zijn partner laat staan), nummer vijf prakt alles door elkaar en nummer zes verdeelt het eten in kleine hapjes.
Vooral voor type nummer een en vijf waarschuwt de professor van een hogeschool in Munster de vrouwen. Deze mannen zijn in bed geen ideale partners: de ene groep is egoïstisch, de andere verre van creatief.
De kuiltjesgravers en restjeseters zijn de betere minnaars. De eerstgenoemde groep is volgens Gebert zeer gevoelig en creatief in bed. Daarnaast kan van deze mannen worden verwacht dat ze regelmatig met verrassingen als bossen bloemen of bioscoopkaartjes op de proppen komen.
Degenen die het niet kunnen aanzien dat er voedsel wordt weggegooid, zijn in een relatie zeer trouw en aanhankelijk. Wat seks betreft zijn deze mannen onverzadigbaar.
Hier volgt een voorbeeld van een verhaal van Hodja, een Turkse godsdienstonderwijzer en lesgever in de Koran.
Op een dag gingen Hodja en zijn zoon op reis. Hodja gaf er zelf de voorkeur aan te lopen en zette zijn zoon op de rug van de ezel.
Zo gingen zij op weg tot zij een paar mensen tegenkwamen die zeiden:
"Zie daar de wereld op zijn kop. De jeugd heeft geen respect meer voor de ouderdom. Die gezonde jongen rijdt op een ezel, terwijl zijn arme, vermoeide vader nauwelijks vooruit komt."
Toen de jongen dit hoorde stond hem het schaamrood op de kaken. Hij stapte af en stond erop dat zijn vader verder zou rijden.
Zo liepen ze voort, Hodja op de ezel en de jongen te voet. Even later kwamen ze weer mensen tegen die zeiden:
"Moet je dat zien! Wat een ontaarde vader, die zelf lekker op de ezel zit en zijn kind laat lopen."
Na dit verwijt draaide de Hodja zich naar zijn zoon en zei:
"Kom, dan zullen we samen op de ezel rijden."
Zo vervolgden ze hun weg, tot zij mensen tegenkwamen die zeiden:
"Kijk, dat arme beest! Zijn rug zakt door onder het gewicht van hen beiden, wat een dierenbeulen!"
Daarop zei Hodja tot zijn zoon:
"Laten we afstappen. Het is beter dat we allebei te voet gaan, dan kan niemand ons nog verwijten maken."
Zo liepen ze verder achter hun ezel. Tot een stel voorbijgangers wederom commentaar leverde:
"Zie wat voor dwazen er op de wereld zijn. Ze lopen in de brandende zon en geen van beiden denkt eraan op de ezel te gaan zitten."
Hodja draaide zich om naar zijn zoon en zei:
"Je hebt het gezien, mijn zoon. Hoe je je ook gedraagt, op en aanmerkingen zullen altijd je deel zijn. Leer daarom je eigen mening te volgen."
Een boer die allerlei roddelpraat over iedereen vertelde kreeg spijt en vroeg aan de pastoor hoe hij boete kon doen.
Verzamel een zak vol kippenveren, ga daarmee het hele dorp door en leg op ieder erf bij elke deur een veer. De boer deed wat hem was opgedragen en vroeg aan de pastoor of hij daarmee genoeg had gedaan.
Nee, nog niet, zei de pastoor, nu moet je een zak nemen, langs al die huizen gaan en elke veer die je er hebt neergelegd weer oppakken en verzamelen. Maar dat is toch een onmogelijke opgave, protesteerde de boer. De meeste veren zijn al lang door de wind weggeblazen.
Toen antwoordde de pastoor, zo is het nu ook met jouw roddelpraatjes. Je spreekt ze zo gemakkelijk uit, maar hoezeer je het ook probeert, terughalen kun je ze niet.