Bernhard, de vader van Luis had flink buikpijn toen hij zag hoe fantastisch Opa en kleinkind met elkaar speelden: "Dat zou ik ook graag met hem gehad hebben als kind" zegt hij. "Maar hij was nu juist een typische vader van zijn generatie, volledige baan plus reistijd," in het weekend "huisje bouwen" of tuinwerk. Spelen was tijdverdrijf, hij had altijd wat te doen en voor tijdverdrijf was niets over. Maar hij heeft het contact tussen opa en zoon als welkome aanleiding gezien, om zich met zijn vader te verzoenen. Die had al begrepen, wat zijn zoon hem wou zeggen. Hij heeft zich niet verontschuldigd, slechts gewoon vanuit zijn oogpunt verteld hoe het was. En dat hij nu in een andere situatie is, niet meer hoeft te werken, geen carrière meer te maken en niets meer hoeft te bewijzen. Bernhard kan het accepteren:"anders had ik mij niet kunnen verheugen over zijn dolle dag met opa" Zijn vader kon toegeven, dat hij een beetje afgunstig is op de tijd, die zijn zoon met zijn kleinkind doorbrengt, dat hij dat niet gekund heeft, juist omdat er altijd wat te doen was. Dat hij nu wat inhalen wil, wat hij verzuimd heeft, toen zijn zoon nog klein was. "dat heeft mij verwonderd, dat hij dat zo duidelijk ziet" zegt Bernhard. Hij gunt hem het nietsdoen "misschien kan ik daaruit nog wat leren." In de literatuur wordt graag de functie van de grootouders als getuigen van een tijd, naar voren gebracht. Ook Reidum Stuedahl, vormingstherapeute in Noorwegen, zegt dat in zijn boek "Een geluk dat er oma's en opa's zijn" (Beust-verlag 2001). Grootouders, vooral als schakel met het verleden en doorgevers van kennis en levenservaring. Echter het beeld van het kleinkind, dat op het bankje zit en gebiologeerd naar opa's leunstoelverhalen van vroeger luistert, draagt een groot gevaar in zich. Dikwijls worden de eigen belevenissen tot een heldengeschiedenis, het huiveren, het verdriet, de wanhoop worden verzwegen. Daarbij komt dat de generatie die de ineenstorting van het derde rijk, misschien concentratiekampsyndroom verjaging, vlucht, gevangenschap, het opruimen van het puin, de wederopbouw en het "wirtschaftswunder" beleefde, veel ervaring door te geven heeft.
Zij hebben familie en vrienden verloren, hun thuis, een deel van hun identiteit, een deel van hun mannelijkheid. Deze kant mag niet verzwegen worden. Maar het is zeer moeilijk een gepaste afstand tot de eigen belevenissen te kiezen, zonder zichzelf te kort te doen. En voor de familie en het kleinkind is het belangrijk te weten op welke indringende ervaringen de houding en instelling van de grootvader berusten. Dat kan verhalen verlevendigen en zo een toenadering tussen generaties bewerkstellingen.
|