don't judge me by my outside, try to understand my inside....
24-02-2006
Een kwade droom.
Waarom zou je er niet aan mogen denken, aan sterven bedoel ik, maar dan het liefst op de Noordpool in een iglo met drie pelsenjassen over mij. Nu staan de
sledehonden buiten op wacht en kijken of er niemand voorbij komt. Het zijn hier
gure tijden. Donker zoals het diepste zwart en een huilende wind die over de
vlakte raast en die sneeuw doet opstuiven welke zich overal aan vast kleeft. De
maan is helder, zij schittert zoals een enorme vuurbal, alleen is het geen warm
licht maar hard, ijskoud wit licht. Ook de honden gedragen zich onrustig en
huilen afschrikwekkend. Ik sta op en ga buiten kijken wat er aan de hand is.
Zowel links als recht valt in dit hondeweer niets te bemerken. Ik kijk naar
omhoog en zie plotseling een slede verschijnen in het licht van die heldere
maan.
Op hetzelfde moment zie ik ook een aantal vleermuizen in het maanlicht fladderen. Ik vraag mij af wat die hier komen doen in deze koude en barre streek. De slede komt in mijn richting en ik onderscheid een man met een hoge hoed op. Nog dichterbij zie ik dat de man een lange jas draag met een gillet daaronder, een hemd met stijve boord en een vlinderdas. Ook zie ik slobkousen verschijnen en zie ik een wandelstok, net als de mijne. De slede komt nog dichterbij en mijn nekharen komen overeind en beginnen te trillen. Ik voel aan mijn hoofd, het gloeit als een kreeft. Ik knijp in mijn wang en vraag mij af of ik droom of wakker ben. De slede stopt en de man stapt uit. Ik hoor de sneeuw knarsen onder zijn zware schoenen. Hij komt mij
bekend voor. Plots, herinner ik mij hem weer.
Enige tijd terug heb ik dat gezicht in een verschrikkelijke droom gezien. Maar nu is het werkelijkheid .
Ik begin weer te beven net zoals toen, alleen nog harder. Wanneer hij voor mij stil
staat, zie ik weer die twee diepe poelen van de hel die weken de slaap
hebben ontnomen. Wij staan neus aan neus. Alleen heb ik een normale en hij een
echte haviksneus met een wrat erop.
Goeie avond zegt hij Lekker
weertje niet? Gaat wel stotter ik terug. Met wat kan ik je van dienst zijn,hoor je mij prevelen. Niet jij maar ik zegt hij. Jij wil toch immers een biertje, een ijsgekoeld bier niet? Ja zeg ik. Wel ik heb het bij zegt hij en ...... doet zijn jas open. Langs beide zijden zijn de panden van zijn jas behangen met blikjes bier waar de rijm afloopt. Ik moet slikken want alleen de aanblik brengt mij al in vervoering. Alleen zegt hij ..... Jij krijgt het bier van je dromen en ik je leven voor alle eeuwigheid.
Waarom wordt ik nu niet wakker denk ik ...
Reacties op bericht (1)
25-02-2006
..
je schrijft inderdaad een schilderij - ik zie het zo voor me alhoewel het jouw droom is. Voor mij is het dan surrealistisch en daar hou ik heel erg van....
slaap lekker en droom lekker verder,