don't judge me by my outside, try to understand my inside....
16-09-2005
Zoektocht
De reis was al lang geweest. De jongen had inmiddels al vele landschappen gezien. Hij had gedwaald door bossen en woestijnen, hij was over bergketens en door oceanen gegaan, hij had zelfs een keertje geprobeerd een vulkaan in te gaan, maar dat was niet zo gelukt. En altijd maar weer bleef hij zitten met de zoektocht naar zichzelf.
Al zolang hij zich kon herinneren was hij al op zoek. Vroeger, toen hij nog thuis woonde, was hij daar op zoek gegaan naar zichzelf. Hij was begonnen te zoeken naar zijn ouders. Misschien dat die wisten wie hij was. Zijn vader had een beetje mompelend naar het plafond gestaard, en zijn moeder vertelde de jongen dat zij het eigenlijk ook niet goed wist.
Vervolgens had hij het voorzichtig bij een paar vrienden geprobeerd, maar die wisten het ook al niet. De één zei dat hij zichzelf wel in boeken kon vinden. Een ander wist te vertellen over een jongen die zichzelf gevonden had in India, maar niemand kon de jongen vertellen waar hij zichzelf kon vinden.
De jongen besloot om het dan ook maar eens in India te proberen. Onderweg kwam hij vele streken tegen, met ieder zijn eigen volk. Aan ieder volk vroeg hij of zij wisten waar hij zichzelf kon vinden, maar niemand kon het hem vertellen.
Ook in India aangekomen kon hij niemand vinden die hem kon helpen zichzelf te vinden. Sommige meenden dat hij in het bos moest zoeken. Sommige opperden dat hij zichzelf wel in het klooster kon vinden.
Alle adviezen die de jongen kreeg probeerde hij, maar geen enkele hielp hem om zichzelf te vinden, en dus ging hij weer op pad. Hij doorkruiste vele gebieden en streken en aan ieder die hij tegenkwam vroeg hij om hulp, maar niemand kon hem helpen.
Op een dag kwam hij in een bos aan bij een klein huisje. Het leek of het huisje al eeuwen in het bos stond. Het mos was over het hele huisje gegroeid, en de houten muren, waren met bloesem aan het uitlopen. Als er geen rook uit het schoorsteentje was gekomen, was de jongen er zo aan voorbij gelopen, maar, zoals het was, besloot de jongen om het ook maar bij het huisje eens te proberen.
Na een zacht geklop op het deurtje, werd er open gedaan door een eigenaardig mannetje. Hij kwam slechts tot het middel van de jongen en had een lange grijze baard. Zijn kleding was gemaakt van gras en schors. Het was duidelijk dat dit mannetje aan het bos behoorde.
ehm, meneer begon de jongen voorzichtig. ehm, mag ik wat vragen? hmm, reageerde het mannetje, hmm, vooruit dan en de jongen stelde zijn vraag. hmm, antwoordde het mannetje. hmm, allereigenaardigst op zoek naar zichzelf hé?
en hoe ziet zichzelf er dan uit? nou, begon de jongen, ik denk net zoals ik.
En hoelang ben je zichzelf dan al kwijt? nou, vroeger dacht ik dat ik hem nog wel kende, maar toen werd ik ouder, en was ik daar niet meer zeker van. Ik dacht dat hij misschien wel was weggegaan, en dat ik hem moest gaan zoeken. Ik heb heel veel geprobeerd en heel veel gedaan om hem te vinden. Ik ben bij al mijn vrienden en vriendinnen geweest, ik ben op de vreemdste plekken geweest, ik heb zelfs in kloosters gezocht, maar ik kon hem nog steeds niet vinden.
hmm. hmm. vreemd. Vreemd. Heb je geprobeerd in de grotten te kijken? In de grotten? antwoordde de jongen nee. Had dat gemoeten dan? had dat gemoeten?! Had dat gemoeten?! Natuurlijk had dat gemoeten! Hoe verwacht je ooit zichzelf te vinden zonder in de grotten te zoeken! En nu vort met jou. Als je dit paadje volgt, kom je vanzelf bij de grotten uit.
En zo ging de jongen weer op pad. Op weg naar de grotten om zichzelf te vinden. Na een korte wandeling door het bos, kwam hij aan bij de grotten. Een beetje aarzelend, maar erg hoopvol ging hij naar binnen. Langzaam drong hij steeds dieper naar binnen. Hoe dieper hij ging, hoe donkerder het werd. Toen hij helemaal omringt was door de duisternis bleef hij even staan. Hoe moest hij nou zichzelf vinden als hij niets kon zien? misschien als ik roep? zei hij zacht. Laat ik het maar eens proberen. Is daar iemand? iemand iemand iemand Zijn hart sprong over. Er was hier iemand. Wie bent u? u u u . U bent mij? Kan dat echt? echt echt echt
De jongen was vol met vreugde. Na alle lange zoektochten en alle plaatsen waar hij was geweest, had hij toch eindelijk zichzelf gevonden. Hier in deze grot waar hij helemaal alleen was.