Woensdagmorgen. Karen Depoorter zegtgoeie-dag aan haar werkneemster Charline en vraagt hoe het met haar is. Charline heeft bijna drie dagen onafgebroken en rechtstaand etiketten op glazen confituurbokaaltjes van 250 gram gekleefd. Met de hand. Dat laat zich voelen aan de rug, maar Charline doet het met zichtbaar plezier, want ze ziet ook hoe de zaak van haar werkgever groeit. ‘Ze is onlangs op televisie geweest', zegt ze fier.

‘Een etiketteermachine, dat is misschien de volgende investering', vertelt Karen Depoorter, ‘maar zoiets kost al gauw 6.000 euro en als beginnende ondernemer is het echt wel afwegen wat je met je geld doet. Onmiddellijk terug investeren in de zaak, zo heb ik het tot nog toe gedaan, maar het is afwegen wanneer je hoeveel investeert en in wat. Ik wil niet bedolven geraken onder de afbetalingen. De eerste zorg blijft de kwaliteit van je product, daar gaat alle aandacht naartoe.'

Roddelen in de koffiehoek

Karen Depoorter was halfweg de dertig toen het begon te knagen om zelf iets te doen. ‘Mensen verklaarden mij gek... dat ik zo'n toffe job in de communicatiesector liet vallen. Om zelf iets te beginnen. En confituur dan nog!'

Karen vertelt haar verhaal terwijl ze onderweg is naar de vroegmarkt in Evergem. ‘Ik sta erop mijn fruit hier zelf te komen halen. In deze groothandel die vooral aan warenhuizen en gespecialiseerde groenten- en fruitwinkels levert, ben ik een buitenbeentje. De meeste van hun klanten willen fruit dat nog een aantal dagen in de winkel kan liggen blinken. Ik niet. Bij mij moet alles net rijp genoeg zijn, zodat ik het meteen kan verwerken. De aankopers van binnen- en buitenlands fruit weten dat, ze weten hoe kleinschalig en ambachtelijk ik werk en heel geregeld doen ze mij een aanbod van een lot fruit en kunnen we op een vriendschappelijke manier een goede prijs onderhandelen. Vandaag verwittigden ze me dat er volgende week een partij mispels zal zijn. Een heerlijk ouderwetse vrucht.'

Ze vertelt het omdat ze dat eerlijke, persoonlijke contact met haar klanten en leveranciers zo belangrijk vindt. ‘Een van de redenen waarom ik uit het bedrijfsleven gestapt ben, is omdat ik het echt niet meer kon horen hoe er in de koffiehoek geroddeld werd. En hoe daar carrières gepland en gebroken werden. Doe toch gewoon uw werk, dacht ik dan. En toen ik vaststelde dat ik op een bepaald moment gestresseerd raakte door de schuld van anderen, heb ik mijn besluit genomen.'

Dat ze voor confituur koos, is toeval en geen toeval. ‘Ik had echt een lijstje van mogelijkheden gemaakt: een modewinkel voor mannen, een servieswinkel - want ik ben gek op oude serviezen. Maar we hadden nog niet zo lang daarvoor een huis gekocht, met een stuk van een fabriek bij - mijn man is architect - en om de verbouwingskosten van dat pand te kunnen dragen, waren we al een tijdje een bed and breakfast begonnen. En dus maakte ik confituur voor het ontbijt van mijn gasten.'

Band met de natuur

Haar eerste lading mislukte. ‘Aardbeienconfituur. Dat was geen confituur, maar saus, met schuim. Maar ik legde mij niet neer bij die mislukking. Herbeginnen zou ik, desnoods honderd keer, tot het lukte.'

Als al die duizenden andere vrouwen dat vroeger konden, waarom zou haar dat dan niet lukken, overtuigde ze zichzelf. En ze zette door, thuis op haar keukenvuur, tot het lukte.

Nu zit ze dus al bijna twee jaar in haar eigen atelier-annex-winkel-annex-kantoor aan Dok Zuid met één werkneemster confituur te maken. In porties van 5 kilogram. ‘Het repetitieve daarvan verveelt me niet. Integendeel. Van niets iets maken, dat geeft toch voldoening? Je begint met een bak fruit, je doet daar heel nauwgezet en met veel liefde een aantal bereidingen en bewerkingen mee, je stopt dat in een potje, kleeft daar een etiket en een dekseltje op, een folie daarboven, een elastiekje errond. En je weet dat iemand dat heel binnenkort van een kelderrek neemt of uit de frigo haalt en geniet van het product dat jij gemaakt hebt. De eenvoud van dat verhaal, daar word ik echt gelukkig van. Mensen zouden dat ook meer zelf moeten doen, op die manier verlies je de band met de natuur en met jezelf en met het leven niet', klinkt het bijna filosofisch.

Maar ze meent het. ‘Mensen vragen mij soms wat ik versta onder ambachtelijk werken. Mijn uitleg daarvoor is heel eenvoudig: als ik bezig ben met confituur maken, dan doe ik dat met volle liefde, alsof het voor mijn eigen kinderen is. Of voor familie of vrienden die ik thuis zou ontvangen. Dat is voor mij het verschil tussen ambachtelijk en industrieel. Die passie en voortdurende zorg voor kwaliteit van mijn product. En gewoon het eerlijke respect voor mijn klant. Daar haal ik mijn energie uit.'

Natuurlijk weet ze dat ze winst moet maken. ‘Daarom besef ik ook hoe belangrijk die starterspremie van 5.000 euro is die ik van de stad Gent kreeg. Sommigen doen daar minnetjes over, maar op zo'n moment kan 5.000 euro wel het verschil maken. Ik volgde ook verschillende opleidingen, omdat ik besef dat ook je administratie en organisatie in orde moet zijn. En ik vraag raad, aan een informele raad van wijzen, van mensen die het goed met mij menen, waarmee ik elk kwartaal mijn zaak overloop. Zij zorgen er voor dat ik niet aan navelstaarderij doe. Ik heb ook een heel goed contact met een producent in de voedingssector die een professioneel peterschap op zich neemt. Ik bel hem regelmatig en hij zet me zo nodig op het goede spoor. Heel waardevol is dat. Zo ergerde ik er mij in het begin aan dat de winkelier een grotere winstmarge heeft dan ikzelf.Terwijl die het gewoon moet uitpakken, op de toonbank zetten en verkopen, terwijl ik daar al dat werk in steek, redeneerde ik. Die ervaren man wees er mij op dat ik het allemaal wat ongenuanceerd zag en dat ik daar moest leren mee leven. Ik denk daar nu ook anders over en ben die irritatie kwijt.'

Duurzame Ondernemer

Ze blijft bezig. Tweeëntwintig variëteiten heeft ze al. In potjes van 250 gram en bokalen van 800 gram. Aan de consumentenrage van individuele porties in superkleine potjes doet ze niet mee. ‘Dat strookt niet met mijn visie over duurzaamheid. Ik heb op die manier al hotels gemist als klant. Dat besef ik. Maar ik ben er ook al in geslaagd hotels te overtuigen dat ze beter geen individuele potjes confituur op een buffet serveren, want dat de mensen dat dan toch meenemen, openen uit nieuwsgierigheid en niet gebruiken. Pure verspilling. En als ik dan zo'n hotel kan overtuigen, dan ben ik ook weer gelukkig dat ik mijn steentje heb bijgedragen.

Ze heeft geen tijd meer om boeken te lezen, maar gelukkig is haar bedrijfje op stapafstand van haar woning. Zodat de combinatie werk/gezin toch nog haalbaar is. En ze doet fijne dingen. Ze kreeg recent van de stad Gent de titel van Duurzame Ondernemer en fungeert nu als rolmodel van startende ondernemer. Nog recenter zei ze ja toen men haar vroeg of ze het gezicht wou zijn van de nationale Week van de Smaak en ze werkt ook nog eens aan een boek over confituur.

www.callasconfiture.com